Regeling vervallen per 31-12-2021

Verordening bedrijveninvesteringszone gebruikers en eigenaren Piushaven Tilburg 2021-2025

Geldend van 01-01-2021 t/m 30-12-2021

Intitulé

Verordening bedrijveninvesteringszone gebruikers en eigenaren Piushaven Tilburg 2021-2025

De raad van de gemeente Tilburg;

- gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

- gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

- gelet op de tussen de gemeente Tilburg en de stichting BIZ Piushaven Tilburg gesloten Uitvoeringsovereenkomst;

Besluit

De Verordening bedrijveninvesteringszone gebruikers en eigenaren Piushaven Tilburg 2021-2025 vast te stellen.

Verordening bedrijveninvesteringszone gebruikers en eigenaren Piushaven Tilburg 2021-2025

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Deze verordening verstaat onder:

  • a. bedrijveninvesteringszone: het op de bij deze verordening behorende kaart aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven;

  • b. wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • c. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • d. uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente en stichting BIZ Piushaven Tilburg op 5 november 2020 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet.

  • e. Stichting: stichting BIZ Piushaven Tilburg

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

De verordening is van toepassing op het gebied zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart. 

 

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 4 Voorwerp van de belasting

Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 5 Belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van

    a.de gebruiker, zijnde diegene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerend zaak gebruikt.

    b. de eigenaar, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van een in de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaak.  

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven;

    b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie de onroerende zaak ter beschikking is gesteld.

  • c. als eigenaar aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar 2021.  

  • 2.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 7 Vrijstellingen

  • 1.

    In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

  • a. onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • b. natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;

  • c. werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

  • d. straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • e. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • f. begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 8 Tarief BIZ-bijdrage

Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt   

a. voor de gebruiker bij een WOZ-waarde van:

WOZ

VAN

WOZ

TOT

TARIEVEN

AANTAL OBJECTEN

WAARDE OPBRENGST

€ 1

€ 100.000

€ 150

16

€ 2.400

€ 100.001

€ 200.000

€ 300

25

€ 7.500

€ 200.001

€ 300.000

€ 450

14

€ 6.300

€ 300.001

€ 400.000

€ 600

6

€ 3.600

€ 400.001

€ 500.000

€ 750

6

€ 4.500

€ 500.001

€ 600.000

€ 900

1

€ 900

€ 600.001

€ 700.000

€ 1.050

3

€ 3.150

€ 700.001

>

€ 1.200

4

€ 4.800

TOTAAL

75

€ 33.150

 

b. voor de eigenaar bij een WOZ-waarde van:

WOZ

VAN

WOZ

TOT

TARIEVEN

AANTAL OBJECTEN

WAARDE OPBRENGST

€ 1

€ 100.000

€ 150

16

€ 2.400

€ 100.001

€ 200.000

€ 300

25

€ 7.500

€ 200.001

€ 300.000

€ 450

14

€ 6.300

€ 300.001

€ 400.000

€ 600

6

€ 3.600

€ 400.001

€ 500.000

€ 750

6

€ 4.500

€ 500.001

€ 600.000

€ 900

1

€ 900

€ 600.001

€ 700.000

€ 1.050

3

€ 3.150

€ 700.001

>

€ 1.200

4

€ 4.800

TOTAAL

75

€ 33.150

Artikel 9 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 12 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt tussen de 24e en het einde van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later (eveneens tussen de 24e en het einde van de maand).

  • 4.

    Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het derde lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische betalingsincasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid.

Artikel 11 Looptijd van de belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Nadere regels door college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage. 

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 14 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene Subsidieverordening gemeente Tilburg niet van toepassing.

Artikel 15 Aanwijzing stichting

De stichting BIZ Piushaven Tilburg wordt aangewezen als de stichting bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt, verplicht moeten worden verricht.

Artikel 16 Subsidieverlening

  • 1.

    De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2.

    De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen verminderd met de perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen zoals opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

 

Artikel 17 Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de stichting ook andere doel gebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de stichting gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 18 Subsidievaststelling

  • 1.

    De stichting is verplicht om uiterlijk 1 mei van het jaar opvolgend op het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

  • 2.

    De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 13 weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

Artikel 19 Melding van relevante wijzigingen

De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

  • - meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie;

  • - een wijziging van de statuten;

  • - verandering of beëindiging van activiteiten.

Hoofdstuk IV Slotbepaling

Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening bedrijveninvesteringszone gebruikers en eigenaren Piushaven Tilburg 2021-2025".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2020

de griffier,

de voorzitter,

Kaart Bedrijveninvesteringszone gebruikers en eigenaren Piushaven Tilburg 2021-2025

afbeelding binnen de regeling

Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening bedrijveninvesteringszone gebruikers en eigenaren Piushaven Tilburg 2021-2025"

Invoering BIZ

Op grond van de Wet Bedrijveninvesteringszone is een gebied aangewezen waar gedurende een termijn van 5 jaar een BIZ-bijdrage wordt geheven.

De BIZ bijdrage wordt jaarlijks geheven via een aanslag. Gebruikers en eigenaren van onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen en zijn gelegen in het aangewezen gebied zijn belastingplichtig.

Voor het gebied Piushaven is de stichting BIZ Piushaven Tilburg opgericht die de activiteiten uitvoert en de BIZ bijdragen door middel van een jaarlijkse subsidie ter beschikking krijgt. Zij gebruiken de middelen ter financiering van de afgesproken activiteiten.

Kosten en opbrengsten

De opbrengst van de BIZ-bijdragen wordt na aftrek van de kosten overgemaakt aan de stichting BIZ Piushaven Tilburg.