Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Tilburg ;

  • -

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2013:

Besluit:

vast te stellen de "Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013".

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een voertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het voertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • c.

    centrale computer: computer van het bedrijf/de bedrijven waarmee de gemeente Tilburg een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon, app, webapplicatie, (stads)pas en vergelijkbare producten;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarbij het parkeren wordt geregeld door parkeerapparatuur;

  • f.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats, niet zijnde een parkeerapparatuur-plaats, die is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 al dan niet voorzien van een onderbord, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • g.

    vergunninghoudersplaats: een parkeerapparatuurplaats waarop het tevens is toegestaan om er met een vergunning te parkeren;

  • h.

    vergunning: verzamelbegrip voor parkeervergunning (zie i) of belanghebbenden-vergunning (zie j);

  • i.

    parkeervergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen;

  • j.

    belanghebbendenvergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • k.

    parkeerticket: een gedrukt kaartje verkregen uit parkeerapparatuur, dienende tot bewijs van het tijdstip van aanvang van parkeren op een parkeerapparatuurplaats.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

  • 1) indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

  • 2) indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4. Maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5. Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij:

    • a.

      het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de telefoon, app, webapplicatie, (stads)pas en vergelijkbare producten, inloggen op de centrale computer;

    • b.

      het in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het uitnemen van een parkeerbiljet op een parkeerterrein of in een garage waar is aangegeven dat achteraf betaald moet worden.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7. Termijnen van betalen

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij aanvang van het parkeren.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in:

    • a.

      artikel 6 lid 1a moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de telefoon, app, webapplicatie, (stads)pas en vergelijkbare producten inloggen op de centrale computer;

    • b.

      artikel 6 lid 1b moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald achteraf bij het beëindigen van het parkeren, indien de bij het aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het uitnemen van een parkeerbiljet op een parkeerterrein of in een garage waar is aangegeven dat achteraf betaald moet worden.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b moet overeenkomstig de aangifte worden betaald voorafgaand aan de verstrekking van de vergunning.

  • 4. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8. Bevoegdheid tot aanwijzing van parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9. Kosten

De kosten van een naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 10. Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen. Het college heeft daarnaast de mogelijkheid om, in het kader van acties, optimaliseren van de parkeerexploitatie e.d., al dan niet tijdelijk, af te wijken van de in de bij deze verordening behorende tarieventabel vastgestelde parkeertarieven voor het gebruik van de parkeergarages. Een afwijking is alleen dan toegestaan indien deze in het voordeel is van de parkeerder. Jaarlijks wordt bij de jaarrekening aan de raad gerapporteerd welke tarieven (tijdelijk) zijn aangepast en wat de reden en resultaat van deze aanpassing zijn (geweest).

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2013.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 3.

    De "Verordening parkeerbelastingen 2011" en de "Tabel met tarieven 2011" zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Tilburg op 11 november 2010 en de "Tabel met tarieven 2012" zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Tilburg op 10 november 2011, worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening parkeerbelastingen 2013".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 november 2012

de griffier,

de voorzitter,

Tarieventabel en kaarttariefzones

Tarieventabel en kaart tariefzones

Memorie van toelichting behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2013

Tarieven

De parkeertarieven voor 2013 zijn verhoogd in verband met de inflatie en de door het Rijk voorgeschreven BTW verhoging van 19 % naar 21 %. De benodigde tariefopbrengsten worden behaald door de tarieven van de parkeergarages Tivoli en Pieter Vreedeplein vast te stellen op € 1,90 per uur en de Emmapassage, Koningsplein en Louis Bouwmeesterplein op € 1,70 per uur.

Wijzigingen

·Verordening

- Artikelen 1, 6 en 7

Artikel 1 onder c, artikel 6 lid 1 onder a en artikel 7 lid 2 onder a zijn gewijzigd in die zin dat naast het betalen van parkeerrechten per telefoon, ook de betaalmogelijkheid via app, webapplicatie of (stads)passysteem is opgenomen alsmede daarmee vergelijkbare producten.

-Artikel 11

Naar aanleiding van de ingetrokken motie in de gemeenteraad van 4 juni 2012, waarbij het college heeft aangegeven de intentie van de motie via twee sporen te zullen uitwerken, is aan artikel 11 de mogelijkheid toegevoegd dat het college al dan niet tijdelijk of op bepaalde tijdstippen andere tarieven hanteert in een of meerdere parkeergarages. Het artikel bepaalt voorts dat een ander tarief uitsluitend is toegestaan wanneer dit in het voordeel werkt van de parkeerder. Het college rapporteert jaarlijks aan de raad welke tarieven een aanpassingen hebben ondergaan, waarom en wat het resultaat van die aanpassing was.

