Regeling vervallen per 23-09-2015

Nota kapbeleid, uitgangspunten en beoordelingscriteria kapaanvragen en compenserende maatregelen

Geldend van 06-11-2012 t/m 22-09-2015

Intitulé

Nota kapbeleid 'uitgangspunten en beoordelingscriteria kapaanvragen en compenserende maatregelen

Het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen,

gelet op de Kapverordening en op de artikelen 1:3, vierde lid, en 4:81 tot en met 4:84  van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

  • 1.

    de nota “Kapbeleid, uitgangspunten en beoordelingscriteria kapaanvragen en compenserende maatregelen” als bijlage bij dit besluit vast te stellen;

  • 2.

    de in die nota opgenomen uitgangspunten en criteria te hanteren bij de uitoefening van zijn bevoegdheden op grond van de Kapverordening.

Ondertekening

Tubbergen, 27 februari 2007
Burgemeester en wethouders van Tubbergen
De secretaris,                    De locoburgemeester,
drs. ing. G.B.J. Mensink,     P.J. van der Vinne

Bijlage

 

 

A´j van holt hoald,

muj zorg´n da´j ´t hoald!

Nota kapbeleid

Uitgangspunten en beoordelings­criteria kapaanvragen en compenserende maatregelen

 

 1     Inhoudsopgave

1

Inhoudsopgave

1

2

Inleiding

2

 

2.1 Waarom kapbeleid

2

 

2.2 Kapverordening

2

 

2.3 Leeswijzer

2

3

Diverse soorten kapaanvragen

3

 

3.1 Kapaanvragen in perspectief plaatsen

3

4

Kapaanvragen beoordelen is objectiveren

4

 

4.1 Uitgangspunten bij de beoordeling

4

5

Beoordelingscriteria kapvergunningen

6

 

5.1 Belang van behoud van de boom

6

 

5.2 Belang van verwijdering

7

 

5.3 Aard en omvang van herplant

7

6

Kennisgeving hakhout

8

7

Compensatie

9

 

7.1 Algemene uitgangspunten

9

 

7.2 Compensatie van solitaire bomen

10

 

7.3 Compensatie van landschapselementen

11

8

Bijlagen

13

 

8.1 Streekeigen beplanting

13

 

8.2 Definities

14

2     Inleiding

2.1      Waarom kapbeleid

De gemeente Tubbergen is mede verantwoordelijk voor de “groene” kwaliteit van de leefomgeving. Groen en bomen in de openbare ruimte, op zichtbare ruimte (van de openbare weg), maar ook op particuliere terreinen zijn van essentieel belang voor de leefbaarheid in de gemeente. Bomen zijn nodig voor het welzijn en de gezondheid van de bevolking. Vandaar dat voor het kappen van bomen in onze gemeente meestal een vergunning (of soms een kennisgeving) nodig is. Een boom kap je immers slechts eenmaal.

Het beoordelen van kapaanvragen is echter geen routineklus. De gemeente dient iedere aanvraag voor een kapvergunning zorgvuldig af te handelen. Op basis van alle relevante aspecten en belangen moet een afgewogen oordeel worden geveld. Voor een evenredige afweging moeten veel deelvragen worden beantwoord. Wanneer weegt een bepaald belang zwaarder? Hoe zet je bijvoorbeeld het individueel belang van de aanvrager af tegen het algemeen belang? Of wanneer is een boom beeldbepalend of niet? De Algemene wet bestuursrecht (Awb) verlangt van de gemeente dat het weigeren of verlenen van een kapvergunning goed wordt gemotiveerd.

De gemeente Tubbergen heeft tot op heden geen richtlijnen en criteria voor het beoordelen van kapaanvragen vastgesteld. Toch wordt van de gemeente verwacht dat een objectief oordeel wordt gegeven op basis van vastgesteld gemeentelijk beleid en vergelijkbare gemeentelijke besluiten in het verleden. Daarbij kijken andere overheden, burgers, bezwaarcommissies en rechters kritisch over de schouder mee. Het besluit om een (kap)vergunning te verlenen of te weigeren mag niet op subjectieve gronden gebaseerd zijn, maar moet het resultaat zijn van een objectieve afweging en een goede motivatie.

