Regeling vervallen per 08-02-2008

Verordening tot heffing en invordering van leges 2008

Geldend van 01-02-2008 t/m 07-02-2008

Intitulé

Verordening tot heffing en invordering van leges 2008

De raad van de gemeente Tilburg;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op de artikelen 156, 217, 219 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de "Verordening tot heffing en invordering van leges 2008"

Begripsomschrijving

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    “dag”: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    “week”: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    “maand”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    “jaar”: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    “kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Belastbaar feit

Artikel 2

Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Belastingplicht

Artikel 3

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Vrijstellingen

Artikel 4

  • 1.

    De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder rubriek 10.2 worden niet geheven in het geval de raadpleging geschiedt:

    • a.

      ten behoeve van de rijks-, provinciale of gemeentedienst;

    • b.

      overeenkomstig artikel 15 van de wet van 26 mei 1870, Staatsblad 82;

    • c.

      ter uitvoering van de Jachtwet.

  • 2.

    De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder rubriek 9 worden niet geheven:

    • a.

      in de gevallen waarin de beheerder ingevolge zijn instructie tot kosteloos onderzoek verplicht is;

    • b.

      voor het door het publiek persoonlijk raadplegen van archiefstukken in de Onderzoekerscentrum van het archief.

  • 3.

    De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder rubriek 2 worden niet geheven als de verstrekking plaatsvindt uitsluitend ter publicatie in de plaatselijke dagbladen.

  • 4.

    Van de in artikel 2 bedoelde leges zijn voorts vrijgesteld:

    • a.

      stukken, welke ter voldoening aan wettelijke voorschriften kosteloos moeten worden verstrekt;

    • b.

      beschikking op bezwaar- en verzoekschriften met betrekking tot gemeentelijke belastingen;

    • c.

      inlichtingen, welke anders dan ten behoeve of in het belang van bepaalde personen, op verzoek worden verstrekt aan ambassades, gezantschappen en consulaten van vreemde mogendheden;

    • d.

      stukken, vereist voor de militaire dienst, met uitzondering van die welke moeten dienen voor toelating tot enige inrichting van onderwijs waar men wordt opgeleid tot officier of voor de geneeskundige en farmaceutische dienst bij de land-, zee- of luchtmacht;

    • e.

      attestaties de vita, strekkende tot betaling van pensioenen, wachtgelden, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen ten laste van publiekrechtelijke lichamen;

    • f.

      beschikking of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag van subsidie uit de gemeentekas;

    • g.

      gunstige beschikkingen, genomen krachtens een rechtspositieregeling voor het personeel der gemeente;

    • h.

      de bevelschriften tot betaling.

  • 5.

    De leges genoemd in de in artikel 2 bedoelde tabel onder rubriek 7.3 sub c, "Verklaring omtrent het gedrag", worden niet van een aanvrager geheven die de aanvraag doet met als doel tijdelijk een gastkind van de Stichting Europa Kinderhulp in hun gezin op te nemen voor het houden van een korte vakantie.

Tarieven

Artikel 5

  • 1.

    De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Wijze van heffing

Artikel 6

  • 1.

    De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

  • 2.

    De leges als bedoeld in artikel 8.2.2, 8.2.3 en 8.2.5 van de bij deze verordening gevoegde tarieventabel worden, indien de voorlopig vastgestelde bouwkosten

    € 1.000.000,00 of meer bedragen, opgelegd bij wege van aanslag.

Tijdstip van betaling

Artikel 7

  • 1.

    De leges moeten worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, eerste lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      in geval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

    • c.

      in geval de kennisgeving wordt toegezonden, binnen 8 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De in artikel 6, tweede lid, bedoelde aanslagen moeten worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

Kwijtschelding

Artikel 8

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Teruggaaf

Artikel 9

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Abonnementen

Artikel 10

  • 1.

    De in deze verordening bedoelde abonnementen worden per schriftelijke aanvraag verleend.

  • 2.

    De bij abonnement verkregen inlichtingen mogen niet worden gepubliceerd of anderszins bekend gemaakt, noch aan derden worden verstrekt of medegedeeld, noch ten behoeve van derden worden verwerkt.

  • 3.

    Het publicatieverbod geldt niet ten aanzien van abonnementen verleend voor dag-, week- en buurtbladen voor zover betreft de publicatie in de eigen bladen.

  • 4.

    Abonnementen worden geacht te zijn ingegaan op de dag, waarop het verschuldigde bedrag is voldaan, tenzij een andere datum is overeengekomen.

  • 5.

    Het voorafgaande geldt mede ten aanzien van inlichtingen, verstrekt door middel van de computer.

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Artikel 11

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders heeft de bevoegdheid tot het vaststellen van de legesverordening met betrekking tot de van rijkswege in de loop van het belastingjaar gewijzigde tarieven.

Inwerkingtreding

Artikel 12

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2008.

  • 3.

    De "Legesverordening 2007" van 7 november 2006, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2008".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 november 2007

Bijlage

Tarieventabel behorende bij de “Legesverordening 2008”.

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemeen

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5 Reisdocumenten

Hoofdstuk 6 Rijbewijzen

Hoofdstuk 7 Overige burgerzaken

Hoofdstuk 8 Bouwvergunningen

Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg

Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen

Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet

Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke Verordening

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 16 Vervallen

Hoofdstuk 17 Diversen

De in artikel 2 van de Legesverordening 2008 bedoelde tarieven bedragen:

Hoofdstuk 1 Algemeen

  • 1.

    1 Vergunningen, beschikkingen en dergelijke

    Voor een gunstige beschikking op aanvragen van een

    vergunning of een ontheffing, dan wel voor elk ander

    stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager

    opgemaakt, voor zover daarvoor in deze verordening

    geen bijzondere regeling is opgenomen of voor zover

    daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat,

    per bladzijde € 2,94

    met een minimum van € 9,20

  • 1.

    2 Fotokopieën

Voor het verstrekken van een fotokopie van een getypt,

gedrukt of geschreven stuk, van maximaal het formaat A4,

anders dan bedoeld in rubriek 10.2, per bladzijde

* A4 enkelzijdig € 0,06

* A4 dubbelzijdig € 0,12

* A3 enkelzijdig € 0,12

* A3 dubbelzijdig € 0,18

* A2 formaat € 4,28

* A1 formaat € 5,47

* A0 formaat € 5,99

Hoofdstuk 2 Bestuursstukken

  • 2.

    Raadsstukken

    • a.

      Voor een abonnement op de stukken van de

      gemeenteraad (exclusief de begrotingsstukken) per jaar € 25,83

    • b.

      Voor een abonnement op agenda's en verslagen der

      vaste raadscommissies van advies en bijstand per jaar € 32,34

    • c.

      Voor losse exemplaren van de onder letter a

      bedoelde stukken: per bladzijde € 0,05

      met een minimum van € 0,13

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand

3.1 Nasporingen en inlichtingen burgerlijke stand

3. Voor het doen van een opzoeking of nasporing in de

3. registers van de burgerlijke stand, lopende over het

3. tijdperk na de invoering van de burgerlijke stand en

3. berustend in het archief van de burgerlijke stand,

3. zonder dat van het resultaat een authentiek uittreksel

3. uit de registers of een bewijs van inschrijving wordt

3. verlangd ongeacht of de bemoeiingen al dan niet tot

3. het gewenste doel leiden, per eenheid van 15 minuten

3. (afgerond naar boven) € 30,00

3.2 Huwelijksvoltrekking/Partnerschapsregistratie

Voor het in behandeling nemen van een huwelijksaanvraag

of partnerschapsregistratie, waarbij het huwelijk of

partnerschapsregistratie wordt gesloten op werkdagen

tussen 8.45 en 18.00 uur.

  • a.

    in de Oranjezaal € 374,50

  • b.

    in de Willem II-zaal € 317,35

  • c.

    in de Anna Paulowna-zaal € 289,45

  • d.

    Vervallen

  • e.

    in de trouwzaal Udenhout, raadszaal € 389,85

  • f.

    in de trouwzaal Udenhout, B&W-kamer € 286,90

  • g.

    in één van de aangewezen externe huwelijkslocaties € 317,35

    Indien de huwelijksvoltrekking of partnerschaps-

    registratie plaatsvindt op werkdagen voor 8.45 uur

    ofwel ná 18.00 uur, dan wel op een zaterdag tussen

    • 8.

      45en 18.00 uur, is voor het onder a t/m f bepaalde

      recht een opslag verschuldigd van: € 54,15

      Voor het voltrekken van een huwelijk of

      partnerschapsregistratie buiten het gemeentehuis, in

      het geval bedoeld in artikel 64 van het Burgerlijk

      Wetboek, indien niet is gebleken van het onvermogen

      van partijen: € 197,75

    • 3.

      3 Trouwboekje

      Voor een trouwboekje uitgevoerd in leer met opdruk € 16,40

      Voor een trouwboekje uitgevoerd in linnen met opdruk € 15,50

      Voor een trouwboekje uitgevoerd in kunststof met opdruk € 6,05

    • 3.

      4 Afschrift van/uittreksel uit akte van de Burgerlijke stand.

      Voor het verstrekken van een afschrift van of een

      uittreksel uit een akte uit de registers van de

      burgerlijke stand € 10,80

    • 3.

      5 Verklaring van huwelijksbevoegdheid

      Nederlanders die in het buitenland een huwelijk willen

      aangaan, moeten in een aantal gevallen een verklaring

      van huwelijksbevoegdheid overleggen. Dit is een

      verklaring, waaruit blijkt dat er naar Nederlands recht

      geen beletselen bestaan tegen het voorgenomen

      huwelijk. Deze verklaring wordt afgegeven door de

      ambtenaar van de burgerlijke stand van de (laatste)

      woonplaats in Nederland. € 19,60

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke BasisAdministratie persoonsgegevens

  • 4.

