Burgemeestersbesluit handhavingsbeleid Wet op de kansspelen 2019

Geldend van 17-01-2020 t/m heden

Intitulé

Burgemeestersbesluit handhavingsbeleid Wet op de kansspelen 2019

Burgemeestersbesluit 041119

De burgemeester van de gemeente Tilburg:

- gezien het voorstel van de afdeling Veiligheid & Wijken;

Besluit

1. Stelt het handhavingsbeleid Wet op de kansspelen gemeente Tilburg 2019 vast;

2. Trekt het Burgemeestersbesluit Wet op de kansspelen d.d. 16 juni 2015 in.

Handhavingsbeleid Wet op de kansspelen gemeente Tilburg 2019

Het handhavingsbeleid Wet op de kansspelen heeft als doel effectiever te kunnen handhaven op overtredingen van bepalingen uit de Wet op de kansspelen. Daarmee worden geconstateerde overtredingen gevolgd door een adequate reactie die qua intensiteit zo goed mogelijk aansluit bij de ernst van de overtreding.

De gemeente Tilburg hecht veel waarde aan het voorkomen en bestrijden van problematisch speelgedrag en risicovolle deelname aan kansspelen. De handhaving van bepalingen uit de Wet op de kansspelen draagt hieraan bij. Een ander aspect is de noodzaak die de gemeente Tilburg ziet om op te treden tegen illegaal gokken. Illegaal gokken is strafbaar en verweven met andere vormen van criminaliteit. Onder- en bovenwereld raken verweven doordat illegaal gokken niet mogelijk is zonder gebruik te maken van legale voorzieningen uit de bovenwereld zoals transport, opslag, financiën, vergunningen en huisvesting. Er is sprake van witwassen en er is geen zicht op geldstromen. De door de aanbieders van de gokactiviteiten verdiende bedragen verdwijnen vaak in een zwartgeldcircuit waarmee andere criminele of maatschappij-ondermijnende activiteiten kunnen worden gefinancierd. Er is geen zicht op personen die gokken, wat het bestrijden van gokverslavingen lastig maakt. Daarnaast tast het de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat in Tilburg aan.

In onderstaande handhavingsstrategie is de zwaarte van de bestuurlijke maatregel afgestemd op het type overtreding van de Wet op de kansspelen. Daar waar geen zicht is op legalisatie wordt strenger opgetreden dan bij overtredingen die mogelijk in aanmerking komen voor legalisatie. Dit uit zich in onderstaande strategie. Voor alle in dit handhavingsbeleid genoemde overtredingen betreft de verjaringstermijn 2 jaar.

Handhaving overtredingen

A. Artikel 30b Wet op de kansspelen

Zonder vergunning één of meer kansspelautomaten aanwezig hebben.

Op grond van artikel 30b van de Wet op de kansspelen is het verboden om zonder vergunning één of meer kansspelautomaten aanwezig te hebben. Voor behendigheidsautomaten (zoals een flipperkast of videospelletje) is geen vergunning vereist.

Een kansspelautomaat is een speelautomaat die is ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen.

Een behendigheidsautomaat is een speelautomaat waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde spelduur of het recht op gratis spelen (je kunt er dus geen geld mee winnen) en het verloop van het spel (winst of verlies) afhankelijk is van de behendigheid, kennis en tactiek van de speler.

Overtreding

Handhaving

1e overtreding

Waarschuwing

Bij constatering van een eerste overtreding van artikel 30b wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven. De overtreder wordt in de gelegenheid gesteld om binnen een week alsnog een ontvankelijke vergunningsaanvraag in te dienen. Zolang er géén ontvankelijke vergunning is ingediend mogen de kansspelautomaten niet in het bedrijf aanwezig zijn.

2e overtreding

(en daaropvolgend)

Last onder dwangsom

Indien na een schriftelijke waarschuwing niet binnen een week een ontvankelijke vergunningsaanvraag is ingediend en er wordt opnieuw een overtreding geconstateerd, wordt aan de overtreder een last onder dwangsom opgelegd om de kansspelautomaten te verwijderen. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 2.000,- per week, met een maximum van € 10.000,- voor iedere week dat wordt geconstateerd dat er één of meer kansspelautomaten aanwezig zijn in de inrichting zonder dat daartoe een geldige vergunning aanwezig is.