Goede motivering betekent dat het besluit verantwoord en uitgelegd moet kunnen worden. Dat kan het best via vastgelegd beleid. Deze beleidsnota dient hiervoor als leidraad, zodat iedere beoordeling van een kapaanvraag gebaseerd is op consequent beleid.

2.2      Kapverordening

De algemene regels voor het kappen van bomen zijn vastgelegd in de Kapverordening 1994, laatst gewijzigd door de gemeenteraad op 13 juli 1999. Doel van de Kapverordening is het behoud van waardevolle bomen en houtopstanden. In de Kapverordening is aangegeven dat het zonder vergunning van burgemeester en wethouders verboden is houtopstand te vellen of te doen vellen. Daarnaast is aangegeven dat een vergunningaanvraag geweigerd kan worden in het belang van de handhaving van natuur-, landschaps- of dorpsschoon. Deze weigeringsgronden zijn echter niet uitgewerkt en dat is voor een rechtvaardig oordeel over een kapaanvraag echter zeer wenselijk. Het criterium natuurschoon op zichzelf zegt niet zoveel. Iedere boom heeft immers natuurlijke waarde. Maar wanneer is sprake van een grond om een vergunning te verlenen dan wel te weigeren. Zoals hierboven ook al vermeld biedt deze beleidsnota richtlijnen om het verlenen of weigering van een kapvergunning te motiveren.

Tenslotte geeft de Kapverordening aan in welke gevallen het kappen van een boom geoorloofd is zonder vergunning van burgemeester en wethouders. Een kapvergunning is bijvoorbeeld niet nodig voor het kappen van bomen binnen de bebouwde kom met een diameter kleiner dan 40 cm aan de voet van de boom.

2.3      Leeswijzer

In hoofdstuk 2 is aangegeven waarom dit beleidsplan is opgesteld. Tevens wordt de relatie tussen dit plan en de gemeentelijke Kapverordening weergegeven. Hoofdstuk 3 en 4 gaan in op de diverse soorten kapaanvragen en dat het beoordelen van een aanvraag maatwerk is. Geen enkele situatie is gelijk. Het volgende hoofdstuk geeft de beoordelingscriteria die overwogen worden bij het behandelen van een kapaanvraag. Mocht tot een positief besluit zijn gekomen, dan is in hoofdstuk 6 te vinden welke compensatiemaatregelen genomen moeten worden.

3     Diverse soorten kapaanvragen

Er zijn kapaanvragen in soorten en maten. Soms gaat het om een grote berk in een kleine achtertuin die al het zonlicht wegneemt. In andere gevallen gaat het om de kapaanvraag voor een rij beeldbepalende bomen als gevolg van een bouwproject. De reden van verwijdering van de boom kan sterk verschillen. En hetzelfde geldt voor de reden van behoud. Kortom: De aanvraag moet in perspectief geplaatst worden.

3.1      Kapaanvragen in perspectief plaatsen

Iedere kapaanvraag moet in zijn context beoordeeld worden. Een kapaanvraag voor een houtwal in het kader van een landinrichtingsproject vraagt een andere afweging dan die van een eik op de camping die plaats moet maken voor een zonneterras. In het eerste geval is de impact van de kap groter en spelen meer en grotere belangen mee. De afhandeling van de aanvraag is zwaarder. Het uiteindelijk besluit vraagt een uitgebreidere motivering.

Een dertigjarige kastanje bijvoorbeeld in de voortuin op de hoek van de straat kan van meer betekenis zijn voor de kwaliteit van de ruimte dan een vergelijkbare boom in een achtertuin. Bij een groot belang tot behoud zal de reden tot verwijdering van groot maatschappelijk belang moeten zijn, om de afgifte van de kapvergunning te kunnen rechtvaardigen. Er moet nog steeds een degelijke afweging en motivering van het besluit plaatsvinden.

4     Kapaanvragen beoordelen is objectiveren

Het beoordelen van een kapaanvraag houdt in dat de redenen van zowel verwijdering als van behoud geobjectiveerd moeten worden. Objectiveren betekent dat de situatie vergeleken wordt met andere situaties binnen de gemeente. Nagegaan wordt wat de waarde is van deze boom[1] ten opzichte van andere bomen. Aan de andere kant beoordeelt de gemeente bijvoorbeeld of de mate van overlast relatief ernstig is ten opzichte van andere plekken binnen de gemeente.

[1]In de volgende paragraaf worden de uitgangspunten weergegeven die de gemeente hanteert bij het beoordelen van een kapaanvraag.

In deze notitie wordt over het algemeen de term boom gehanteerd. Hiervoor kan ook gelezen worden landschapselement, tenzij anders vermeld

4.1      Uitgangspunten bij de beoordeling

Voor het objectiveren wordt zoveel mogelijk verwezen naar concreet beleid, zoals het bestemmingsplan, het (toekomstige) landschapsontwikkelingsplan (LOP), de gebiedsuitwerking de Ruimte en/of het ruimtelijke kwaliteitskader Hezingen-Mander (RKK Hema). Is dit beleid in situationele gevallen onvoldoende aanwezig of ontoereikend, dan wordt gekeken naar algemene beleidsuitgangspunten die op de situatie van toepassing zijn.

Uitgangspunt

Bij de beoordeling van een kapaanvraag wordt getoetst aan deze beleidsnotitie

Een zorgvuldige beoordeling van een kapaanvraag betekent een afgewogen en reproduceerbare beoordeling. De gemeente mag in redelijkheid niet tot een ander besluit op de aanvraag kunnen komen. Dat vereist een nauwgezette weging tussen de belangen van verwijdering, de belangen van behoud en de landschappelijke compensatie die wordt geboden. Voor de weging en motivering wordt waar mogelijk verwezen naar het gemeentelijk (groen)beleid.

Er moet sprake zijn van een evenredige afweging. Voor een tijdelijke bouwkeet een kapvergunning afgeven voor een monumentale boom is niet uit te leggen. Als in de toelichting op het bestemmingsplan buitengebied staat dat de gemeente streeft naar meer landschapseigen soorten, dan is het weigeren van een kapvergunning voor een Amerikaanse eik naast de boerderij moeilijk te verklaren. Het besluit moet gemotiveerd zijn op basis van vigerend beleid, degelijke feiten en omstandigheden.

Uitgangspunt

Het besluit om een kapvergunning te verlenen of te weigeren wordt gemotiveerd.

Bij monumentale bomen of grootschalige projecten wordt een grondige motivering verlangt van de gemeente. In die gevallen worden criteria voor behoud en voor verwijdering beschreven en wordt met redenen omkleed waarom de gemeente tot het uiteindelijk besluit is gekomen.

Voor kleine projecten of eenvoudige kwesties volstaat een korte motivering. De weging kan dan bijvoorbeeld gebaseerd zijn op slechts enkele evidente criteria.

Bij een boom met grote waarde is verwijdering alleen te rechtvaardigen indien sprake is van een groot maatschappelijk belang. Bijvoorbeeld: de monumentale boom moet wijken voor de uitbreiding van de bejaardenwoningen. Maar….alleen wanneer alle alternatieven zijn onderzocht en niet haalbaar zijn gebleken. Een essentieel onderdeel van het beoordelen van een kapaanvraag is het onderzoek naar mogelijke alternatieven. Wellicht is de overlast te verhelpen door een snoeiadvies. Of hoeft de boom niet verwijderd te worden door de fundering zwevend aan te leggen.

Een kapvergunning kan ook gedeeltelijk verleend worden, bijvoorbeeld voor een aantal bomen in plaats van voor de hele groep. De vergunning kan tevens onder voorwaarden worden verleend.

Uitgangspunt

Bij de aanvraag voor een kapvergunning worden alternatieven voor kappen onderzocht

Bijzondere voorwaarden betreffen met name de herplantplicht en de bijbehorende voorschriften. Ook kunnen bijvoorbeeld voorwaarden worden opgenomen ter bescherming van de overige bomen tegen beschadiging. Een andere voorwaarde kan zijn dat de kapvergunning niet gebruikt mag worden zo lang de bezwaarprocedure nog loopt of zo lang de bouwplannen niet definitief zijn.

Uitgangspunt

Bij een positief besluit op een kapaanvraag (verlening van kapvergunning) wordt een herplantplicht opgenomen

5     Beoordelingscriteria kapvergunningen

In artikel 4 van de Kapverordening staat dat burgemeester en wethouders de kapvergunning kunnen weigeren (of onder voorschriften kunnen verlenen) in het belang van het natuur-, landschaps- of dorpsschoon. Hoe deze weigeringsgronden worden beoordeeld wordt in dit hoofdstuk behandeld.

In dit hoofdstuk wordt een opsomming gegeven van criteria die mogelijk een rol kunnen spelen bij de beoordeling van kapaanvragen. De lijst met criteria is zeker niet uitputtend, maar geeft wel een duidelijk indicatie. Niet ieder criterium zal bij een specifieke kapaanvraag relevant zijn. In sommige gevallen kan het voldoende zijn om slechts de meeste ter zake doende criteria te toetsen. Uitgangspunt is dat beoordeling van een kapaanvraag wordt gemotiveerd in de beschikking met behulp van de onderstaande criteria. De criteria zijn weergegeven in willekeurige volgorde.

De criteria zijn gerangschikt in drie categorieën, te weten:

  • 1.

    Belang van behoud van de boom.

  • 2.

    Belang van verwijdering van de boom.

  • 3.

    Aard en omvang van de herplant.

5.1      Belang van behoud van de boom

Ruimtelijke waarde

  • 1.

    Is boom onderdeel van een vastgelegd waardevol groen element?

    • -

      onderdeel van aangewezen waardevolle gebieden, zoals EHS of extensiveringgebieden / (landschaps)elementen

    • -

      landelijk register van monumentale bomen

    • -

      locale lijst van waardevolle bomen

  • 2.

    Is boom beschermd via het bestemmingsplan?

  • 3.

    Zijn andere wetten of beleidsplannen van toepassing?

    • -

      Rekening houden met Boswet en/of de Ontgrondingenwet?

  • 4.

    Heeft de boom zelf bijzondere visuele waarde of ruimtelijke betekenis?

    • -

      door zichtbaarheid vanaf openbaar terrein

    • -

      habitus van de boom: bijzondere snoeivorm of juist prachtig uitgegroeid

    • -

      door beeldbepalend voor de directe omgeving te zijn

  • 5.

    Heeft de boom op zijn plek bijzondere visuele waarde of ruimtelijke betekenis?

    • -

      de mate waarin het beeld van de plek wijzigt door het verwijderen van de boom

    • -

      door beeldbepalend voor de wijk of het dorp te zijn

  • 6.

    Heeft de boom voor de wijde omgeving bijzondere visuele waarde of ruimtelijke betekenis?

    • -

      samenhang met waarneembare elementen: de mate waarin lijnen, kruisende lijnen vlakken op punten worden geaccentueerd door de boom

    • -

      visuele samenhang: de boom die de waarneming van de lijn interessanter maakt, doordat hij specifiek reageert op de lijn

Functionele waarden

  • 1.

    Waarde van plantwijze

    • -

      hoog (solitaire boom, laanboom of onderdeel van houtwal)

    • -

      gemiddeld (onderdeel van kleine groep)

    • -

      laag (onderdeel van bosplantsoen)

  • 2.

    Bijzondere cultuurhistorische waarde of hoge leeftijd

  • 3.

    Bijzondere ecologische waarde (Flora en faunawet, Habitatrichtlijn)

  • 4.

    Bijzondere Natuurwaarde

  • 5.

    Dendrologische waarde (zeldzaam in Nederland, Noordoost Twente of in de gemeente)

  • 6.

    Recreatieve waarde

  • 7

    Waarde voor dorpsschoon

5.2      Belang van verwijdering

  • 1.

    Is sprake van een relatie tussen kapaanvraag en bouw- of aanlegplan? (integrale afweging andere vergunningen)

  • 2.

    Indien sprake is van bouw of aanleg, hoe groot is het maatschappelijk belang?

  • 3.

    Indien sprake is van bouw of aanleg, hoe groot is het individueel belang?

  • 4.

    Worden derde belanghebbenden in hun belangen geschaad bij verwijdering van de boom?

  • 5.

    Conditie, stabiliteit en levensverwachting van de boom

    • -

      minder dan 5 jaar (boom heeft slechte stabiliteit of onomkeerbaar slechte conditie)

    • -

      tussen de 5 en de 15 jaar

    • -

      meer dan 15 jaar (boom vertoont geen uiterlijke verzwakkingen)

  • 6.

    Is sprake van een gevaar voor (openbare) veiligheid?

  • 7.

    Is sprake van ernstige wortelopdruk bij verharding?

  • 8.

    Is sprake van nadelige schaduwoverlast?

  • 9.

    Is sprake van ernstige ‘plak’ door honingdauw en roetdauw?

  • 10.

    Is sprake van aantoonbaar economisch nadeel / schade bij handhaven boom?

  • 11.

    Is sprake van een zorgvuldige boombeheer maatregel, volgens de gangbare inzichten in de boomverzorging?

  • 12.

    Is sprake van een wanverhouding tussen de grootte van de boom en de beschikbare groeiplaats? (beoordeeld vanuit de omgeving)

    • -

      de boom wordt niet veel groter en heeft voldoende ruimte

    • -

      de boom heeft de komende 10 jaar voldoende ruimte om uit te groeien

    • -

      de boom is te groot voor zijn standplaats

    • -

      de boom wordt binnen 10 jaar te groot voor zijn standplaats

5.3      Aard en omvang van herplant

Bij de beoordeling van de kapaanvraag wordt ook rekening gehouden met de aangeboden herplant. Als de door de aanvrager aangeboden herplant een meerwaarde voor de ruimtelijke kwaliteit betekent kan overwogen worden de kapvergunning toch te verlenen. De inzet van de meerwaarde wordt bepaald in onderling overleg tussen aanvrager en gemeente. In de aanvraag om kapvergunning moet deze meerwaarde van ruimtelijke kwaliteit worden aangetoond.

6     Kennisgeving hakhout

In de gemeente komt veel hakhout voor. Volgens de definitie in de Kapverordening is hakhout: een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen. Deze vorm van vellen wordt in de praktijk “afzetten” genoemd.

Beheer van hakhout

Gewenst beheer van hakhout bestaat uit het afzetten eens in de 10 tot 15 jaar. Eerder afzetten is niet gewenst omdat hierdoor de gewenste landschappelijke en ecologische kwaliteit niet wordt bereikt. Later afzetten is niet gewenst omdat het regeneratievermogen afneemt. Om goede hergroei op de stobben te garanderen is het noodzakelijk dat berkenhakhout wordt afgezet tussen 1 november en 15 februari en overig hakhout tussen 1 november en 1 april.

Uitgangspunt

Berkenhakhout mag worden afgezet tussen 1 november en 15 februari. Overig hakhout mag worden afgezet tussen 1 november en 1 april

Het afzetten van 10 tot 15-jarig hakhout in de genoemde periodes is een gewenste onderhoudsmaatregel, daarom is hiervoor geen vergunning vereist. In verband met handhaving en toezicht is een plicht tot kennisgeving in de Kapverordening opgenomen.

Voor het afzetten van hakhout jonger dan 10 jaar en ouder dan 15 jaar en afzetten buiten de genoemde periodes dient kapvergunning te worden aangevraagd.

Compensatie

Voor het afzetten van 10 tot 15 jarig hakhout is geen compensatie in de vorm van herplant van toepassing. De compensatie bestaat uit het voldoende tijd geven van het uitlopen van het afgezette hout.

7     Compensatie

7.1      Algemene uitgangspunten

Inleiding

In hoofdstuk 4 is als uitgangspunt opgenomen dat als compensatie voor het kappen van een boom een herplantplicht wordt opgelegd. De herplantplicht wordt opgelegd, omdat de gemeente het belangrijk vindt dat de grote rijkdom aan natuurlijke waarden in onze gemeente in stand wordt gehouden en waar mogelijk wordt versterkt. De landschappelijke kwaliteit van Tubbergen en het natuurlijk erfgoed moet behouden blijven. Met het opleggen van plicht tot herplanten kan aan deze doelstelling worden voldaan.

Juridisch is deze doelstelling verankerd. In de Kapverordening is namelijk opgenomen dat burgemeester en wethouders als voorschriften aan de vergunning kunnen verbinden, dat binnen een bepaalde termijn over moet worden gegaan tot herplant. In de notitie wordt uitgegaan dat (over)compensatie te rechtvaardigen is. Het verwijderen van een beeld bepalende lindeboom of houtwal ouder dan 100 jaar kan een grote impact op de omgeving hebben. Het herplanten van een nieuwe jonge linde of jonge boompjes in de houtwal geeft een heel andere uitstraling. Met andere woorden bij de herplant is overcompensatie te rechtvaardigen.

Leeswijzer hoofdstuk 7

In deze paragraaf zijn algemene uitgangspunt opgenomen over de compensatie door herplant. Deze uitgangspunten gelden zowel voor kapaanvragen voor solitaire bomen als voor landschapselementen.

Paragraaf 7.2 en 7.3 geeft de specifieke uitgangspunten aan over de compensatie als een kapvergunning wordt verleend voor solitaire bomen respectievelijk voor landschapselementen.

Compensatie van de soort boom

Bij een positief besluit op een kapaanvraag wordt in principe als compensatievoorwaarde opgelegd dat één of meerdere bomen van dezelfde soort worden herplant. Mocht het wenselijk zijn een andere inheemse boom te herplanten dan kan dit gemotiveerd worden toegestaan. Deze “andere” inheemse boom moet in dezelfde categorie vallen als de te kappen boom. In bijlage 8.1 is een lijst opgenomen met soorten bomen die in dezelfde categorie vallen.

Als een kapvergunning wordt verleend voor een zogenaamde exoot, dan bestaat de compensatie altijd uit het herplanten van één of meer streekeigen soorten. Exoten zijn namelijk bomen die niet thuis horen in Twente.

Uitgangspunt

Als compensatie wordt een boom van dezelfde soort of door het bevoegd gezag geaccepteerde boom uit dezelfde categorie herplant. Is de te kappen boom een exoot, dan wordt een streekeigen boom herplant

Omvang van de te herplanten boom

Na de kap van een boom dienen één of meerdere bomen van dezelfde soort of een streekeigen bomen uit dezelfde categorie te worden herplant. De boom die hergeplant wordt moet op 1,5 meter hoogte, gemeten vanaf de voet van de boom een stam omtrek van minimaal 10 cm bezitten. Als een boom van deze omvang wordt herplant, dan is het risico dat hij niet aangaat het geringst. Voor het herplanten gelden de normale plantkundige principes.

Uitgangspunt

De omvang van de te herplanten boom dient op 1,5 meter een stamomtrek van minimaal 10 cm bezitten

Als de door de aanvrager aangeboden omvang van de herplant een meerwaarde voor de ruimtelijke kwaliteit betekent kan in overleg deze herplant worden toegestaan.

De inzet van de meerwaarde wordt bepaald in onderling overleg tussen aanvrager en gemeente. In de aanvraag om kapvergunning moet deze meerwaarde van ruimtelijke kwaliteit worden aangetoond.

Als de boom die herplant wordt binnen 3 jaar na de herplant dood gaat, dan dient deze boom te worden ingeboet. Dit betekent dat deze boom moet worden vervangen door eenzelfde soort boom met dezelfde omvang.

Uitgangspunt

Een boom moet worden ingeboet als deze binnen 3 jaar na herplant dood gaat

Locatie van compensatie

De locatie van de herplant belangrijk. De compensatie moet er toe leiden dat op termijn de kwaliteiten ten aanzien van landschap, natuur en dorpsschoon die door de velling verloren gaan worden gecompenseerd. De compensatie wordt allereerst gezocht op de locatie of in het gebied waar ook de aantasting heeft plaatsgevonden. Compensatie op de locatie of in het gebied waar ook de schade is aangebracht doet recht aan de doelstelling dat de landschappelijke kwaliteit van Tubbergen en het natuurlijk erfgoed zoveel mogelijk behouden moet blijven.

Uitgangspunt

Compensatie vindt waar mogelijk plaats op de locatie of in het gebied waar de boom is gekapt

Als compensatie niet op dezelfde locatie of in hetzelfde gebied kan plaatsvinden, kan overeengekomen worden dat compensatie elders plaatsvindt binnen de grenzen van de gemeente Tubbergen.

Dode bomen

Voor het kappen van dode bomen dient een kapaanvraag te worden ingediend. Als een kapaanvraag voor een dode boom wordt ingediend wordt deze altijd verleend. De compensatie bestaat uit het terugplanten van één boom uit dezelfde categorie.

Uitgangspunt

Een kapaanvraag voor een dode boom wordt altijd verleend. De compensatie bestaat uit het terugplanten van één boom uit dezelfde categorie

Compensatie bij illegale kap

Het college van Tubbergen heeft in het integrale handhavingsprogramma 2005 reeds aangegeven dat handhaven van regels de essentie is van het overheidsbestuur. Niet de regel, maar het resultaat –de naleving of uitvoering- is bepalend voor het functioneren van de samenleving. Burgers moeten namelijk op de overheid kunnen rekenen. Door handhaving bewijst de overheid haar geloofwaardigheid.

Dit uitgangspunt is ook van toepassing op het handelen van de gemeente bij het constateren van illegaal gekapte bomen. De gemeente hanteert daarom als uitgangspunt dat altijd melding wordt gedaan bij de politie bij de constatering van een illegaal gekapte boom.

Uitgangspunt

Bij constatering van het illegale kappen van een boom, wordt melding gedaan bij de politie

7.2      Compensatie van solitaire bomen

Aan de hand van de beoordelingscriteria uit hoofdstuk 5 wordt bepaald of een kapvergunning verleend kan worden. Als het besluit is de kapvergunning te verlenen dan wordt de mate en omvang van compensatie bepaald door de boomdiameter of omtrek van de te vellen boom.

In de tabel hieronder wordt de mate en omvang van de herplant weergeven.

tabel 1: mate en omvang van de herplant

Mate en omvang van herplant

Boomdiameter van de te vellen boom (in cm)

Boomomtrek van de te vellen boom (in cm)

Aard en omvang van de her te planten boom (boomdiameter in cm)

