Verordening op de elektronische bekendmaking en kennisgeving gemeente Tilburg

Geldend van 27-05-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening op de elektronische bekendmaking en kennisgeving gemeente Tilburg

De raad van de ;

  • ·

    gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

  • ·

    gelet op Gemeentewet, artikel 149

Besluit:

de navolgende verordening vast te stellen:

Tekst van de regeling

Verordening op de elektronische bekendmaking en kennisgeving

Artikel 1. Bekendmaking

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders geeft een elektronisch gemeenteblad uit waarin algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels en andere besluiten van algemene strekking worden bekend gemaakt.

  • 2. Algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels, ontwerpbesluiten en andere besluiten van algemene strekking worden uitsluitend bekendgemaakt in het elektronisch gemeenteblad, tenzij bij of krachtens wet anders is voorgeschreven.

  • 3. Publicatie van het gemeenteblad gebeurt op www.overheid.nl.

  • 4. Het elektronisch gemeenteblad verschijnt telkens wanneer daartoe aanleiding bestaat.

Artikel 2. Kennisgeving

  • 1. Als bij wettelijk voorschrift is bepaald dat de kennisgeving van ontwerpbesluiten, besluiten, aanvragen, andere berichten of de kennisgeving van de zakelijke inhoud daarvan, van gemeentewege moet geschieden in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op andere geschikte wijze, vindt deze plaats in het elektronisch gemeenteblad.

  • 2. Daarnaast kan tot andere wijzen van kennisgeving worden overgegaan.

Artikel 3. Bijzondere omstandigheden.

Het bevoegde bestuursorgaan kan in bijzondere omstandigheden of in geval van dringende spoed bepalen dat bekendmaking in afwijking van deze verordening zal gebeuren.

Slotbepalingen

Artikel 4. Naam en inwerkingtreding

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening op de elektronische bekendmaking en kennisgeving en treedt in werking op de dag na publicatie in het elektronisch gemeenteblad.

Bijlage

VNG Ledenbrief

Geacht college en gemeenteraad,

Inleiding

Met deze ledenbrief introduceren wij de Modelverordening elektronische kennisgeving. Kennisgevingen mogen niet uitsluitend elektronisch worden gepubliceerd, tenzij een wettelijk voorschrift anders bepaalt (art 2:14 Awb). Door in een gemeentelijke verordening op te nemen dat dit elektronisch geschiedt, wordt voldaan aan de voorwaarde van een wettelijk voorschrift.

Aanleiding

Elektronisch verzenden van berichten

Voor de kennisgeving van een ontwerpbesluiten, besluiten, aanvragen en andere berichten is artikel 2:14 Awb van belang. Dat artikel gaat over de mogelijkheid tot het elektronisch verzenden van berichten (berichten kunnen de tekst van een besluit bevatten, maar ook heel andere zaken, zoals aanvragen, ontwerpbesluiten, mededelingen, aankondigingen en dergelijke). De tekst van deze bepaling luidt als volgt:

Artikel 2:14

1. Een bestuursorgaan kan een bericht dat tot een of meer geadresseerden is gericht, elektronisch verzenden voor zover de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs deze weg voldoende bereikbaar is.

2. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, geschiedt de verzending van berichten die niet tot een of meer geadresseerden zijn gericht, niet uitsluitend elektronisch.

3. Indien een bestuursorgaan een bericht elektronisch verzendt, geschiedt dit op een voldoende betrouwbare en vertrouwelijke manier, gelet op de aard en de inhoud van het bericht en het doel waarvoor het wordt gebruikt.

Verschillende gemeentebesturen zijn aangelopen tegen het ‘tenzij’ van het tweede lid, omdat ze kennisgevingen uitsluitend elektronisch hadden gepubliceerd zonder dat er een wettelijk voorschrift bestond waarin was bepaald dat daarmee kon worden volstaan. De jurisprudentie geeft daarvan verschillende voorbeelden.

Jurisprudentie

Een voorbeeld biedt de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 augustus 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BX4676). Daarin overweegt de Afdeling:

‘Ingevolge artikel 2:14, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) geschiedt de verzending van berichten die niet tot een of meer geadresseerden zijn gericht, niet uitsluitend elektronisch, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

Ingevolge artikel 3:11, eerste lid, legt het bestuursorgaan het ontwerp met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, ter inzage.

Ingevolge artikel 3:12, eerste lid, geeft het bestuursorgaan, voorafgaand aan de terinzagelegging, in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze kennis van het ontwerp. Volstaan kan worden met het vermelden van de zakelijke inhoud.

Ingevolge artikel 3:15, eerste lid, kunnen belanghebbenden bij het bestuursorgaan naar keuze schriftelijk of mondeling hun zienswijze over het ontwerp naar voren brengen.

