Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het college;

  • -

    gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, 217, 219 en 229,

    eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van leges 2012”

Artikel 1. Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    “dag”: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    “week”: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    “maand”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    “jaar”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    “kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4. Vrijstellingen

  • 1. De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder hoofdstuk 10.2 worden niet geheven in het geval de raadpleging geschiedt:

    • a.

      ten behoeve van de rijks-, provinciale of gemeentedienst;

    • b.

      overeenkomstig artikel 15 van de wet van 26 mei 1870, Staatsblad 82;

    • c.

      ter uitvoering van de Jachtwet.

  • 2. De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder hoofdstuk 9 worden niet geheven:

    • a.

      in de gevallen waarin de beheerder ingevolge zijn instructie tot kosteloos onderzoek verplicht is;

    • b.

      voor het door het publiek persoonlijk raadplegen van archiefstukken in het Onderzoekerscentrum van het archief.

  • 3. De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder hoofdstuk 2 worden niet geheven als de verstrekking plaatsvindt uitsluitend ter publicatie in de plaatselijke dagbladen.

  • 4. Van de in artikel 2 bedoelde leges zijn voorts vrijgesteld:

    • a.

      stukken, welke ter voldoening aan wettelijke voorschriften kosteloos moeten worden verstrekt;

    • b.

      beschikking op bezwaar- en verzoekschriften met betrekking tot gemeentelijke belastingen;

    • c.

      inlichtingen, welke anders dan ten behoeve van of in het belang van bepaalde personen, op verzoek worden verstrekt aan ambassades, gezantschappen en consulaten van vreemde mogendheden;

    • d.

      stukken, vereist voor de militaire dienst, met uitzondering van die welke moeten dienen voor toelating tot enige inrichting van onderwijs waar men wordt opgeleid tot officier of voor de geneeskundige en farmaceutische dienst bij de land-, zee- of luchtmacht;

    • e.

      bewijs van in leven zijn, strekkende tot betaling van pensioenen, wachtgelden, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen ten laste van publiekrechtelijke lichamen;

    • f.

      beschikking of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag van subsidie uit de gemeentekas;

    • g.

      gunstige beschikkingen, genomen krachtens een rechtspositieregeling voor het personeel der gemeente;

    • h.

      de bevelschriften tot betaling.

  • 5. De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder hoofdstuk 7.3 sub c, "Verklaring omtrent het gedrag", worden niet van een aanvrager geheven die de aanvraag doet met als doel tijdelijk een gastkind van de Stichting Europa Kinderhulp in hun gezin op te nemen voor het houden van een korte vakantie.

Artikel 5. Tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

  • 1. De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2. De leges als bedoeld in hoofdstuk 8 van de bij deze verordening gevoegde tarieventabel worden opgelegd bij wege van aanslag.

Artikel 7. Tijdstip van betaling

  • 1. De leges moeten worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, eerste lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      in geval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

    • c.

      in geval de kennisgeving wordt toegezonden, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De in artikel 6, tweede lid, bedoelde aanslagen moeten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Abonnementen

  • 1. De in deze verordening bedoelde abonnementen worden per schriftelijke aanvraag verleend.

  • 2. De bij abonnement verkregen inlichtingen mogen niet worden gepubliceerd of anderszins bekend gemaakt, noch aan derden worden verstrekt of medegedeeld, noch ten behoeve van derden worden verwerkt.

  • 3. Het publicatieverbod geldt niet ten aanzien van abonnementen verleend voor dag-, week- en buurtbladen voor zover betreft de publicatie in de eigen bladen.

  • 4. Abonnementen worden geacht te zijn ingegaan op de dag, waarop het verschuldigde bedrag is voldaan, tenzij een andere datum is overeengekomen.

  • 5. Het voorafgaande geldt mede ten aanzien van inlichtingen, verstrekt door middel van de computer.

Artikel 11. Nadere regels door het college

  • 1. Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

  • 2. Het college heeft de bevoegdheid tot het vaststellen van de legesverordening met betrekking tot de van rijkswege in de loop van het belastingjaar gewijzigde tarieven.

Artikel 12. Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2012.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 3.

    De "Legesverordening 2011" van 11 november 2010 en de eerste wijziging van deze verordening van 11 april 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2012".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 november 2011

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage

Tarieventabel behorende bij de “Legesverordening 2012”

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemeen

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5 Reisdocumenten

Hoofdstuk 6 Rijbewijzen

Hoofdstuk 7 Overige burgerzaken

Hoofdstuk 8 Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning

Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg

Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen

Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet

Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke Verordening

Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 15 Diversen

De in artikel 2 van de Legesverordening 2012 bedoelde tarieven bedragen:

Hoofdstuk 1 Algemeen

1.1

Vergunningen, beschikkingen en dergelijke

Voor een gunstige beschikking op aanvragen van een vergunning of een ontheffing, dan wel voor elk ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover daarvoor in deze verordening geen bijzondere regeling is opgenomen of voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat,

per bladzijde

3,19

met een minimum van

9,57

1.2

Fotokopieën

Voor het verstrekken van een fotokopie van een getypt, gedrukt of geschreven stuk, van maximaal het formaat A4, anders dan bedoeld in rubriek 10.2, per bladzijde

A4 enkelzijdig

0,07

A4 dubbelzijdig

0,12

A3 enkelzijdig

0,12

A3 dubbelzijdig

0,19

A2 formaat

4,60

A1 formaat

6,90

A0 formaat

9,20

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

2

Raadsstukken

a.Voor een abonnement op de stukken van de raad (exclusief de begrotingsstukken) per jaar

27,56

b.Voor een abonnement op agenda's en verslagen der vaste raadscommissies van advies en bijstand per jaar

34,52

c.Voor losse exemplaren van de onder letter a bedoelde stukken: per bladzijde

0,06

met een minimum van

0,13

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

3.1

Nasporingen en inlichtingen burgerlijke stand

Voor het doen van een opzoeking of nasporing in de registers van de burgerlijke stand, lopende over het tijdperk na de invoering van de burgerlijke stand en berustend in het archief van de burgerlijke stand, zonder dat van het resultaat een authentiek uittreksel uit de registers of een bewijs van inschrijving wordt verlangd ongeacht of de bemoeiingen al dan niet tot het gewenste doel leiden, per eenheid van 15 minuten (afgerond naar boven)

32,00

3.2

Huwelijksvoltrekking/Partnerschapsregistratie

Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag of partnerschapsregistratie, waarbij het huwelijk of partnerschapsregistratie wordt gesloten op maandag tot en met vrijdag, tussen 09.00 en 18.00 uur op de onder a t/m e genoemde locaties of op maandag tot en met zaterdag, tussen 09.00 en 18.00 uur op de onder f genoemde locaties:

a.in de Oranjezaal

530,05

b.in de Willem II-zaal

450,70

c.in de Anna Paulowna-zaal

410,85

d.in de trouwzaal Udenhout, raadszaal

554,15

e.in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer

406,35

f.in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties

450,30

Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag of partnerschapsregistratie, waarbij het huwelijk of de partnerschapsregistratie wordt gesloten op zaterdag of op maandag tot en met vrijdag vóór 9.00 of ná 18.00, gelden de hiervoor onder a t/m e genoemde tarieven met daarbij een opslag van

60,25

Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag of partnerschapsregistratie, waarbij het huwelijk of de partnerschapsregistratie wordt gesloten op zondag, gelden de hiervoor onder a t/m f genoemde tarieven met daarbij een opslag van

325,00

Voor het voltrekken van een huwelijk of partnerschapsregistratie buiten het gemeentehuis, in het geval bedoeld in artikel 64 van het Burgerlijk Wetboek, indien niet is gebleken van het onvermogen van partijen

211,00

Voor het in behandeling nemen van een administratief huwelijk

74,95

Voor het wijzigen en annuleren van een huwelijk binnen vier weken voordat het huwelijk plaatsvindt wordt in rekening gebracht per wijziging

51,45

3.3

Trouwboekje

Voor een trouwboekje uitgevoerd in leer met opdruk

33,50

Voor een trouwboekje uitgevoerd in linnen met opdruk

17,25

Voor een trouwboekje uitgevoerd in kunststof met opdruk

7,60

3.4

Afschrift van/uittreksel uit akte van de Burgerlijke stand.

Voor het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit een akte uit de registers van de burgerlijke stand

11,80

3.5

Verklaring van huwelijksbevoegdheid

Nederlanders die in het buitenland een huwelijk willen aangaan, moeten in een aantal gevallen een verklaring van huwelijksbevoegdheid overleggen. Dit is een verklaring, waaruit blijkt dat er naar Nederlands recht geen beletselen bestaan tegen het voorgenomen huwelijk. Deze verklaring wordt afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de (laatste) woonplaats in Nederland.