    1 Nasporingen bevolkingsregister

    Voor het verstrekken van inlichtingen, betreffende niet

    met namen en adressen aangeduide personen,

    ten behoeve waarvan één of meer kaartenverzamelingen

    of registers, behorende tot de bevolkingsadministratie,

    niet berustende in de archiefbewaarplaatsen, bedoeld

    in de Archiefwet 1995, geheel of gedeeltelijk moet

    worden doorlopen, dat voor het verzamelen der gegevens,

    de verstrekking ervan daaronder begrepen, nodig is, per

    eenheid van 15 minuten (afgerond naar boven) € 30,00

  • 4.

    2 Voor het verstrekken van een inlichting aan een derde

    als genoemd in het Privacyreglement voor de

    Gemeentelijke Basisregistratie personen

    (B&W-besluit 2 juli 2002, A18):€ 7,95

  • 4.

    3 Inzagerecht en protocollering GBA

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

    tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in de

    artikelen 79 en 103 van de wet GBA € 4,50

  • 4.

    4 Documentatie omtrent bevolking

    Voor het ad hoc verstrekken uit de Gemeentelijke

    Basisregistratie personen van andere inlichtingen

    dan bedoeld onder 4.2, per eenheid van 15 minuten

    (afgerond naar boven) € 30,00

  • 4.

    5 Transportkosten

    Vervallen

Hoofdstuk 5 Reisdocumenten

  • 5.

    1 Nationale paspoorten en Nederlandse Identiteitskaarten

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    • a.

      tot het afgeven van een nationaal paspoort € 48,35

    • b.

      tot het afgeven van een faciliteitenpaspoort € 48,35

    • c.

      tot het afgeven van een nationaal paspoort, een

      groter aantal bladzijden bevattend dan een paspoort

      als bedoeld onder a € 54,00

    • d.

      tot het afgeven van een Nederlandse identiteitskaart € 40,70

    • e.

      tot het afgeven van een reisdocument voor vreemdelingen € 48,35

    • f.

      tot het afgeven van een reisdocument voor

      vluchtelingen € 48,35

    • g.

      tot het bijschrijven van een kind in een

      reisdocument als bedoeld in dit artikel sub a,

      sub b, sub c, sub e en sub f direct bij de

      aanvraag van dit nieuwe reisdocument € 8,50

    • h.

      tot het bijschrijven van een kind middels een

      bijschrijvingsticker in een reeds uitgegeven

      reisdocument als bedoeld in dit artikel sub a,

      sub b, sub c, sub e en sub f. € 19,50

    • i.

      worden de tarieven als genoemd in dit artikel sub a,

      sub b, sub, c, sub d, sub e en sub f bij een

      spoedlevering vermeerderd met een bedrag van € 41,00

    • j.

      wordt het tarief als genoemd in dit artikel sub i bij

      een gecombineerde spoedlevering van een nieuw

      reisdocument als bedoeld in dit artikel sub a, sub b,

      sub c, sub e en sub f en het bijschrijven van één of

      meer kinderen als bedoeld in dit artikel sub g slechts

      één keer per reisdocument berekend.

    • k.

      wordt het tarief als genoemd in dit artikel sub h

      bij een spoedlevering vermeerderd met een

      bedrag per bijschrijvingsticker van € 19,50

    • l.

      tot het afgeven van een nationaal paspoort, indien

      aan de aanvrager reeds eerder een nationaal paspoort

      werd verstrekt, welk document bij de aanvraag niet

      compleet kan worden overlegd en de aanvrager zich

      niet met een geldig legitimatiebewijs kan legitimeren,

      wordt de terzake verschuldigde leges verhoogd met € 24,00

Hoofdstuk 6 Rijbewijzen

  • 6.

    1 Wegenverkeersregeling

    • a.

      Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

      tot eerste afgifte, vervanging of vernieuwing van

      een rijbewijs € 44,95

    • b.

      Voor het in behandeling nemen van en het

      bemiddelen in een aanvraag voor de omwisseling

      van een buitenlands rijbewijs, af te geven door de

      Rijksdienst voor het Wegverkeer: € 68,95

      De kosten voor het rijbewijs zijn overigens inbegrepen

      en worden met voornoemde instantie verrekend.

    • c.

      Voor het afgeven of vernieuwen van een rijbewijs,

      waarbij de aanvrager reeds eerder een rijbewijs

      werd verstrekt, welk document bij de aanvraag

      niet compleet kan worden overgelegd en de

      aanvrager zich niet met een geldig legitimatiebewijs

      kan legitimeren, wordt de ter zake verschuldigde

      leges verhoogd met € 24,00

    • d.

      De tarieven als genoemd onder sub a en b worden bij

      een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van € 40,00

    • e.

      Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

      tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal

      Register Rijbewijzen of elke andere vergunning

      of ontheffing verleend op grond van de

      Wegenverkeerswet, het Wegenverkeersreglement

      of een daarop steunende regeling € 7,95

    • f.

      Voor elke andere vergunning of ontheffing verleend

      op grond van de Wegenverkeerswet, het

      Wegenverkeersreglement of een daarop steunende regeling, uitgezonderd het gestelde in artikel 15.2,

      dan wel voor een wijziging van een dergelijke

      vergunning of ontheffing € 7,80

      6.2Eigen verklaring

      6.2 Voor het in behandeling nemen van een eigen verklaring/

het verstrekken van een eigen verklaring ter verkrijging

van een geneeskundige verklaring bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen voor de eerste afgifte,

dan wel vernieuwing of omwisseling van een rijbewijs € 19,00

Hoofdstuk 7 Overige Burgerzaken

  • 7.

    1 Naturalisatie

    Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot

    verkrijging van de Nederlandse nationaliteit

    • -

      enkelvoudig verzoek laag tarief € 238,00

    • -

      meervoudig verzoek laag tarief € 335,00

    • -

      enkelvoudig verzoek hoog tarief € 358,00

    • -

      meervoudig verzoek hoog tarief € 454,00

    • -

      enkelvoudig optieverzoek € 136,00

    • -

      gemeenschappelijk optieverzoek € 232,00

  • 7.

    2 Legalisatie

    Voor de legalisatie van een handtekening/diploma € 7,95

7.3 Verklaringen in het bijzonder belang van de aanvragers

  • a.

    Voor een akte van eedsaflegging € 7,95

  • b.

    Voor een attestatie de vita € 7,95

  • c.

    Voor een verklaring omtrent het gedrag € 30,05

  • d.

    Voor verklaringen van woonplaats inzake naturalisatie € 7,95

  • e.

    Voor een verklaring van Nederlanderschap € 7,95

  • f.

    Voor verklaringen, certificaten en dergelijke -

    zonder onderscheid - die in het bijzonder belang

    van de personen, die de stukken vragen, worden

    afgegeven, en voor zover niet uitdrukkelijk elders

    in deze verordening een hoger of lager recht is

    genoemd, per stuk € 7,95

    • 7.

      4 Wet Bescherming Persoonsgegevens.

      Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

      het verkrijgen van een bericht als bedoeld in de artikelen

      35 en 39 van de Wet Bescherming Persoonsgegevens € 4,50

    • 7.

      5 Lijkbezorging

      Voor een verlof tot het doen opgraven en het doen

      overplaatsen van een lijk € 18,00

    • 7.

      6 Verblijfsvergunningen

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot

vergunning van verblijf in Nederland:

a. Met machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) voor

hetzelfde doel als waarvoor een vergunning wordt

aangevraagd

  • -

    verblijf bij familie- of gezinslid € 188,00

  • -

    gezinsleden van niet geprivilegieerd NAVO-

personeel € 0,00

  • -

    om arbeid te verrichten € 188,00

  • -

    niet geprivilegieerd NAVO-personeel, alsmede

arbeid in loondienst of zelfstandige als tijdelijk beschermde € 0,00

  • -

    studie, kennismigrant, uitwisseling, au pair € 188,00

  • -

    uitwisseling WHS/WHP/YWEP € 30,00

  • -

    medische gronden en wedertoelating € 188,00

  • -

    wedertoelating o.g.v. art.8 Remigratiewet € 30,00

  • -

    bijzonder individueel geval € 188,00

  • -

    bijzonder individueel geval met verklaring van

minister € 0,00

b. Verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd zonder MVV

of een aanvraag wijziging verblijfsvergunning, alsmede

aanvraag vergunning met MVV maar voor ander verblijfsdoel

dan waarvoor de MVV is afgegeven

-verblijf bij familie- of gezinslid, alsmede

familiebezoek € 830,00

  • -

    (afwachten onderzoek) adoptie € 331,00

  • -

    gezinslid, alsmede in Nederland geboren kind € 188,00

  • -

    gezinsleden van niet geprivilegieerd NAVO-

personeel € 0,00

  • -

    om arbeid te verrichten € 433,00

  • -

    niet geprivilegieerd NAVO-personeel, alsmede

arbeid in loondienst of zelfstandige als

tijdelijk beschermde € 0,00

- studie, uitwisseling en au pair € 433,00

uitwisseling WHS/WHP/YWEP € 30,00

-kennismigrant, medische grond, wedertoelating

voortgezet verblijf, buiten schuld niet kunnen

vertrekken of bijzonder individueel geval € 331,00

  • -

    wedertoelating o.g.v. art. 8 Remigratiewet € 30,00

  • -

    buiten schuld met verklaring Minister, (kinderen

van) slachtoffer mensenhandel, alsmede bijzonder

  • -

    individueel geval met verklaring Minister € 0,00

  • -

    EU € 30,00

c. Verblijfsvergunning onbepaalde tijd

  • -

    verblijfsvergunning onbepaalde tijd € 201,00

  • -

    verblijfsvergunning onbepaalde tijd o.g.v. artikel 8

    Remigratiewet € 30,00

Hoofdstuk 8 Bouwvergunningen

8.1 Bouwkosten

Onder bouwkosten wordt in deze rubriek verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

8.2 Bouwvergunningen

8. Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van:

een aanvraag tot het verkrijgen van een lichte bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel q, van de Woningwet, indien de bouwkosten:

  • a.

    minder bedragen dan € 50.000,00: 1,53% over elk heel bedrag van € 50,00 met een minimum van € 100,00;

  • b.

