Regeling vervallen per 12-12-2012

Reglement op de Commissie Kunst en Cultuur

Geldend van 17-04-2002 t/m 11-12-2012

Intitulé

Reglement op de Commissie Kunst en Cultuur

Het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

Besluit:

Vast te stellen het navolgende

REGLEMENT OP DE COMMISSIE KUNST EN CULTUUR

Artikel 1 Instelling van de commissie

  • 1. Ingesteld wordt een commissie genaamd: Commissie Kunst en Cultuur.

  • 2. De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren omtrent kunst en cultuur in de meest ruimte zin.

  • 3. De commissie adviseert in het bijzonder omtrent: exposities, concerten, dans- en/of toneeluitvoeringen, theater, kulturhus, heemkunde, muzikale vorming, literaire vormen, huur en/of aankoop kunstwerken, cultuureducatie en cultuurtoerisme.

  • 4. De commissie bevordert de toegankelijkheid van kunst en cultuur en stimuleert nieuwe uitingen op het gebied van kunst en cultuur.

Artikel 2 Samenstelling

  • 1. Burgemeester en wethouders benoemen tot lid van de commissie:

    • a.

      een lid uit hun midden aan te wijzen;

    • b.

      een vertegenwoordiger uit de groep uitvoerende kunstenaars;

    • c.

      een vertegenwoordiger uit de koren/zangverenigingen;

    • d.

      een vertegenwoordiger uit de muziekverenigingen;

    • e.

      een vertegenwoordiger uit de toneelverenigingen;

    • f.

      een vertegenwoordiger uit de heemkunde;

    • g.

      een vertegenwoordiger uit het onderwijs;

    • h.

      een vertegenwoordiger van de muziekschool;

    • i.

      een vertegenwoordiger uit het bibliotheekveld;

    • j.

      een vertegenwoordiger uit overige organisaties op het gebied van kunst en cultuur;

    • k.

      een of meer personen op persoonlijke titel met affiniteit voor kunst en cultuur.

  • 2. Een lid van de gemeenteraad kan niet tevens lid zijn van de commissie.

  • 3. Burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan als secretaris. De secretaris heeft een raadgevende stem.

  • 4. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 3 Zittingsduur

  • 1. De zittingsduur van de leden van de commissie is gelijk aan de zittingsduur van de wethouders. De leden van de commissie zijn bij aftreden van wethouders onmiddellijk herbenoembaar.

  • 2. De leden van de commissie worden zo spoedig mogelijk na het zitting nemen van een nieuw college benoemd door het college.

  • 3. Indien een lid de hoedanigheid verliest op grond waarvan hij is benoemd, dient hij zijn ontslag in bij het college. Voldoet hij hieraan niet, dan verklaart het college hem van het lidmaatschap vervallen.

  • 4. Een lid van de commissie kan te allen tijde zijn ontslag indienen.

  • 5. Tussentijds opengevallen plaatsen worden zo spoedig mogelijk aangevuld.

Artikel 4 Vergaderfrequentie en oproeping ter vergadering

  • 1. De commissie vergadert ten minste twee keer per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter of twee der leden dit nodig oordelen, op dag en uur door de voorzitter te bepalen.

  • 2. De oproeping tot een vergadering geschiedt door of namens de voorzitter met opgave, voor zover mogelijk, van de te behandelen onderwerpen en, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste een week tevoren.

  • 3. De voorzitter brengt dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis.

Artikel 5 Openbaarheid

  • 1. De commissie vergadert in het openbaar.

  • 2. De commissie vergadert in beslotenheid indien in de commissie stukken aan de orde komen waaromtrent overeenkomstig artikel 25 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd.

  • 3. De commissie kan, op voorstel van de voorzitter of één van haar leden, besluiten in beslotenheid te vergaderen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 6 Bevoegdheid van de leden van het college aan de beraadslagingen deel te nemen

De leden van het college van burgemeester en wethouders hebben het recht aan de beraadslagingen deel te nemen.

Artikel 7 Verslaglegging

Van het verhandelde in de commissievergaderingen wordt door de secretaris een beknopt verslag opgemaakt dat aan burgemeester en wethouders en de commissieleden wordt toegezonden.

Artikel 8 Vergaderquorum

  • 1. De vergadering van de commissie wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 2. Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, kan de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering beleggen tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De commissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

Artikel 9 Besluitvorming

  • 1. Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 2. Het gevoelen van de minderheid wordt, indien zij dit wenst, in het verslag vermeld.

  • 3. Bij staking van de stemmen worden de verschillende standpunten in het verslag aangegeven.

Artikel 10 Spreekrecht voor het publiek

  • 1. Een ieder kan zich, voor aanvang van een vergadering, melden bij de secretaris van de commissie met het verzoek het woord te mogen voeren.

  • 2. Onmiddellijk na aanvang van de vergadering verleent de voorzitter aan degene, die zich aldus heeft aangemeld, het woord. Indien er meerdere sprekers zijn wordt hun het woord verleend in volgorde van aanmelding.

  • 3. Een spreker mag gedurende maximaal vijf minuten het woord voeren, doch alleen met betrekking tot punten van de agenda.

  • 4. De voorzitter kan een spreker het woord ontnemen indien deze vijf minuten gesproken heeft en, na een waarschuwing, indien deze buiten de orde is en blijft dan wel indien deze de orde van de vergadering verstoort en blijft verstoren.

Artikel 11 Voorlichting door deskundigen

  • 1. De commissie kan zich laten voorlichten door deskundigen.

  • 2. Zijn aan deze voorlichting kosten verbonden, dan neemt hij daartoe geen besluit dan na verkregen machtiging van burgemeester en wethouders.

Artikel 12 Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Reglement op de Commissie Kunst en Cultuur", al dan niet met toevoeging van het jaartal 2002.

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van zijn bekendmaking.

Ondertekening

Tubbergen, 2 april 2002
Burgemeester en wethouders voornoemd,
De secretaris, De burgemeester,
drs. ing. B.G.J. Mensink, mr. M.K.M. Stegers