21,20

3.6

Meertalig uittreksel

Voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand

11,80

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke BasisAdministratie persoonsgegevens

4.1

Nasporingen bevolkingsregister

Voor het verstrekken van inlichtingen, betreffende niet met namen en adressen aangeduide personen, ten behoeve waarvan één of meer kaartenverzamelingen of registers, behorende tot de bevolkingsadministratie, niet berustende in de archiefbewaarplaatsen, bedoeld in de Archiefwet 1995, geheel of gedeeltelijk moet worden doorlopen, dat voor het verzamelen der gegevens, de verstrekking ervan daaronder begrepen, nodig is, per eenheid van 15 minuten (afgerond naar boven)

32,00

4.2

Inlichtingen GBA

Voor het verstrekken van een inlichting aan een derde als genoemd in het Privacyreglement voor de Gemeentelijke Basisregistratie personen (B&W-besluit 2 juli 2002, A18):

11,05

4.3

Inzagerecht en protocollering GBA

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in de artikelen 79 en 103 van de wet GBA

4,65

4.4

Documentatie omtrent bevolking

Voor het ad hoc verstrekken uit de Gemeentelijke Basisregistratie personen van andere inlichtingen dan bedoeld onder 4.2, per eenheid van 15 minuten (afgerond naar boven)

32,00

Hoofdstuk 5 Reisdocumenten

5.1

Nationale paspoorten en Nederlandse Identiteitskaarten

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.tot het afgeven van een nationaal paspoort

52,10

b.tot het afgeven van een faciliteitenpaspoort

52,10

c.tot het afgeven van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattend dan een paspoort als bedoeld onder a

58,20

d.tot het afgeven van een Nederlandse identiteitskaart:

t/m 13 jaar

9,20

vanaf 14 jaar

43,85

e.tot het afgeven van een reisdocument voor vreemdelingen

52,10

f.tot het afgeven van een reisdocument voor vluchtelingen

52,10

g.tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in dit hoofdstuk sub a, sub b, sub c, sub e en sub f direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

9,20

h.tot het bijschrijven van een kind middels een bijschrijvingsticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in dit hoofdstuk sub a, sub b, sub c, sub e en sub f.

21,40

i.worden de tarieven als genoemd in dit hoofdstuk sub a, sub b, sub, c, sub d, sub e en sub f bij eenspoedlevering vermeerderd met een bedrag van

45,00

j.wordt het tarief als genoemd in dit hoofdstuk sub i bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in dit hoofdstuk sub a, sub b, sub c, sub e en sub f en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in dit hoofdstuk sub g slechts één keer per reisdocument berekend.

k.wordt het tarief als genoemd in dit hoofdstuk sub h bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingsticker van

21,40

l.tot het afgeven van een nationaal paspoort, indien aan de aanvrager reeds eerder een nationaal paspoort werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet compleet kan worden overlegd en de aanvrager zich niet met een geldig legitimatiebewijs kan legitimeren, wordt de terzake verschuldigde leges verhoogd met

32,00

Hoofdstuk 6 Rijbewijzen

6.1

Wegenverkeersregeling

a.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot eerste afgifte, vervanging of vernieuwing van een rijbewijs

46,30

b.Voor het in behandeling nemen van en het bemiddelen in een aanvraag voor de omwisseling van een buitenlands, militair of linnen rijbewijs, af te geven door de Rijksdienst voor het Wegverkeer

De kosten voor het rijbewijs zijn overigens inbegrepen en worden met voornoemde instantie verrekend.

71,10

c.Voor het afgeven of vernieuwen van een rijbewijs, waarbij de aanvrager reeds eerder een rijbewijs werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet compleet kan worden overgelegd en de aanvrager zich niet met een geldig legitimatiebewijs kan legitimeren, wordt de ter zake verschuldigde leges verhoogd met

32,00

d.De tarieven als genoemd onder sub a en b worden bijeen spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

33,50

e.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen of elke andere vergunning of ontheffing verleend op grond van de Wegenverkeerswet, het Wegenverkeersreglement of een daarop steunende regeling

8,55

f.Voor elke andere vergunning of ontheffing verleend op grond van de Wegenverkeerswet, het Wegenverkeersreglement of een daarop steunende regeling, uitgezonderd het gestelde in artikel 14.2, dan wel voor een wijziging van een dergelijke vergunning of ontheffing

8,30

6.2

Eigen verklaring

Voor het in behandeling nemen van een eigen verklaring/het verstrekken van een eigen verklaring ter verkrijging van een geneeskundige verklaring bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen voor de eerste afgifte, dan wel vernieuwing of omwisseling van een rijbewijs

23,05

Hoofdstuk 7 Overige Burgerzaken

7.1

Naturalisatie

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot verkrijging van de Nederlandse nationaliteit

-Enkelvoudig verlaagd tarief

586,00

-Gemeenschappelijk verlaagd tarief

806,00

-Enkelvoudig standaard tarief

789,00

-Gemeenschappelijk standaard tarief

1.008,00

-Meenaturaliserende minderjarige kinderen

116,00

-Enkelvoudig optieverzoek

168,00

-Gemeenschappelijk optieverzoek

286,00

7.2

Legalisatie

Voor de legalisatie van een handtekening/diploma

11,05

7.3

Verklaringen in het bijzonder belang van de aanvragers

a.Voor een akte van eedsaflegging

8,90

b.Voor een bewijs van in leven zijn

8,90

c.Voor een verklaring omtrent het gedrag

30,05

d.Voor verklaringen van woonplaats inzake naturalisatie

8,90

e.Voor een verklaring van Nederlanderschap

8,90

f.Voor verklaringen, certificaten en dergelijke - zonder onderscheid - die in het bijzonder belang van de personen, die de stukken vragen, worden afgegeven, en voor zover niet uitdrukkelijk elders in deze verordening een hoger of lager recht is genoemd, per stuk

8,90

7.4

Wet Bescherming Persoonsgegevens

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in de artikelen 35 en 39 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens

4,65

7.5

Lijkbezorging

Voor een verlof tot het doen opgraven en het doen overplaatsen van een lijk

20,05

Hoofdstuk 8 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

8.1

Begripsomschrijvingen

8.1.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

8.1.1.1

Aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

8.1.1.2

Bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. De hoogte van de opgegeven bouwkosten zullen worden gecontroleerd aan de hand van de meest recente uitgave "Taxatieboekjes Bouwkosten", zoals die worden uitgegeven door Reed Business. Deze uitgave is kosteloos in te zien bij de dienst Publiekszaken;

8.1.1.3

Sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

8.1.1.4

Wabo:

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

8.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

8.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

8.2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

8.2.a

Indien ten behoeve van een bouwactiviteit een schetsplan, een principeverzoek of bouwplan advies wordt gevraagd, bedraagt het tarief

97,98

8.2.b

Niet van toepassing

8.2.1

Niet van toepassing

8.2.2

Niet van toepassing

8.3

Omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

8.3.1

Bouwactiviteiten

8.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

8.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 200.000,00 bedragen:

vermeerderd met: 2,92%

van de bouwkosten met een minimum van € 150,00;

0,00

8.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen:

vermeerderd met: 2,86%

van de bouwkosten minus € 200.000,00;

5.840,00

8.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen:

vermeerderd met: 2,74%

van de bouwkosten minus € 500.000,00;

14.420,00

8.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen:

vermeerderd met: 2,63%

van de bouwkosten minus € 1.000.000,00;

28.120,00

8.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 5.000.000,00 bedragen:

vermeerderd met: 2,50%

van de bouwkosten minus € 2.000.000,00;

54.420,00

8.3.1.1.6

indien de bouwkosten € 5.000.000,00 of meer bedragen:

vermeerderd met: 2,39%

129.420,00

van de bouwkosten minus € 5.000.000,00 met een maximum van:

600.000,00

8.3.1.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de bouw van tijdelijke bouwwerken waarbij het hanteren van een gangbare bouwsom niet mogelijk is, zoals bij het plaatsen van prefab-units, tenten of iets dergelijks, bedraagt per 10m² vloeroppervlakte (afgerond op een veelvoud van 10m²):

69,14

met dien verstande dat minimaal betaald moet worden.

150,00

8.3.1.3

Voor het verlenen van een gedoogbeschikking ten aanzien (van het bouwen) van een bouwwerk, dat zonder de vereiste omgevingsvergunning is opgericht en waarvoor niet alsnog een omgevingsvergunning kan worden verkregen, worden leges geheven volgens het tarief als vermeld in hoofdstuk 8.3.1.1, te verhogen met een toeslag van 10%

8.3.1.4

Verplicht advies agrarische commissie

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 8.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

719,95

8.3.1.5

Achteraf ingediende aanvraag

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 8.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

10 % van de op grond van dat hoofdstuk verschuldigde leges, met een maximum van € 1.000,00

8.3.1.6

Beoordeling aanvullende gegevens

Niet van toepassing

8.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

106,50

8.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, wordt het tarief, onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 8.3.1.:

8.3.3.1

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking), met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, verhoogd met 0,3% te berekenen over de vastgestelde bouwkosten, met een minimum van:

106,50

8.3.3.2

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking), verhoogd met 0,3% te berekenen over de vastgestelde bouwkosten, met een minimum van:

106,50

8.3.3.3

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) verhoogd met een basisbedrag van:

dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:

3.758,86

8.3.3.3.a.

Zelfstandige woningen

Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag voor de

eerste 50 woningen per woning verhoogd met:

641,46

Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen per woning verhoogd met:

641,46

en voor de resterende woningen per woning verhoogd met:

425,15

8.3.3.3.b.

Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen

Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wonen wordt het basisbedrag per m² Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak verhoogd met:

6,39

Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak per m² verhoogd met:

6,39

en voor de resterende m² per m² Bruto Vloer Oppervlak met:

4,21

8.3.3.3.c.

Onbebouwde percelen

Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag voor de eerste 5.000 m² terreinoppervlak verhoogd met een basisbedrag van:

3.384,78

Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m² terreinoppervlak wordt dit basisbedrag verhoogd voor elke extra hectare terreinoppervlak voor de extra m² met een bedrag van:

745,88

8.3.3.3.1

onderdeel 8.3.3.3 blijft buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4 sub h Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatieovereenkomst of in een bij in het hoofdstuk 8.3.3.3 bedoelde besluit vastgesteld exploitatieplan.

8.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking), verhoogd met 0,3 % te berekenen over de vastgestelde bouwkosten, danwel het op basis van onderdeel 8.3.1.2 van deze verordening vastgestelde bedrag, met een minimum van:

106,50

8.3.3.5

Niet van toepassing

8.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving), verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

8.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving), verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

8.3.3.8

Niet van toepassing

8.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouw-activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

8.3.4.1

Indien artikel 2.12, eerste lid, letter a, sub 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

106,50

8.3.4.2

Indien artikel 2.12, eerste lid, letter a, sub 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

106,50

8.3.4.3

Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) een basisbedrag van:

3.758,86

Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:

8.3.4.3.a.

Zelfstandige woningen

Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag per woning voor de eerste 50 woningen verhoogd met:

641,46

Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen per woning verhoogd met:

641,46

en voor de resterende woningen per woning met:

425,15

8.3.4.3.b

Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen

Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wonen wordt het basisbedrag per m² Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak verhoogd met:

6,39

Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak per m² verhoogd met:

6,39

en voor de resterende m² per m² Bruto Vloer Oppervlak verhoogd met:

4,21

8.3.4.3.c.

Onbebouwde percelen.

Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag voor de eerste 5.000 m² terreinoppervlak verhoogd met een basisbedrag van:

3.384,78

Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m² terreinoppervlak wordt dit basisbedrag voor elke extra hectare terreinoppervlak verhoogd voor de extra m² met een bedrag van:

745,88

8.3.4.3.1

Hoofdstuk 8.3.4.3 blijft buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4 sub h Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatieover-eenkomst of in een bij het in hoofdstuk 8.3.4.3 bedoelde besluit vastgesteld exploitatieplan.

8.3.4.4

Niet van toepassing

8.3.4.5

Niet van toepassing

8.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omge-vingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

8.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevings-vergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

8.3.4.8

Niet van toepassing

8.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

8.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, bedraagt het tarief:

8.3.5.1.a

voor een gebruiksoppervlak tot en met 200 m²:

502,21

8.3.5.1.b

voor een gebruiksoppervlak van 201 m² tot en met 1.000 m²:

502,21

vermeerderd met een bedrag van:

voor elke 100 m² gebruiksoppervlak of gedeelte daarvan boven de 200 m².

104,80

8.3.5.1.c

voor een gebruiksoppervlak van 1.001 m² tot en met 5.000 m²:

1.340,91

vermeerderd met een bedrag van:

voor elke 100 m² gebruiksoppervlak of gedeelte daarvan boven de 1.000 m².

44,52

8.3.5.1.d

voor een gebruiksoppervlak groter dan 5.000 m² :

3.121,08

vermeerderd met een bedrag van:

voor elke 100 m² gebruiksoppervlak of gedeelte daarvan boven de 5000 m².

19,28

8.3.5.2

Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, voor een bouwwerk dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlak van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.

8.3.5.3

Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, voor een veranderd gebruik, zonder dat er sprake is van verbouwing of anderszins, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlakte van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.

8.3.5.4

Voor zover een vergunning, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omge-vingsrecht, aanpassing behoeft na een verandering waarvoor overeenkomstig artikel 2.1, lid 1, sub a, van de Wabo een omgevingsvergunning is vereist, dan wel sprake is van een omgevingsvergunningvrije bouwactiviteit, op aanvraag van een vergunninghouder, is het gestelde in hoofdstuk 8.3.5.1 eveneens van toepassing.

8.3.5.5

Indien een aanvraag voor een vergunning, overeenkomstig artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, op grond van het gestelde in paragraaf 2.3 van de Wabo (de boordeling van de aanvraag) niet verder in behandeling wordt genomen zal 10% van de leges als bedoeld in hoofdstuk 8.3.5.1 in rekening worden gebracht met een minimum van:

135,00

en een maximum van:

1.280,00

8.3.5.6

Indien een vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, op grond van het gestelde in paragraaf 2.3 van de Wabo (de boordeling van de aanvraag) moet worden geweigerd, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges als bedoeld in hoofdstuk 8.3.5.1 tot en met 8.3.5.4 verleend met dien verstande dat er een minimumbedrag van:

aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.

270,00

8.3.5.7

Voor een hernieuwde aanvraag van een vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, voor een bouwwerk waarvan de vergunning op grond van het bepaalde in paragraaf 2.6 van de Wabo (wijziging en intrekking van de omgevingsvergunning) is ingetrokken, wordt de leges berekend overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 8.3.5.1.

8.3.5.8

Indien binnen twee weken na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, doch voor het verlenen van een vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 75% van de geheven leges, zoals bedoeld in hoofdstuk 8.3.5.1, verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van:

aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.

135,00

8.3.5.9

Indien op een later tijdstip dan in hoofdstuk 8.3.5.8 bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, doch voor het verlenen van een vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges, zoals bedoeld in hoofdstuk 8.3.5.1 verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van:

aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.

135,00

8.3.5.10

Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht, door middel van revisietekeningen en administratieve handelingen, zonder dat er sprake is van een verbouwing, wordt er een bedrag geheven van:

53,25

8.3.5.11

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo juncto artikel 2.2 van het Besluit Omgevingsrecht dan wel een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de Bouwverordening bedraagt:

53,25

8.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

8.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op:

een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op:

een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

8.3.6.1.1

voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument, indien de bouwkosten:

8.3.6.1.1.a

minder bedragen dan € 10.000,00:

115,50

8.3.6.1.1.b

liggen tussen € 10.000,00 en € 50.000,00:

vermeerderd met 0,571 % over elk bedrag boven € 10.000,00;

115,50

8.3.6.1.1.c

liggen tussen € 50.000,00 en € 100.000,00:

vermeerderd met 0,463 % over elk bedrag boven € 50.000,00;

344,05

8.3.6.1.1.d

liggen tussen € 100.000,00 en € 500.000,00:

vermeerderd met 0,351 % over elk bedrag boven € 100.000,00;

575,65

8.3.6.1.1.e

liggen tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00:

vermeerderd met 0,222 % over elk bedrag boven € 500.000,00;

1.982,50

8.3.6.1.1.f

meer bedragen dan € 1.000.000,00:

3.093,90

8.3.6.1.2

Voor het (gedeeltelijk) slopen van een monument bedraagt het tarief, gebaseerd op de hoeveelheid sloopafval:

t/m 25 m³:

242,85

26 m³ t/m 50m³:

455,40

51 m³ t/m 100 m³:

880,45

101 m³ t/m 500 m³:

1.700,10

meer dan 500 m³:

3.339,55

8.3.6.1.3

Voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht, indien de bouwkosten:

8.3.6.1.3.a

minder bedragen dan € 10.000,00:

115,50

8.3.6.1.3.b

liggen tussen € 10.000,00 en € 50.000,00:

vermeerderd met 0,571 % over elk bedrag boven € 10.000,00;

115,50

8.3.6.1.3.c

liggen tussen € 50.000,00 en € 100.000,00:

vermeerderd met 0,463 % over elk bedrag boven € 50.000,00;

344,05

8.3.6.1.3.d

liggen tussen € 100.000,00 en € 500.000,00:

vermeerderd met 0,351 % over elk bedrag boven € 100.000,00;

575,65

8.3.6.1.3.e

liggen tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00:

vermeerderd met 0,222 % over elk bedrag boven € 500.000,00;

1.982,50

8.3.6.1.3.f

meer bedragen dan € 1.000.000,00:

3.093,90

8.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of de Monumentenverordening gemeente Tilburg een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, gebaseerd op de hoeveelheid sloopafval:

t/m 25 m³:

242,85

26 m³ t/m 50m³:

455,40

51 m³ t/m 100 m³:

880,45

101 m³ t/m 500 m³:

1.700,10

meer dan 500 m³:

3.339,55

8.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

8.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

8.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, al dan niet in samenloop met gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, voor het geheel of gedeeltelijk slopen van één of meer bouwwerk(en), waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt van:

t/m 25 m³:

242,85

26 m³ t/m 50m³:

455,40

51 m³ t/m 100 m³:

880,45

101 m³ t/m 500 m³:

1.700,10

meer dan 500 m³:

3.339,55

8.3.7.1.2

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt van minder dan 10m³ bedraagt het tarief:

182,15

8.3.7.1.3

in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, voor het geheel of gedeeltelijk slopen van één of meer bouwwerk(en), zijn de tarieven als genoemd in hoofdstuk 8.3.7.1.1 van toepassing.

