Regeling vervallen per 01-05-2011

Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2011

Geldend van 11-02-2011 t/m 30-04-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2011

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het college;

  • -

    gelet op de artikelen 217, 219 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b,

    van de Gemeentewet en de Wet op de lijkbezorging;

Besluit:

vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van begraafplaatsrechten 2011"

Raadsbesluit

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats van de gemeente, genaamd Central begraafplaats West, ongeacht welke bijzondere bestemming een of meer gedeelten daarvan gekregen hebben;

  • b.

    bijzonder graf (kelder): een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • c.

    eerste klas graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • d.

    tweede klas graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de

    begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • e.

    kindergraf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats

    ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaar, welk

    recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden verlengd;

  • f.

    graf op het urnenveld: een graf op het voor urnenveld bestemde gedeelte van

    de begraafplaats ten aanzien waarvan het recht tot begraven wordt verleend

    voor 20 jaar, welk recht op verzoek in blokken van 10 jaar kan worden

    verlengd;

  • g.

    verlenging tot 10 jaar: verlenging van het grafrecht, van de begraving van een

    lijk of asbus in een graf waarin reeds een lijk of asbus is begraven, aangevuld

    tot 10 jaar na de bijplaatsing van het lijk of de asbus;

  • h.

    asbus: een gesloten bus, bevattende as van een lijk, als bedoeld in het

    Crematoriumbesluit;

  • i.

    graftekenen: op graven aanwezige tekenen;

  • j.

    het daarvoor bestemd gedeelte van de begraafplaats: het op de bij deze

    verordening gevoegde overzichtstekening aangegeven deel van de Centrale

    begraafplaats West waar de diverse soorten graven gelegen zijn;

  • k.

    algemeen graf: een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraaf-

    plaats dat wordt uitgegeven voor de duur van 10 jaar, waarna niet verlengd

    kan worden. Op een algemeen graf mag geen grafteken geplaatst worden. Een

    algemeen graf kan zijn een volwassenen graf of een kindergraf (*).

    (*) In een algemeen graf kunnen maximaal 3 overledenen worden begraven,

    die meestal vreemden van elkaar zijn.

Artikel 2 Aard der rechten

Ten behoeve van de gemeente worden voor het gebruik van de begraafplaats, alsmede voor de diensten, welke in verband daarmede vanwege de gemeente worden verleend, rechten geheven als in de navolgende artikelen omschreven.

Artikel 3 Begrafenisrechten

  • 1.

    Voor het begraven van een lijk is verschuldigd indien het begraven geschiedt:

    in een bijzonder graf €  363,10

    in een eerste klas graf €  363,10

    in een tweede klas graf €  363,10

  • 2.

    Voor het begraven van een asbus is verschuldigd indien het begraven geschiedt:

    in een bijzonder graf €  211,45

    in een eerste klas graf €  211,45

    in een tweede klas graf €  211,45

    in een graf op het urnenveld € 211,45

    in een kindergraf € 211,45

  • 3.

    Het in het eerste lid genoemde recht wordt tot een vierde verminderd, indien

    het betreft het begraven in het ouderlijk graf van een lijk van een kind beneden

    het jaar, en tot de helft, indien het betreft een lijk van een kind van één tot

    beneden de 12 jaren.

  • 4.

    Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de 12 jaren in een

    kindergraf is verschuldigd € 211,45

  • 5.

    Voor het begraven van een lijk van een levenloos geboren kind of vrucht in een

    kindergraf is verschuldigd € 211,45

  • 6.

    Voor het opgraven en herbegraven van een lijk of van een asbus voor zover dit

    niet plaats vindt krachtens rechterlijk bevel, is verschuldigd het dubbele van

    het tarief voor het begraven een lijk of de asbus in de klasse waarin het

    herbegraven vindt.

  • 7.

    Voor het opgraven van een lijk of van een asbus, voor zover dit niet plaatsvindt

    krachtens rechterlijk bevel, is verschuldigd het dan geldende tarief voor

    opgraving van het lijk of de asbus in de klasse die de opgraving betreft.

Artikel 4 Grafrechten

  • 1.

    Voor het recht tot het begraven in een graf, als bedoeld in artikel 1, en voor het

    schoonhouden/onderhoud van de graven, daaronder niet begrepen de

    graftekenen, door de gemeente is verschuldigd voor de eerste termijn van

    uitgifte, wanneer dit betreft:

    In een bijzonder graf €  6.787,50

    In een eerste klas graf €  2.678,40

    In een tweede klas graf €  1.214,70

    In een graf op het urnenveld €  1.214,70

  • 2.

    Voor het recht tot het begraven van een kind beneden de 12 jaren in een

    kindergraf is verschuldigd:

    indien het betreft een kind beneden het jaar (0-1 jaar) €  209,55

    indien het betreft een kind tot beneden 12 jaren €  253,70

    indien het betreft een levenloos geboren kind €  209,55

  • 3.

    Bij verlenging van het recht tot begraven in een graf, als bedoeld in artikel 1,

    voor het schoonhouden/onderhoud van de graven, daaronder niet begrepen de

    graftekenen, door de gemeente en voor een verwijderingsbijdrage van de

    gedenksteen na beëindiging van de verlenging, is verschuldigd voor elke

    termijn van 10 jaar:

    In een bijzonder graf €  3.597,35

    In een eerste klas graf €  1.419,20

    In een tweede klas graf €  648,85

    In graf op het urnenveld €  648,85

    In een kindergraf (0-1/levenloos) €  117,00

    In een kindergraf (1-12 jaar) €  139,05

Artikel 5 Stichting grafkelder

Voor het stichten van een grafkelder is verschuldigd € 2.020,40

Artikel 6 Plaatsingsrecht graftekenen

Voor het hebben van graftekenen gedurende de gehele of gedurende een gedeelte van de eerste termijn van uitgifte van een graf is verschuldigd wanneer het betreft:

  • a.

    een bijzondere graf € 552,20

  • b.

    een eerste klas graf € 159,25

  • c.

    een tweede klas graf € 82,60

  • d.

    een graf op het urnenveld € 82,60

  • e.

    een kindergraf (0-1 jaar/1-12 jaar/levenloos) € 24,35

Artikel 7 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van het gebruik of de diensten, dan wel degene te wiens behoeve het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. De rechten worden geheven bij wege van gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur.

  • 2. Het verschuldigde bedrag wordt in de kennisgeving, de nota of de andere schriftuur vermeld.

  • 3. het college van burgemeester en wethouders stelt de modellen van de in dit artikel bedoelde bescheiden vast.

Artikel 9 Betaling en inning

  • 1. De rechten zijn verschuldigd en moeten worden betaald op het tijdstip, waarop het gebruik aanvangt casu quo de dienst wordt verleend.

  • 2. Indien het verschuldigde bedrag niet op het in het eerste lid genoemd tijdstip kan worden vastgesteld, moeten de rechten worden betaald binnen tien dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, de nota of de andere schriftuur.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafplaatsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de eerste dag na de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 3.

    De "Verordening begraafplaatsrechten 2003" alsmede de zevende wijziging van 11 november 2010 worden ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening begraafplaatsrechten 2011".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 februari 2011

de griffier,

de voorzitter,