Regeling vervallen per 01-10-2009

Verordening op de cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

Geldend van 01-01-2005 t/m 30-09-2009

Intitulé

Verordening op de cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand

De raad van de gemeente Tilburg;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand;

Besluit:

Vast te stellen de Verordening op de cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand luidende als volgt:

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet Werk en bijstand,

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Tilburg,

  • c.

    klanten: personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de wet,

  • d.

    belangenorganisaties: organisaties van klanten of organisaties die mede de

    belangen van klanten kunnen behartigen waaronder begrepen organisaties

    van werkgevers en werknemers en professionele organisaties waarmee wordt

    samengewerkt in de keten werk, inkomen en zorg.

Artikel 2. Taak, doelstelling en bevoegdheden.

  • 1. De cliëntenparticipatie als bedoeld in artikel 47 van de wet wordt opgedragen

    aan de Klantenraad Werk en Bijstand.

  • 2. De Klantenraad Werk en Bijstand heeft tot doel om via overleg en advisering

    meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering

    van de wet.

  • 3. De Klantenraad Werk en Bijstand heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd

    adviseren van het college, de directeur van de sector Sociale Zaken en de raad

    van de gemeente over alle aangelegenheden die de voorbereiding, uitvoering,

    controle en evaluatie van het beleid en de uitvoering van de wet betreffen,

    waaronder begrepen de kwaliteit van de dienstverlening.

  • 4. De Klantenraad Werk en Bijstand is niet bevoegd te adviseren over klachten,

    bezwaar- en beroepschriften en zaken die op individuele klanten betrekking

    hebben, met uitzondering van de hierbij te hanteren procedures en regels.

  • 5. De Klantenraad Werk en Bijstand overlegt tenminste zes maal per jaar, zo

    mogelijk op locatie. Als het belang van het onderwerp dat vraagt, wordt een

    extra overleg belegd. Aan het overleg neemt desgevraagd een ambtelijk adviseur

    van de sector Sociale Zaken deel. Het overleg van de Klantenraad Werk en

    Bijstand is openbaar.

  • 6. De Klantenraad Werk en Bijstand brengt gevraagd advies uit binnen vier weken na

    het eerstvolgende reguliere overleg van de Klantenraad Werk en Bijstand.

  • 7. Als het college afwijkt van het advies van de Klantenraad Werk en Bijstand wordt

    dit in het voorstel gemeld onder vermelding van de gronden tot afwijking.

  • 8. De leden van de Klantenraad Werk en Bijstand hebben voor het bijwonen van het

    (periodiek) overleg recht op een presentiegeld gebaseerd op het Rechtspositie-

    besluit raads- en commissieleden.

Artikel 3. Samenstelling van de Klantenraad Werk en Bijstand.

  • 1. De Klantenraad Werk en Bijstand telt tenminste negen en ten hoogste dertien

    leden.

  • 2. De Klantenraad Werk en Bijstand wordt, met in acht name van het eerste lid,

    samengesteld uit: a. minimaal drie tot maximaal zes klanten,

    • b.

      minimaal drie tot maximaal zes vertegenwoordigers uit de geleding belangen-

      organisaties voor doelgroepen en

    • c.

      minimaal drie tot maximaal zes vertegenwoordigers uit de geleding

      professionele organisaties waarmee wordt samengewerkt in de keten werk,

      inkomen en zorg, waaronder begrepen organisaties van werkgevers en werknemers.

  • 3. De belangenorganisaties die vertegenwoordigers voor de Klantenraad Werk en

    Bijstand kunnen afvaardigen zijn vermeld in een door het college vast te stellen

    lijst van organisaties, welke lijst als bijlage bij de verordening is opgenomen.

  • 4. Het college kan de lijst van organisaties wijzigen. Een voorstel tot wijziging

    van de lijst van organisaties wordt om advies voorgelegd aan de Klantenraad Werk

    en Bijstand.

  • 5. De leden van de Klantenraad Werk en Bijstand verrichten hun werkzaamheden

    zonder last met hun achterban. Dit laat onverlet het waar nodig voeren van

    ruggespraak met hun achterban.

  • 6. Bij ernstig disfunctioneren van een lid kan de Klantenraad Werk en Bijstand het

    vertrouwen opzeggen. Als overleg tussen de voorzitter en het betreffende lid

    onvoldoende resultaat heeft, stelt de voorzitter het functioneren aan de orde

    bij de afvaardigende organisatie. Als dit niet leidt tot een voor allen acceptabele

    oplossing kan de Klantenraad Werk en Bijstand het college verzoeken toepassing

    te geven aan het eerste lid van artikel vier van deze verordening.

Artikel 4 Zittingsduur.

  • 1.

    De leden van de Klantenraad Werk en Bijstand worden door het college benoemd

    en ontslagen. De benoeming geldt voor de duur van vier jaar. Deze periode kan

    eenmalig met vier jaar worden verlengd.

