Regeling vervallen per 24-07-2009

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Geldend van 24-07-2009 t/m 23-07-2009

Intitulé

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

De raad van de gemeente Tilburg;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 18 van de Wet inburgering nieuwkomers;

Besluit:

De hierna volgende verordening vast te stellen:

Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: de Wet inburgering nieuwkomers (Staatsblad 1998, 261);

    • b.

      WWB: de Wet werk en bijstand;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg;

    • d.

      bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de WWB;

    • e.

      boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet;

  • 2. De begripsbepalingen van de wet zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 2 Opdracht aan het college

  • 1. Bij het opleggen van een boete wordt door het college deze verordening in acht genomen, onverminderd het bepaalde in artikel 18, tweede en vierde lid, van de wet.

  • 2. Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen boete opgelegd.

Artikel 3 Hoogte van de boete

  • 1. De boete bedraagt 20% van de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn.

  • 2. Bij herhaling van een gedraging als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet, binnen twaalf maanden nadat aan de nieuwkomer ter zake van die gedraging een boete is opgelegd, bedraagt de boete 40% van de in het eerste lid bedoelde bijstandsnorm.

Artikel 4 Nadere regels

Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2004.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers.

Toelichting boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers

Algemene toelichting

1.Invoering van de Wet werk en bijstand

Op 1 januari 2004 zijn de Wet werk en bijstand (WWB) en de Invoeringswet Wet werk en bijstand (Invoeringswet WWB) in werking getreden. De WWB vervangt onder meer de Algemene bijstandswet (Abw). Met de WWB is de beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheid voor de reïntegratie en inkomensondersteuning van mensen die daarop aanspraak kunnen maken volledig aan de gemeenten overgedragen.

Mede gelet op de rechtszekerheid en gelijke behandeling van klanten voorziet de WWB onder meer in een opdracht aan de gemeenteraad om gemeentelijke verordeningen vast te stellen ten aanzien van:

  • 1.

    Het ondersteunen van klanten bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van daarop gerichte voorzieningen (Reïntegratieverordening WWB);

  • 2.

    Het verlagen van de bijstand of de langdurigheidstoeslag als een klant tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont of verplichtingen, waaronder begrepen de inlichtingenplicht, niet of onvoldoende nakomt (Afstemmingsverordening WWB).

2. Wijziging van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN)Met de invoering van de WWB is artikel 18 van de WIN gewijzigd. Op grond van deze wijziging dienen gemeenten vóór 1 januari 2005 een verordening op te stellen met betrekking tot het opleggen van de administratieve boete in het kader van de WIN. Op grond van artikel 18, eerste lid, van de WIN moet het college een boete opleggen als een nieuwkomer in strijd handelt met een uit de WIN voortvloeiende, in de betreffende bepaling nader aangeduide verplichting. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting een inburgeringsprogramma te volgen.

De hoogte van de boete is, tot de datum van inwerkingtreding van deze boeteverordening, landelijk geregeld via het Boetebesluit inburgering nieuwkomers. De boete bedraagt 20% van de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer geldt of voor hem zou gelden als hij bijstandsgerechtigd zou zijn geweest. Ingeval van recidive binnen twaalf maanden nadat eerder een boete is opgelegd, wordt de boete verdubbeld tot 40% van de toepasselijke bijstandsnorm.

Het Boetebesluit WIN vervalt op het moment dat de boeteverordening in werking treedt.

3.Geen materiële wijziging

Deze verordening beoogt geen materiële wijziging ten opzichte van het Boetebesluit WIN. De boete blijft 20% van de bijstandsnorm, alleen vormt de Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers vanaf de datum van inwerkingtreding de formele grondslag voor de bepaling van de hoogte van de boete.

Dit betekent dat ook geen bijzondere overgangsregelingen getroffen behoeven te worden, omdat nieuwkomers als gevolg van deze verordening materieel niet in een nadeliger positie komen te verkeren.

