Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR628818
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR628818/1
Regeling vervallen per 01-07-2020
Wijziging Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen per 1 juli 2019
Geldend van 07-11-2019 t/m 30-06-2020 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2019
Intitulé
Wijziging Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen per 1 juli 2019Besluit in bestuurlijk mandaat
Besluit:
De portefeuillehouder heeft besloten om
De Leidraad invordering gemeentelijke belastingen, besluit van 21-06-2011 (110621-13) , laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20-03-2019, te wijzigen conform het Wijzigingsbesluit leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 01-07-2019.
Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen per 1 juli 2019
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg;
gelezen het voorstel van de gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen van 08-08-2019;
besluit:
De Leidraad invordering gemeentelijke belastingen, vastgesteld bij besluit van 21-06-2011, [11062113], laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20-03-2019, wordt gewijzigd als volgt.
ARTIKEL I
A
Aan artikel 14.4.5 wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Artikel 19.3.4, eerste alinea, laatste twee volzinnen zijn van overeenkomstige toepassing.
B
Artikel 17, eerste gedachtestreepje, komt als volgt te luiden:
– het aanhouden van de tenuitvoerlegging van een dwangbevel bij verzet;
C
Aan artikel 19.3.4, eerste alinea, worden twee volzinnen toegevoegd, luidende:
Indien de belastingschuldige kenbaar maakt dat de beslagvrije voet onjuist is vastgesteld, maar niet
de juiste informatie verstrekt voor de goede vaststelling ervan, stelt de ontvanger hem in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn alsnog de juiste informatie te verstrekken. Indien de belastingschuldige de juiste informatie binnen de door de ontvanger gestelde termijn aanlevert, herstelt de ontvanger de beslagvrije voet met ingang van de inhouding volgend op het moment waarop de belastingschuldige kenbaar maakte dat de beslagvrije voet onjuist was vastgesteld.
D
In de artikelen 25.1.8, 25.7.2, 25.7.5, 26.1.5, 26.1.7, 26.1.8, 26.4.6 en 26.5.1 wordt ‘tien’ telkens vervangen door ‘veertien’.
E
Aan artikel 26.6, eerste alinea, wordt de volgende volzin toegevoegd:
Tegen het besluit van de ontvanger om geen invorderingsmaatregelen meer te treffen staat geen
administratief beroep open.
F
In artikel 73.4.2 wordt na ‘geen baten aanwezig’ ingevoegd ‘noch te verwachten’.
ARTIKEL II
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de 1e dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2019.
2. Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2e halfjaar 2019.
Tilburg, 08-08-2019
Het college van burgemeester en wethouders,
De wethouder Financiën
Ondertekening
TOELICHTING
Artikel I, onderdeel A en C wijzigen de artikelen 14.4.5 en 19.3.4 naar aanleiding van een aanbeveling van de Nationale ombudsman. (Nationale ombudsman 31 mei 2018, rapportnummer 2018/034.) Het komt voor dat een belastingschuldige een verzoek tot aanpassing van de beslagvrije voet doet en daarbij niet de juiste gegevens verstrekt. De ontvanger corrigeert de beslagvrije voet van de belastingschuldige dan pas als de belastingschuldige de juiste informatie aanlevert. De wijziging heeft tot gevolg dat de belastingschuldige die niet de juiste gegevens aanlevert, deze gegevens op verzoek van de ontvanger binnen een redelijke termijn alsnog kan verstrekken. Als de belastingschuldige dat doet, wordt zijn beslagvrije voet met terugwerkende kracht aangepast vanaf de eerstvolgende inhouding nadat het oorspronkelijke verzoek tot aanpassing is gedaan. Met deze beperkte terugwerkende kracht verdwijnt het onderscheid tussen belastingschuldigen die zich melden met de juiste informatie en belastingschuldigen die dat (om wat voor reden dan ook) niet doen. Als de belastingschuldige naar aanleiding van het verzoek van de ontvanger geen informatie aanlevert of verzuimt deze tijdig aan te leveren, blijft het huidige regime van toepassing.
Artikel I, onderdeel B heeft tot doel de inleiding bij artikel 17 aan te sluiten bij de aanhef van artikel
17.1. Artikel 17.1 is per 1 januari 2018 aangepast, waarbij abusievelijk de inleiding van artikel 17 niet is meegenomen. Deze omissie wordt hiermee hersteld.
Artikel I, onderdeel D heeft tot doel een aantal termijnen te uniformeren die in deze leidraad staan.
Voor deze termijnen wordt aangesloten bij de termijn van twee weken die artikel 11 van de wet noemt. Hierbij wordt een vertaalslag gemaakt van de in de wet genoemde twee weken naar veertien dagen.
Artikel I, onderdeel E verduidelijkt dat geen administratief beroep open staat tegen de eenzijdige
beslissing van de ontvanger om (voorlopig) geen invorderingsmaatregelen meer te nemen.
Artikel I, onderdeel F verduidelijkt dat de ontvanger ook een eventuele bate uit een door de curator te entameren procedure moet meenemen bij de afweging of hij een faillissementsaanvraag indient of maatregelen treft die moeten leiden tot ontbinding van een rechtspersoon conform artikel 2:19a BW. Dit is in lijn met de jurisprudentie op dit gebied. (Zie bijvoorbeeld Gerechtshof Den Haag 2 juli 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1846.)
Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl