Regeling vervallen per 11-01-2024

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening)

Geldend van 09-03-2005 t/m 10-01-2024

Intitulé

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening)

De raad van de gemeente Tubbergen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 februari 2005, nr. 7237;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie bestuurszaken;

besluit vast te stellen de:

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

a.

inspraak:

het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

b.

inspraakprocedure:

de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

c.

beleidsvoornemen:

het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3. Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2. Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

  • 3. Bij het verlenen van inspraak houdt het bestuursorgaan rekening met hetgeen in een convenant met de dorpsraden is - of nader zal worden- vastgelegd betreffende de wijze waarop de dorpsraden in de gemeente bij de vaststelling van het gemeentelijk beleid worden betrokken.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1. Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2. Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4. De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6 Intrekking oude verordening

De Inspraakverordening 1995 (Gemeenteblad 1995, 33) wordt ingetrokken.

Artikel 6a

  • 1. Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen over de wijze van uitvoering van deze verordening schriftelijk hun beklag doen bij het bestuursorgaan.

  • 2. Een klacht, als bedoeld in het eerste lid, kan worden ingediend:

    • -

      gedurende de termijn waarbinnen zienswijzen naar voren konden worden gebracht alsmede gedurende twee weken na afloop van die termijn;

    • -

      indien de klacht betrekking heeft op de inhoud van het eindverslag, binnen vier weken na openbaarmaking van het eindverslag.

  • 3. Het bestuursorgaan beslist binnen acht weken na ontvangst van het klaagschrift omtrent de ingediende klacht. Het kan deze termijn met ten hoogste acht weken verdagen.

  • 4. Dit artikel vervalt op het tijdstip dat artikel III van de Wet uniforme openbare voorbereidings-procedures in werking treedt.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt acht dagen na haar bekendmaking in werking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Inspraakverordening”, al dan niet met toevoeging van het jaartal 2005.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare
vergadering van 21 februari 2005.
de griffier, de voorzitter,
J.M.G. Waaijer, mr. M.K.M. Stegers