0 tot en met 10

0 tot en met 31

Geen herplant

11 tot en met 20

32 tot en met 63

1 boom van 10 tot 12

21 tot en met 30

64 tot en met 94

2 bomen van 10 tot 12

31 tot en met 40

95 tot en met 126

2 bomen van 10 tot 12

41 tot en met 50

127 tot en met 157

3 bomen van 10 tot 12

51 tot en met 60

158 tot en met 188

3 bomen van 10 tot 12

61 tot en met 70

189 tot en met 219

3 bomen van 10 tot 12

71 tot en met 80

220 tot en met 251

3 bomen van 10 tot 12

81 tot en met 90

252 tot en met 283

4 bomen van 10 tot 12

91 tot en met 100

284 tot en met 314

4 bomen van 10 tot 12

101 tot en met 125

315 tot en met 392

5 bomen van 10 tot 12

126 tot en met 150

393 tot en met 471

6 bomen van 10 tot 12

Als bijvoorbeeld een kapaanvraag wordt verleend voor een boom met een diameter van 61 cm of een omtrek van 219 cm dan is de compensatie 3 bomen met een boomdiameter van 10 tot 12 cm.

Als een kapaanvraag voor 3 bomen met een diameter van 45 cm en 2 bomen met een diameter van 110 meter dan bedraagt de compensatie 19 (3x3 + 2x5) bomen met een diameter van 10 tot 12 cm.

7.3      Compensatie van landschapselementen

(Vervallen; het beleid met betrekking tot de compensatie van landschapselementen is nu opgenomen in de beleidsnota "Cascobenadering in Noordoost-Twente)

8     Bijlagen

8.1      Streekeigen beplanting

Categorie 1: bosplantsoen

Berk

Beuk

Eik

Haagbeuk

Els

Liguster

Linde

Lijsterbes

Wilg

Meidoorn

Zoete kers

Sleedoorn

Gelderse roos

Inlandse Vogelkers

Hazelaar

Vuilboom

Hondsroos

Hulst

Kardinaalsmuts

Gele kornoelje

Categorie 2: solitaire bomen

Ruwe berk

Linde

Zachte berk

Walnoot

Beuk

Zoete kers

Inlandse Eik

Es

Els

Wilg

Wilde kastanje

Zwarte populier

Categorie 3: hagen

Beuk

Haagbeuk

Liguster

Meidoorn

Sleedoorn

Categorie 4: boomgaard

Appel

Peer

Bloeme zoet

Conference

Gravensteiner

Doyenne

Groninger kroon

Gieser Wildeman

Goudreinette

N.H. Suikerpeer

Hombartscaville

Ponspeer

Karmijn de somaville

 

Notaris

 

Yellow

 

Pruim

Kers

Ontario

Hedlfinger

Opal

Meikers

Reine claude

Mierlose Zwarte

Reine victoria

Napoleon

Zar

Snaiders Knöpfelkirsche

Bij herplant is de bodemgesteldheid mede bepalend bij de aan te planten boomsoort

8.2      Definities

In deze beleidsnotitie wordt verstaan onder:

  • a.

    boom: een houtachtig, overblijvend gewas met een doorsnede van de stam van minimaal 10 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In het geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam. In het geval van herplant volgens gemeentelijk voorschrift wordt ook dunnere beplanting juridisch als boom aangemerkt.

  • b.

    houtopstand: hakhout, een houtwal of een of meer bomen;

  • c.

    hakhout: een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de

    stronk uitlopen;

  • d.

    houtsingel : een met bomen en/of struiken begroeide strook grond

  • e.

    houtwal: een door de mens opgeworpen aarden wal begroeit met 

    bomen en/of struiken

  • f.

    dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand;

  • g.

    het afzetten van hakhout: het vlak boven de stobbe verwijderen van alle bovengrondse delen van hakhout, zodanig dat dit weer kan uitlopen.

  • h.

    landschapselement:

    • -

      Bomenrijen: 10 of meer bomen in een rij waarvan de kronen elkaar raken.

    • -

      Houtwallen:lijnvormige, gemengde beplantingen groter dan 25 m2 die op een wallichaam staan. De beplanting bestaat uit struiken, hakhout en/of bomen.

    • -

      Singels:lijnvormige, gemengde beplantingen groter dan 25 m2. De beplanting bestaat uit struiken, hakhout en/of bomen.

    • -

      Bossen: (gemengde) houtopstanden groter dan 25 m2.