Wat de kennisgeving via de website van de gemeente betreft, overweegt de Afdeling dat kennisgeving via het internet een geschikte wijze van kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12, eerste lid, van de Awb kan zijn. Zoals wordt bevestigd in de memorie van toelichting bij de Wet elektronisch bestuurlijk verkeer (Kamerstukken II 2001-2002, 28 483, nr. 3, blz. 24 en 38), is op de kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12, eerste lid, echter tevens artikel 2:14, tweede lid, van de Awb van toepassing. Artikel 2:14, tweede lid, en artikel 3:12, eerste lid, van de Awb dienen in onderlinge samenhang aldus te worden uitgelegd dat op grond daarvan vereist is dat, in verband met de artikelen 3:11, eerste lid, en 3:15, eerste lid, van een ontwerpbesluit op ten minste één niet-elektronische, geschikte wijze als bedoeld in artikel 3:12, eerste lid, kennis wordt gegeven, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Het college heeft desgevraagd schriftelijk medegedeeld dat in de gemeente … ten tijde van de kennisgeving van het ontwerpbesluit niet een wettelijk voorschrift, als bedoeld in artikel 2:14, tweede lid, gold. Het college had derhalve op ten minste één niet-elektronische, geschikte wijze kennis moeten geven van het ontwerpbesluit. Gelet op hetgeen onder 2.3.4 is overwogen, heeft het college dit niet gedaan.’

De uitspraak van de Afdeling heeft betrekking op de kennisgeving van ontwerpbesluiten. Deze kennisgevingen mogen niet uitsluitend elektronisch worden gepubliceerd, tenzij een wettelijk voorschrift anders bepaalt (art 2:14 Awb). Met de modelverordening wordt voldaan aan de voorwaarde van een wettelijk voorschrift. De ter inzagelegging van een ontwerpbesluit, die volgens art. 3:11 Awb verplicht is bij toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure dient fysiek te geschieden. Dat kan niet elektronisch.

Bekendmaking en andere vormen van mededeling

Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet bij besluiten (in de zin van die wet) onderscheid worden gemaakt tussen twee vormen van ‘naar buiten brengen’ daarvan: bekendmaken en andere vormen van mededelen van, veelal kennisgeven genoemd.

Bekendmaken is de officiële openbaarmaking van een besluit. Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt (art. 3:40 Awb). Voor besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht – daarbij gaat het bijna altijd om beschikkingen – bestaat die bekendmaking uit toezending of uitreiking aan die belanghebbenden, en als de aanvrager een ander is, dan ook aan hem (art. 3:41, eerste lid Awb). Elektronische toezending kan overigens alleen indien betrokkene heeft kenbaar gemaakt dat hij langs deze (elektronische) weg voldoende bereikbaar is. Een besluit gericht tot een of meer belanghebbenden dat aan een of meer belanghebbenden niet kan worden toegezonden of uitgereikt, bijvoorbeeld omdat geen adres beschikbaar is of de identiteit van de betrokkene niet bekend is, wordt op grond van art. 3:41, tweede lid Awb bekendgemaakt ‘op een andere geschikte wijze’.

Over de bekendmaking van besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, bepaalt art. 3:42, tweede lid Awb:

2. De bekendmaking van besluiten van een niet tot de centrale overheid behorend bestuursorgaan die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. Elektronische bekendmaking vindt uitsluitend plaats in een van overheidswege uitgegeven blad, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

Het gaat hierbij vooral om besluiten van algemene strekking, zoals beleidsregels, plannen met besluitkarakter, aanwijzingen van toezichthouders en dergelijke. Voor algemeen verbindende voorschriften, zie hierna.

Voor elektronische bekendmakingis hier in beginsel plaatsing in ‘een van overheidswege uitgegeven blad’ voorgeschreven. Nu alle gemeenten met ingang van 1 januari 2014 een elektronisch gemeenteblad moeten hebben voor de bekendmaking van hun algemeen verbindende voorschriften (art. 139 Gemeentewet zoals dat per genoemde datum zal gelden, zie hierna), ligt het voor de hand dat medium te gebruiken voor alle ‘officiële’, wettelijk vereiste bekendmakingen en andere kennisgevingen. Gebruikmaken van de mogelijkheid, die artikel 3:42 biedt, om te kiezen voor een ander gemeentelijk elektronisch medium of zelfs voor een niet door de gemeente uitgegeven elektronisch medium, moet sterk worden afgeraden. De kans is namelijk te groot dat veel betrokkenen dat medium niet zullen weten te vinden. Tevens is het vanwege de eenduidigheid niet wenselijk dat een gemeente in meerdere elektronische bladen publiceert.