    € 50.000,00 bedragen of meer:

€ 750,00 vermeerderd met 1,73% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00.

een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere bouwvergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel p, van de Woningwet, indien de bouwkosten:

  • a.

    minder bedragen dan € 50.000,00: 2,12% over elk heel bedrag van € 50,00 met een minimum

    van € 125,00;

  • b.

    € 50.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 4.500.000,00: € 1.040,00 vermeerderd met 2,00% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00;

  • c.

    € 4.500.000,00 of meer bedragen:

€ 88.200,00 vermeerderd met 1,50% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 4.500.000,00.

een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, tweede lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten:

  • a.

    minder bedragen dan € 50.000,00:

    0,70% over elk heel bedrag van € 50,00 met een minimum van € 75,00;

  • b.

    € 50.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 4.500.000,00:

€ 345,00 vermeerderd met 0,67% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00;

c. € 4.500.000,00 of meer bedragen:

€ 29.700,00 vermeerderd met 0,51% over elk heel bedrag van

€ 500,00 boven € 4.500.000,00.

  • 4.

    een aanvraag tot het verkrijgen van een gewijzigde bouwvergunning eerste fase, als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 8.2.3 bepaald en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, met dien verstande dat in elk geval € 75,00 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt.

  • 5.

    een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning tweede fase, als bedoeld in artikel 56a, derde lid, van de Woningwet, indien de bouwkosten:

    • a.

      minder bedragen dan € 50.000,00:

      1,64% over elk heel bedrag van € 50,- met een minimum van € 75,00;

    • b.

      € 50.000,00 bedragen of meer, doch minder dan € 4.500.000,00:

€ 805,00 vermeerderd met 1,57 % over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 50.000,00;

c.€ 4.500.000,00 of meer bedragen: € 69.300,00 vermeerderd met 1,17% over elk heel bedrag van € 500,00 boven € 4.500.000,00.

Bij een aanvraag van een bouwvergunning wordt een gespecificeerde, controleerbare opgave verstrekt van de bouwkosten. Het tarief voor het in behandeling nemen van een bouwaanvraag bedraagt nimmer meer dan € 500.000,00.

  • 6.

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning voor de bouw van tijdelijke bouwwerken waarbij het hanteren van een gangbare bouwsom niet mogelijk is, zoals bij het plaatsen van prefab-units, tenten of iets dergelijks, bedraagt € 50,00 per 10 m² vloeroppervlakte, afgerond op een veelvoud van 10 m², met dien verstande dat minimaal € 100,00 betaald moet worden.

  • 7.

    Voor het verlenen van een gedoogbeschikking ten aanzien van het bouwen van een bouwwerk, dat zonder de vereiste bouwvergunning is opgericht en waarvoor niet alsnog bouwvergunning kan worden verkregen, worden leges geheven volgens het tarief als vermeld in 8.2.1.a en b.

  • 8.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende bouwvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening € 50,00.

  • 9.

    a. Indien ten behoeve van een schetsplan, een principeverzoek of bouwplan advies wordt gevraagd, bedraagt het tarief € 80,00.

    • b.

      Indien binnen 26 weken, na verzending van het onder lid a bedoelde advies, een aanvraag om een bouwvergunning wordt ingediend, welke overeenkomstig het afgegeven advies is, wordt het onder lid a bedoelde tarief in mindering gebracht op de verschuldigde leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om bouwvergunning. In het geval dat de bouwvergunning wordt aangevraagd in twee fasen, zal het bedrag in mindering worden gebracht op het tarief dat betrekking heeft op de aanvraag bouwvergunning eerste fase.

  • 10.

    Indien ten behoeve van een schetsplan, een principeverzoek of bouwplan advies wordt gevraagd aan de Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB) wordt de overeenkomstig de hiervoor vermelde artikelen (8.2.1 tot en met 8.2.8) berekende bedragen verhoogd met een bedrag van € 357,00.

8.3 Verhogingen in geval van vrijstelling / ontheffing van een bestemmingsplan

8.3.0 Algemene bepaling

Indien de Wet op de Ruimtelijke Ordening in 2008 wijzigt (Staatsblad 2006, 566), worden onderstaande tussen haakjes vermeld artikelen (8.3.1a, 8.3.2a, 8.3.3a, 8.3.4a, 8.3.5a, 8.3.6, 8.5.8a en b, 8.6.6 en 8.8a) geacht in deze verordening te zijn opgenomen.

8.3.1 Verhoging in geval van vrijstelling van een bestemmingsplan

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 11, 15, met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, 16 of 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vierde en zesde lid, van de Woningwet, wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag verhoogd als volgt:

  • a.

    In het geval van art. 11 WRO: € 3.419,95 verhoogd met € 1,05 per m2

    bestemmingsoppervlak met bebouwingsmogelijkheden (derhalve niet zijnde verkeers- en groenbestemmingen);

  • b.

    In de overige gevallen: € 610,75.

(8.3.1a Verhoging in geval van ontheffing van een bestemmingsplan

Indien de aanvraag betrekking heeft op eenbouwplan waarvoor een ontheffing moet worden verleend met toepassing van artikel 3.22 Wet op de ruimtelijke ordening of waarvoor toepassing dient te worden gegeven aan een ingevolge artikel 3.6 onder c Wet op de ruimtelijke ordening in het bestemmingsplan opgenomen ontheffingsmogelijkheid, met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, of waarvoor toepassing gegeven dient te worden aan artikel 50, derde lid, van de Woningwet, wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag verhoogd als volgt:

  • a.

    In het geval van een ingevolge art. 3.6 Wet op de ruimtelijke ordening onder a of b in het plan opgenomen ontheffing: € 3.419,95 verhoogd met € 1,05 per m2 met bebouwingsmogelijkheden (derhalve niet zijnde verkeers- en groenbestemmingen);

  • b.

    In de overige gevallen: € 610,75.)

8.3.2 Verhoging ingeval van vrijstelling van het bestemmingsplan waarbij sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning

Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19, eerste, tweede of vierde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vijfde lid, van de Woningwet, wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder A, B en/of C aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:

a.Zelfstandige woningen.

Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.

b. Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.

Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wonen wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende

m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.

c.Onbebouwde percelen.

Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terreinoppervlak wordt dit basisbedrag verhoogd voor de extra m2 met een bedrag van € 678,60 voor elke extra hectare terreinoppervlak.

(8.3.2a Verhoging ingeval van ontheffing van het bestemmingsplan waarbij sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning

Indien de aanvraag betrekking heeft op eenbouwplan waarvoor een ontheffing moet worden verleend als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 van de Wet op de ruimtelijke ordening of toepassing moet worden gegeven aan artikel 50, derde lid, van de Woningwet, wordt het overeenkomstig artikel 8.2 berekende bedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder A, B en/of C aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:

  • a.

    Zelfstandige woningen.Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.

  • b.

    Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen. Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wonen wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m² Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.

  • c.

    Onbebouwde percelen. Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terrein-oppervlak wordt dit basisbedrag verhoogd voor de extra m2 met een bedrag van € 678,60 voor elke extra hectare terreinoppervlak.)

(8.3.3a Verhoging ingeval van ontheffing van het bestemmingsplan waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 en van de Wet op de ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2 € 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:

  • a.

    Zelfstandige woningen. Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.

  • b.

    Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.

  • c.

    Onbebouwde percelen. Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terreinoppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 678,60 voor elke hectare extra terreinoppervlak.)

8.3.4 Verhoging in verband met uitwerking/wijziging van het bestemmingsplan waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van toepassing van art. 11, respectievelijk een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 15, met uitzondering van de 10%-afwijkingsbevoegdheid of 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2 als volgt:

  • a.

    in het geval van art. 11 WRO: € 3.419,95 verhoogd met € 1,05 per m2 bestemmingsoppervlak met bebouwingsmogelijkheden (derhalve niet zijnde verkeers- en groenbestemmingen);

  • b.

    in de overige gevallen: € 608,70.

(8.3.4a Verhoging in verband met uitwerking/wijziging van het bestemmingsplan waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen en/of uitwerken van een ingevolge art. 3.6 onder a en b van de Wet op de ruimtelijke ordening aangewezen deel van een bestemmingsplan, of waarvoor toepassing dient te worden gegeven aan een ingevolge artikel 3.6 onder c van de Wet op de ruimtelijke ordening in het bestemmingsplan opgenomen ontheffingsmogelijkheid, met uitzondering van de 10% afwijkingsbevoegdheid, of 3.22 van de Wet op de ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2 als volgt:

  • a.

    in het geval van art. 3.6 Wet op de ruimtelijke ordening onder a en b: € 3.419,95 verhoogd met € 1,05 per m2 bestemmingsoppervlak met bebouwingsmogelijkheden (derhalve niet zijnde verkeers- en groenbestemmingen);

  • b.

    in de overige gevallen: € 608,70.)

8.3.5 Verhoging ingeval van vrijstelling van het bestemmingsplan waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 19, eerste, tweede of vierde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2 € 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:

a.Zelfstandige woningen.

Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.

b.Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.

Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met

€ 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.

c.Onbebouwde percelen.

Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terrein-oppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 678,60 voor elke hectare extra terreinoppervlak.

(8.3.5a Verhoging ingeval van ontheffing van het bestemmingsplan waarbij geen sprake is van samenloop met een aanvraag om bouwvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 en van de Wet op de ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning als bedoeld in artikel 8.2

€ 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:

a.Zelfstandige woningen. Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.

b. Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met

€ 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.

c.Onbebouwde percelen.Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terrein-oppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 678,60 voor elke hectare extra terreinoppervlak.)

