Regeling vervallen per 26-05-2016

Nota reclame- en bewegwijzeringsbeleid “Duidelijk zichtbaar”

Geldend van 26-03-2013 t/m 25-05-2016

Intitulé

Nota reclame- en bewegwijzeringsbeleid “Duidelijk zichtbaar”

De raad van de gemeente Tubbergen,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 maart 2013, nr. 13A;

gelet op het bepaalde in artikel 12a van de Woningwet, artikel 108 van de Gemeentewet en de artikelen 2.10, 4.15 en 5.7 van de Algemene plaatselijke verordening 2012;

Besluit:

  • 1. de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte Nota reclame- en bewegwijzeringsbeleid “Duidelijk zichtbaar” vast te stellen en als bijlage deel uit te doen maken van de Welstandsnota gemeente Tubbergen 2009;

  • 2. de Nota ‘Duidelijk zichtbaar’, reclamebeleid gemeente Tubbergen, vastgesteld op 6 december 2010, in te trekken;

  • 3. vast te stellen de navolgende:

    Verordening tot tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening

    Enig artikel

    1. Artikel 6.5, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening 2012 te wijzigen, zodat dit komt te luiden:

    "2. Na de inwerkingtreding van deze verordening geldt de Nota reclame- en bewegwijzeringsbeleid “Duidelijk zichtbaar”, met inachtneming van latere wijzigingen, als toetsingskader bij het bepaalde in de artikelen 2.10 en 4.15.”

    2. Deze verordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 18 maart 2013
de griffier, de voorzitter,
H.J.M.J. van Limbeek- ter Haar, mr. M.K.M. Stegers

Bijlage

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Nota reclame- en bewegwijzeringsbeleid “Duidelijk zichtbaar”

1. Begrippenlijst en wijze van meten

1.1 Begrippenlijst

1. 2 Wijze van meten

2. Algemene uitgangspunten

3. Permanente reclame

3.1 Centrumgebieden

3.2 Woongebieden

3.3 Bedrijventerreinen

3.4 Buitengebied

4. Tijdelijke reclame

4.1 Affichedisplays

4.2 Welkomstborden

4.3 Evenemententerrein

4.4 Bouwborden

4.5 Seizoensgebonden producten en diensten

5. Bewegwijzering

5.1 Bedrijventerrein

5.2 Centrum- en woongebied

5.3 Buitengebied

6. Toezicht en handhaving

6.1 Overgangsrecht

Bijlagen

1. Begrippenlijst en wijze van meten

1.1 Begrippenlijst

A. Achtererfgebied

Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.

B. Banierconstructie

Doek, gespannen tussen een boven- en onderbevestiging. Inkadering is niet toegestaan.

C. Bedrijfsverzamelgebouw

Een gebouw dat dient om meerdere bedrijven in te huisvesten.

D. Begane grondniveau

Gedeelte van een bouwwerk welke zich bevindt onder de 1ste verdiepingsvloer (een eventuele kelder niet meegerekend).

E. Erf

Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.

F. Evenemententerrein

Een evenemententerrein is een voor publiek toegankelijk terrein, speciaal voor een georganiseerde tijdelijke gebeurtenis (binnen of buiten) van recreatieve aard. In beginsel wordt de omvang van het evenemententerrein aangegeven bij de (aanvraag om) evenementenvergunning.

G. Gevel(deel)

De verzameling van geveldelen waarachter de onderneming is gevestigd en welke naar eenzelfde zijde zijn gericht, met inbegrip van kozijninvullingen en luifels. Het dak behoort niet tot de gevel.

Voorbeeld bovenaanzicht:

afbeelding binnen de regeling

H. Gevelreclame

Reclame die op of aan de gevel is aangebracht.

I. Luifel

Een vaste constructie als een afdak of platte overkapping aan een gevel, die dient als bescherming tegen regen of zon.

J. Openbaar toegankelijk gebied

weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer.

K. Openbare weg

Alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.

L. Permanente reclameobjecten

Een reclameobject dat langer dan één maand is of wordt geplaatst.

M. Reclameobject

Een voorwerp met een openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen.

N. Tijdelijk reclameobject

Een reclameobject dat korter dan één maand is of wordt geplaatst.

O. Voorerfgebied

Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.

P. Voorgevel

De naar de weg gekeerde gevel. Bij meerdere naar de weg gekeerde gevels worden deze allen als voorgevel aangemerkt.