8.3.7.1.4

in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, voor het geheel of gedeeltelijk slopen van één of meer bouwwerk(en), waarbij een sloopveiligheidsplan moet worden ingediend, wordt het in hoofdstuk 8.3.7.1.1 vermelde bedrag verhoogd met:

60,72

8.3.7.2

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 8.3.7.1.3 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is en waarbij de hoeveelheid sloopafval minder bedraagt dan 10 m³ en waarbij bedrijfsmatig wordt gesloopt:

242,87

8.3.7.3

in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing, door een woningcorporatie op basis van het Aedesprotocol "Asbestverwijdering bij mutatie- en klachtenonderhoud woningcorporaties", is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

-voor de parapluvergunning voorzien van het pandenboek:

242,87

-voor de behandeling en verwerking van iedere melding op basis van de parapluvergunning en bijbehorend pandenboek:

60,72

8.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg, of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een (rechts)persoon, niet zijnde een openbaar nutsbedrijf, voor een vergunning voor wat betreft het aanbrengen van ondergrondse voorzieningen, zoals kabels, leidingen en tankinstallaties, in openbare grond:

563,04

8.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

588,95

8.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Bomenverordening gemeente Tilburg 2000 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

8.3.10.1

indien de aanvraag betrekking heeft op één boom:

90,13

8.3.10.2

het bedrag in hoofdstuk 8.3.10.1 wordt verhoogd met:

45,04

per extra boom, tot een maximum van:

900,79

8.3.10.3

Indien de gevraagde vergunning als bedoeld in hoofdstuk 8.3.10 wordt geweigerd vindt een restitutie plaats van 25% van de geheven leges.

8.3.11

Opslag van roerende zaken

Niet van toepassing

8.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

8.3.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

823,00

8.3.12.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

823,00

8.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:

483,00

8.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekkingheeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

8.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

863,73

8.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

863,73

8.3.14.2.1

Niet van toepassing

8.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

8.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

8.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

8.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

8.3.16

Niet van toepassing

8.3.17

Advies

8.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

8.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in hoofdstuk 8.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

8.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

8.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in het voorgaande van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

8.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

588,95

8.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

8.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in 8.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

8.3.19

Besluit vergunningvrij

Indien voor een, op basis van artikel 2.1, lid 3 van de Wabo, vergunningvrije activiteit op verzoek van de aanvrager een "besluit vergunningvrij" wordt afgegeven:

95,22

8.4

Vermindering

8.4.1

Indien binnen 26 weken, na verzending van het onder onderdeel 8.2.a bedoelde advies, een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt ingediend, welke overeenkomstig het afgegeven advies is, wordt het onder onderdeel 8.2.a bedoelde tarief in mindering gebracht op de volgens onderdeel 8.3.1 verschuldigde legesbedrag

8.5

Teruggaaf

8.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, kap- of sloopactiviteiten monumenten inbegrepen

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, kap- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de hoofdstukken 8.3.1, 8.3.2, 8.3.6, 8.3.7 en 8.3.10, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

8.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan 75 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

8.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan 50 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

8.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen ervan 25 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

8.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning op initiatief van bevoegd gezag.

8.5.2.1

Teruggaaf van 100% van de leges voor de aanvraag wordt verleend indien:

8.5.2.1.a

een aanvraag om omgevingsvergunning die wordt ingetrokken op initiatief van het bevoegd gezag, omdat die niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die het bevoegd gezag - door bijvoorbeeld verkeerde of te late advisering - aangerekend kunnen worden, en

8.5.2.1.b

binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg dezelfde activiteit.

8.5.2.1

Het bepaalde in onderdeel 8.5.2.1 is tevens van toepassing in gevallen waarin niet de gehele aanvraag wordt ingetrokken, maar de intrekking slechts betrekking heeft op één of enkele activiteiten van die aanvraag. Hierbij geldt dat, onder de voorwaarden zoals genoemd in hoofdstuk 8.5.2.1, slechts teruggaaf plaatsvindt voor de activiteiten waarvoor de aanvraag is ingetrokken.

8.5.3

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor

bouw-,aanleg-, kap- of sloopactiviteiten monumenten inbegrepen

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 8.3.1, 8.3.2, 8.3.6, 8.3.7 en 8.3.10, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 25 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

8.5.4

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg-, kap- of sloopactiviteiten monumenten inbegrepen

8.5.4.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 8.3.1, 8.3.2, 8.3.6, 8.3.7 en 8.3.10 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 50 % van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

8.5.4.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 8.6.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

8.5.5

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen aan te betalen leges overblijft:

150,00

8.5.6

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan:

wordt niet teruggegeven.

150,00

8.5.7

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 8.3.1.4, 8.3.17 en 8.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

8.6

Intrekking omgevingsvergunning

Niet van toepassing

8.7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, per onderdeel van artikel 2.1 en/of artikel 2.2 van de Wabo afzonderlijk:

150,00

8.8

Planologische procedures op basis van de Wet ruimtelijke ordening zonder omgevingsvergunningplichtige activiteiten

8.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, al dan niet in combinatie met een aanvraag om omgevingsvergunning, en waarbij sprake is van een individueel belang bedraagt:

3.758,86

8.8.1.1

Het bedrag zoals genoemd in hoofdstuk 8.8.1 wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:

8.8.1.1.a

Zelfstandige woningen

Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag voor de eerste 50 woningen per woning verhoogd met:

641,46

Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen per woning verhoogd met:

641,46

en voor de resterende woningen per woning verhoogd met:

425,15

8.8.1.1.b

Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen. Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wonen wordt het basisbedrag per m² Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlakverhoogd met:

6,39

Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak per m² verhoogd met:

6,39

en voor de resterende m² per m² Bruto Vloer Oppervlak verhoogd met:

4,21

8.8.1.1.c

Onbebouwde percelen.

Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag voor de eerste 5.000 m² terreinoppervlak verhoogd met een basisbedrag van:

3.384,78

Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m² terreinoppervlak wordt dit basisbedrag verhoogd voor de extra m² voor elke extra hectare terreinoppervlak met een bedrag van:

745,88

8.8.1.2

Onderdeel 8.8.1 blijft buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4, sub h Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatie-overeenkomst of in een bij in onderdeel 8.8.1 bedoelde besluit vastgesteld exploitatieplan.

8.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening of het uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van die wet, al dan niet in combinatie met een aanvraag om omgevingsvergunning, als volgt:

8.8.2.a

Een basisbedrag van:

3.758,86

8.8.2.b

Deze wordt verhoogd per m² bestemmingsoppervlak met bebouwingsmogelijkheden (derhalve niet zijnde verkeers- en groenbestemmingen) met:

1,12

8.8.2.c

In de overige gevallen wordt deze verhoogd met:

669,04

8.8.2.1

Van de leges als bedoeld in de onderdelen 8.8.1, 8.8.1.1, en 8.8.2 wordt geen teruggaaf verleend, tenzij de behandeling van de aanvraag of de procedure die daarop volgt wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente kunnen worden aangerekend. Indien er sprake is van omstandigheden die de gemeente kunnen worden aangerekend vindt teruggaaf plaats van 75% van de geheven leges met dien verstande dat er een minimumbedrag overblijft van € 1.500,00.

8.8.2.2

Onderdeel 8.8.2 blijft buiten toepassing indien de kosten bedoeld in artikel 6.2.4 sub h, Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in een door de aanvrager gesloten exploitatie-overeenkomst of in een bij in onderdeel 8.8.2 bedoelde plan vastgesteld exploitatieplan.

8.9

Gefaseerde bouwvergunning als bedoeld in artikel 56a van de Woningwet

8.9.1

Dit onderdeel is van toepassing op aanvragen om een gefaseerde bouwvergunning zoals genoemd in artikel 56a van de Woningwet zoals die gold ten tijde van de indiening van de aanvraag om bouwvergunning eerste fase, en waarbij sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 1.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

8.9.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten:

8.9.2.a

minder bedragen dan € 50.000,00:

90,00

0,95% over elk heel bedrag van € 50,00 met een minimum van

8.9.2.b

€ 50.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 4.500.000,00:

475,00

vermeerderd met 0,92% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00;

8.9.2.c

€ 4.500.000,00 of meer bedragen:

41.415,00

vermeerderd met 0,70% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 4.500.000,00.

8.9.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in onderdeel 8.9.1 bepaald en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, met dien verstande dat in elk geval

90,00

is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt.

8.9.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten:

8.9.4.a

minder bedragen dan € 50.000,00:

2,25% over elk heel bedrag van € 50,- met een minimum van

90,00

8.9.4.b

€ 50.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 4.500.000,00:

1.125,00

vermeerderd met 2,15% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00;

8.9.4.c

€ 4.500.000,00 of meer bedragen:

96.800,00

vermeerderd met 1,61% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 4.500.000,00.