(8.3.6 Verhoging ingeval van medewerking aan een verzoek een bestemmingsplan op te stellen

  • 1.

    Het tarief ter zake het gevolg geven aan het verzoek om een bestemmingsplan op te stellen, al dan niet in combinatie met een aanvraag om bouwvergunning, en waarbij sprake is van een individueel belang bedraagt € 3.419,95. Dit bedrag wordt vermeerderd met de som van de onder a, b en/of c aangegeven bedragen, berekend per onderdeel van de aanvraag:

    • a.

      Zelfstandige woningen.Voor alle zelfstandige woningen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 583,60 per woning voor de eerste 50 woningen. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 50 woningen wordt het bedrag voor de eerste 50 woningen met € 583,60 verhoogd en voor de resterende woningen met € 386,80 per woning.

    • b.

      Niet zelfstandige woningen en gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen.Voor alle gebouwen en bouwwerken met een andere functie dan wonen in de aanvraag wordt het basisbedrag verhoogd met € 5,80 per m2 Bruto Vloer Oppervlak voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak wordt het bedrag voor de eerste 5.000 m2 Bruto Vloer Oppervlak met € 5,80 per m2 verhoogd en voor de resterende m2 met € 3,85 per m2 Bruto Vloer Oppervlak.

    • c.

      Onbebouwde percelen.Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op onbebouwde percelen (daaronder wordt alles verstaan dat niet onder de noemer bouwwerk of gebouw valt) dan wordt het basisbedrag verhoogd met een basisbedrag van € 3.079,60 voor de eerste 5.000 m2 terreinoppervlak. Indien de aanvraag betrekking heeft op meer dan 5.000 m2 terrein-oppervlak dan wordt dit bedrag nog eens verhoogd met een bedrag van € 678,60 voor elke hectare extra terreinoppervlak.

  • 2.

    Onder een verzoek als bedoeld in lid 1 moet mede worden verstaan een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8.3.2a en 8.3.3a waarvoor b&w aannemelijke redenen hebben om aan dit verzoek medewerking te verlenen door het opstellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 Wet op de ruimtelijke ordening ipv het verlenen van medewerking aan een procedure als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 en van de Wet op de ruimtelijke ordening. In dit geval zijn de artikelen 8.3.2a en 8.3.3a niet van toepassing.)

  • 8.

    5 Teruggaaf

Er wordt nimmer teruggaaf verleend van de verhoging als bedoeld in artikel 8.2.9 van deze verordening.

  • 1.

    Indien de aanvraag om bouwvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen voor:

    • a.

      een lichte bouwvergunning een minimumbedrag van€ 100,00;

    • b.

      een reguliere bouwvergunning een minimumbedrag van € 125,00;

    • c.

      een bouwvergunning eerste fase een minimumbedrag van € 75,00;

    • d.

      een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag van € 75,00;

aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.

  • 2.

    Bij intrekking van een aanvraag voor het verkrijgen van een bouwvergunning eerste fase, op initiatief van de aanvrager, voor het verlenen van de bouwvergunning, wordt nimmer teruggaaf van leges verleend.

  • 3.

    Indien een aanvraag tot het verkrijgen van:

    • -

      een lichte bouwvergunning,

    • -

      een reguliere bouwvergunning,

      dan wel een bouwvergunning tweede fase,

wordt ingetrokken voordat de vergunning is verleend, wordt teruggaaf van 75% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen voor:

  • a.

    een lichte bouwvergunning een minimumbedrag van € 100,00;

  • b.

    een reguliere bouwvergunning een minimumbedrag van € 125,00;

  • c.

    een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag van € 75,00

aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.

  • 4.

    Indien een aanvraag om bouwvergunning wordt ingetrokken, op initiatief van de gemeente, omdat ze niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die de gemeente - door bijvoorbeeld verkeerde of te late advisering - aangerekend kunnen worden, en binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg hetzelfde bouwplan, dan wordt teruggaaf van 100% van de leges voor de eerste aanvraag verleend.

  • 5.

    Indien de gevraagde bouwvergunning wordt geweigerd, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen voor:

    • a.

      een lichte bouwvergunning een minimumbedrag van € 100,00;

    • b.

      een reguliere bouwvergunning een minimumbedrag van € 125,00;

    • c.

      een bouwvergunning eerste fase een minimumbedrag van € 75,00;

    • d.

      een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag van € 75,00

aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.

  • 6.

    Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt en dit binnen een jaar na de verlening van de vergunning door de vergunninghouder kenbaar wordt gemaakt, wordt teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen voor:

    • a.

      een lichte bouwvergunning een minimumbedrag van € 100,00;

    • b.

      een reguliere bouwvergunning een minimumbedrag van € 125,00;

    • c.

      een bouwvergunning eerste fase een minimumbedrag van € 75,00;

    • d.

      een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag van € 75,00

aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.

7.Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, wordt teruggaaf van 100% van de leges voor de eerste aanvraag verleend en geldt voor de nieuwe aanvraag het tarief aan leges dat verschuldigd is door de toepassing van het tarief als vermeld in 2 voor het gehele bouwplan, met dien verstande dat voor:

a. een lichte bouwvergunning een minimumbedrag van € 100,00;

  • b.

    een reguliere bouwvergunning een minimumbedrag van € 125,00;

  • c.

    een bouwvergunning eerste fase een minimumbedrag van € 75,00;

  • d.

    een bouwvergunning tweede fase een minimumbedrag van € 75,00 extra betaald moet worden.

Het vorenstaande is niet van toepassing, indien de afwijking zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is.

  • 8.

    Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan of een project als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 19, eerste of tweede lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, vijfde lid, van de Woningwet en op grond van artikel 8.3.2 van deze legesverordening de leges zijn verhoogd en:

    • a.

      Gedurende de procedure blijkt dat de aanvraag niet zal leiden tot afgifte van een verklaring van geen bezwaar door de provincie, wordt teruggave van 25% van genoemde verhoging verleend.

    • b.

      De procedure wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente aangerekend kunnen worden, wordt teruggave van 100% van genoemde verhoging verleend.

(8a. Indien de aanvraag betrekking heeft op een verzoek waarvoor een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 Wet op de ruimtelijke ordening is opgesteld en op grond van artikel 8.3.6 van deze legesverordening de leges zijn verhoogd en de procedure wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente aangerekend kunnen worden, wordt teruggave van 100% van genoemde verhoging verleend.)

(8b. Indien de aanvraag betrekking heeft op een verzoek waarvoor een procedure is gestart als bedoeld in artikel 3.10 en/of 3.40 van de Wet op de ruimtelijke ordening en op grond van artikel 8.3.2a en 8.3.3a van deze legesverordening de leges zijn verhoogd en de procedure wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente aangerekend kunnen worden, wordt teruggave van 100% van genoemde verhoging verleend.)

  • 9.

    Indien de aanvraag betrekking heeft op het verkrijgen van een vrijstelling van het geldende bestemmingsplan als bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waarbij geen sprake is van een aanvraag om een bouwvergunning en:

    • a.

      Gedurende de procedure blijkt dat de aanvraag niet zal leiden tot afgifte van een verklaring van geen bezwaar door de provincie, wordt teruggave van 25% van de geheven leges verleend.

    • b.

      De procedure wordt stopgezet door omstandigheden die de gemeente aangerekend kunnen worden, wordt teruggave van 100% van de geheven leges verleend.

      8.6 Sloopvergunning

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning voor het geheel of gedeeltelijk slopen van een bouwwerk, als bedoeld in artikel 8.1 van de Bouwverordening, waarbij een hoeveelheid sloopafval vrijkomt van:

10 m3 t/m 50 m3 € 200,00

51 m3 t/m 100m3 € 725,00

101 m3 t/m 500 m3 € 1.400,00

Meer dan 500 m3 € 2.750,00.

  • 2.

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verwijderen van asbest, waarbij de hoeveelheid sloopafval minder bedraagt dan 10 m3, als bedoeld in artikel 8.1.1 lid 2 van de Bouwverordening, bedraagt € 200,00.

  • 3.

    Indien bij een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning, als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een sloopveiligheidsplan moet worden ingediend, wordt het in artikel 8.6 lid 1 en lid 2 genoemde bedrag verhoogd met € 50,00.

  • 4.

    Indien:

    • -

      op een sloopaanvraag afwijzend wordt beschikt;

    • -

      een sloopaanvraag wordt ingetrokken , voordat hierop een beslissing is genomen,

wordt teruggaaf van 75 % van de geheven leges verleend.

5.Indien een sloopvergunning wordt ingetrokken op verzoek van de aanvrager, omdat daarvan na verlening geen gebruik wordt gemaakt, wordt op verzoek, tot uiterlijk één jaar na verlening teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend.

(6. Indien er sprake is van een samenloop van een aanvraag om een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Bouwverordening en een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder b of artikel 3.7, derde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zijn de tarieven als genoemd in artikel 8.6, eerste lid van toepassing. Indien er sprake is van genoemde samenloop wordt de volgende regel toegevoegd:

minder dan 10 m³ € 150,00.

Bij toepassing van dit lid blijft het bepaalde in de artikelen 8.6 lid 2 tot en met 5 van toepassing.)

  • 8.

    7 Gebruiksvergunning in verband met brandveiligheid

  • 1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het gebruik van een bouwwerk als bedoeld in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening:

    • a.

      voor een gebruiksoppervlak tot en met 200 m2 € 456,93

      voor een gebruiksoppervlak van 201 m2

      tot en met 1000 m2, € 456,93

      vermeerderd met een bedrag van € 95,39

      per 100 m2 voor elke 100 m2 of gedeelte

      daarvan boven een gebruiksoppervlak boven

      de 201 m2.

    • b.

      voor een gebruiksoppervlak van 1001 m2 tot

      en met 5000 m2, € 1.220,04

      vermeerderd met een bedrag van € 40,53

      per 100 m2 voor elke 100 m2 of gedeelte

      daarvan boven een gebruiksoppervlak boven

      de 1001 m2.