Sluiting (horeca)inrichting en intrekken vergunning

Wanneer de volledige dwangsom is verbeurd en nogmaals een overtreding van artikel 30b wordt geconstateerd gaat de burgemeester over tot sluiting van het pand op grond van artikel 72b APV Tilburg (een voor publiek openstaand gebouw, niet zijnde een horecabedrijf) of artikel 34 APV Tilburg (vanuit een horecabedrijf) voor de duur van ten minste 3 weken tot een periode van maximaal 3 maanden.

In het geval van een horecabedrijf kan de burgemeester besluiten de horeca-exploitatievergunning en/of de drank- en horecawetvergunning van de exploitant van het horecabedrijf in te trekken op grond van artikel 43 APV Tilburg, respectievelijk artikel 31 lid 1 onder b en c van de Drank- en Horecawet.

B. Artikel 30c, lid 2 Wet op de kansspelen jo. artikel 51 APV Tilburg

Aanwezigheid van meer dan twee kansspelautomaten.

Overtreding

Handhaving

1e overtreding

Waarschuwing

Bij constatering van een eerste overtreding van artikel 30c lid 2 Wok jo. artikel 51 APV Tilburg wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven. De overtreder wordt in de gelegenheid gesteld binnen een week na constatering van de overtreding de situatie te bewerkstelligen waarin niet meer dan twee kansspelautomaten in de inrichting aanwezig zijn.

2e overtreding

(en daaropvolgend)

Last onder dwangsom

Indien er opnieuw een overtreding wordt geconstateerd, wordt aan de overtreder een last onder dwangsom opgelegd om de te veel in de inrichting aanwezig zijnde kansspelautomaten te verwijderen. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 2.000,- per week, met een maximum van € 10.000,- voor iedere week dat de overtreding voortduurt.

Sluiting (horeca)inrichting en intrekken vergunning

Wanneer de volledige dwangsom is verbeurd en nogmaals een overtreding van 30c lid 2 Wok jo. artikel 51 APV Tilburg wordt geconstateerd gaat de burgemeester over tot sluiting van het pand op grond van artikel 72b APV Tilburg (een voor publiek openstaand gebouw, niet zijnde een horecabedrijf) of artikel 34 APV Tilburg (vanuit een horecabedrijf) voor de duur van ten minste 3 weken tot een periode van maximaal 3 maanden.

In het geval van een horecabedrijf kan de burgemeester besluiten de horeca-exploitatievergunning en/of de drank- en horecawetvergunning van de exploitant van het horecabedrijf in te trekken op grond van artikel 43 APV Tilburg, respectievelijk artikel 31 lid 1 onder b en c van de Drank- en Horecawet.

C. Artikel 30c, lid 1 aanhef Wet op de kansspelen

Aanwezigheid van kansspelautomaten in een laagdrempelige inrichting.

Overtreding

Handhaving

1e overtreding

(en daaropvolgend)

Last onder dwangsom

Bij constatering van een overtreding van artikel 30c, 1 aanhef wordt een last onder dwangsom opgelegd ter hoogte van € 2.000,- per week, met een maximum van € 10.000,- voor iedere week dat de overtreding wordt geconstateerd.

Last onder dwangsom

Indien er opnieuw een overtreding wordt geconstateerd en de volledige dwangsom is verbeurd, wordt aan de overtreder opnieuw een last onder dwangsom opgelegd om de in de inrichting aanwezig zijnde kansspelautomaten te verwijderen. In dat geval wordt er een last onder dwangsom opgelegd ter hoogte van € 4.000,- per week, met een maximum van € 20.000,- voor iedere week dat de overtreding wordt geconstateerd.

Sluiting (horeca)inrichting en intrekken vergunning

Wanneer de volledige dwangsom is verbeurd en nogmaals een overtreding van 30c lid 1 wordt geconstateerd gaat de burgemeester over tot sluiting van het pand op grond van artikel 72b APV Tilburg (een voor publiek openstaand gebouw, niet zijnde een horecabedrijf) of artikel 34 APV Tilburg (vanuit een horecabedrijf) voor de duur van ten minste 3 weken tot een periode van maximaal 3 maanden.