8.9.5

Indien voor het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, of een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, zoals bedoeld in onderdelen 8.9.1 en 8.9.2 een afwijking ex artikel 3.6, eerste lid, sub c, artikel 2.12, lid 2 van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht moet worden verleend moet worden genomen, wordt het tarief zoals genoemd in onderdelen 8.9.2 en 8.9.3 verhoogd met:

8.9.5.i

in geval toepassing moet worden gegeven aan artikel 3.6, eerste lid, sub c, van de Wet ruimtelijke ordening (met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid: het bedrag overeenkomstig onderdeel 8.3.3.1;

8.9.5.ii

in geval toepassing moet worden gegeven aan artikel 2.12, lid 2 van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht: het bedrag overeenkomstig onderdeel 8.3.3.4;

8.9.5.iii

vervallen

8.9.5.iiii

vervallen

8.9.6

Indien de aanvraag om bouwvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen voor:

8.9.6.a

een bouwvergunning eerste fase een minimumbedrag van

90,00

8.9.6.b

een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft van

90,00

8.9.7

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase op initiatief van de aanvrager wordt ingetrokken voordat de vergunning is verleend, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag overblijft van

90,00

8.9.8

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase wordt ingetrokken voordat de vergunning is verleend, wordt teruggaaf van 75% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat een minimumbedrag aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft van

90,00

8.9.9

Indien de gevraagde bouwvergunning eerste fase is geweigerd, wordt geen teruggaaf van de geheven leges verleend.

8.9.10

Indien de gevraagde bouwvergunning tweede fase is geweigerd, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat een minimumbedrag aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft van

90,00

8.9.11

Van de verhoging als bedoeld in onderdeel 8.9.5 van deze verordening wordt geen teruggaaf verleend, tenzij de procedure tot het verkrijgen van een besluit tot afwijking van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.12 van de wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente kunnen worden aangerekend. Indien sprake is van omstandigheden die de gemeente wel kunnen worden aangerekend vindt teruggaaf van 100% van de in onderdeel 8.9.5 genoemde verhoging.

8.10

Monumentenvergunning

8.10.1

Onder monumentenvergunning wordt in deze rubriek verstaan een vergunning als bedoeld in artikel 11, lid 2 van de Monumentenwet 1988.

8.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988, indien de bouwkosten:

8.10.2.a

minder bedragen dan € 10.000,00:

115,50

8.10.2.b

liggen tussen € 10.000,00 en € 50.000,00:

115,50

vermeerderd met 0,571 % over elk bedrag boven € 10.000,00;

8.10.2.c

liggen tussen € 50.000,00 en € 100.000,00:

344,05

vermeerderd met 0,463 % over elk bedrag boven € 50.000,00;

8.10.2.d

liggen tussen € 100.000,00 en € 500.000,00:

575,65

vermeerderd met 0,351 % over elk bedrag boven € 100.000,00;

8.10.2.e

liggen tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00:

1.982,50

vermeerderd met 0,222 % over elk bedrag boven € 500.000,00;

8.10.2.f

meer bedragen dan € 1.000.000,00:

3.093,90

8.10.3

Indien de aanvraag om monumentenvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft van

53,50

8.10.4

Bij intrekking van een aanvraag voor het verkrijgen van een monumentenvergunning op initiatief van de aanvrager wordt nimmer teruggaaf van de leges verleend.

8.10.5

Indien een aanvraag om monumentenvergunning wordt ingetrokken op initiatief van de gemeente, omdat ze niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die de gemeente – door bij voorbeeld verkeerde of te late advisering – aangerekend kunnen worden, en binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg hetzelfde plan, dan wordt teruggaaf van 100% van de leges voor de eerste aanvraag verleend.

8.10.6

Indien de gevraagde monumentenvergunning wordt geweigerd, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

8.10.7

Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt en dit binnen een jaar na de verlening van de vergunning door de vergunninghouder kenbaar wordt gemaakt, wordt teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend.

8.10.8

Indien een aanvraag tot het verkrijgen van monumentenvergunning betrekking heeft op bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een omgevingsvergunning is verleend maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, wordt teruggaaf van 100% van de leges voor de eerste aanvraag verleend en geldt voor de nieuwe aanvraag het tarief aan leges dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in onderdeel 8.3.5.3.

8.11

Sloopmelding

Niet van toepassing

8.12

In dit onderdeel niet benoemde beschikking

Niet van toepassing

Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg

Archivalia berustend in de archiefbewaarplaatsen van het Regionaal Archief Tilburg.

9.1

Voor een fotokopie van een stuk of gedeelte daarvan in het Onderzoekerscentrum:

9.1.a

per fotokopie

0,50

9.1.b

bij schriftelijke of digitale bestelling zoals van bidprentjes, rechterlijke en notariële akten, krant per fotokopie exclusief afhandelingskosten per stuk

0,50

9.1.c

een authentieke kopie per akte

11,30

9.2

Voor het verstrekken van een (digitale) kopie van een bij de gemeentearchivaris berustende grootformaat stukken, zoals bouwtekeningen en plattegronden:

per stuk (formaat van origineel groter dan A3)

15,25

9.3

Voor het vervaardigen van fotoreproducties, op papier of digitaal, van bij de gemeentearchivaris berustende archivalia of beeldmateriaal:

9.3.a

fullsize download (16.9 x 12.4 cm)

5,55

9.3.b

fotoprint (18,0 x 13,0 cm)

10,60

9.3.c

fotoprint (21,0 x 29,0 cm)

15,00

9.3.d

poster A3 Hahnemühle binnen A3 (42,0 x 29,7 cm) en poster A2 Hahnemühle binnen A2 (59,4 x 42,0 cm)

30,00

Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie

10.1

Voor het namens het Kadaster verstrekken van gegevens gelden de tarieven als bedoeld in de Regeling Tarieven Kadaster (1 september 2006), dit wil zeggen dat voor het verstrekken van de volgende gegevens de volgende tarieven gelden:

10.1.a

uit de kadastrale registratie (AKR), per object

15,23

10.1.b

uit het Landmeetkundig- en Cartografisch Informatiesysteem (LKI), per object

15,23

10.1.c

uit de geautomatiseerde registratie van hypotheken, per object

15,23

10.1.d

uit de registratie voor schepen, per object

15,23

10.1.e

Voor het telefonisch verstrekken van deze informatie uit het kadaster, per object

15,23

Dit tarief is overeenkomstig de Regeling Tarieven Kadaster. Het verstrekken van de gegevens geschiedt door het verschaffen van één of meerdere computerprints.

10.2

Nasporing archief Bouw- en woningtoezicht

10.2.a

Voor het doen van een opzoeking of een nasporing in het archief Bouw- en woningtoezicht door de daarvoor aangewezen ambtenaren, per kwartier

13,47

10.2.b

Voor het doen van een opzoeking of een nasporing in het digitaal archief Bouw- en woningtoezicht via internet, zonder hulp van ambtenaren

0,00

10.2.c

Voor een kopie van een stuk of gedeelte daarvan per stuk

0,52

10.2.d

Voor het verstrekken van een kopie van grootformaat stukken, zoals bouwtekeningen en plattegronden; per stuk (formaat van origineel groter dan A3)

15,25

10.2.e

Voor het verstrekken van een digitaal bestand, van een bij het archief Bouw- en woningtoezicht berustende bouwtekening

6,24

10.2.f

Voor het downloaden van een bestand uit het digitale archief Bouw- en woningtoezicht

0,00

10.2.g

Afhandelingskosten voor toezenden van kopieën, gedigitaliseerd materiaal (via e-mail) etc.

3,40

10.2.h

Voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie met betrekking tot bodemgesteldheid welke wordt aangevraagd via het digitaal loket Ondernemers

6,58

10.2.i

Voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie met betrekking tot bodemgesteldheid welke wordt aangevraagd door tussenkomst van een medewerker van de gemeente

19,32

10.3

Informatievoorziening commerciële partijen.

Voor het verstrekken van informatie betreffende: bestemmingsplannen, gebieden waarop Wet Voorkeursrecht Gemeenten van toepassing is, aanwezigheid van op een pand rustende aanschrijving: per informatieverzoek

19,32

Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen

11.1

Vergunningen voor speelautomaten

11.1.a

Voor het verkrijgen van een vergunning voor het aanwezig hebben van kansspelautomaten als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen

per vergunning

22,50

vermeerderd met: per toestel een bedrag van

136,00

Indien de periode minder bedraagt dan 4 kalenderjaren, wordt het tarief per toestel naar evenredigheid in rekening gebracht. De bedragen zijn vastgesteld volgens het Speelautomatenbesluit 2000.

11.1.b

Bij staking van de exploitatie wordt op schriftelijk verzoek van de aanvrager teruggaaf verleend over het aantal nog niet verschenen jaren waarvoor de vergunning is afgegeven.

