Regeling adviescommissie bijstandsverlening zelfstandigen 1997

Geldend van 05-02-1997 t/m heden

Intitulé

Regeling adviescommissie bijstandsverlening zelfstandigen 1997

Begripsomschrijvingen.

Artikel 1.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    raad : de gemeenteraad van Tilburg;

  • b.

    college : het college van burgemeester en wethouders van Tilburg;

  • c.

    commissie: adviescommissie bijstandsverlening zelfstandigen;

  • d.

    dienst: de dienst Publiekszaken.

Taak.

Artikel 2.

De commissie heeft tot taak om het college van advies te dienen over aanvragen voor verlening van bijstand aan zelfstandigen op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).

Samenstelling en benoeming.

Artikel 3.

  • 1. De commissie bestaat uit:

    • a.

      een vertegenwoordiger op voordracht van de centrale organisaties voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf;

    • b.

      een vertegenwoordiger op voordracht van de centrale landbouw- organisaties;

    • c.

      een vertegenwoordiger van het Instituut voor het midden- en kleinbedrijf;

    • d.

      een vertegenwoordiger op voordracht van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    • e.

      een door de directeur van de dienst Stadszaken aan te wijzen medewerker van de afdeling Economische Zaken;

    • f.

      een door de directeur van de dienst aan te wijzen medewerker, tevens voorzitter;

    • g.

      een door de directeur van de dienst aan te wijzen medewerker, tevens secretaris.

  • 2. De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter en plaatsvervangend secretaris aan.

Artikel 4.

Leden van de raad kunnen niet in de commissie benoemd worden.

Zittingsduur en ontslag.

Artikel 5.

  • 1.

    De zittingsduur van de commissie is gelijk aan die van de raad, de leden van de commissie kunnen direct worden herbenoemd.

  • 2.

    Ingeval van een vacature wordt een lid benoemd voor het resterende deel van dit tijdvak.

  • 3.

    Het college kan de in artikel 3 onder a tot en met d genoemde leden op hun daartoe strekkend schriftelijk verzoek ontslag verlenen. De in artikel 3 onder e tot en met g genoemde leden kunnen tussentijds worden benoemd en ontslagen.

  • 4.

    Het lidmaatschap eindigt door:

    • -

      overlijden;

    • -

      tussentijds ontslag als bedoeld in het derde lid;

    • -

      het aanvaarden van een onverenigbare functie.

Vergaderingen.

Artikel 6.

  • 1.

    De commissie vergadert volgens een door de commissie op te stellen vergaderschema en overigens zo dikwijls als de voorzitter zulks nodig acht.

  • 2.

    Indien de meerderheid van de leden hierom verzoekt, roept de voorzitter de commissie tussentijds bijeen.

  • 3.

    De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

  • 4.

    Het vergaderquorum wordt gesteld op 4 leden.

  • 5.

    De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering.

  • 6.

    De voorzitter roept de leden schriftelijk op tot bijwoning van de vergaderingen onder gelijktijdige vermelding van de te behandelen onderwerpen.

  • 7.

    Voor het uitbrengen van een advies door de commissie is de instemming vereist van de meerderheid van de ter vergadering aanwezige leden.

  • 8.

    Bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Verslaglegging.

Artikel 7.

  • 1.

    De secretaris is belast met de verslaglegging.

  • 2.

    Van elke vergadering wordt een deugdelijk verslag gemaakt, waarin in ieder geval melding wordt gemaakt van de genomen besluiten.

  • 3.

    De vaststelling van het verslag geschiedt de volgende vergadering.

Adviesaanvragen en adviesbevoegdheid.

Artikel 8.

  • 1.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat aan de commissie de gegevens beschikbaar worden gesteld die voor een goede vervulling van haar taak nodig zijn.

  • 2.

    Ten aanzien van onderwerpen die om advies aan de commissie worden voorgelegd neemt het college geen besluiten voordat het advies van de commissie is ontvangen.

  • 3.

    De commissie brengt advies uit binnen vier weken nadat het verzoek om advies is ontvangen. In spoedeisende gevallen kan het college een kortere termijn bepalen.

  • 4.

    Indien het niet mogelijk is om het gevraagde advies binnen vier weken uit te brengen, wordt van dat feit mededeling gedaan aan het college onder opgaaf van redenen en vermelding van de uiterste datum waarop het advies zal zijn uitgebracht.

  • 5.

    Indien ook na toepassing van de procedure als bedoeld in het vierde lid het gevraagde advies niet is ontvangen kan het college met betrekking tot het betreffende onderwerp de besluiten nemen zonder advies van de commissie, eventueel met inschakeling van derdedeskundige(n), zulks ter beoordeling van het college.

  • 6.

    De adviezen van de commissie worden schriftelijk en ondertekend door de voorzitter en de secretaris aan het college uitgebracht.

  • 7.

    Indien door het college wordt afgeweken van het advies van de commissie wordt het desbetreffende besluit met bijbehorende argumentatie aan de commissie ter kennis gebracht.

Vergoeding.

Artikel 9.

  • 1.

    De leden van de commissie ontvangen een vergoeding overeenkomstig het bepaalde in de Verordening geldelijke voorziening raads- en commissieleden.

  • 2.

    De vergoeding wordt bepaald op grond van artikel 4 lid 2 sub a van de in het eerste lid genoemde verordening.

Slotbepalingen.

Artikel 10.

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. Op die dag vervalt de "Regeling adviescommissie bijstandsverlening zelfstandigen" zoals die door de raad van de gemeente Tilburg is vastgesteld bij besluit van 18 december 1995.

Artikel 11.

Deze regeling kan worden aangehaald als: "Regeling adviescommissie bijstandsverlening zelfstandigen 1997".