Voor elektronische publicatie van besluiten van algemene strekking is niet nodig dat daarvoor bij gemeentelijke verordening een grondslag wordt geschapen: artikel 3:42, tweede lid Awb biedt die grondslag al. Vanzelfsprekend behoort op een goede manier gecommuniceerd te worden over het moment waarop de gemeente besluit over te gaan tot elektronische bekendmaking van deze besluiten, als ook de vindplaats van de bekendmakingen.

Voor gemeentelijke algemeen verbindende voorschriften geeft artikel 139 Gemeentewet een meer specifieke regeling. Met ingang van 1 januari 2014 luidt het artikel als volgt:

Artikel 139

1. Besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden, verbinden niet dan wanneer zij zijn bekendgemaakt in het gemeenteblad.

2. De uitgifte van het gemeenteblad geschiedt elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze. Na de uitgifte blijft het gemeenteblad elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar. Indien elektronische uitgifte geheel of gedeeltelijk onmogelijk is, voorziet het gemeentebestuur in een vervangende uitgave. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden omtrent het bepaalde in de eerste en tweede volzin nadere regels gesteld.

afwijking van het eerste lid kan een besluit als bedoeld in dat lid bepalen dat een bij het besluit behorende bijlage wordt bekendgemaakt door terinzagelegging.

4. Voor het inzien van een overeenkomstig het eerste lid bekendgemaakt besluit worden geen kosten in rekening gebracht.

Als gevolg van deze bepaling moet elke gemeente voortaan over een elektronisch gemeenteblad beschikken. Veruit de meeste gemeenten zullen daarvoor gebruik maken van de Generieke Voorziening Officiële Publicaties (GVOP), met het internetadres https://zoek.officielebekendmakingen.nl. Overheden kunnen op hun eigen website een hyperlink aanbrengen naar de daar gepubliceerde regelingen.

Aan het elektronisch bekendmaken van algemeen verbindende voorschriften zijn eisen gesteld in de Regeling elektronische bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden (Stcr. 2008, 248). Aan deze eisen (formaat Pfd/A-1a, continuïteit, back-up) voldoet de GVOP. Een gemeente kan ook zelf een elektronisch gemeenteblad ontwikkelen, maar moet er wel op letten dat ook dan aan de eisen wordt voldaan; anders worden de algemeen verbindende voorschriften niet op de juiste wijze bekendgemaakt, zodat ze wellicht niet in werking treden.

Een gemeentelijke verordening is niet nodig als grondslag voor het elektronisch bekendmaken van algemeen verbindende voorschriften: artikel 139 Gemeentewet vormt de grondslag. Kennisgeven

Kennisgeven is de algemene term voor diverse vormen van openbaarmaking van besluiten maar ook van andere documenten, die erop is gericht dat alle potentieel belanghebbenden daar effectief kennis van kunnen nemen.

Bij beschikkingen zijn vaak meer belanghebbenden betrokken dan alleen degene tot wie de beschikking is gericht (‘derdebelanghebbenden’). Daarom is toezending of uitreiking aan de geadresseerden niet altijd voldoende en is er een ruimere kennisgeving voorgeschreven dan die welke nodig is voor de ‘bekendmaking’. Ook voor aanvragen om een beschikking is kennisgeving aan potentieel belanghebbenden vaak verplicht of, hoewel niet wettelijk verplicht, staand beleid. Datzelfde geldt voor veel ontwerp-plannen en voor allerlei andere stukken waarvan het van belang is dat ‘het publiek’ erop wordt geattendeerd en er zodoende kennis van kan nemen. Bij besluiten die tot stand worden gebracht met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, is kennisgeving van het ontwerpbesluit voorgeschreven (art. 3:12, eerste lid Awb).

Doel van deze kennisgeving is dus niet de inwerkingtreding van een besluit, maar ervoor te zorgen dat alle potentieel geïnteresseerden effectief kennis kunnen nemen van besluiten, ontwerpen en andere berichten die voor hen van belang kunnen zijn. Dat kan zijn in verband met mogelijke inspraak (zienswijzen), met een mogelijkheid om in bezwaar of in beroep te komen, maar het kan ook om een meer algemene voorlichtingsfunctie gaan. Een klassieke methode is, die berichten of aankondigingen te plaatsen in een huis-aan-huisblad.

De modelbepaling die hier wordt voorgesteld, gaat niet over de bekendmaking, gericht op het in werking treden van besluiten, maar over kennisgeving, gericht op het effectief kennis kunnen nemen van ontwerpbesluiten, besluiten en aanvragen.