11.2

Wet op de kansspelen

Voor een vergunning tot het aanleggen van een kansspel als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen:

11.2.a

bij een prijzenpakket tot € 455,00

19,07

11.2.b

bij een prijzenpakket van € 455,00 en meer

38,14

Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet

12

Vergunningen en/of ontheffingen in verband met de Drank- en Horecawet en/of de exploitatievergunning ingevolge Hoofdstuk 2, afdeling 3, paragraaf 1a van de Algemene Plaatselijke Verordening

12.a

Voor wijziging van de omschrijving in de in de akte van vergunning vermelde Lokaliteiten als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet en/of de exploitatievergunning, op verzoek van de vergunninghouder

43,65

12.b

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing ex artikel 35, tweede lid Drank- en Horecawet

50,00

12.c

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van de Drank- en Horecawet vergunning en/of de exploitatievergunning wanneer sprake is van een wijziging van de leidinggevende/beheerder in loondienst

130,25

12.d

Voor het in behandeling nemen van een andere aanvraag om een Drank- en Horecawet vergunning, de exploitatievergunning en/of ontheffing op grond van de in deze rubriek genoemde regelingen

761,60

12.e

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot alleen de wijziging van exploitatievorm

0,00

Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke Verordening

13.1

Verlenging sluitingsuur van inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

Voor het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 32, zesde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening: per dag waarvoor de toestemming geldt

55,40

met een maximum van

277,00

13.2

Ventvergunningen

Vervallen

13.3

Collecten

Voor het afgeven van een vergunning voor het houden van een openbare inzameling van geld en/of goederen als bedoeld in artikel 126 van de Algemene plaatselijke verordening

5,38

13.4

Algemene Plaatselijke Verordening APV

13.4.a

Vervallen.

13.4.b

Vervallen.

13.4.c

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 13 van de APV:

* Bouwactiviteiten

221,65

* (licht)reclame

221,65

* Terrassen

221,65

* Tijdelijke terrassen

110,80

* Aankondigingborden

110,80

* Spandoeken

110,80

* Winkelwagenopvangsluizen

221,65

* Rijwielbeugels en –rekken

147,75

* Overige objecten

147,75

* Overschrijvingen

73,90

En voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een verlenging voor:

* Bouwactiviteiten

110,80

* Vervallen (Terrassen)

13.4.d

Vervallen

13.4.e

Vervallen

13.4.f

voor iedere, op grond van de APV verleende vergunning of ontheffing, voor zover daarvoor in deze verordening geen bijzondere regeling is opgenomen, per bladzijde

3,20

met een minimum van

5,40

13.4.g

Vervallen

13.4.h

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het afleveren dan wel ter aflevering aanwezig houden van consumentenvuurwerk op grond van artikel 92 lid 1 APV

81,90

13.4.i

voor het in behandeling nemen van een verzoek tot ontheffing van artikel 110 APV voor het plaatsen of in werking hebben van geluidsapparaten of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt

81,90

13.5

Evenementen

13.5.a

voor iedere op grond van artikel 26 van de APV verleende vergunning voor het houden van een evenement ex artikel 25 van de APV op of aan de openbare weg, standaard, evenement klein regulier.

216,00

13.5.b

als onder a., maar dan vergunningen die overleg vergen, evenement middel met verhoogde aandacht.

630,00

13.5.c.1

als onder a., maar dan vergunningen die intensieve begeleiding vergen, evenement groot met verhoogd risico

2.371,00

13.5.c.2

als onder a., maar dan vergunningen die intensieve begeleiding vergen, risico-evenement

6.540,00

13.5.d.

herhalend evenement: afhankelijk van de complexiteit als onder b. of c.

13.5.e

voor iedere op grond van artikel 26 van de APV verleende vergunning voor het houden van een evenement ex artikel 25 van de APV anders dan op de openbare weg

17,87

13.5.f

Bij het indienen van een aanvraag binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van twaalf weken worden de aanvragen belast met het dubbele tarief.

13.6

Exploitatie seksinrichtingen

13.6.a

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning op grond Hoofdstuk 3, artikel 97 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

761,60

13.6.b

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag wijziging leidinggevende

130,25

13.6.c

Voor het in behandeling nemen van een wijziging vergunning i.v.m. verandering van de in de vergunning omschreven ruimte(n)

43,65

13.7

Exploitatievergunning grow- en/of smartshops

13.7.a

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 45b van de Algemene Plaatselijke Verordening

761,60

13.7.b

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag wijziging leidinggevende

130,25

Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer

14.1

Informatie verkeersregelinstallaties

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens betreffende het functioneren van verkeersregelinstallaties, per aanvraag:

315,70

14.2

Ontheffingen RVV 1990

14.2.a

Voor het verlenen van een parkeerontheffing voor invaliden:

27,75

14.2.b

Voor een wijziging van de ontheffing als bedoeld onder 14.2.b, 14.2.e, 14.2.f, 14.2.g en 14.2.h, op verzoek van de ontheffinghouder

15,00

14.2.c

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een lokale ontheffing voor de milieuzone zoals bedoeld in de artikelen 7 en 8 van de Regeling Ontheffingen Milieuzone gemeente Tilburg

25,00

14.2.d

Voor het per kenteken in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een lokale ontheffing voor de milieuzone zoals bedoeld in artikel 9 van de Regeling Ontheffingen Milieuzone gemeente Tilburg

150,00

14.2.e

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd korter dan twee weken, uitgezonderd die, bedoeld onder b en d:

17,50

14.2.f

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd vanaf twee weken tot maximaal drie maanden, uitgezonderd die, bedoeld onder b en d:

35,00

14.2.g

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels met een looptijd vanaf drie maanden tot maximaal drie jaar, uitgezonderd die, bedoeld onder b en d:

75,00

14.2.h

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van ontheffing van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels voor een doorlopende ontheffing, uitgezonderd die, bedoeld onder b en d:

200,00

14.3

Luchtvaartwetgeving

Voor het verlenen van een verklaring van geen bezwaar op grond van de Luchtvaartwet, dan wel een daarvan afgeleide regeling, voor een kalenderjaar (alleen voor vrije luchtballonnen) of voor een enkele gebeurtenis

78,15

Hoofdstuk 15 Diversen

15.1

Staanplaatsen ex artikel 2 Staanplaatsenverordening 1997

15.1.a

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vergunning voor een standplaats voor de verkoop van waren (ex artikel 2 van de staanplaatsenverordening 1997) per in die aanvraag genoemde locatie

324,72

15.1.b

Voor het verlenen van een vergunning voor een standplaats voor de verkoop van waren (ex artikel 2 Staanplaatsenverordening 1997) wordt het onder a. vermelde bedrag verhoogd met

38,74

15.2

Terrasvergunning (tijdens de kermis)

Voor het verlenen van een terrasvergunning op of aan een door de raad aangewezen kermisterrein, tijdens de Tilburgse kermis

157,20

15.3

Instemmingsbesluit Telecom Aanbieders

15.3.1

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van een instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van de uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, lid 3 van de Telecommunicatiewet, per locatie voor een tracé vanaf 15 tot 100 meter een vast bedrag per vergunning van:

303,50

15.3.1.a

Het tarief voor tracés van 100 meter tot 2.000 meter bedraagt

303,50

per strekkende meter boven 100 meter vermeerderd met een bedrag van

0,67

15.3.1.b

Het tarief voor tracés van 2.000 meter tot 5.000 meter bedraagt

1.729,38

15.3.1.c

Het tarief voor tracés van 5.000 meter tot 10.000 meter bedraagt

1.886,59

15.3.1.d

Het tarief voor tracés van 10.000 meter tot 20.000 meter bedraagt

2.043,81

15.3.1.e

Het tarief voor tracés van 20.000 meter tot 30.000 meter bedraagt

2.201,02

15.3.1.f

Het tarief voor tracés van 30.000 meter tot 40.000 meter bedraagt

2.358,24

15.3.1.g

Het tarief voor tracés van 40.000 meter tot 50.000 meter bedraagt

2.515,45

15.3.1.h

Het tarief voor tracés van 50.000 meter tot 60.000 meter bedraagt

2.672,67

15.3.1.i

Het tarief voor tracés van 60.000 meter tot 70.000 meter bedraagt

2.830,26

15.3.1.j

Het tarief voor tracés van 70.000 meter tot 80.000 meter bedraagt

2.987,10

15.3.1.k

Het tarief voor tracés van 80.000 meter en meer bedraagt

3.144,32

15.3.2

Het tarief voor in het behandeling nemen van een melding voor het verkrijgen van instemming voor het (ver)plaatsen van ondergrondse en bovengrondse handholes, kasten e.d. t.b.v. een openbaar telecommunicatienetwerk een vast bedrag van:

121,73

15.4

Geluidsmeting afstelling geluidsbegrenzer

15.4.a

een vast bedrag per meetopdracht

214,15

15.4.b

per meetuur

87,45

15.4.c

voor het wijzigen van de afstelling en/of het verzegelen van een geluidsbegrenzer

214,15

15.5

Vervallen.