    • c.

      voor een gebruiksoppervlak groter dan € 2.839,72

      5001 m2 vermeerderd met een bedrag van € 17,55

      per 100 m2 of gedeelte daarvan boven een

      gebruiksoppervlak boven de 5001 m2.

  • 2.

    Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, voor een bouwwerk dat gedeeltelijk wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlak van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.

3. Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, voor een veranderd gebruik, zonder dat er sprake is van verbouwing of anderszins, wordt de leges slechts berekend over het gebruiksoppervlak dat wordt vernieuwd, dan wel veranderd of vergroot, vermeerderd met het gebruiksoppervlak van de ruimten die direct grenzen aan de beschouwde ruimte(n), met een maximum van tweemaal de gebruiksoppervlakte van de ruimten die worden vernieuwd, veranderd of vergroot.

  • 4.

    Voor zover een vergunning, als bedoeld in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, aanpassing behoeft na een verandering waarvoor overeenkomstig artikel 44 van de Woningwet slechts een lichte bouwvergunning is vereist, dan wel sprake is van vergunningvrij bouwen, op aanvraag van een vergunninghouder, is het gestelde onder 8.7.2. eveneens van toepassing.

  • 5.

    Indien een aanvraag voor een vergunning, overeenkomstig artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, op grond van het gestelde in artikel 6.1.3 van de Bouwverordening niet verder in behandeling wordt genomen zal 10% van de leges als bedoeld in 8.7.1, 8.7.2, 8.7.3 en 8.7.4 in rekening worden gebracht met een minimum van € 125,00 en een maximum van € 1.200,00.

  • 6.

    Indien een vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, op grond van het gestelde in artikel 6.1.5, lid a van de Bouwverordening, moet worden geweigerd, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges als bedoeld in lid 1 tot en met lid 4 van dit artikel verleend met dien verstande dat er een minimumbedrag van € 250,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.

  • 7.

    Voor een hernieuwde aanvraag van een vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Bouwverordening, voor een bouwwerk waarvan de vergunning op grond van het bepaalde in artikel 6.1.6, eerste lid, van de Bouwverordening is ingetrokken, wordt de leges berekend overeenkomstig het bepaalde in lid 1.

  • 8.

    Indien binnen twee weken na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1 van de Bouwverordening, doch voor het verlenen van een vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 75% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van € 125,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.

  • 9.

    Indien op een later tijdstip dan in lid 8 bedoeld na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 6.1.1 van de Bouwverordening, doch voor het verlenen van een vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimum-bedrag van € 125,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.

  • 10.

    Voor het aanpassen van een bestaande vergunning, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.1, eerste lid van de Bouwverordening door middel van revisietekeningen en administratieve handelingen, zonder dat er sprake is van een verbouwing, wordt er een minimumbedrag van € 50,00 geheven.

  • 11.

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de Bouwverordening bedraagt € 50,00.

  • 8.

    8 Aanlegvergunningen

  • 1.

    Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 14 of 21, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (aanlegvergunning) € 100,00.

    2. Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 16 of 46, zesde, achtste of tiende lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt het overeenkomstig 8.2 berekende bedrag verhoogd met € 2.250,00.

  • 3.

    Indien de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 46, zevende lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt het overeenkomstig 8.2 berekende bedrag verhoogd met € 2.250,00.

(8.8a Aanlegvergunningen

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a of 3.7, derde lid, van de Wet op de ruimtelijke ordening (aanlegvergunning) € 100,00.)

  • 8.

    9 Monumentenvergunning

  • 1.

    Omschrijving monumentenvergunning Onder monumentenvergunning wordt in deze rubriek verstaan een vergunning als bedoeld in artikel 11, lid 2 van de Monumentenwet 1988, een vergunning als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Monumentenwet 1988, een vergunning als bedoeld in artikel 10, lid 2 van de Monumentenverordening gemeente Tilburg of een vergunning als bedoeld in artikel 22, lid 2 van de Monumentenverordening gemeente Tilburg.

  • 2.

    Bouwkosten monumentenvergunning Onder bouwkosten wordt in deze rubriek verstaan de aannemingssom (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals in dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

  • 3.

    Tarief Monumentenvergunningen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning als bedoeld in artikel 11 en artikel 37 van de Monumentenwet 1988, alsmede in artikel 10 en artikel 22 van de Monumentenverordening gemeente Tilburg, indien de bouwkosten:

  • 1.

    minder bedragen dan € 10.000,00: € 105,10;

  • 2.

    liggen tussen € 10.000,00 en € 50.000,00: € 105,10 vermeerderd met 0,52% over elk bedrag boven € 10.000,00;

  • 3.

    liggen tussen € 50.000,00 en € 100.000,00: € 313,10 vermeerderd met 0,42% over elk bedrag boven € 50.000,00;

  • 4.

    liggen tussen € 100.000,00 en € 500.000,00: € 523,80 vermeerderd met 0,32% over elk bedrag boven € 100.000,00;

  • 5.

    liggen tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00: € 1.803,80 vermeerderd met 0,205 % over elk bedrag boven € 500.000,00;

  • 6.

    meer bedragen dan € 1.000.000,00: € 2.815,00.

  • 4.

    Teruggaaf bij monumentenvergunning

  • 1.

    Indien de aanvraag om monumentenvergunning wegens onvolledigheid niet in behandeling wordt genomen, wordt teruggaaf van de leges verleend, met dien verstande dat er in alle gevallen een minimumbedrag van € 50,00 aan te betalen casu quo betaalde leges overblijft.

  • 2.

    Bij intrekking van een aanvraag voor het verkrijgen van een monumentenvergunning op initiatief van de aanvrager wordt nimmer teruggaaf van de leges verleend.

3. Indien een aanvraag om monumentenvergunning wordt ingetrokken op initiatief van de gemeente, omdat ze niet binnen de daarvoor gestelde termijn tot een vergunning zou hebben kunnen leiden door omstandigheden die de gemeente – door bij voorbeeld verkeerde of te late advisering – aangerekend kunnen worden, en binnen drie maanden na de intrekking een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor nagenoeg hetzelfde plan, dan wordt teruggaaf van 100 procent van de leges voor de eerste aanvraag verleend.

  • 4.

    Indien de gevraagde monumentenvergunning wordt geweigerd, wordt teruggaaf van 50 procent van de geheven leges verleend.

  • 5.

    Indien van een verleende vergunning geen gebruik wordt gemaakt en dit binnen een jaar na de verlening van de vergunning door de vergunninghouder kenbaar wordt gemaakt, wordt teruggaaf van 25 procent van de geheven leges verleend.

  • 6.

    Indien een aanvraag tot het verkrijgen van monumentenvergunning betrekking heeft op bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, wordt teruggaaf van 100 procent van de leges voor de eerste aanvraag verleend en geldt voor de nieuwe aanvraag het tarief aan leges dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 8.9.3.

Hoofdstuk 9 Regionaal Archief Tilburg

  • Archivalia berustend in de archiefbewaarplaatsen van het Regionaal Archief Tilburg

  • 9.

    1. Voor een fotokopie van een bij de gemeentearchivaris berustend stuk of gedeelte daarvan in het Onderzoekerscentrum;

  • a.

    per fotokopie; € 0,50

  • b.

    bij schriftelijke of digitale bestelling van bidprentjes, bevolkingsregisters, rechterlijke en

notariële akten, krant per fotokopie exclusief

afhandelingskosten; per stuk € 0,50

  • c.

    Bij het onder artikel 9, lid a onder 1 vermelde

    tarief kan het hoofd dienstverlening per fotokopie 50

    procent reductie verlenen aan scholieren, studenten en

    onderzoekers;

  • 2.

    Voor het verstrekken van een kopie van een bij de

gemeentearchivaris berustende grootformaat stukken, zoals bouwtekeningen en plattegronden;

per stuk (formaat van origineel groter dan A3) € 14,30

3.Voor het vervaardigen van fotoreproducties, op papier

of digitaal, van bij de gemeentearchivaris berustende archivalia of beeldmateriaal;

  • a.

    fullsize download (16.9 x 12.4 cm) € 5,20

  • b.

    fotoprint (18,0 x 13,0 cm) € 9,95

  • c.

    fotoprint (24,0 x 30,0 cm) € 14,15

  • d.

    poster A3 Hahnemühle binnen A3 (42,0 x 29,7

    cm) en poster A2 Hahnemühle binnen A2 (59,4

    x 42,0 cm) € 28,20

Hoofdstuk 10 Vastgoedinformatie

  • 10.

    1 Voor het namens het Kadaster verstrekken van gegevens gelden de tarieven als bedoeld in de Regeling Tarieven Kadaster (1 september 2006), dit wil zeggen dat voor het verstrekken van de volgende gegevens de volgende tarieven gelden:

  • a.

    uit de kadastrale registratie (AKR), per object € 10,00

  • b.

    uit het Landmeetkundig- en

    Cartografisch Informatiesysteem (LKI), per object € 10,00

  • c.

    uit de geautomatiseerde registratie van hypotheken,

    per object € 10,00

  • d.

    uit de registratie voor schepen, per object € 10,00

  • e.

    Voor het telefonisch verstrekken van deze

    informatie uit het kadaster, per object € 10,00

Dit tarief is overeenkomstig de Regeling Tarieven Kadaster. Het verstrekken van de gegevens geschiedt door het verschaffen van één of meerdere computerprints.

  • 10.

    2 Nasporing archief Bouw- en woningtoezicht

  • a.

    Voor het doen van een opzoeking of een nasporing

in het archief Bouw- en woningtoezicht door de

daarvoor aangewezen ambtenaren, per kwartier € 12,34

b. Voor het doen van een opzoeking of een nasporing

in het digitaal archief Bouw- en woningtoezicht via

internet, zonder hulp van ambtenaren € 0,00

  • c.