Q. Weilandbord

Reclameobject dat is geplaatst op gronden behorend tot het buitengebied met de daarbij behorende bestemmingen en dat zichtbaar is vanaf de weg. Het reclameobject staat niet op of aan de weg, maar er naast (op private gronden).

R. Zonwering

Een opvouwbaar of oprolbaar systeem, dat lichtinval van direct zonlicht voorkomt.

1.2 Wijze van meten

De oppervlakte van reclameobjecten wordt gemeten langs de buitenomtrek. De achtergrond van het bord wordt hieronder inbegrepen. Een eventuele bevestigingsconstructie, niet zijnde het bord zelf, behoort hier niet onder, tenzij in het beleid anders is aangegeven.

Voor het bepalen van de oppervlakte van losse letterreclame wordt buitenwerks gemeten. Hieronder is een voorbeeld gegeven hoe hiermee wordt omgegaan.

afbeelding binnen de regeling

2. Algemene uitgangspunten

De volgende algemene uitgangspunten zijn binnen dit beleid van toepassing:

- reclameobjecten op besloten sportterreinen zijn toegestaan, indien deze zich beperken tot en gericht zijn op het sportterrein zelf;

- vlaggen en banieren aan de gevel, voorzien van reclame, worden gelijkgesteld aan reclame haaks op de gevel;

- luifelreclame wordt gelijk gesteld aan gevelreclame;

- vrijstaande banieren worden gelijkgesteld aan vlaggenmasten;

- reclameobjecten in abri´s en gemeenteplattegronden zijn toegestaan, mits deze worden uitgevoerd door een daartoe door het college bevoegd verklaarde onderneming.

- reclameobjecten bij monumenten zijn slechts toelaatbaar voor zover monumentale waarden niet worden aangetast. De reclameobjecten moeten harmonieus worden ingepast.

Tenzij in dit beleid anders is aangegeven, zijn niet toegestaan:

- weilandborden;

- reclameobjecten aan lichtmasten, verkeerstekens en bomen;

- reclamevoertuigen;

- billboards (grote reclameborden);

- lichtbakken aan lichtmasten;

- reclameobjecten in groengebieden. Met groengebieden worden parken, bossen en dergelijke bedoeld. Bedrijven (voornamelijk horeca) gelegen binnen groengebieden mogen wel reclameobjecten plaatsen. De voorwaarden die hieraan gesteld worden, zijn afhankelijk van het gebied waarin het bedrijf ligt;

- reclameobjecten op openbare grond;

- knipperende (licht)reclameobjecten of reclameobjecten met wisselende reclametekst.

3. Permanente reclame

Voor het plaatsen van permanente reclameobjecten wordt onderscheid gemaakt tussen gebieden. De volgende gebiedsindeling wordt gehanteerd:

1. centrumgebieden;

2. woongebieden;

3. bedrijventerreinen;

4. buitengebied.

3.1 Centrumgebieden

In elke kern is afhankelijk van de grootte en de aard van het dorp, in meer of mindere mate sprake van een centrumgebied. Op overzichtskaarten is per kern aangegeven welke gebieden tot het centrumgebied van de verschillende kernen behoren (zie bijlagen). De aangrenzende panden die aan deze wegen zijn genummerd en daar hun hoofdingang hebben worden geacht van dat betreffende gebied deel uit te maken. Daar waar er sprake is van meerdere ingangen is de hoofdingang maatgevend.

Centrumgebieden hebben een uitgesproken winkelkarakter. De mogelijkheden om reclame te maken zijn dan ook ruim. Algemeen kan hierbij worden gesteld dat de reclameobjecten op begane grondniveau geplaatst moeten worden. Zo ontstaat er een logische relatie tussen de reclame en de functie van een bedrijf.

Criteria gevelreclame

Evenwijdig aan de gevel

- uitsluitend aan de voorgevel;

- op begane grondniveau;

- gezamenlijke oppervlakte van reclame objecten evenwijdig aan de gevel maximaal 40% van het geveldeel op begane grondniveau.

Haaks op de gevel

- maximaal 2;

- uitsluitend aan de voorgevel;

- minimaal 2,30 meter boven maaiveld;

- oppervlakte maximaal 0.75 m².

Criteria vrijstaande reclameobjecten

Vlaggenmasten

- maximaal 3;

- niet hoger dan 6 meter °;

- op tenminste 1 meter van het openbaar toegankelijk gebied.