In het geval van een horecabedrijf kan de burgemeester besluiten de horeca-exploitatievergunning en/of de drank- en horecawetvergunning van de exploitant van het horecabedrijf in te trekken op grond van artikel 43 APV Tilburg, respectievelijk artikel 31 lid 1 onder b en c van de Drank- en Horecawet.

D. Artikel 30d, lid 1 Wet op de kansspelen

Handelen in strijd met de nadere voorschriften en beperkingen zoals gesteld in de aanwezigheidsvergunning.

Overtreding

Handhaving

1e overtreding

Waarschuwing

De overtreder ontvangt een schriftelijke waarschuwing waarin hij wordt gewezen op de voorschriften en beperkingen die zijn verbonden aan zijn vergunning. In de brief wordt aangegeven welke voorschriften zijn overtreden en wat de consequenties zijn wanneer opnieuw een overtreding wordt geconstateerd.

2e overtreding

(en daaropvolgend)

Last onder dwangsom

Bij een tweede constatering wordt de overtreder aangeschreven met een last onder dwangsom met als doel om herhaling van de geconstateerde overtreding te voorkomen. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 1.000,- per dag, voor iedere dag dat wordt geconstateerd dat men de voorschriften en beperkingen niet naleeft. Het maximum te verbeuren bedrag wordt bepaald op € 10.000,-.

Intrekken vergunning

Wanneer de volledige dwangsom is verbeurd en nogmaals een overtreding wordt geconstateerd van de voorschriften en beperkingen die zijn verbonden aan de aanwezigheidsvergunning, wordt de aanwezigheidsvergunning voor onbepaalde tijd ingetrokken.

E. Artikel 30d, lid 4 aanhef en onder a Wet op de kansspelen

Eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag.

Overtreding

Handhaving

1e overtreding

Intrekken vergunning

F. Artikel 30f, lid 1 aanhef en onder a Wet op de kansspelen

Verstrekken van onjuiste en onvolledige gegevens op basis waarvan een andere beslissing zou zijn genomen.

Overtreding

Handhaving

1e overtreding

Intrekken vergunning

G. Artikel 30f, lid 1 aanhef en onder b Wet op de kansspelen

Niet meer in het bezit van een geldige exploitatievergunning en drank- en horecavergunning.

Overtreding

Handhaving

1e overtreding

Intrekken vergunning

H. Artikel 30f, lid 2 aanhef en onder b Wet op de kansspelen

Een gewettigde vrees dat het van kracht blijven van de vergunning een ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

Overtreding

Handhaving

1e overtreding

Intrekken vergunning

I. Artikel 30g lid 1 Wet op de kansspelen

Het is de vergunninghouder verboden personen beneden de leeftijd van 18 jaar een kansspelautomaat te laten bespelen.

Overtreding

Handhaving

1e overtreding

Bestuurlijke boete

Bij een constatering van overtreding van artikel 20g lid 1 Wet op de kansspelen wordt een bestuurlijke boete opgelegd. Ingevolge artikel 35c lid 4 van de Wet op de kansspelen kan een bestuurlijke boete worden opgelegd van maximaal de vijfde categorie als bedoeld in artikel 23 lid 4 Wetboek van Strafrecht. In dit geval ontvangt de overtreder een boete van € 2.500,-.

2e overtreding

Intrekken vergunning

Wanneer de volledige dwangsom is verbeurd en nogmaals een overtreding van artikel 30g lid 1 wordt geconstateerd, wordt de aanwezigheidsvergunning voor onbepaalde tijd ingetrokken.

J. Artikel 1 lid 1 onder a Wet op de kansspelen

Op grond van artikel 1 lid 1 onder a van de Wet op de kansspelen is het verboden om gelegenheid te geven tot het spelen van kansspelen, tenzij daarvoor een vergunning is verstrekt. Er is sprake van een kansspel wanneer men kan mededingen naar prijzen of premies en de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen. Dit uit zich in onder andere de volgende uiterlijke verschijningsvormen:

  • Illegaal gokken door het gebruik van gokzuilen of een ander apparaat met een internetverbinding waarop illegaal weddenschappen worden afgesloten op bijvoorbeeld sportwedstrijden;

  • Het organiseren van pokertoernooien die niet besloten en bedrijfsmatig plaatsvinden waarbij er prijzen of premies gewonnen kunnen worden en/of inleggeld en entreegeld gevraagd wordt aan de deelnemers.