    Voor een kopie van een stuk of gedeelte daarvan

    per stuk € 0,50

  • d.

    Voor het verstrekken van een kopie van grootformaat

    stukken, zoals bouwtekeningen en plattegronden;

    per stuk (formaat van origineel groter dan A3) € 14,30

  • e.

    Voor het verstrekken van een digitaal bestand,

    van een bij het archief Bouw- en woningtoezicht

    berustende bouwtekening € 5,85

  • f.

    Voor het downloaden van een bestand uit het digitale

    archief Bouw- en woningtoezicht € 0,00

  • g.

    Afhandelingskosten voor toezenden van kopieën,

    gedigitaliseerd materiaal (via e-mail) etc. € 3,19

  • 10.

    3 Informatievoorziening commerciële partijen.

Voor het verstrekken van informatie betreffende

bestemmingsplannen, gebieden waarop Wet

Voorkeursrecht Gemeenten van toepassing is;

aanwezigheid van op een pand rustende aanschrijving

ter plaatse bekende bodemgesteldheid:

per informatieverzoek € 17,27

Hoofdstuk 11 Wet op de kansspelen

11.1 Vergunningen voor speelautomaten

Voor het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de Kansspelen

per vergunning € 22,50

vermeerderd met:

per toestel een bedrag van € 34,00

Indien de periode minder bedraagt dan een kalenderjaar,

wordt het jaartarief naar evenredigheid in rekening

gebracht. De bedragen zijn vastgesteld volgens het

Speelautomatenbesluit 2000.

  • 11.

    2 Wet op de kansspelen

    Voor een vergunning tot het aanleggen van een

    kansspel als bedoeld in artikel 3 van de Wet op

    de kansspelen:

  • a.

    bij een prijzenpakket tot € 455,00 € 17,90

  • b.

    bij een prijzenpakket van € 455,00 en meer € 35,85

Hoofdstuk 12 Drank- en Horecawet

12 Vergunningen en/of ontheffingen in verband met de Drank-

en Horecawet en/of de exploitatievergunning ingevolge

Hoofdstuk 2, afdeling 3, paragraaf 1a van de Algemene

Plaatselijke Verordening

  • a.

    Voor wijziging van de omschrijving in de in de akte

    van vergunning vermelde Lokaliteiten als bedoeld

    in artikel 30 van de Drank- en Horecawet en/of de

    exploitatievergunning, op verzoek van de

    vergunninghouder € 31,55

  • b.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

    om ontheffing ex artikel 35, tweede lid Drank-

    en Horecawet € 20,90

  • c.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

tot verkrijging van de Drank- en Horecawet

vergunning en/of de exploitatievergunning wanneer

sprake is van een wijziging van de

leidinggevende/beheerder in loondienst € 94,15

d.Voor het in behandeling nemen van een andere

aanvraag om een Drank- en Horecawet vergunning, de exploitatievergunning en/of ontheffing op grond

van de in deze rubriek genoemde regelingen € 523,00

e.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

e. alleen de wijziging van exploitatievorm € 0,00

Hoofdstuk 13 Algemene Plaatselijke Verordening

  • 13.

    1 Verlenging sluitingsuur van inrichtingen voor het

    verbruiken van eet- en drinkwaren

    Voor het verlenen van ontheffing als bedoeld in

    artikel 32, zesde lid van de Algemene Plaatselijke

    Verordening: per dag waarvoor de toestemming geldt € 41,80

    met een maximum van € 209,20

  • 13.

    2 Ventvergunningen

    Voor een vergunning ex artikel 127 van de

    Algemene plaatselijke verordening, om in de

    gemeente te mogen venten:

  • a.

    voor 1 of meer maanden per kwartaal, per maand € 20,92

    met een maximum van € 53,78

  • b.

    voor 1 of meer kwartalen per jaar, per kwartaal € 53,78

    met een maximum van € 118,34

  • c.

    voor een jaar € 118,34

    • 13.3

      Collecten

      Voor het afgeven van een vergunning voor het houden

      van een openbare inzameling van geld en/of goederen

      als bedoeld in artikel 126 van de Algemene plaatselijke

      verordening € 5,06

    • 13.4

      Algemene Plaatselijke Verordening APV

  • a.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

    van een (rechts)persoon, niet zijnde een openbaar

    nutsbedrijf, voor een vergunning ingevolge

    artikel 14 van de APV voor wat betreft het aanbrengen

    van ondergrondse voorzieningen, zoals kabels,

    leidingen en tankinstallaties, in openbare grond: € 527,55

  • b.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

voor een vergunning ingevolge artikel 13 van de

APV tot het aanbrengen van voorzieningen als

benzine- of oliepompinstallaties, perrons,

pomptrottoirs, bedieningshuisjes en kiosken op

openbare grond € 527,55

  • c.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

    voor een vergunning ingevolge artikel 13 en/of

    artikel 114 of artikel 128 lid van de APV en voor

    zover met betrekking tot artikel 13 van de APV

    niet nader genoemd onder 13.4.1 en 13.4.b voor:

    * Bouwactiviteiten € 207,65

    * (licht)reclame € 207,65

    * Terrassen € 207,65

    * Tijdelijke terrassen € 103,80

    * Aankondigingborden € 103,80

    * Uitstallingen € 138,45

    * Stoepborden € 138,45

    * Zonneschermen € 207,65

    * Automaten € 207,65

    * Spandoeken € 103,80

    * Winkelwagenopvangsluis € 207,65

    * Rijwielbeugels en –rekken € 138,45

    * Overige objecten € 138,45

    * Overschrijvingen € 69,20

    En voor het in behandeling nemen van een aanvraag

    om een verlenging voor:

    * Bouwactiviteiten € 103,80

    * Terrassen € 103,80

  • d.

    voor het verlenen van een ontheffing op grond

    van artikel 10.63 juncto artikel 10.30 van de Wet

    milieubeheer voor het uitvoeren van

    gevelreinigingen, waarbij op het riool wordt

    geloosd en afval vrijkomt € 76,73

  • e.

    voor het verlenen van een ontheffing van het

    algemene stookverbod ex artikel 134 APV per

    toegekende ontheffing € 17,13

  • f.

    voor iedere, op grond van de APV verleende

    vergunning of ontheffing, voor zover daarvoor

    in deze verordening geen bijzondere regeling

    is opgenomen, per bladzijde € 2,99

    met een minimum van € 5,06

  • g.

    voor het in behandeling nemen van een aanvraag

    voor een vergunning ingevolge art. 15 APV, voor

    het maken c.q. veranderen van een uitweg op

    openbare grond voor bedrijven en particulieren € 69,15

  • h.

    voor het in behandeling nemen van een aanvraag

    voor een vergunning voor het afleveren dan wel

    ter aflevering aanwezig houden van consumenten-

    vuurwerk op grond van artikel 92 lid 1 APV € 76,73

  • i.

    voor het in behandeling nemen van een verzoek

    tot ontheffing van artikel 110 APV voor het plaatsen

    of in werking hebben van geluidsapparaten of

    handelingen te verrichten op een zodanige wijze

    dat voor een omwonende of voor de omgeving

    geluidshinder wordt veroorzaakt € 76,73

    13.5Evenementen

  • a.

    voor iedere op grond van artikel 26 van de

APV verleende vergunning voor het houden van een

evenement ex artikel 25 van de APV op of aan de

openbare weg (standaard, ± 1,5 uur behandeltijd) € 36,35

b.als onder a., maar dan vergunningen die overleg

vergen en 1,5 tot 5 uur behandeltijd kosten € 74,89

c.als onder a., maar dan vergunningen die intensieve

begeleiding vergen en meer dan 5 uur behandeltijd

kosten € 112,33

d.herhalend evenement: afhankelijk van de

complexiteit als onder b. of c.

  • e.

    voor iedere op grond van artikel 26 van de APV

    verleende vergunning voor het houden van een

    evenement ex artikel 25 van de APV anders dan op

    de openbare weg € 17,23

  • f.

    Bij het indienen van een aanvraag binnen de

wettelijk voorgeschreven termijn van acht weken

worden de aanvragen belast met het dubbele tarief.

13.6Exploitatie seksinrichtingen

13.6 Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

vergunning en/of ontheffing op grond Hoofdstuk 3,

Artikel 97 van de Algemene Plaatselijke

Verordening.€ 523,00

13.7Exploitatievergunning grow- en/of smartshops

a.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

vergunning op grond van artikel 45b Algemene

Plaatselijke Verordening € 3.000,00

b.Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

Wijziging leidinggevende € 511,00

Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer

  • 15.

    1 Informatie verkeersregelinstallaties

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

    het verstrekken van gegevens betreffende het

    functioneren van verkeersregelinstallaties, per aanvraag: € 135,60

    15.2 Ontheffingen RVV 1990

  • a.

    Voor het in behandeling nemen van aanvragen van

    ontheffing van het Reglement Verkeerstekens

    en Verkeersregels voor langer dan twee weken,

    uitgezonderd die, bedoeld onder b: € 87,45

  • b.

    Voor het verlenen van een parkeerontheffing

    voor invaliden: € 26,10

  • c.

    Voor een wijziging van de ontheffing als bedoeld

onder a of b, op verzoek van de ontheffinghouder € 17,25

15.3 Luchtvaartwetgeving.

Voor het verlenen van een verklaring van geen bezwaar

op grond van de Luchtvaartwet, dan wel een daarvan

afgeleide regeling, voor een kalenderjaar (alleen voor

vrije luchtballonnen) of voor een enkele gebeurtenis € 73,20

Hoofdstuk 16 Wet op de openluchtrecreatie

Vervallen.

Hoofdstuk 17 Diversen

  • 17.

    1 Staanplaatsen ex artikel 2 Staanplaatsenverordening 1997

  • a.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

    vergunning voor een standplaats voor de verkoop van

    waren (ex artikel 2 van de staanplaatsenverordening

    1997) per in die aanvraag genoemde locatie € 304,27

  • b.