4.Relatie met het maatregelenbeleid WWB

Voor zover het gaat om nieuwkomers die bijstand ontvangen, blijft een boete achterwege als voor dezelfde gedraging een maatregel, in de vorm van een verlaging van de bijstand, is opgelegd. Daarbij is van belang dat het volgen van een inburgeringsprogramma als verplichting aan de bijstand kan worden verbonden. Het verwijtbaar niet-nakomen van die verplichting leidt op grond van de WWB en de op 1 juli 2004 inwerkingtredende Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand tot een verlaging van de bijstand met eveneens 20% van de bijstandsnorm gedurende een maand. Bij recidive binnen twaalf maanden nadat een maatregel is opgelegd wordt dit percentage verdubbeld. Net als in de boeteverordening is ook in deze Afstemmingsverordening WWB aangesloten bij het Boetebesluit WIN. Door deze koppeling is het financiële beloop van de sancties gelijk, ongeacht of het niet naleven van inburgeringsverplichtingen op grond van de WWB of de WIN wordt gesanctioneerd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De begrippen in deze verordening hebben dezelfde betekenis als in de WIN.

Het begrip bijstandsnorm, waaraan de hoogte van de boete is gerelateerd, is ontleend aan de WWB. Het is het normbedrag per maand waarop krachtens de WWB aanspraak gemaakt kan worden als men over onvoldoende middelen beschikt om te kunnen voorzien in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. De hoogte van het bedrag is onder meer afhankelijk van de woon- en leefsituatie.

Artikel 2

Artikel 18, tweede lid, WIN bepaalt dat de hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en de mate van verwijtbaarheid. De boete mag met andere woorden niet disproportioneel zijn.

Verder kan het college op grond van artikel 18, vierde lid, WIN afzien van het opleggen van een boete als daarvoor dringende redenen zijn. Deze bepaling kan gezien worden als een hardheidsclausule. Gelet op de mogelijkheden om op grond van de in artikel 2, tweede lid, van deze verordening genoemde criteria al een vergaande individualisering toe te passen, in het bijzonder doordat rekening gehouden kan worden met de persoonlijke omstandigheden van de nieuwkomer, zal er slechts in zeer uitzonderlijke situaties aanleiding zijn om toepassing aan deze bepaling te geven. De dringende redenen kunnen geen verband houden met de omstandigheden waaronder een verplichting niet is nagekomen, maar uitsluitend gelegen zijn in de onaanvaardbaarheid van de gevolgen die een maatregel voor een belanghebbende heeft.

In het eerste lid is bepaald dat die uitgangspunten onverkort van kracht blijven bij toepassing van deze verordening. Het maakt het mogelijk maatwerk te leveren en af te wijken van de standaardboete als de bijzondere omstandigheden van het geval daar aanleiding toe geven.

In het tweede lid is, om ieder mogelijk misverstand daarover uit te sluiten en in navolging van artikel 18, tweede lid, WWB expliciet bepaald dat geen boete wordt opgelegd als iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 3

Zoals in de algemene toelichting is verwoord, beoogt deze verordening geen wijziging te brengen in het materiële recht. In deze bepaling is dan ook vastgelegd dat de hoogte van de boete 20% van de bijstandsnorm blijft.

In het tweede lid is geregeld dat bij recidive de boete 40% van de bijstandsnorm bedraagt. Ook het begrip recidive is ten opzichte van het, in het Boetebesluit WIN gehanteerde begrip, niet gewijzigd.

Artikel 4

Voor de uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

Artikel 5

Deze verordening is op grond van artikel 8 van de Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van de inwerkingtreding van de verordening moet daarom, met in acht name van artikel 22 Tijdelijke referendumwet, op tenminste 6 weken na datum publicatie gesteld worden.

De verordening heeft, gezien het feit dat de wettelijke grondslag voor toepassing van het Boetebesluit WIN komt te vervallen en in de Invoeringswet WWB geen bijzonder overgangsrecht is opgenomen, exclusieve werking. Dit betekent dat de nieuwe regels ook van toepassing zijn op gedragingen die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening hebben plaats gevonden. Dat spoort ook met de overwegingen van de wetgever om in het domein van de bijstand te voorzien in exclusieve werking op het terrein van verhaal en terugvordering van bijstand en de boete en de maatregel, zoals verwoord in de toelichting op het vervallen van artikel 6 van de Invoeringswet WWB (kamerstuk, 28960, nr. 7).

Omdat deze verordening, in vergelijking tot het Boetebesluit WIN, materieel geen wijzigingen tot gevolg heeft, behoeven ook in deze verordening geen bijzondere overgangsregelingen getroffen te worden, nu nieuwkomers door deze verordening niet in een nadeliger positie komen te verkeren.

Artikel 6

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27-09-2004

de voorzitter,

de secretaris,