·Tarieventabel

- Hoofdstuk 2 Parkeren op maaiveld

Aan Hoofdstuk 2 wordt het gebied De Werkplaats, gelegen in de Spoorzone toegevoegd. Dit gebied maakt onderdeel uit van tariefzone 3. In dit gebied zullen ook dagkaarten (week-, maand- en kwartaalkaarten) kunnen worden uitgegeven. Vanwege het feit dat dit gebied de komende jaren aan verandering/ verbouwing onderhevig is en het gebied ten aanzien van parkeren daardoor niet altijd aan onze kwaliteitseisen kan voldoen, geldt voor de dagkaart (en in verlengde daarvan voor de week-, maand- en kwartaalkaart) voorlopig een lager tarief dan gebruikelijk in zone 1, 2, 3 of 4.

-Hoofdstuk 4 Incidenteel parkeren in garagesOm de kostenstijgingen tengevolge van de inflatie op te vangen en de gevolgen van de verhoogde BTW afdracht (van 19% naar 21%) te verwerken zijn de tarieven de parkeergarages als volgt aangepast: Invoeren van een tarief van €1,90 voor parkeergarages Tivoli (nu €1,60) en Pieter Vreedeplein (nu €1,80); deze garages profiteren van de ligging langs de Cityring en laten goede resultaten zien; garages die het best renderen rechtvaardigen een hoger tarief dan garages die minder goed renderen.

Invoeren van een tarief van €1,70 voor parkeergarages Louis Bouwmeesterplein (nu €1,50), Koningsplein (nu €1,60) en Emmapassage (nu €1,80) ; deze garages zijn, na de realisatie van de Cityring, (behoorlijk) teruggegaan in aantallen parkeerders. Met deze verhoging van de tarieven (met uitzondering van de Emmapassage waar het tarief verlaagd wordt) wordt de benodigde extra opbrengst bereikt.

- Hoofdstuk 6 Kosten naheffingsaanslag

De kosten voor het opleggen van de naheffingsaanslag zijn voor 2013 vastgesteld op € 54,--.

Om praktische reden heeft er een vernummering plaatsgevonden van Hoofdstuk 6 en Hoofdstuk 7 Gemeentelijke fietsenstallingen.

Algemeen

Tot slot wordt opgemerkt dat in de loop van 2013 het Parkeer Route Informatie Systeem in gebruik zal worden genomen. Om de herkenbaarheid van onze parkeergarages te vergroten is er in dat verband voor gekozen om de tenaamstelling van de parkeergarages Tivoli en Louis Bouwmeesterplein te wijzigen in 013-Tivoli resp. Schouwburg. Het zal echter nog wel enige tijd duren voordat de nieuwe benaming op alle parkeerproducten, informatie- en communicatievoorzieningen, internetapplicaties e.d. is aangepast. Om problemen met de toepassing van deze verordening te voorkomen is bepaald dat zowel de huidige naam als de toekomstige naam rechtsgeldig naast en door elkaar gebruikt kunnen worden.

Kostprijs naheffingsaanslag

Aantal uren

2013

Prijs p.e.

2013

Bedrag

2013

Totaal

2013

Salarissen

Hoofd parkeerbedrijf

330

€ 111,64

€ 36.839,65

Hoofd bewaking

200

€ 84,11

€ 16.822,56

Medewerker parkeren en controle

1.480

€ 75,81

€ 112.199,69

Adm. Medewerker ondersteuning

640

€ 73,16

€ 46.825,22

€ 212.687,11

Controlekosten inhuur derden

Kosten van parkeercontrole

€ 811.500,00

Administratieve ondersteuning

€ 73.000,00

Bezwaar & Beroep procedures

€ 86.000,00

Overige kosten

Handheldterminals onderhoud

€ 12.500,00

Diversen

€ 3.500,00

Pm posten

Huisvestingskosten 8 personen

€ 8.000,00

Gebruik faciliteiten, telefoon, fax, dwp, etc.

€ 8.000,00

Verstrekking koffie 8 personen x 12 mnd

€ 1.200,00

€ 17.200,00

Oninbare vorderingen

€ 5.000,00

Totaal lasten

€ 1.221.387,11

Totaal baten aantal aanslagen 22.500

€ 1.215.000,00

Raming aantal naheffingsaanslagen 2013

22.500

Kosten naheffingsaanslag

€ 54,28