° Opgemerkt wordt dat in het bestemmingsplan een andere maximaal toegestane hoogte kan zijn opgenomen, welke gerespecteerd moet worden.

Vrijstaande reclameobjecten

- in voor- of achtererfgebied;

- op tenminste 1 meter van het openbaar toegankelijk gebied;

- gezamenlijke oppervlakte van alle vrijstaande reclame objecten maximaal 3 m² (inclusief constructie) x;

× Ten behoeve van het plaatsen van een reclamezuil met prijsstelling bij een tankstation geldt een aanvullende maximale oppervlakte van 6 m².

3.2 Woongebieden

In elke kern is er sprake van één of meerdere woongebieden. Op de overzichtskaarten zijn per kern de woongebieden aangegeven (bijlagen). Op overzichtskaarten is per kern aangegeven welke gebieden tot het woongebied van de verschillende kernen behoren (zie bijlagen). De aangrenzende panden die aan deze wegen zijn genummerd en daar hun hoofdingang hebben worden geacht van dat betreffende gebied deel uit te maken. Daar waar er sprake is van meerdere ingangen is de hoofdingang maatgevend. Binnen het woongebied wordt in de normering een onderscheid gemaakt tussen bouwwerken met een woonbestemming (waarin bijvoorbeeld een beroep aan huis wordt uitgeoefend) en bouwwerken met een bedrijfs-, winkel,- of horecabestemming.

Woonbestemming

Criteria gevelreclame

Evenwijdig aan de gevel

- maximaal 1;

- uitsluitend aan de voorgevel;

- op begane grondniveau;

- maximale oppervlakte 0,75 m²;

- aanlichting is toegestaan;

- verlichting is niet toegestaan.

Criteria vrijstaande reclame

Vrijstaande reclameobjecten

- in voor- of achtererfgebied;

- op tenminste 1 meter van het openbaar toegankelijk gebied;

- gezamenlijke oppervlakte van alle vrijstaande reclame objecten maximaal 3 m² (inclusief constructie)x;

× Ten behoeve van het plaatsen van een reclamezuil met prijsstelling bij een tankstation geldt een aanvullende maximale oppervlakte van 6 m².

Bedrijfs-, winkel- of horecabestemming

Criteria gevelreclame

Evenwijdig aan de gevel

- uitsluitend aan de voorgevel;

- op begane grondniveau;

- gezamenlijke oppervlakte van reclameobjecten evenwijdig aan de gevel maximaal 40% van het geveldeel op begane grondniveau.

Haaks op de gevel

- maximaal 2;

- uitsluitend aan de voorgevel;

- minimaal 2,30 meter boven maaiveld;

- oppervlakte maximaal 0.75 m².

Criteria vrijstaande reclame

Vlaggenmasten

- maximaal 3;

- niet hoger dan 6 meter*;

- op tenminste 1 meter van het openbaar toegankelijk gebied.

* Opgemerkt wordt dat in het bestemmingsplan een andere maximaal toegestane hoogte kan zijn opgenomen, welke gerespecteerd moet worden.

Vrijstaande reclameobjecten

- in voor- of achtererfgebied;

- op tenminste 1 meter van het openbaar toegankelijk gebied;

- gezamenlijke oppervlakte van alle vrijstaande reclame objecten maximaal 3 m² (inclusief constructie) ×;

× Ten behoeve van het plaatsen van een reclamezuil met prijsstelling bij een tankstation geldt een aanvullende maximale oppervlakte van 6 m².

3.3 Bedrijventerreinen

In bijna elke kern is er sprake van één of meerdere bedrijventerreinen. Op overzichtskaarten is per kern aangegeven welke gebieden tot het bedrijventerrein van de verschillende kernen behoren (zie bijlagen). De aangrenzende panden die aan deze wegen zijn genummerd en daar hun hoofdingang hebben worden geacht van dat betreffende gebied deel uit te maken. Daar waar er sprake is van meerdere ingangen is de hoofdingang maatgevend.

Criteria gevelreclame

Evenwijdig aan de gevel

- maximaal 2 gevels;

- gezamenlijke oppervlakte van reclame objecten per geveldeel maximaal 15%;

- binnen het gevelvlak, met uitzondering van losse letters aan de voorgevel. Deze mogen

maximaal 1,5 meter op of boven de gevel;

-verlichting en aanlichting toegestaan bij de gevel met de toegang tot het bedrijf.