15.6

Opslagkosten inboedels

Bij het ophalen van tijdelijk door de gemeente opgeslagen inboedels te betalen vergoeding gerekend in de periode vanaf het moment van woninguitzetting:

15.6.a

0 weken - 2 weken

70,00

15.6.b

2 weken - 4 weken

135,00

15.6.c

4 weken - 7 weken

225,00

15.6.d

7 weken - 10 weken

340,00

15.6.e

10 weken - 3 maanden

500,00

15.7

Leges havenvergunning

Voor elke vergunning/toestemming ingevolge de Havenverordening Piushaven Tilburg 2006, uitgezonderd de toestemming als bedoeld in artikel 16 van de hiervoor vermelde verordening

37,20

15.8

Leges marktvergunningen

15.8.a

Voor een marktvergunning als bedoeld in artikel 5 van het Marktreglement 2001

39,07

15.8.b

Voor een vergunning voor het plaatsen van kramen als bedoeld in artikel 7, lid 3 van het in lid a vermelde reglement

39,07

15.8.c

Voor het overschrijven van een vergunning als bedoeld in artikel 14 van het in lid a vermelde reglement

39,07

15.8.d

Voor het verlenen van een toestemming tot het gebruik van apparatuur voor bakken en braden als bedoeld in artikel 19, sub j van het in lid a vermelde reglement

39,07

15.8.e

Voor het verlenen van een vergunning tot het tijdelijk laten vervangen als bedoeld in artikel 21 van het in lid a vermelde reglement

39,07

15.9

Omzettingsvergunning

15.9.a

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een omzettingsvergunning, als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet bedraagt per adres

502,50

15.9.b

Indien van de omzettingsvergunning slechts gebruik kan worden gemaakt na ontheffing van een bestemmingsplan als bedoeld in de Wet Ruimtelijke Ordening, geeft artikel 35, lid 2 Huisvestingswet aan dat de aanvraag mede aangemerkt wordt als een verzoek om zodanige ontheffing. Het tarief voor het in behandeling nemen van het verzoek om ontheffing bedraagt

0,00

15.9.c

Indien:

15.9.c.1

op een aanvraag tot vergunning negatief wordt beschikt; of

15.9.c.2

een aanvraag om vergunning wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen; of

15.9.c.3

de vergunning wordt ingetrokken, omdat daarvan geen gebruik wordt gemaakt;

wordt tot uiterlijk één jaar na dagtekening van de afwijzing dan wel de intrekking van de aanvraag, op verzoek teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

15.9.d

Indien de aanvraag om een omzettingsvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met die verstande dat er in alle gevallen € 150,00 aan te betalen leges overblijft.

15.10

Vergunning tijdelijke verhuur

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een vergunning tot het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandswet bedraagt

50,42

Memorie van toelichting behorende bij de “Legesverordening 2012”

Tarieven

In heroverwegingsronde twee zijn de tarieven die de gemeente aan burgers en ondernemers in rekening brengt beoordeeld. De tarieven die 100% kostendekkend waren of hoger zijn niet verhoogd. De tarieven die wettelijk gemaximeerd zijn worden niet verhoogd, daar hanteren we de wettelijk maximaal vastgestelde tarieven. De bezuiniging wordt gemeente breed gerealiseerd door het verhogen van de tarieven. In de volgende hoofdstukken worden tarieven aangepast voor deze hogere kostendekkendheid: hoofdstuk 3, 4, 5, 6, 7, 10, 12, 13 en hoofdstuk 15. Het doel van de bezuiniging is om de totale kostendekkendheid van de legesverordening te verhogen, in de periode 2012 - 2015 zullen de tarieven worden verhoogd om een totaal aan extra baten te realiseren van € 1.150.000.

De overige tarieven zijn ten opzicht van 2011 aangepast met een nominale verhoging van 2,9%.

  • ·

    Hoofdstuk 1 Algemeen

    • 1.

      2 fotokopieën

Hier is geen nominale verhoging van toepassing. Bij het vaststellen van de tarieven is rekening gehouden met de stijging van de papierprijzen en is de onderlinge verhouding rechtgetrokken.

·Hoofdstuk 3 t/m 7 Burgerzaken

Voor de tariefwijzigingen voor 2012 van producten van Burgerzaken worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • a.

    De producten waarvoor door het rijk een wettelijk (maximum) tarief is opgelegd. De betreffende tarieven, bijvoorbeeld reisdocumenten, zijn aangepast aan de voor 2012 geldende (maximum) tarieven.

  • b.

    Eveneens zijn rijksleges en inkoopkosten, voor zover bekend, aan de prijzen voor 2012 aangepast. Deze laatste wijziging is budgettair neutraal aangezien deze kostencomponent geheel wordt doorberekend aan de burgers.

  • c.

    Voor deze tarieven is tevens de nominale stijging van 2,9% van toepassing.

  • d.

    De uiteindelijke tarieven, die tot stand zijn gekomen na toepassing van de punten a tot en met c, zijn afgerond op 5 eurocenten nauwkeurig, naar boven dan wel naar beneden. De tarieven waarvoor een wettelijk maximum geldt en waarvoor het maximum bedrag ook in rekening wordt gebracht, zijn op 5 eurocenten nauwkeurig naar beneden afgerond.

  • e.

    Voor producten waarvan de tarieven landelijk worden vastgesteld en waarvan de tarieven voor 2012 bij het tot stand komen van de legesverordening voor 2012 nog niet bekend zijn, zijn de tarieven voor 2011 opgenomen. Echter de in een later stadium centraal door de overheid vastgestelde tarieven voor 2012 zullen, met de onder punt d. vermelde afronding, worden gehanteerd.

    • ·

      Hoofdstuk 8 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Onderdeel 8.2.b Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

Sinds de invoering van de Wabo is de structuur van de verordening v.w.b. hoofdstuk 8 geënt op die van de modelverordening van de VNG. Daarin is in tegenstelling tot voorheen een afzonderlijk artikel opgenomen met betrekking tot een vermindering. Dat heeft de leesbaarheid sterk verbetert. Met het overhevelen van de tekst van onderdeel 8.2.b naar onderdeel 8.4.1 is de tekst over de vermindering ondergebracht bij het juiste onderdeel.

Onderdeel 8.3.1.4 Verplicht advies agrarische commissie

Het bedrag is verhoogd conform de opgave van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen.

Onderdeel 8.3.1.5 Achteraf ingediende aanvraag

Vorig jaar is er conform het model dit onderdeel opgenomen waarbij is bepaald dat voor het in behandeling nemen van een achteraf ingediende bouwaanvraag (legaliseren) de verschuldigde leges worden verhoogd met 10 %. Inmiddels zijn er een aantal rechterlijke uitspraken verschenen (o.a. Den Bosch, Den Haag en Zwolle) waaruit blijkt dat een verhoging weliswaar is toegestaan, maar niet zonder limiet. De VNG adviseert een maximum op te nemen van € 1.000,00.

Onderdeel 8.3.3.4 Tijdelijke afwijking

In dit artikel is een grondslag opgenomen voor een verhoging indien er sprake is van een tijdelijke afwijking. In dit artikel ontbreekt een verwijzing naar tijdelijke bouwwerken, zoals bijvoorbeeld verplaatsbare kantoorunits en schoollokalen. De leges voor tijdelijke bouwwerken worden bepaald op basis van het aantal m² en niet op basis van de bouwkosten.

Onderdelen 8.3.4.1 en 8.3.4.2 Binnen- en buitenplanse afwijking zonder bouwactiviteit

Deze beide onderdelen zijn met ingang van 1 mei 2011 in de tarieventabel opgenomen (Raadsvoorstel 223/1). De op basis van deze onderdelen verschuldigde bedragen moeten hetzelfde zijn als die voor binnen- en buitenplanse afwijkingen met bouwactiviteit (onderdelen 8.3.3.1 en 8.3.3.2).

Onderdelen 8.3.12 Projecten of handelingen in het kader van Natuurbeschermingswet 1998 en 8.3.13 Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Het Rijk heeft de taken op het gebied van de Flora & Faunawet en de Natuurbeschermingswet aan de lagere overheden overgedragen maar heeft geen extra middelen beschikbaar gesteld. De kosten voor toezicht en kosten voor de juridische werkzaamheden bij vergunningverlening worden gedekt. De extra kosten van € 21.422,00 worden gedekt door de tarieven te verhogen met € 238,00.

Onderdeel 8.3.19 Besluit vergunningvrij

Na invoering van de Wabo is de categorie vergunningvrije bouwwerken verder uitgebreid. Sinds de invoering hiervan is gebleken dat bouwers/aanvragers in een aantal gevallen toch prijs stellen op een besluit waaruit blijkt dat de voorgenomen bouwactiviteit vergunningvrij is. Bijvoorbeeld omdat de bank in het kader van hypotheekverstrekking daar naar vraagt of om in de richting van buren aan te tonen dat de aanbouw daadwerkelijk vergunningvrij gebouwd mag worden. De werkzaamheden voor een dergelijk besluit zijn vergelijkbaar met die voor een principeverzoek. De leges voor beide werkzaamheden zijn daarom gelijk.

Onderdeel 8.4.1 Vermindering

Hierin is de tekst opgenomen van onderdeel 8.2.b.

Onderdeel 8.8 Planologische procedures op basis van de Wet ruimtelijke ordening zonder omgevingsvergunningplichtige activiteiten

De tarieven van de onderdelen 8.8.2.b en 8.8.2.c worden t.o.v. 2011,

naast de nominale verhoging van 2,9%, verhoogd met de Wabo toeslag van

3%. Deze toeslag is voor deze onderdelen per abuis niet doorgevoerd voor

2011.

·Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen

Onderdeel 11.1 Vergunning voor speelautomaten

De tarieven zijn niet nominaal verhoogd omdat deze op het wettelijke maximum zijn vastgesteld.

Onderdeel 11.2 Wet op de kansspelen

De tarieven zijn niet nominaal verhoogd. Betreft geen kostendekkende tarieven. Dit is een bewuste politieke keuze omdat dit ten koste zou gaan van een aantrekkelijk prijzenpakket.