  • 2.

    De leden van de Klantenraad Werk en Bijstand treden om de vier jaar tegelijk af.

    Zij zijn terstond herkiesbaar.

  • 3.

    Wanneer een lid van de Klantenraad Werk en Bijstand duurzaam ophoudt klant of

    vertegenwoordiger van een van de aangewezen klantenorganisaties te zijn, eindigt

    van rechtswege het lidmaatschap van de Klantenraad Werk en Bijstand.

  • 4.

    De leden van de Klantenraad Werk en Bijstand kunnen te allen tijde als zodanig

    ontslag nemen.

  • 5.

    Hij die optreedt ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, treedt

    af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij komt had moeten aftreden.

Artikel 5. De voorzitter.

  • 1. Het periodiek overleg van de Klantenraad Werk en Bijstand wordt voorgezeten

    door een voorzitter.

  • 2. De voorzitter wordt door het college benoemd op persoonlijke titel op voordracht

    van de Klantenraad Werk en Bijstand.

  • 3. Bij afwezigheid van de voorzitter wijst de Klantenraad Werk en Bijstand uit zijn

    midden een vervanger aan.

  • 4. De voorzitter bepaalt in overleg met de Klantenraad de tijd en plaats van de

    vergaderingen. De voorzitter ondertekent de stukken die van de Klantenraad Werk

    en Bijstand uitgaan en draagt tevens zorg voor:

    • a.

      het goed functioneren van het secretariaat van de Klantenraad Werk en Bijstand

    • b.

      het tijdig aankondigen van het overleg en het opmaken van een verslag van gevoerd (periodiek) overleg en

    • c.

      het tijdig opmaken van een jaarplan een jaarlijkse begroting en een (financieel)

      verantwoordingsverslag over het voorafgaande jaar.

Artikel 6. Het verstrekken van gegevens.

Het college verstrekt aan de Klantenraad Werk en Bijstand tijdig alle inlichtingen en gegevens die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.

Artikel 7. Budget.

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks een vast budget beschikbaar voor de werkzaamheden

    van de Klantenraad Werk en Bijstand, inclusief secretariaat en presentiegeld.

  • 2.

    Het college draagt zorg voor en goede facilitering van het secretariaat voor de

    Klantenraad Werk en Bijstand.

Artikel 8. Huishoudelijk reglement.

De Klantenraad Werk en bijstand stelt een reglement vast waarin de onderwerpen worden geregeld die aan de Klantenraad Werk en Bijstand zijn opgedragen of overgelaten. Daarbij wordt in ieder geval geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd.

  • b.

    onderwerpen voor de agenda worden aangemeld.

  • c.

    het secretariaat wordt ingericht, waaronder het meldpunt voor de signalen en

    wensen van klanten en instellingen.

  • d.

    jaarlijks het jaarplan, de begroting en de (financiële) verantwoording wordt

    ingevuld.

  • e.

    klantenpanels, spreekuren, werkbijeenkomsten en/of conferenties met klanten

    of klantenorganisaties worden georganiseerd.

  • f.

    de bekendheid van de Klantenraad Werk en Bijstand wordt vergroot.

  • g.

    wordt voorzien in de voordracht voor het benoemen van de voorzitter.

  • h.

    de werving en selectie plaats vindt voor de plaatsen voor klanten.

  • i.

    sleutelfiguren bij activiteiten of overleg worden betrokken.

Artikel 9. Waarborg tegen benadeling.

Het college draagt er zorg voor, dat de (gewezen) leden niet uit hoofde van hun lidmaatschap van de Klantenraad Werk en Bijstand worden benadeeld in hun positie naar de uitkering door (medewerkers van) de sector Sociale Zaken.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, voorziet het college na daartoe advies te hebben ingewonnen van de Klantenraad Werk en Bijstand.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005 dan wel op de eerste dag na

    afloop van de in artikel 22 van de Tijdelijke Referendumwet genoemde termijn

    van zes weken.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de cliënten-

    participatie WWB”.

Bijlage behorende bij de Verordening op de cliëntenparticipatie WWB.

Lijst van organisaties die naast klanten een vertegenwoordiger voor de Klantenraad Werk en Bijstand kunnen voordragen.

Voor deelname aan de onafhankelijke Klantenraad Werk en Bijstand kan, met in acht name van maximaal dertien te benoemen leden, een vertegenwoordiger worden aangemeld uit de volgende drie geledingen:

Aantal vertegenwoordigers:

  • 1.