Elektronisch publicatie onvoldoende

In veel gevallen kan het verstandig zijn om niet te volstaan met de elektronische kennisgeving, maar bovendien te voorzien in of meer andere wijzen van kennisgeving. Dit omdat er velen zijn die geen toegang hebben tot het internet, en nog meer die deze toegang in theorie wel hebben maar die daar niet gemakkelijk hun weg kunnen vinden en die in elk geval niet dagelijks het gemeenteblad raadplegen. Het tweede lid bepaalt daarom dat naast de elektronische kennisgeving ook andere vormen van publiciteit van belang kunnen zijn.

Het kan wettelijk onvoldoende zijn om alleen elektronisch te publiceren. Dat is bijvoorbeeld het geval bij toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure; dan is art. 3:12 Awb van toepassing. Daar wordt de materiële eis gesteld van een geschikte wijze van kennisgeving. Blijkens de geciteerde Afdelingsuitspraak betekent ‘geschikt’ hier, dat moet worden voldaan aan de voorwaarde dat de kennisgeving daadwerkelijk al diegenen kan bereiken die naar verwachting bedenkingen kunnen hebben tegen het ontwerpbesluit

Indien in een wettelijke bepaling slechts staat opgenomen ‘dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad’ dan dient de kennisgeving hierin te geschieden. Aanvullende dan wel afwijkende publicatieverplichtingen blijven ongewijzigd van toepassing. Voorbeelden van andere wettelijke bepalingen die zich verzetten tegen uitsluitend publicatie in het elektronische gemeenteblad zijn: art. 1.9 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, art. 78 Onteigeningswet, art. 7 Wet voorkeursrecht gemeenten, de Wabo (zie onder meer art. 3:12) en de Wet ruimtelijke ordening (zie onder meer artikel 3. 8 lid 1 en lid 3). De Wet ruimtelijke ordening schrijft bijvoorbeeld voor dat de mededeling van de vaststelling van een bestemmingsplan ook moet plaatsvinden in de Staatscourant en op www.ruimtelijkeplannen.nl.

Toelichting

Algemene toelichting op de Verordening op de elektronische bekendmaking en kennisgeving

Per 1 januari 2014 is een elektronisch gemeenteblad verplicht voor alle gemeenten. Gemeenten moeten dan hun algemeen verbindende voorschriften hierin bekend maken ten behoeve van de inwerkingtreding (artikel 139 Gemeentewet).

In de Regeling elektronische bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden worden technische eisen gesteld waaraan het elektronisch gemeenteblad moet voldoen. De (landelijke) Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties (GVOP) waarbij wij als aansluiten, voldoet aan deze eisen.

Het elektronische gemeenteblad wordt uitgegeven via de GVOP op de landelijke voorziening www.overheid .nl. Vanuit www.tilburg.nl is er een link naar deze landelijke voorziening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Bekendmaking

De wettelijke verplichting voor bekendmaking in een elektronisch gemeenteblad, bestaat alleen voor algemeen verbindende voorschriften (met name verordeningen). In Tilburg hebben we gekozen ook de andere besluiten van algemene strekking via het elektronisch gemeenteblad bekend te maken. Het gaat dan om bijvoorbeeld beleidsregels, mandaatbesluiten, ontwerpbesluiten etc. Dit bevordert de vindbaarheid van de besluiten en we besparen op deze manier op advertentiekosten.

Artikel 2. Kennisgeving

Kennisgevingen mogen niet uitsluitend elektronisch worden gepubliceerd, tenzij een wettelijk voorschrift anders bepaalt (art 2:14 Awb). Door in de gemeentelijke verordening op te nemen dat dit uitsluitend elektronisch geschiedt, wordt voldaan aan de voorwaarde van een wettelijk voorschrift. Het doel van deze verordening is het bieden van een wettelijke grondslag zodat juridisch kan worden volstaan met uitsluitend elektronische kennisgeving. Te denken valt aan aanvragen om omgevingsvergunningen, exploitatieovereenkomsten, verleende monumentenvergunningen etc.

In lid 2 wordt de mogelijkheid opengehouden om af te wijken van het uitgangspunt dat alle besluiten louter op elektronische wijze bekend worden gemaakt. Zo heeft de gemeente de mogelijkheid een afweging te maken of zij voldoet aan de voorwaarde dat de elektronische kennisgeving daadwerkelijk al diegenen kan bereiken die bedenkingen zou kunnen hebben tegen een (ontwerp)besluit.

Artikel 3.

Bijzondere omstandigheden.

Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden of dringende spoed kan het college of de burgemeester besluiten tot een andere wijze van bekendmaking. U kunt hierbij denken aan een door de burgemeester uitgevaardigde noodverordening die bekend wordt gemaakt door de tekst ervan aan te plakken in het stadskantoor.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 mei 2014.

de griffier,

de voorzitter,