·Hoofdstuk 13 Algemeen Plaatselijke Verordening

Onderdeel 13.3 Collecten

Betreft een bewust door de raad gekozen minimaal tarief.

Onderdeel 13.5 Evenementen

Bij de begroting 2011 is besloten om de tarieven voor evenementenvergunningen stapsgewijs te laten groeien naar reële tarieven (meer kostendekkendheid). In 2012 sluiten de tarieven evenementenvergunningen aan bij de tarieven van de grote gemeenten.

·Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer

Onderdeel 14.1 Informatie verkeersregelinstallaties

Het tarief is aangepast aan de werkelijke loonkosten.

·Hoofdstuk 15 Diversen

Onderdeel 15.4 Geluidsmeting afstelling geluidsbegrenzer

De tarieven voor geluidsmeting / afstelling geluidsbegrenzer zijn

niet nominaal verhoogd maar aangepast aan de werkelijke loonkosten.

Wijzigingen

·Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

Onderdeel 3.6 is aan dit hoofdstuk toegevoegd. Er wordt een tarief van € 11,80 in rekening gebracht voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand.

·Hoofdstuk 8 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Onderdeel 8.3.8 is tekstueel aangepast.

Onderdeel 8.8.2.1 is vernummerd tot 8.8.2.2.

Onderdeel 8.8.2.1 is nieuw. Betreft een teruggaaf van de leges als bedoeld in de onderdelen 8.8.1, 8.8.1.1 en 8.8.2 van 75% van de geheven leges met een minimum overblijvend bedrag aan leges van € 1.500,00 doordat de behandeling van de aanvraag of de procedure die daarop volgt wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente kunnen worden aangerekend.

Onderdeel 8.9.5, 8.9.5.ii en 8.9.11 zijn tekstueel aangepast en onderdelen 8.9.5.iii en 8.9.5.iiii zijn vervallen.

·Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg

Onderdelen 9.1, 9.1.a, 9.1.b en 9.2 zijn tekstueel aangepast.

·Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet

Onderdeel 12 Vergunning en/of ontheffing i.v.m. Drank- en Horecawet en/of exploitatievergunning ingevolge APV

Bij letter b is het tarief voor een tapontheffing verhoogd van € 21,59 naar € 35,80. Bij de begroting 2011 is besloten om het tarief voor de vergunning tapontheffing stapsgewijs te laten groeien naar een reëel tarief (meer kostendekkendheid). In 2012 sluit het tarief (€ 50,00) vergunning tapontheffing aan bij de tarieven van de grote gemeenten.

·Hoofdstuk 13 Algemeen Plaatselijke Verordening

Onderdeel 13.5 Evenementen

Gelet op artikel 2, lid 2 van de APV is de termijn van 8 weken gewijzigd in 12 weken.

·Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer

Onderdeel 14.2 Ontheffingen RVV 1990

Ten opzichte van 2011 zijn de volgende aanpassingen gedaan:

Onderdeel 14.2.a is komen te vervallen.

Onderdelen 14.2.b, 14.2.c en 14.2.d zijn vernummerd tot respectievelijk onderdelen 14.2.a, 14.2.b en 14.2.c.

Tekstueel zijn de onderdelen 14.2.b en 14.2.c aangepast.

Tevens zijn de onderdelen 14.2.d tot en met 14.2.h toegevoegd.

Onderdeel 14.2.c is aangepast om het mogelijk te maken om voor het in behandeling nemen van ontheffing leges in rekening te brengen.

Onderdeel 14.2.d is opgenomen voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een lokale ontheffing voor de milieuzone zoals bedoeld in artikel 9 van Regeling Ontheffingen Milieuzone gemeente Tilburg.

Onderdeel 14.2.a is komen vervallen. Daarvoor in de plaats zijn de tarieven vermeld onder Onderdeel 14.2.e t/m 14.2.h. Deze aanpassing betekent dat er minder ontheffingen worden uitgegeven. Dit leidt tot lagere kosten.

·Hoofdstuk 15 Diversen

Onderdeel 15.9 Omzettingsvergunning

Onderdeel 15.9.d is toegevoegd. Het betreft de teruggaaf van de leges indien de aanvraag om een Omzettingsvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen.

Onderdeel 15.10 Vergunning tijdelijke verhuur

Onderdeel 15.10 is toegevoegd. Het betreft de aanvraag voor het verlenen van een vergunning tot het aangaan van een overeenkomst als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandswet.

Europese Dienstenrichtlijn (EDR)

De EDR streeft ter bevordering van de vrijheid van vestiging en de vrije verrichting van grensoverschrijdende diensten naar een vereenvoudiging van administratieve procedures, opheffing van belemmeringen voor dienstenactiviteiten en vergroting van het wederzijds vertrouwen tussen lidstaten onderling en van dienstverrichters en consumenten in de interne markt. Een vergunningenstelsel valt alleen onder de EDR als het vergunningenstelsel specifiek is gericht op dienstverrichters of dienstverleners. Een algemeen vergunningenstelsel (bijvoorbeeld de omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten) valt niet onder de EDR omdat dit zich niet aansluitend richt op de dienstverrichters/ dienstverleners, maar ook op particuliere burgers. Slechts een beperkt aantal vergunningenstelsels valt onder de werking van de EDR:

  • -

    Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning (hoofdstuk 8 van de tarieventabel)

  • -

    drank en horecawet (hoofdstuk 12 van de tarieventabel);

  • -

    verlenging sluitingsuur van inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren (onderdeel 13.1 van de tarieventabel)

  • -

    evenementen (onderdeel 13.5 van de tarieventabel);

  • -

    exploitatie seksinrichtingen (onderdeel 13.6 van de tarieventabel);

  • -

    staanplaatsen ex artikel 2 Staanplaatsenverordening 1997 (onderdeel 15.1 van de tarieventabel);

  • -

    terrasvergunning, tijdens de kermis (onderdeel 15.2 van de tarieventabel) en

  • -

    omzettingsvergunning (onderdeel 15.9 van de tarieventabel)

Het totaal van onderstaande onderdelen van de tarieventabel dienen maximaal kostendekkend te zijn:

·Hoofdstuk 8 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Totale lasten € 6.310.000,00

Totale baten € 6.310.000,00

Dekkingspercentage 100,00%

  • ·

    Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet

    • -

      Onderdeel 12.1 Drank- en Horecawet en/of Algemene Plaatselijke Verordening

      Totale lasten € 105.465,00

      Totale baten € 66.599,00

      Dekkingspercentage 61,37%

  • ·

    Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke Verordening

    • -

      Onderdeel 13.1 Verlenging sluitingsuur inrichtingen

Totale lasten € 9.901,00

Totale baten € 1.085,00

Dekkingspercentage 10,96%

-Onderdeel 13.5 Evenementen

Totale lasten € 217.364,00

Totale baten € 130.530,00

Dekkingspercentage 60,05%

-Onderdeel 13.6 Exploitatie sexinrichtingen

Totale lasten € 4.763,00

Totale baten € 2.676,00

Dekkingspercentage 46,18%

  • ·

    Hoofdstuk 15 Diversen

    • -

      Onderdeel 15.1 Staanplaatsen ex artikel 2 Staanplaatsenverordening 1997.

Totale lasten € 16.346,00

Totale baten € 9.816,00

Dekkingspercentage: 60,05%

-Onderdeel 15.2 Terrasvergunning (tijdens de kermis).

Totale lasten € 17.157,00

Totale baten € 11.404,46

Dekkingspercentage 66,47%

-Onderdeel 15.9 Omzettingsvergunning

Totale lasten € 25.000,00

Totale baten € 25.000,00

Dekkingspercentage 100%

Kostendekking legesverordening 2012

Sedert de invoering van de Europese Dienstenrichtlijn is het niet meer toegestaan onderlinge verrekening van baten en lasten over de gehele Legesverordening maar wel binnen bepaalde groepen toe te passen in het kader van de berekening van het dekkingspercentage. Dit maakt het berekenen van het dekkingspercentage complexer.

Voor de gemeente Tilburg geldt dat de totale kostendekking onder de 100 % ligt.

De totale lasten van de legesverordening (x € 1.000) € 15.303

De geraamde opbrengsten (x € 1.000) € 10.929

Saldo € 4.374

Het voorlopige kostendekkingspercentage is 71,42 %.

Hierbij moet vermeld worden dat bij het opstellen van de legesverordening 2012 de verhoging van de wettelijk vastgestelde tarieven nog niet bekend zijn. Derhalve zijn de meeropbrengsten nog niet verwerkt in het berekende dekkingspercentage. De verwachting is dat de wettelijke tarieven 2012 hoger worden vastgesteld dan de tarieven voor 2011. Op het moment dat de wettelijke tarieven worden vastgesteld door het Rijk zal de kostendekkendheid van de legesverordening verder stijgen.

In de legesverordening is de passage opgenomen dat zodra de wettelijk vastgestelde tarieven beschikbaar zijn, deze van kracht zijn. Daar waar de wettelijke tarieven bij het opstellen van de legesverordening nog niet beschikbaar zijn, zijn de meest recente tarieven opgenomen in de legesverordening.