    Klanten 3 tot 6 leden

  • 2.

    belangenorganisaties voor doelgroepen, waaronder: 3 tot 6 leden

    organisaties voor jongeren (o.a. Attak)

    organisaties voor vrouwen (o.a. S.E.W., FENIKS, Stichting Buitenlandse Vrouwen)

    organisaties voor allochtonen (o.a. stichting Palet)

    organisaties voor chronisch zieken en gehandicapten

    organisaties voor ouderen

    kerken / dekenaat / diaconie

  • 3.

    professionele organisaties waarmee wordt samengewerkt

    in de keten werk, inkomen en zorg, waaronder: 3 tot 6 leden

    werkgeversorganisaties werknemersorganisaties (FNV, CNV, de Unie) instituut maatschappelijk werk / sociaal raadslieden maatschappelijk opvang / daklozen- en verslaafdenzorg (o.a. Traverse, Kentron) sociaal advocatuur sociale activering (o.a. MST-Baanbrekers, reïntegratiebedrijven)

Algemene toelichting

Met de verplichting in de Wet werk en bijstand tot het bij verordening vaststellen van regels over de cliëntenparticipatie wordt bewerkstelligd, dat de cliëntenparticipatie bij de gemeenten in lijn worden gebracht met de Wet SUWI (Structuur uitvoerings-organisaties werk en inkomen). In de Wet SUWI wordt gesteld, dat de cliënten-participatie onmisbaar is in een uitvoeringsstructuur waarin de cliënt centraal staat.

De gemeente Tilburg heeft reeds jarenlang (vanaf 1995) de cliëntenparticipatie voor de bijstand opgedragen aan de Adviescommissie Algemene bijstandwet. De nieuwe wettelijke verplichting geeft aanleiding tot herprofilering van de samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van de bestaande Adviescommissie. Het advies tot herprofilering is opgesteld door de huidige Adviescommissie Abw. In haar advies is verwerkt het resultaat van het gevoerde interactief overleg met leden van de raad, het platform sociale zekerheid Tilburg, het Tilburgs Overleg Gehandicapten-organisaties en de Vereniging Brabantse Uitkeringsgerechtigden Samen. Het advies

is met in acht name van het wettelijk kader uitgewerkt in deze Verordening op de cliëntenparticipatie Wet werk en Bijstand. De verordening voorziet de cliënten-participatie bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand van een beleidsmatig kader.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2. Taak, doelstelling en werkwijze

De cliëntenparticipatie voor de uitvoering van de WWB gaat per 1 januari 2005 verder onder de naam “Klantenraad Werk en Bijstand”. De nieuwe naamgeving onder-steunt het streven naar het vergroten van het karakter van klantenraad en naar het vergroten van de herkenbaarheid van de lokale cliëntenparticipatie voor klanten en instanties.

De Klantenraad Werk en Bijstand heeft recht op: a. structureel overleg,

  • b.

    het ongevraagd uitbrengen van advies over de uitvoering van de wet,

  • c.

    informatie,

  • d.

    op ondersteuning via een eigen secretariaat,

  • e.

    een vergoeding voor het bijwonen van het overleg en

  • f.

    het vaststellen van een eigen huishoudelijk reglement.

Aan het overleg van de klantenraad neemt desgevraagd deel een door de directeur van de sector Sociale Zaken aan te wijzen ambtenaar. Op verzoek van de klantenraad neemt aan het overleg deel de directeur van de sector Sociale Zaken en/of de wethouder voor sociale zaken.

De klantenraad heeft het recht om gevraagd en ongevraagd te adviseren over alle aangelegenheden die de uitvoering van de WWB betreffen, waaronder begrepen de kwaliteit van de dienstverlening. De klantenraad heeft recht op het aanvragen van spreektijd in de raad en de raadscommissie(s). De klantenraad is verplicht om tenminste zes maal per jaar openbaar te overleggen. De leden van de klantrenraad hebben recht op een presentievergoeding. De ambtelijk adviseur heeft geen recht op deze vergoeding. De klantenraad heeft voorts recht op informatie: het recht op het tijdig beschikbaar stellen van inlichtingen en gegevens die redelijkerwijs nodig zijn voor het adequaat kunnen uitvoeren voor de vervulling van het adviesrecht. Verder heeft de klantenraad recht op ondersteuning door een eigen secretariaat. Deze ondersteuning moet mede bijdragen aan een meer onafhankelijke positie van de klantenraad ten opzichte van de sector Sociale Zaken (en daarmee tevens van het college). Ook het recht op het zelf vaststellen van een eigen huishoudelijk reglement moet hieraan bijdragen.

De toegekende rechten aan de klantenraad staan niet in de weg, dat er spoedeisende situaties denkbaar die snelle besluitvorming vereisen en waarbij de klantenraad eerst achteraf kan worden gehoord.

Artikel 3. Samenstelling van de Klantenraad Werk en Bijstand.