Het zonder vergunning plaatsen van kansspelautomaten (gokkasten) valt niet onder deze bepaling, maar onder artikel 30b van de Wet op de kansspelen. Voor de beoordeling of een spel valt onder artikel 1 lid 1 onder a kan onder andere de leidraad beoordeling kansspelen van de Kansspelautoriteit worden geraadpleegd.

Overtreding

Handhaving

1e overtreding

Sluiting (horeca)pand en intrekken vergunning

Bij een constatering van overtreding van artikel 1 lid 1 onder a Wet op de kansspelen gaat de burgemeester over tot sluiting van het pand op grond van artikel 72b APV Tilburg (een voor publiek openstaand gebouw, niet zijnde een horecabedrijf) of artikel 34 APV Tilburg (vanuit een horecabedrijf) voor de duur van ten minste 3 weken tot een periode van maximaal 3 maanden.

In het geval van een horecabedrijf kan de burgemeester besluiten de horeca-exploitatievergunning en/of de drank- en horecawetvergunning van de exploitant van het horecabedrijf in te trekken op grond van artikel 43 APV Tilburg, respectievelijk artikel 31 lid 1 onder b en c van de Drank- en Horecawet.

Illegaal gokken is een vorm van ondermijning. Er is geen zicht op personen die gokken, wat het bestrijden van gokverslavingen lastig maakt. Bovenal hoort dit niet thuis in theehuizen, internetcafés en belwinkels. Illegaal gokken is een voorbeeld van een verweving van onder- en bovenwereld en niet mogelijk zonder gebruik te maken van legale voorzieningen uit de bovenwereld. Daarnaast tast het de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat in Tilburg aan. Het brengt een openbare orde- en veiligheidsrisico mee voor zowel de nabije leefomgeving van het pand waarin illegaal gegokt wordt als voor de bezoekers van het pand/bedrijf. Uit de huidige jurisprudentie kan worden geconcludeerd dat bovenstaande negatieve effecten op de samenleving en de openbare orde en veiligheid voldoende grond bieden om in het geval van een vergunning deze in te trekken en daarnaast het pand te sluiten om zo de (vrees voor) verstoring van de openbare orde onmiddellijk te beëindigen en de loop naar en bekendheid van de locatie waar illegaal gegokt kan worden te doorbreken.

Primair gaat de burgemeester dan ook bij de eerste constatering van het gelegenheid bieden tot illegaal gokken over tot het sluiten van het pand voor een periode van 3 weken tot maximaal 3 maanden. In het geval van een horecabedrijf kan de burgemeester besluiten de horeca-exploitatievergunning en/of de drank- en horecawetvergunning van de exploitant van het horecabedrijf in te trekken. De sluiting van het pand is conform het sluitingsbeleid van artikel 34 APV Tilburg.

Vanwege het georganiseerde en/of ondermijnend karakter dat uitgaat van het illegaal gokken en de impact op het woon- en leefklimaat en de openbare orde en veiligheid, wordt in beginsel uitgegaan van een sluiting van 3 weken. Indien de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven kan de burgemeester besluiten om hiervan af te wijken en het pand voor een langere duur te sluiten. De volgende feiten en omstandigheden kunnen hiertoe relevant zijn (niet limitatief):

  • de aard, duur en omvang van het strafbare feit;

  • constatering van meerdere strafbare feiten;

  • de gevolgen voor de openbare orde en veiligheid;

  • de getroffen maatregelen om de openbare orde in en rond de inrichting in voldoende mate te herstellen en de medewerking die daarbij wordt verleend aan toezichthoudende instanties;

  • aantreffen in de inrichting van personen met antecedenten op het gebied van bovenstaande strafbare feiten;

  • recidive.

Indien de burgemeester meent dat op basis van de beoordeling van de feiten en omstandigheden een directe sluiting disproportioneel is, kan volstaan worden met een waarschuwing alvorens conform beleid het pand te sluiten. Wanneer de burgemeester hiervoor kiest zal hij dit in het besluit nader motiveren. Bij deze afweging kunnen de aard, duur en omvang van het strafbare feit, de verwijtbaarheid van de exploitant en de gevolgen voor de openbare orde en veiligheid meespelen.

Ondertekening

Aldus besloten op 4 november 2019

drs. Th. L. N. Weterings

burgemeester