Haaks op de gevel

- maximaal 2;

- uitsluitend aan de voorgevel;

- minimaal 2,30 meter boven maaiveld;

- oppervlakte maximaal 0.75 m².

Criteria vrijstaande reclame

Vlaggenmasten

- maximaal 3;

- niet hoger dan 6 meter*;

- op tenminste 1 meter van het openbaar toegankelijk gebied.

* Opgemerkt wordt dat in het bestemmingsplan een andere maximaal toegestane hoogte kan zijn opgenomen, welke gerespecteerd moet worden.

Vrijstaande reclameobjecten

- in voor- of achtererfgebied;

- op tenminste 1 meter van het openbaar toegankelijk gebied;

- gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande reclameobjecten maximaal 6 m² (inclusief constructie)×.

× Ten behoeve van het plaatsen van een reclamezuil met prijsstelling bij een tankstation geldt een aanvullende maximale oppervlakte van 6 m².

3.4 Buitengebied

Centrumgebieden hebben een uitgesproken winkelkarakter. De mogelijkheden om reclame te maken zijn dan ook ruim. Algemeen kan hierbij worden gesteld dat de reclameobjecten op begane grondniveau geplaatst moeten worden. Zo ontstaat er een logische relatie tussen de reclame en de functie van een bedrijf.

Tot het buitengebied behoren alle gebieden die in het bestemmingsplan “Buitengebied” zijn opgenomen. Recreatieterreinen welke feitelijk gelegen zijn in het buitengebied, maar niet opgenomen zijn in het bestemmingsplan “Buitengebied”, behoren wel tot het deelgebied buitengebied. Op overzichtskaarten is per kern de begrenzing tussen het buitengebied en de overige gebieden weergegeven (zie bijlagen). De aangrenzende panden die aan deze wegen zijn genummerd en daar hun hoofdingang hebben worden geacht van dat betreffende gebied deel uit te maken. Daar waar er sprake is van meerdere ingangen is de hoofdingang maatgevend.

Alleen bij agrarische bedrijven en niet-agrarische bedrijven met een positieve bestemming of die niet in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan zijn – onder voorwaarden – reclameobjecten toegestaan. Banierconstructies, vaandels en wimpels zijn niet toegestaan.

Criteria gevelreclame+

+ Banierconstructies, vaandels en wimpels zijn niet toegestaan.

Evenwijdig aan de gevel

- uitsluitend aan de voorgevel;

- gezamenlijke oppervlakte van reclameobjecten evenwijdig aan de gevel maximaal 8% per geveldeel;

- binnen het gevelvlak.

Haaks op de gevel

- maximaal 2;

- uitsluitend aan de voorgevel;

- minimaal 2,30 meter boven maaiveld;

- oppervlakte maximaal 0.75 m².

Criteria vrijstaande reclame

Vlaggenmasten

- maximaal 3;

- niet hoger dan 6 meter*;

- op tenminste 1 meter van het openbaar toegankelijk gebied.

*Opgemerkt wordt dat in het bestemmingsplan een andere maximaal toegestane hoogte kan zijn opgenomen, welke gerespecteerd moet worden.

Vrijstaande reclameobjecten

- in voor- of achtererfgebied;

- op tenminste 1 meter van het openbaar toegankelijk gebied;

- gezamenlijke oppervlakte van alle vrijstaande reclame objecten maximaal 3 m² (inclusief constructie) ×.

x Ten behoeve van het plaatsen van een reclamezuil met prijsstelling bij een tankstation geldt een aanvullende maximale oppervlakte van 6 m².

4. Tijdelijke reclame

4.1 Affichedisplays

De gemeente Tubbergen sluit met een exploitant van buitenreclame overeenkomsten voor het beheer en onderhoud van reclamedisplays. Ondernemers kunnen met de betreffende exploitant contact opnemen voor het plaatsen van reclame in de displays. De displays zijn tweezijdig te gebruiken en hebben een afmeting van 120 cm hoog en 88 cm breed. Deze displays zijn langs gemeentelijke invalswegen geplaatst.