    Voor het verlenen van een vergunning voor een

    standplaats voor de verkoop van waren (ex artikel 2

    Staanplaatsenverordening 1997) wordt het onder a.

    vermelde bedrag verhoogd met € 36,44

  • 17.

    2 Terrasvergunning (tijdens de kermis)

    Voor het verlenen van een terrasvergunning op of aan een

    door de gemeenteraad aangewezen kermisterrein, tijdens

    de Tilburgse kermis € 127,85

  • 17.

    3 Instemmingsbesluit Telecom Aanbieders

  • a.

    het tarief bedraagt voor het in behandeling

    nemen van een melding in verband met het verkrijgen

    van een instemming omtrent tijdstip, plaats en

    werkwijze van de uitvoering van werkzaamheden

    als bedoeld in artikel 5.2, lid 3 van de

    Telecommunicatiewet, per locatie voor een tracé vanaf

    15 tot 100 meter een vast bedrag per vergunning van: € 284,40

  • b.

    Het tarief voor tracé’s vanaf 100 meter wordt

vermeerderd met een bedrag per strekkende van € 0,60

per strekkende meter.

  • c.

    Het tarief voor in het behandeling nemen van een melding voor het verkrijgen van instemming voor het (ver)plaatsen van ondergrondse en bovengrondse handholes, kasten e.d. t.b.v. een openbaar telecommunicatienetwerk een vast bedrag van: € 114,10

  • 17.

    4 Geluidsmeting afstelling geluidsbegrenzer

  • a.

    een vast bedrag per meetopdracht € 130,55

  • b.

    per meetuur € 71,12

  • c.

    voor het wijzigen van de afstelling en/of het

    verzegelen van een geluidsbegrenzer € 130,55

    17.5Kapvergunning

  • a.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag

    om een kapvergunning, als bedoelt in de

    Bomenverordening gemeente Tilburg 2000,

    bedragen de leges voor één boom: € 50,50

    b. Voor iedere volgende boom komt op dit bedrag

    een toeslag van € 25,25

    tot een maximum van € 505,00

  • c.

    Indien de kapvergunning wordt geweigerd vindt een

    restitutie plaats van 25% van de geheven leges.

    17.6Opslagkosten inboedels

    17.6 Bij het ophalen van tijdelijk door de gemeente opgeslagen

    17.6 inboedels te betalen vergoeding gerekend in de periode

    17.6 vanaf het moment van woninguitzetting:

  • a.

    0 weken - 2 weken € 70,00

  • b.

    2 weken - 4 weken € 135,00

  • c.

    4 weken - 7 weken € 225,00

  • d.

    7 weken - 10 weken € 340,00

  • e.

    10 weken - 3 maanden € 500,00

    • 17.7

      Leges havenvergunning

      Voor elke vergunning/toestemming ingevolge de

      Havenverordening Piushaven Tilburg 2004, uitgezonderd

      de toestemming als bedoeld in artikel 16 van de hiervoor

      vermelde verordening € 35,00

    • 17.8

      Leges marktvergunningen

  • a.

    Voor een marktvergunning als bedoeld in artikel 5

    van het Marktreglement 2001 € 36,61

  • b.

    Voor een vergunning voor het plaatsen van

    kramen als bedoeld in artikel 7, lid 3 van het in

    lid a vermelde reglement € 36,61

  • c.

    Voor het overschrijven van een vergunning als

    bedoeld in artikel 14 van het in lid a vermelde

    reglement € 36,61

  • d.

    Voor het verlenen van een toestemming tot het

    gebruik van apparatuur voor bakken en braden als

    bedoeld in artikel 19, sub j van het in lid a

    vermelde reglement € 36,61

  • e.

    Voor het verlenen van een vergunning tot het

    tijdelijk laten vervangen als bedoeld in artikel 21

    van het in lid a vermelde reglement € 36,61

Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening tot heffing en invordering van leges 2008”.

Vervallen bepalingen uit de legesverordening 2007

De volgende onderdelen uit de legesverordening 2007 komt met ingang van 2008 te vervallen:

Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand.

Het in dit hoofdstuk onder artikel 3.2, lid d opgenomen tarief voor het trouwen in een trouwzaal te Berkel Enschot is komen te vervallen. Het pand waarin de trouwlocatie was gevestigd is verkocht, waardoor er geen beschikking meer is over de betreffende locatie. Alternatieve trouwlocaties in Berkel-Enschot zijn boerderij Denissen en de Druiventros.

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens. Het in dit hoofdstuk onder artikel 4.5 opgenomen tarief voor transportkosten is met ingang van 1 januari 2008 komen te vervallen. Op basis van de Wet GBA kan een gemeente ervoor kiezen om voor handelingen die nodig zijn om aan afnemers en derden (lees: gemeenten, belastingdienst, gerechtsdeurwaarders, kredietinstellingen e.d.) persoonsinformatie te verstrekken. Deze zogenaamde transportkosten bedragen

€ 2,27 per aanvraag. Bij de opneming van deze kosten in onze legesverordening in 2003 ging het om ca. 14.000 aanvragen per jaar. Op basis van de eerste kwartaalcijfers van 2007 ramen we voor dit jaar nog slechts 5.500 gevallen. Volgens de afdeling financiën bedragen de kosten voor het vervaardigen, in- en uitboeken, versturen e.d. van een factuur minimaal € 10,00. Een simpele rekensom leert dus dat het innen van deze kosten niet rendabel (meer) is.

Hoofdstuk 16 Wet op de Openluchtrecreatie.

Deze wet komt met ingang van 1 januari 2008 te vervallen, waardoor ook het artikel in deze verordening vervalt (het in behandeling nemen van aanvragen op grond van de hiervoor vermelde wet is niet meer aan de orde). Door dienst Beleidsontwikkeling wordt gewerkt aan vervangend beleid.

Inhoudelijke wijzigingen

In de verordening hebben diverse redactionele wijzigingen plaatsgevonden.

Artikel 11

Artikel 11 is uitgebreid met een tweede lid, waarin is opgenomen dat het college de bevoegdheid heeft om de legesverordening vast te stellen bij tarieven, die van rijkswege in de loop van het belastingjaar wijzigen. Hiertoe is besloten om zo snel en adequaat mogelijk in te kunnen springen op door het Rijk aangekondigde wijzigingen van legestarieven.

De verhoging van de nominale index betreft 2,3%. In veel gevallen is besloten, in verband met het gemak voor zowel burger als gemeente, de tarieven naar beneden af te ronden op hele € 0,05.

Tarieventabel:Hoofdstuk 3 tot en met 7 (Burgerzaken)

Kostentoerekening Burgerzaken

Burgerzaken heeft zich tot doel gesteld om de primaire dienstverlening naar de burger toe op een kwalitatief hoog niveau te brengen en te handhaven.

Bij deze berekening van de leges wordt uitgegaan van de nota “kostentoerekening Belastingen en Retributieve Heffingen” van 2003, zoals vastgesteld door het college op 15 september 2003 (A33). Hierin heeft de gemeente Tilburg haar beleid met betrekking tot kostprijsberekening, kostendekking en prijsbeleid op transparante en eenduidige wijze vastgelegd.

Hieraan wordt systematisch uitwerking gegeven binnen de gemeentelijke bedrijfsvoering waarbij bedrijfseconomisch correcte uitgangspunten worden gehanteerd.

Door de sector Burgerzaken worden enerzijds producten geleverd waarvoor de burger leges betaalt en anderzijds producten waarvoor de burger niet betaalt. Kostenverhoging van betaalde producten wordt gedekt door verhoging van de leges. Kostenverhoging van de niet of gedeeltelijk betaalde producten gaat ten laste van de algemene middelen.

Tarieven 2008 Burgerzaken

Voor de tariefwijzigingen voor 2008 van producten van Burgerzaken worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • a.

    De producten waarvoor door het rijk een wettelijk (maximum) tarief is opgelegd. De betreffende tarieven, bijvoorbeeld reisdocumenten, zijn aangepast aan de voor 2008 geldende (maximum) tarieven.

  • b.

    Eveneens zijn rijksleges en inkoopkosten, voor zover bekend, aan de prijzen voor 2008 aangepast. Deze laatste wijziging is budgettair neutraal aangezien deze kostencomponent geheel wordt doorberekend aan de burgers.

  • c.

    De tarieven, waarvoor geen wettelijk (maximum) tarief geldt, worden verhoogd met 2,3% (conform algemene nominale ontwikkeling).

  • d.

    De uiteindelijke tarieven, die tot stand zijn gekomen na toepassing van de punten a tot en met c, zijn afgerond op 5 eurocenten nauwkeurig, naar boven dan wel naar beneden. De tarieven waarvoor een wettelijk maximum geldt en waarvoor het maximum bedrag ook in rekening wordt gebracht, zijn op 5 eurocenten nauwkeurig naar beneden afgerond.

  • e.

    Voor producten waarvan de tarieven landelijk worden vastgesteld en waarvan de tarieven voor 2008 bij het tot stand komen van de legesverordening voor 2008 nog niet bekend zijn, zijn de tarieven voor 2007 opgenomen. Echter de in een later stadium centraal door de overheid vastgestelde tarieven voor 2008 zullen, met de onder punt d. vermelde afronding, worden gehanteerd.

Huwelijken

Er is sprake van een maatschappelijke ontwikkeling dat burgers buiten het gemeentehuis willen trouwen. Op basis hiervan is op 1 april 2005 een pilot gestart met betrekking tot het gebruik van externe trouwlocaties (collegebesluit 22 februari 2005, A20). De pilot liep tot 1 april 2006. Tijdens de pilotperiode heeft slecht 2,7% van de aanstaande bruidsparen gekozen voor een externe huwelijkslocatie. In maart 2006 is er een evaluatie gehouden onder de eigenaren van de aangewezen externe locaties. Het merendeel heeft aangegeven door te willen gaan. Op basis van het bovenstaande heeft het college besloten (20 juni 2006, nr 25) om de gehanteerde werkwijze voort te zetten en de pilot met drie jaar te verlengen en in mei 2008 een definitief voorstel ter besluitvorming voor te leggen. Gedurende de eerste twee jaar zal een continue-onderzoek worden uitgevoerd naar de werkelijke vraag naar trouwen op locatie.

