Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2008

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2008

De raad van de gemeente Tilburg;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 216, 217, en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Besluit:

vast te stellen de "Verordening op de heffing en invordering van de Reinigingsheffingen 2008".

Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen.

Artikel 1.

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • 1.

    a. een afvalstoffenheffing;

  • 2.

    b. reinigingsrechten.

Begripsomschrijvingen.

Artikel 2.

In deze verordening wordt verstaan onder:

perceel : een gebouwde onroerende zaak - of een gedeelte ervan – dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt. Met perceel worden gelijkgesteld: een stacaravan, een woon-boot, een woonwagen, een demontabel zomer- of vakantiehuisje en een wisselwoning, indien gebruikt door een particuliere huishouding.

bedrijfspand: een gebouwde onroerende zaak - of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan - geen perceel zijnde.

Hoofdstuk II. Afvalstoffenheffing.

Belastbaar feit.

Artikel 3.

Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Staatsblad 1994, 80).

Belastingjaar.

Artikel 4.

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Belastingplicht.

Artikel 5.

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Tijdstip van ontstaan van de belastingplicht.

Artikel 6.

  • 1.

    De belastingplicht ontstaat bij de aanvang van het belastingjaar of, indien het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, bij de aanvang van dat gebruik.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, wordt de belasting geheven over zoveel twaalfde gedeelten als na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven.

Ontheffing.

Artikel 7.

  • 1.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de ingevolge artikel 5 berekende bedragen als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 5, het tweede lid, en artikel 6, het eerste lid, is niet van toepassing indien er sprake is van verhuizing binnen de gemeente Tilburg, waarbij de belastingplichtige zowel op het nieuwe als op het oude adres als belastingplichtige, conform het bepaalde in artikel 4 van deze verordening, kan worden aangemerkt (doorlopende plicht).

Maatstaf van heffing en tarief.

Artikel 8.

  • 1.

    De belasting bedraagt per belastingjaar € 244,52 per perceel.

  • 2.

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Wijze van heffing/tijdstip van betaling.

Artikel 9.

  • 1. De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 12 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt tussen de 24e en het einde van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later (eveneens tussen de 24e en het einde van de maand).

  • 4. Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het derde lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische betalingsincasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het tweede lid.

Hoofdstuk III. Reinigingsrechten.

Belastbaar feit

Artikel 10.

  • 1.

    Onder de naam "Reinigingsrechten" worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten en voor het gebruik van bezittingen, werken en inrichtingen als omschreven in het tweede lid.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde genot van diensten en het gebruik van bezittingen, werken en inrichtingen bestaat uit het gebruik maken van de gemeentelijke Milieustraten.

Belastingplicht.

Artikel 11.

Belastingplichtig voor de reinigingsrechten is degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 9, gebruik maakt.

Artikel 12.

Het recht voor het aanbieden op de gemeentelijke milieustraten van te storten of te verbranden restafval of afval dat een fractie te storten of te verbranden restafval bevat, bedraagt € 5,00 voor elke afgifte. Hierbij wordt onder restafval verstaan huishoudelijke afvalstoffen die niet of alleen tegen onevenredige kosten geschikt zijn voor hergebruik en die moeten worden gestort of verbrand. Nadere regels met betrekking tot het storten van restafval zijn opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2003.

Wijze van heffing.

Artikel 13.

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Tijdstip van betaling.

Artikel 14.

De rechten moeten worden betaald:

  • 1.

    indien de kennisgeving, nota of andere schriftuur wordt uitgereikt: op het moment van uitreiken;

  • 2.

    indien de kennisgeving, nota of andere schriftuur wordt toegezonden: binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving, nota of andere schriftuur.

Vrijstellingen.

Artikel 15.

Vervallen

Hoofdstuk IV. Algemene bepalingen.

Omzetbelasting.

Artikel 16.

De hiervoor onder hoofdstuk III vermelde tarieven zijn inclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting.

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 17.

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Inwerkingtreding en citeertitel.

Artikel 18.

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 3. De "Eerste wijziging Verordening Reinigingsheffingen 2006" van 7 november 2006 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als " Verordening Reinigingsheffingen 2008".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2007
de griffier, de voorzitter,

Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening Reinigingsheffingen 2008”.

Tarieven 2008

Redactionele wijziging

Artikel 15 is vervallen omdat deze betrekking heeft op een al eerder vervallen artikel met betrekking tot een recht dat werd geheven voor het verrichten van werkzaamheden ter bestrijding van ratten.

Afvalstoffenheffing

Voor de bepaling van de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van 100 % kostendekking.

Voor het belastingjaar 2008 is één uniform tarief bepaald voor de afvalstoffenheffing van € 244,52 per perceel per jaar. Ten opzichte van 2007 stijgt het tarief van de afvalstoffenheffing met 3,07%.

De stijging wordt veroorzaakt door:

  • -

    intensivering toezicht op vervuiling in het openbaar gebied (€ 765.000,00);

  • -

    toename kosten lediging afvalbakken in het groen (€ 121.000,00);

  • -

    verhogen van het niveau van schoonhouden in de binnenstad (€ 76.000,00).

  • -

    hogere inzet vanuit egalisatievoorziening afvalstoffenheffing (€ 157.000,00).

In verband met het positieve saldo van de voorziening afvalstoffenheffing wordt in 2008 een bedrag van € 2.388.000,00 ingezet om de tarieven te verlagen. Hierin is een vrijval vanuit reserve BAT van € 700.000,00 verwerkt. Omdat vorig jaar deze inzet nog € 2.231.000,00 bedroeg kan ten opzichte van 2007 € 157.000,00 meer ten gunste van de tarieven gebracht worden.

Reinigingsrechten

Voor het belastingjaar 2008 blijft het tarief voor het aanbieden van restafval op de gemeentelijke milieustraat ongewijzigd, namelijk € 5,00

(= vast bedrag).

Voor de afvalstoffenheffing en de beide reinigingsrechten is de tariefontwikkeling als volgt:

Tarief

2006

2007

2008

Afvalstoffenheffing

-per perceel

€ 259,79

€ 237,24

€ 244,52

Reinigingsrechten

-Afgifte Milieustraat

€ 5,00

€ 5,00

€ 5,00

Kosten en opbrengsten afvalstoffenheffing (x € 1.000,00)

Kosten reiniging

Rekening 2006

Begroting 2007

Begroting 2008

Dienst Beleidsontwikkeling

Inzameling huishoudelijk afval

17.880

18.431

18.557

ID-banen La Poubelle

10

10

10

Dienst Gebiedsontwikkeling

3.3.1.30

Gebiedsmanagement

3.1.6.30

61

59

60

Handhaving openbaar gebied

3.3.4.10

1.124

1.268

1.895

Schoonhouden openbaar gebied

3.4.2.10

-

-

2.419

Centraal meldpunt

183

171

159

Publiekszaken

4.4.3.20

Perceptiekosten

395

474

449

Bijdrage aan egalisatievoorziening

1.031

0

0

Onntrekking egalisatievoorziening

-851

0

-812

Afvasltoffenheffing

Bedrijven

5.3.4.10

Schoonhouden stad

(dit product is per 1 januari 2008 opgegaan in produtnummer 3.3.4.10)

2.127

2.216

0

Alle diensten

Correctie rente op basis van werkelijk Omslagpercentage (< 5,5%)

-127

-38

-15

Totaal te dekken kosten

21.823

22.591

23.534

Opbrengst afvalstoffenheffing

Rekening 2006

Begroting 2007

Begroting 2008

Dienst Beleidsontwikkeling

5.3.4.40

Inzameling huishoudelijk afval

181

201

261

Publiekszaken

4.4.3.20

Opbrengst heffing

21.642

20.159

20.885

Totaal in te zetten als dekking

21.823

22.591

23.534

Saldo

0

0

1.618

Dekkingspercentage

100%

100%

100%