4.2 Welkomstborden

Het aankondigingen van activiteiten, kan gedaan worden op de welkomstborden. In een aantal kernen (Langeveen, Tubbergen, Vasse en Manderveen) staan op dit moment al één of meerdere welkomstborden. Indien het bord vervangen wordt, dienen de volgende voorwaarden in acht te worden genomen:

- hoogte maximaal 3 meter;

- maximale breedte 2 meter;

- afstand van de rand van het bord tot de wegverharding is tenminste 1 meter;

- nabij de grens met de bebouwde kom;

- aan een (invals)weg volgens onderstaand schema;

- aantal borden per kern niet groter dan volgens onderstaand schema;

- verlichting en aanlichting niet toegestaan;

- het beheer is in handen van een breed gedragen organisatie (bijvoorbeeld een dorpsraad, een ondernemersvereniging of de VVV).

Hieronder is per kern aangegeven hoeveel welkomstborden mogen worden geplaatst en op welke locatie de borden mogen worden geplaatst.

Kern

Aantal

Locatie

Albergen

4

Ootmarsumseweg (2x), Zenderseweg en Kloosteresweg

Fleringen

2

Ootmarsumseweg (2x)

Geesteren

4

Denekamperweg, Haarbrinksweg, Vriezenveenseweg en Langeveenseweg

Harbrinkhoek

2

Almeloseweg en Haarbrinksweg

Langeveen

2

Hardenbergerweg (2x)

Manderveen

2

Manderveenseweg (2x)

Mariaparochie

1

Almeloseweg

Reutum

2

Ootmarsumseweg (2x)

Tubbergen

5

Hardenbergerweg, Almeloseweg, Uelserweg, Oldenzaalseweg/L. von Bonninghausenstraat en Reutummerweg

Vasse

2

Denekamperweg (2x)

Bij de vermelde locaties wordt opgemerkt dat niet alle wegen in het beheer van de gemeente Tubbergen zijn. Er zijn ook enkele wegen in het beheer van de provincie Overijssel. De berm naast een provinciale weg is doorgaans ook in eigendom van de provincie. Voor het plaatsen van welkomstborden is dan toestemming van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel nodig.

4.3 Evenemententerrein

Voor het plaatsen van reclameobjecten voor evenementen gelden de volgende voorwaarden:

Aankondigingsborden

- uitsluitend op het evenemententerrein maximaal 2 aankondigingsborden;

- niet op gemeentegrond;

- aan- en verlichting niet toegestaan;

- niet eerder dan 21 dagen voor aanvang van het evenement;

- uiterlijk 2 dagen na afloop van het evenement te verwijderen.

Banierconstructies, vlaggen, vaandels en wimpels

- uitsluitend binnen de kernen;

- op het evenemententerrein: zonder beperkingen;

- buiten het evenemententerrein: uitsluitend met logo/aankondiging van het evenement.

Reclameobjecten ten behoeve sponsoren

- uitsluitend op het evenemententerrein;

- niet eerder dan met de opbouw van het evenement wordt begonnen;

- te verwijderen met de afbouw van het evenemententerrein.

4.4 Bouwborden

Bij bouwprojecten worden vaak bouwborden geplaatst. Het gaat hier doorgaans om borden waarop de aard/naam van het bouwproject is aangegeven en wie bij de uitvoering hiervan betrokken is. Het plaatsen van bouwborden valt onder de reikwijdte van de Wabo. Onder voorwaarden mogen bouwborden krachtens deze wet vergunningsvrij worden geplaatst. Dat wil zeggen dat het plaatsen van bouwborden voor zover het welstand betreft, uitsluitend wordt gereguleerd door de Wabo. Dit beleid biedt geen aanvullende ruimte om (met omgevingsvergunning) van de vergunningsvrije voorwaarden af te wijken.

4.5 Seizoensgebonden producten en diensten

Ten behoeve van het seizoensgebonden verkopen van producten en aanbieden van diensten (zoals vuurwerk, carbid, aardappelen, etc.) mogen voor een korte periode (verwijs)borden worden geplaatst. De volgende voorwaarden gelden:

- maximaal 4 weken;

- maximale oppervlakte 0,50 m² (inclusief constructie);

- onderlinge afstand tussen de reclameobjecten minimaal 100 meter.

5. Bewegwijzering

Er wordt ten aanzien van bewegwijzering een onderscheid gemaakt tussen de volgende gebieden:

1. bedrijventerrein;

2. centrum- en woongebied;

3. buitengebied.