Tarieventabel: Hoofdstuk 8 (Bouwvergunningen c.a.)

8.2 Bouwvergunningen

BIBOB en bouwvergunningen

Sinds 1 juli 2003 is de Wet BIBOB (Wet Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur) van kracht. De wet geeft gemeenten, maar ook andere overheden zoals provincies en ministeries, de mogelijkheid om bij het behandelen van vergunningaanvragen en het verlenen van subsidies of opdrachten onderzoek te doen naar mogelijke criminele activiteiten. Overheden kunnen deze criminele activiteiten tegengaan door het weigeren van een vergunning of deze in te trekken. Het college heeft bij de invoering besloten om de wet BIBOB van toepassing te verklaren op de sector horeca.

De wet BIBOB is inmiddels ook van toepassing verklaard op de bouw. Tussen de 30 en 50 bouwaanvragen zullen jaarlijks leiden tot het uitreiken van een BIBOB vragenlijst. Het BIBOB-traject is een extra stap in het bouwvergunningproces. Dekking van de kosten vindt plaats binnen de bouwleges.

Invoering digitaal bouwarchief

In oktober 2006 is het digitaal bouwarchief op internet van start gegaan. Vanaf dat moment kunnen burgers en bedrijven gegevens uit het bouwarchief digitaal via internet inzien. De toegang tot het archief verloopt middels DigiD, de digitale identificatievoorziening voor overheidsinstellingen.

De start van het digitaal bouwarchief op internet betekent een duidelijke verbetering in de (elektronische) dienstverlening voor de klanten van het bouwarchief. Zij kunnen nu snel en plaatsonafhankelijk gegevens online opvragen. Het digitaal bouwarchief kan sinds najaar 2005 al in de stadswinkel worden geraadpleegd.

In de situatie voor invoering van het digitaal bouwarchief werden aan burgers leges geheven voor het raadplegen, opvragen en beschikbaar stellen van gegevens uit het papieren archief, met name kopieën van bouwtekeningen. Met de digitalisering kunnen klanten gegevens rechtstreeks inzien waardoor het heffen van leges niet meer reëel is voor alles wat de klant kan raadplegen in het digitaal archief of zelf kan downloaden. Ook is dit niet kostenefficiënt. Alleen bij verzoeken aan de gemeente voor het uitprinten van grotere formaten tekeningen worden nog leges opgelegd. Het raadplegenen downloaden van het digitaal bouwarchief via internet is legesvrij.

Het beheer van het digitale bouwarchief brengt voorts extra kosten met zich mee die vooral te maken hebben met het inrichten en scannen van bouwdossiers ten behoeve van de digitalisering. Het betreft hier handelingen die nieuw zijn ten opzichte van de oude situatie.

Door de hiervoor vermelde kosten (BIBOB, bouwvergunningen en digitaal bouwarchief) moet er een opbrengst gerealiseerd worden van € 103.000,00. Hierdoor stijgen de percentages van de bouwleges met 1,86%.

8.2.9 Advies Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB)

Regelmatig vraagt de gemeente in het kader van een bouwvergunningaanvraag advies aan de Agrarische Adviescommissie Bouwaanvragen (AAB). Meerdere bestemmingsplannen stellen dit verplicht. Het tarief is voor 2008 verhoogd naar

€ 357,00, aangezien de AAB heeft laten weten dat ze in 2008 een tarief van € 300,00 exclusief BTW (19 procent) in rekening zullen brengen.

8.3 Verhoging, § 8.4 Bestemmingswijzigingen en § 8.5 Teruggaaf

Met betrekking tot de Wet op de ruimtelijke ordening is per 1 juli 2008 een algehele herziening aangekondigd (Staatsblad 2006, 566). Het gevolg van de nieuwe wet is onder andere dat het instrumentarium uit de huidige wet anders genoemd en genummerd gaat worden. Teneinde de gevolgen van deze wetswijziging op te kunnen vangen, en geen leemte te laten ontstaan is besloten de gewijzigde tekst vooruitlopend op de nieuwe wet in de verordening op te nemen. De inwerkingtreding van de betreffende artikelen is gekoppend aan de inwerkingtreding van de gewijzigde wet.

N.B.: Door de nieuwe wet zal het bestemmingsplan niet een substantieel langere procedure gaan doormaken dan de huidige artikel 19 WRO procedure of het projectbesluit. Het projectbesluit is het equivalent van de vrijstellingsprocedure uit de nieuwe wet. Het bestemmingsplan en het projectbesluit hebben deels ook overeenkomende doelstellingen. Beide instrumenten hebben hun specifieke voor- en nadelen. Per situatie moet voor een instrument gekozen kunnen worden. Voor een verzoeker mogen de leges daarin geen rol van betekenis spelen.

8.6 Sloopvergunning I

Dit artikel heeft de afgelopen 2 jaren tot veel onduidelijkheid en ontevredenheid geleid bij aanvragers. Om die reden is het artikel geheel aangepast. Hierbij is aansluiting gezocht bij de systematiek die ook door andere grote gemeenten wordt toegepast. De concepttekst is voorgelegd aan Wonen Breburg. Zij kunnen instemmen en zijn tevreden met de gewijzigde tekst van het artikel.

Omdat tegenwoordig altijd een asbestinventarisatie moet worden gedaan, wordt er niet meer een toeslag geheven voor de beoordeling van het asbestinventarisatierapport. Dit bedrag is nu opgenomen in de tarieven voor het in behandeling nemen van een sloopaanvraag.

8.6 a Sloopvergunning II en 8.8 a Aanlegvergunningen

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Wet op de ruimtelijke ordening (Staatsblad 2006, 566) in juli 2008 wordt ook de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing gewijzigd. Als gevolg hiervan wordt het sloopvergunningenstelsel overgeheveld van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing naar de Wet op de ruimtelijke ordening. Ten aanzien van de aanlegvergunning heeft in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening een vernummering plaatsgevonden. Dit wordt ondervangen in de voorliggende legesverordening.

9 Archivalia berustend in de archiefbewaarplaatsen van het Regionaal Archief Tilburg

Met ingang van 1 januari 2007 is het Musea en Archiefbedrijf Tilburg naar een stichting volgens commissarissenmodel verzelfstandigd. Dit houdt in dat het Audax Textielmuseum Tilburg, het Stadsmuseum Tilburg en het Regionaal Archief Tilburg zijn ondergebracht in de Stichting Mommerskwartier. Gevolg hiervan is dat de uitvoerende werkzaamheden worden gedaan door de Stichting Mommerskwartier; de gemeentearchivaris staat op afstand en is in dienst van de gemeente.

Het tarief in artikel 9, lid a ad € 2,35 en ad € 5,20 is verlaagd naar € 0,50 per fotokopie, maar wel opgehoogd met reële afhandelingskosten. Dit houdt een verbetering in voor de klanten, omdat er nu een eenduidig tarief wordt gehanteerd. Bepaalde categorieën zijn verwijderd zoals de Burgerlijke Stand, doop-, trouw- en begraafboeken, omdat deze gratis op de website digitaal ter beschikking worden gesteld met een extra mogelijkheid deze gratis te downloaden.

In artikel 9, lid 1, onderdeel c is een passage opgenomen, waarmee het mogelijk wordt dat scholieren, studenten en wetenschappelijke onderzoekers op hun aanvraag 50 procent reductie ontvangen. In de praktijk werd deze regeling reeds jaren toegepast. Via opname in de verordening is deze regeling nu ook formeel vastgelegd.

Tarieventabel: Hoofdstuk 13 Algemeen Plaatselijke Verordening

13.4.g Verstrekken vergunning uitweg op openbare weg

Dit artikel heeft betrekking op APV vergunningen in verband met de aanleg van particuliere inritten. De vergunning worden uitgegeven door de afdeling Realisatie Infrastructuur van Openbare Werken Tilburg. Op jaarbasis betreft het 75 vergunningen.

De kosten worden bepaald door de tijd die de medewerker nodig heeft voor het verstrekken van de vergunning en door de kosten van het drukwerk. Tarief is verhoogd naar € 69,15 (incl. nominale index van 2,3%) in verband met kostendekking.

Tarieventabel: Hoofdstuk 17 (Diversen)

17.6opslagkosten inboedels

Het doel van de opslag is om mensen, die om wat voor reden dan ook uit hun huis worden gezet, gedurende drie maanden de kans te geven hun inboedel weer te verkrijgen. De regeling is vanaf 2001 zo opgezet dat de financiële drempel voor de eigenaar dermate laag is dat:

  • ·

    er meer inboedels worden opgehaald door de eigenaar

  • ·

    het ruimtebeslag beperkt blijft.

Hierdoor is besloten de tarieven ten opzichte van 2007 niet te verhogen.

17.7leges havenvergunningen

Besloten is het tarief niet met de nominale index te verhogen, zodat gerekend kan worden met een makkelijk rekentarief.

Totaal van de legesverordening 2008

Volgens de wettelijke regeling mag het dekkingspercentage van de totale legesverordening maximaal 100% bedragen. Dit betekent dat individuele leges wel een overdekking mogen kennen, maar dat alle leges gezamenlijk maximaal 100% van de kosten mogen dekken. Voor de gemeente Tilburg geldt dat de totale kostendekking onder de 100% ligt.

De totale lasten van de legesverordening bedragen: € 16.226.000,00

De geraamde opbrengsten zijn: € 12.108.000,00

Saldo € 4.118.000,00

Het kostendekkingspercentage is 75%.