Verordening sociale raad 2015

Geldend van 06-02-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Verordening sociale raad 2015

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Tilburg;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

  • -

    Gemeentewet, art. 149

  • -

    Art 2.1.3 lid 3 Wmo, art. 47 Participatiewet, art. 2.7 Jeugdwet

Besluit

  • A.

    In te trekken de verordening op de cliëntenparticipatie WWB 2012, zoals vastgesteld op 6 februari 2012, met inbegrip van de nadien doorgevoerde wijzigingen.

  • B.

    In te trekken de verordening clientenparticipatie gehandicaptenbeleid, zoals vastgesteld op 18 februari 2002, met inbegrip van de nadien doorgevoerde wijzigingen.

  • C.

    Vast te stellen de nieuwe Verordening sociale raad 2015, waarin onder andere staat dat;

    a) de cliënten- en burgerparticipatie zoals bedoeld in artikel 2.1.3 lid 3 van de Wmo, artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2.7 van de Jeugdwet wordt opgedragen aan de Sociale Raad;

    b) De min. 9 en max. 12 leden aantoonbaar grote betrokkenheid bij en deskundigheid van een of meerdere beleidsterreinen binnen het sociale domein dienen te hebben en zij hun werkzaamheden verrichten zonder last of ruggespraak;

    c) Het college jaarlijks een subsidie beschikbaar stelt voor de werkzaamheden van de Sociale Raad;

    d) De verordening in werking treedt op 1 januari 2015.

Verordening sociale raad 2015

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

Sociaal domein: Wmo, Participatiewet en Jeugdwet

Artikel 2. Taken en bevoegdheden

De clienten- en burgerparticipatie zoals bedoeld in artikel 2.1.3 lid 3 van de Wmo, artikel 47 van de Particitpatiewet en artikel 2.7 van de Jeugdwet.

Artikel 3. Samenstelling sociale raad

De sociale raad bestaat uit ten minste 9 en maximaal 12 leden.

De sociale raad wijst een onafhankelijke voorzitter aan uit zijn midden.

De leden van de sociale raad hebben aantoonbaar grote betrokkenheid bij en deskundigheid van een of meerdere beleidsterreinen binnen het sociale domein.

De leden van de sociale raad verrichten hun werkzaamheden zonder last of ruggespraak.

De leden van de sociale raad zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van hun taken.

De samenstelling van de sociale raad moet divers zijn.

Artikel 4. Aanwijzing leden

  • 1. De sociale raad is verantwoordelijk voor de werving en selectie van de leden en van een onafhankelijke voorzitter.

  • 2. De sociale raad draagt deze leden en voorzitter voor aan het college die hen benoemt voor de duur van max. 4 jaar met de mogelijkheid tot eenmalige verlenging.

  • 3. Het college kan om zwaarwegende reden gemotiveerd van een benoeming afzien.

Artikel 5. Informatie

Het college verstrekt aan de sociale raad tijdig alle inlichtingen en gegevens die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.

De sociale raad brengt haar (on)gevraagde adviezen aan het college schriftelijk uit.

Artikel 6. Contactambtenaren

De gemeente wijst vaste contactambtenaren aan als aanspreekpunt voor de communicatie met de sociale raad

Artikel 7. Overleg

  • 1. Tussen de verantwoordelijke wethouders en de sociale raad vindt minimaal twee maal per jaar een overleg plaats.

  • 2. Daarnaast vindt minimaal 2 maal per jaar overleg plaats tussen de contactambtenaren en vertegenwoordigers van de sociale raad.

Artikel 8. Budget

Het college stelt jaarlijks subsidie beschikbaar voor de werkzaamheden van de sociale raad.

Artikel 9. Huishoudelijk reglement

De sociale raad stelt een reglement vast waarin de onderwerpen worden geregeld die aan de sociale raad zijn opgedragen en overgelaten. Daarbij wordt in ieder geval geregeld de wijze waarop:

  • a.

    minimaal zes keer per jaar periodiek overleg wordt gevoerd

  • b.

    onderwerpen voor de agenda worden aangemeld

  • c.

    besluitvorming over een advies tot stand komt

  • d.

    jaarlijks het jaarplan, de begroting en de (financiële) verantwoording worden ingevuld

  • e.

    de bekendheid van de Sociale raad wordt vergroot

  • f.

    de werving en selectie van de onafhankelijke voorzitter en de leden plaatsvindt

  • g.

    de sociale raad handelt bij het disfunctioneren van een lid/de voorzitter van de sociale raad

  • h.

    jeugdigen en hun ouders worden betrokken

  • i.

    belangenorganisaties, cliëntenraden en doelgroepen worden bevraagd en geïnformeerd

  • j.

    belangenorganisaties, cliëntenraden en doelgroepen wordt de mogelijkheid geboden signalen over beleidsuitvoering door te geven.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015

  • 2. Met ingang van die dag vervalt de verordening op de cliëntenparticipatie WWB 2012 zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Tilburg bij besluit van 6 februari 2012, met inbegrip van de nadien doorgevoerde wijzigingen.

  • 3. Met ingang van die dag vervalt de verordening cliënten participatie gehandicaptenbeleid zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Tilburg bij besluit van 18 februari 2002, met inbegrip van de nadien doorgevoerde wijzigingen.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening sociale raad 2015"

Bijlage

Toelichting

Toelichting art 2. Taken en bevoegdheden

Art. 2.1.3 lid 3 van de Wmo

In de verordening wordt bepaald op welke wijze ingezetenen worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop zij:

  • a.

    in de gelegenheid worden gesteld voorstellen voor het beleid te doen;

  • b.

    vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;

  • c.

    worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;

  • d.

    deel kunnen nemen aan periodiek overleg;

  • e.

    onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • f.

    worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Artikel 47 - Cliëntenparticipatie Participatiewet

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7 lid 1 of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop deze personen of hun vertegenwoordigers:

  • a.

    vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;

  • b.

    worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;

  • c.

    deel kunnen nemen aan periodiek overleg;

  • d.

    onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • e.

    worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Artikel 2.7 van de Jeugdwet .

  • 1.

    Het college betrekt de ingezetenen van de gemeente, met name jeugdigen en hun ouders, en belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen bij de voorbereiding van het beleid inzake jeugdhulp, de kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdreclassering op de wijze voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening.

  • 2.

    Het college stelt ingezetenen van de gemeente, met name jeugdigen en hun ouders, en in de gemeente belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen vroegtijdig in de gelegenheid zelfstandig voorstellen voor het beleid inzake jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering te doen.

  • 3.

    Het college verschaft informatie die nodig is ter uitvoering van het eerste en tweede lid.

  • 4.

    Onverminderd het eerste lid vergewist het college zich bij de voorbereiding van het beleid van de belangen en behoeften van jeugdigen en ouders die hun belangen en behoeften niet goed kenbaar kunnen maken.

Toelichting art 4 Aanwijzing leden

  • 4.

    1 Met betrekking tot de voordracht en werving van leden verzorgt de Sociale raad een open sollicitatieronde. De selectie vindt plaats op basis van een door de sociale raad opgestelde profielschets. De selectiegesprekken worden gehouden door een selectiecommissie van de sociale raad.

  • 4.

    2 Zwaarwegende redenen zijn bijvoorbeeld ongeschiktheid van leden door tegenstrijdige belangen, fraude of misbruik.

Toelichting art 5. Informatie

Het college streeft ernaar om 4 weken van te voren ongevraagd advies te vragen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 november 2014

de voorzitter,

de secretaris,