5.1 Bedrijventerrein

Op bedrijventerreinen is uitsluitend uniforme bewegwijzering toegestaan, dat aan de volgende voorwaarden voldoet:

- op het frame dient de naam van het betreffende bedrijventerrein te worden vermeld;

- op één frame moeten meerdere bedrijfsnamen worden vermeld;

- op het frame dient ook de straatnaam te worden vermeld;

- de maatvoering van een straatnaambord moet duidelijk leesbaar zijn. De borden hebben bij voorkeur de volgende afmetingen: hoogte 15 cm en breedte 150 cm;

- de straat- en bedrijfsnamen moeten in het donker ook goed zichtbaar zijn (reflecteren);

- alleen toegestaan voor bedrijven die positief bestemd zijn of die niet in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan;

- andere vormen van verwijsborden zijn niet toegestaan.

5.2 Centrum- en woongebied

Centrumbewegwijzering is primair bedoeld om voetgangers en fietsers vanaf vertrekpunten (stations, haltes openbaar vervoer, parkeerplaatsen, e.d.) naar de verschillende lokale en toeristische doelen te geleiden. Omdat hierbij de landelijke uniformiteit minder belangrijk is, kunnen verschillende kleursystemen voorkomen. Deze borden worden daar waar gewenst door de gemeente geplaatst, beheerd en onderhouden.

afbeelding binnen de regeling

Uitsluitend de volgende bestemmingen komen voor bewegwijzering in aanmerking:

a.

Openbare gebouwen

Een voor een ieder vrij toegankelijk niet commercieel en van algemeen nut zijnde gebouw of instelling. De categorieën dienstverlening en kerkelijke instanties vallen hier niet onder. Onder openbare gebouwen behoren: gemeentehuis, VVV kantoor, politiebureau en bibliotheek.

b.

Culturele instellingen en bezienswaardigheden

Een voor een ieder toegankelijk theater, evenementenruimte, tentoonstellingsruimte of gemeenschapsruimte. Tot culturele instellingen en bezienswaardigheden behoren: gemeenschapsruimten, musea, molens, havezaten, grafvelden, natuurgebieden en monumenten.

c.

Horeca

Ieder bedrijf dat aan de wettelijke voorschriften voldoet als horecabedrijf zal in de gelegenheid worden gesteld om voor bewegwijzering in aanmerking te komen.

d.

Dag- en verblijfsrecreatie

Hiervoor komen in aanmerking alle officieel in de gemeente Tubbergen geregistreerde campings, pensions, kampeerboerderijen en zomerhuisjesterreinen.

e.

Bedrijven

Alle bedrijven gelegen op een als zodanig in deze notitie aangemerkt bedrijventerrein komen niet in aanmerking voor bewegwijzering in het centrum- en woongebied. Deze bedrijven kunnen gebruik maken van de bewegwijzeringmethode genoemd in de vorige paragraaf. Overige

bedrijven komen wel in aanmerking voor deze vorm van bewegwijzering.

f.

Sportvoorzieningen

Hiervoor komen in aanmerking alle voorzieningen die als zodanig zijn bestemd in het ter plekke geldende bestemmingsplan. Op plaatsen waar meerdere sportvoorzieningen moeten worden aangegeven op één bord zullen deze worden aangeduid met de signaturen voor de betreffende sporten. In de tekst is dit aangegeven met “sport” met daarachter de betreffende sporten tussen rechte haakjes.

5.3 Buitengebied

Voor bedrijven en instellingen in het buitengebied geldt een uniform bewegwijzeringsysteem. Dit betekent dat de borden in een vaste vormgeving en kleurstelling moeten worden uitgevoerd. Toepassing wordt gegeven aan de richtlijn Toeristische bewegwijzering met pictogram, overeenkomstig CROW publicatie 262-2009. Hierbij wordt onderscheidt gemaakt tussen de verschillende kleuren borden.

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Het plaatsen van CROW-verwijzingsborden is onder de volgende randvoorwaarden toegestaan:

-

maatvoering is uitsluitend: hoogte 23 cm en breedte 150 cm.

Als deze maatvoering niet voldoende ruimte biedt voor het vermelden van de bedrijfsnaam is een dubbel bord (35 cm bij 150 cm) ook toegestaan;

-

het vermelden van één of meerdere pictogrammen op het bord is toegestaan;

-

de kleuren zijn overeenkomstig bovenstaand voorbeeld:

1. bewegwijzering toeristisch-recreatieve objecten: borden met een bruine ondergrond met zwarte pictogrammen in een witte ondergrond, witte pijlen en witte letters;

2. bewegwijzering overige objecten: borden met een blauwe ondergrond, met daarin een witte pijl, en een wit vlak met zwarte letters en pictogram;

-

borden dienen gecombineerd te worden op één frame met een maximum aantal van 5 borden.