Om een meer evenwichtige vertegenwoordiging van klanten en klantgroepen te kunnen realiseren is de samenstelling van de klantenraad aangepast. De leden van de klantenraad worden op voordracht van de klantenraad benoemd door het college. Bij het uitbrengen van de voordracht houdt de klantenraad rekening met de lijst van organisaties die een vertegenwoordiger kunnen aanmelden.

Bij ernstig disfunctioneren van een lid kan de klantenraad het vertrouwen in het betreffende lid opzeggen. Waar mogelijk wordt het disfunctioneren in goed overleg tussen de voorzitter en het betreffende lid en/of de afvaardigende organisatie opgelost. Leidt dit overleg niet tot een voor allen acceptabele oplossing dan kan de klantenraad het college verzoeken het lidmaatschap van het betreffende lid tussen-tijds op te zeggen. Dit onder het verzoek aan dezelfde of een andere instantie binnen de betreffende geleding om een andere vertegenwoordiger af te vaardigen.

Artikel 4/5. zittingsduur leden en taken voorzitter.

De zittingsduur voor de leden van de klantenraad is gekoppeld aan de duur van de het lidmaatschap voor de gemeenteraad. Om de continuïteit van de klantgeleding in de klantenraad te waarborgen is aangegeven dat eerst bij duurzame uitstroom uit de uitkering (van zes maanden) het lidmaatschap van de klantenraad ophoudt.

Tijdig voor aanvang van een nieuw kalenderjaar stelt de klantenraad een jaarplan en een begroting op. Voor de op te stellen begroting geldt het principe van een sluitende begroting. Jaarlijks voor 1 april brengt de klantenraad verslag uit aan het college van de activiteiten en bevindingen over het voorafgaande jaar. In het (financieel) verslag wordt mede verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbare budget.

Artikel 6. Het verstrekken van gegevens.

Onder het recht op informatie valt naast het beschikbaar stellen van relevante concept beleidsstukken over de uitvoering van de WWB mede het beschikbaar stellen van het resultaat van klantenpanels, onderzoek naar klanttevredenheid en klachten-rapportages (geanonimiseerd). Het wordt aan de klantenraad zelf overgelaten welke digitaal beschikbare informatie schriftelijk beschikbaar wordt gesteld aan de leden (op secretariaat ter inzage leggen of toesturen).

Artikel 7. Budget

.

Het jaarlijks vast te stellen budget voor de werkzaamheden van de klantenraad moet toereikend zijn voor een adequate uitvoering van de aan de klantenraad opgedragen taak, inclusief huisvesting/beheer van het secretariaat en presentiegeld. Onder secretariaat mede begrepen de personele ondersteuning van de klantenraad en faciliteiten als kopiëren, telefoon, computer met printer en internet. Hierbij valt ook te denken aan voorlichting via een eigen nieuwsbrief en/of web-site van de klanten-raad voor de klant. Dit gelet op het streven tot het vergroten van naamsbekendheid en het verbeteren van de bereikbaarheid door klanten.

Artikel 8. Huishoudelijk reglement.

Het door de klantenraad vast te stellen huishoudelijk reglement heeft betrekking op de interne gang van zaken binnen de klantenraad zelf. Een eigen vast te stellen reglement en de mogelijkheid tot het betrekken van sleutelfiguren uit andere instanties en instellingen (waaronder het CWI en het UWV) dragen bij aan het verzelfstandigen van de positie van de klantenraad ten opzichte van de sector Sociale Zaken (opschuiven richting klant).

Artikel 9. Waarborg tegen benadeling.

Voor de groei naar een volwaardige participatie van klanten moeten afgevaardigden vrijuit kunnen optreden in de klantenraad. De (gewezen) leden van de klantenraad mogen niet uit hoofde van hun lidmaatschap er van worden benadeeld in hun positie naar de uitkering door (medewerkers van) de sector Sociale Zaken, bejegening inbegrepen. Klachten over of knelpunten m.b.t. de naleving van dit beschermings-artikel worden langs de weg van de formele klachtenprocedure aan de orde gesteld.

Artikel 10. Slotbepalingen

. Het streven is er op gericht om de verordening tijdig vast te stellen en te laten ingaan op 1 januari 2005. De toevoeging "dan wel op de eerste dag na afloop van de in artikel 22 van de Tijdelijke Referendumwet genoemde termijn van zes weken" moet voorkomen dat er een nieuw raadsbesluit nodig is voor de inwerkingtreding er van. Dit als de verordening door omstandigheden niet tijdig vóór 1 januari 2005 wordt vastgesteld.

Voor zover de verordening niet op 1 januari 2005 kan ingaan, wordt de huidige Adviescommissie Abw geacht klantenraad Werk en Bijstand te zijn. Deze positie neemt de Adviescommissie Abw ook in tot het moment waarop de klantenraad in

zijn nieuwe samenstelling is benoemd.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 november 2004

de griffier,

de voorzitter,