Bij meer dan 5 borden mag een tweede frame worden geplaatst. De onderlinge afstand tussen de frames dient minimaal 100 meter te bedragen.

-

alleen toegestaan voor bedrijven en instellingen die positief bestemd zijn of niet in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan.

Voor het plaatsen dient overleg gevoerd te worden met de gemeente over de verkeersveiligheid. Het komt niet voor rekening van de gemeente. Degene die het bord plaatst, is voor het beheer en het onderhoud verantwoordelijk. Enkele wegen zijn in het beheer van de provincie Overijssel. De berm naast een provinciale weg behoort daar ook toe. Het plaatsen van objecten daar is aan regels van de provincie Overijssel gebonden.

6. Toezicht en handhaving

Bij de handhaving van reclameobjecten die niet aan de regels voldoen wordt toepassing gegeven aan de Handhaving- en gedoogstrategie Overijssel. In de Handhavingstrategie is bepaald op welke wijze gelijksoortige overtredingen publiekrechtelijk worden gehandhaafd. Privaatrechtelijke handhaving kan daarbij een aanvullende rol spelen. In het geval privaatrechtelijke belangen (bijvoorbeeld het eigendomsrecht) van de gemeente in het geding zijn, kan de gemeente als rechtspersoon optreden. Privaatrechtelijke handhaving kan bijvoorbeeld worden toegepast wanneer in een gemeentelijke groenstrook zonder de vereiste toestemming een reclameobject is geplaatst. Hiermee wordt een onrechtmatige daad jegens de gemeente begaan. Toepassing van het privaatrecht wordt per geval afgewogen tegen de toepassing van het publiekrechtelijke instrumentarium.

6.1 Overgangsrecht

Ten tijde van de vaststelling van de oorspronkelijke beleidsnota in december 2010, is besloten om alleen ambtshalve op te treden tegen niet vergunde reclameobjecten die na 1 oktober 2010 zijn geplaatst en tegen bepaalde excessen. Voor centrumgebieden zijn bij de gewijzigde vaststelling van de nota op 18 maart 2013 ook richtlijnen opgenomen. Reclameobjecten in de centrumgebieden die zijn geplaatst voor 18 maart 2013 vallen onder het overgangsrecht. Het overgangsrecht houdt in dat bepaalde bestaande reclameobjecten geacht worden in overeenstemming te zijn met het beleid. Dat geldt voor:

-

Vergunde reclameobjecten;

-

Reclameobjecten die voor 1 oktober 2010 zijn geplaatst.

Dit met uitzondering van reclameobjecten in centrumgebieden (onderstaande regeling) en excessen. Als exces worden aangemerkt:

o weilandborden;

o reclamevoertuigen;

o reclameobjecten op de openbare weg, met uitzondering van ANWB-verwijzingsborden en de tijdelijke (verwijs)borden voor een maximale termijn van vier weken;

-

Reclameobjecten in centrumgebieden die voor 18 maart 2013 zijn geplaatst.

Dit met uitzondering van excessen. Als exces worden aangemerkt:

o frames voorzien van spandoeken met reclame voor zover niet passend in dit beleid;

o reclamevoertuigen;

o reclameobjecten op de openbare weg.

Op verandering of vernieuwing van reclameobjecten zijn de beleidsregels onverkort van toepassing.

Bijlagen

Bij deze nota behoren overzichtskaarten waarop per kern het centrumgebied, de woongebieden en de bedrijventerreinen zijn weergegeven.

Bijlagen:

afbeelding binnen de regeling Doc. nr. I12.021298

afbeelding binnen de regeling Doc. Nr. I 12.021299

afbeelding binnen de regeling Doc. Nr. I12.021300

afbeelding binnen de regeling Doc. Nr. I12.021301

afbeelding binnen de regeling Doc. Nr. I12.021302

afbeelding binnen de regeling Doc.nr. I12.021303

afbeelding binnen de regeling Doc. Nr. I12.021304

afbeelding binnen de regeling Doc. Nr. I12.021305

afbeelding binnen de regeling Doc. Nr. I12.021306