Beleidsregels verhaal Participatiewet Tubbergen 2016

Geldend van 14-12-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels verhaal Participatiewet Tubbergen 2016

Het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen

gelet op de artikel 61 en 62 van de Participatiewet;

Besluit:

vast te stellen de navolgende

Beleidsregels verhaal Participatiewet Tubbergen 2016

Artikel 1 Verhaal van bijstand

Burgemeester en wethouders maken gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand in overeenstemming met paragraaf 6.5 Participatiewet zoals omschreven in deze beleidsregels.

Artikel 2 Op te leggen verplichtingen aan onderhoudsgerechtigden

  • 1. Wanneer er sprake is van een onderhoudsplicht betreffende een uitkeringsgerechtigde en/of zijn kind(eren), dan wordt bij de aanvang van het verlenen van bijstand bekeken of er een alimentatiebeschikking voorhanden is. Wanneer dit niet het geval is dan wordt de uitkeringsgerechtigde verplicht dan wel verzocht een verzoek tot vaststelling van alimentatie in te dienen bij de daarvoor aangewezen rechterlijke instantie, mits dit verzoek kan worden gecombineerd met de procedure die wordt ingezet tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. In het verzoek dient te worden opgenomen dat de alimentatie dient te worden vastgesteld op grond van een draagkrachtberekening. Gedurende de periode waarin het betreffende verzoek niet wordt geëffectueerd, wordt er geen korting toegepast op de uitkering wegens recht op een onderhoudsbijdrage.

  • 2. Wordt een door een rechterlijke instantie vastgestelde alimentatieverplichting, op grond van draagkracht, niet of niet volledig nagekomen dan wordt de uitkeringsgerechtigde verplicht de opgelegde alimentatieverplichting te gelde te maken door middel van inschakeling van het Landelijk bureau inning onderhoudsbijdragen (LBIO). Wanneer de uitkeringsgerechtigde de opgelegde alimentatieverplichting niet te gelde maakt, behoudt de gemeente te allen tijde het recht gebruik te maken van de bevoegdheid zoals omschreven in artikel 62b Participatiewet. Gedurende de periode waarin de vastgestelde alimentatieverplichting niet of niet volledig wordt nagekomen wordt bij de berekening van de uitkering slechts rekening gehouden met de feitelijk ontvangen alimentatie.

  • 3. Op grond van dringende redenen kan worden afgezien van het opleggen van een verplichting tot indienen van een alimentatieverzoek of de verplichting tot het inschakelen van het LBIO.

  • 4. Buiten de gevallen van lid 1 tot en met 3 wordt in beginsel verhaald op de onderhoudsplichtige.

Artikel 3 Geheel of gedeeltelijk afzien van verhaal

  • 1. Burgemeester en wethouders ziet uit eigen beweging af van verhaal indien:

    • a.

      het te innen verhaalsbedrag aan onderhoudsbijdrage lager is dan € 25, - per maand;

    • b.

      het de mogelijkheid tot verhaal betreft op de nalatenschap van een persoon;

    • c.

      daarvoor gelet op de omstandigheden van degene op wie verhaal wordt gezocht of degene die de bijstand ontvangt of heeft ontvangen, dringende redenen aanwezig zijn.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen afzien van verhaal indien het de mogelijkheid tot verhaal betreft op degene die zijn onderhoudsplicht tegenover zijn jongmeerderjarig kind, aan wie bijzondere bijstand is verleend, niet nakomt.

  • 3. Burgemeester en wethouders ziet uit eigen beweging tijdelijk af van verhaal indien er , door een gerechtelijke instantie een alimentatieverplichting op basis van draagkracht aan de onderhoudsgerechtigde is opgelegd, welke niet ouder is dan drie jaar en deze door de onderhoudsgerechtigde wordt nagekomen.

  • 4. Wanneer sprake is van een situatie als omschreven in lid 2 van dit artikel, wordt na drie jaar een financieel heronderzoek verricht, zoals beschreven in artikel 5, om de verhaalsbijdrage opnieuw vast- en bij te kunnen stellen.

Artikel 4 Afzien van verhaal op verzoek wegens schuldenproblematiek

  • 1. In afwijking van artikel 1 kunnen burgemeester en wethouders, op verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand voor zover het verschuldigde verhaalsbedragen betreft die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:

    • a.

      redelijkerwijs te voorzien is dat degene op wie wordt verhaald niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden;

    • b.

      redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen; en

    • c.

      de vordering van de gemeente wegens verhaal van bijstand ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang.

  • 2. Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal treedt niet in werking voordat een schuldregeling als bedoeld in lid 1 onder b. tot stand is gekomen.

  • 3. Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal wordt ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien:

    • a.

      niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling is tot stand gekomen die voldoet aan de in lid 1 genoemde voorwaarden a, b en c;

    • b.

      de belanghebbende zijn schuld aan de gemeente niet in overeenstemming met de schuldregeling voldoet; of

    • c.

      onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.

Artikel 5 (Her)onderzoek naar draagkracht

  • 1. Tenminste één keer per 5 jaar verrichten burgemeester en wethouders onderzoek naar de draagkracht voor het voldoen van een verhaalsbijdrage. Indien gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven wordt als gevolg van dit onderzoek de betalingsverplichting gewijzigd vastgesteld, tenzij het een wijziging betreft van minder dan 10% verhoging van de lopende bijdrage.

  • 2. De termijn zoals genoemd in lid 1 bedraagt 3 jaar als, als gevolg van geen of geringe draagkracht geen betalingsverplichting is opgelegd.

  • 3. Van de genoemde termijnen kan worden afgeweken als tussentijds bekend wordt dat zich wijzigingen in de financiële situatie hebben voorgedaan of zullen gaan voordoen.

  • 4. Voor het berekenen van verhaalsbijdragen wordt aansluiting gezocht bij het actuele ‘Rapport alimentatienormen’ van het Tijdschrift voor de rechterlijke macht.

Artikel 6 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregels verhaal Participatiewet Tubbergen 2016”.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking na datum bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 1 november 2016, Burgemeester en wethouders van Tubbergen,
de secretaris, de burgemeester
drs. ing. G.B.J. Mensink, mr. M.K.M. Stegers

Bijlage

Toelichting

Algemene toelichting

Het betreft hier een beleidsregel waarin burgemeester en wethouders gebruik maken van de in artikel 61 Participatiewet beschreven mogelijkheid. Op grond van artikel 62 Participatiewet is het mogelijk om de kosten voor bijstand te verhalen op de onderhoudsplichtige. Om rechtsongelijkheid te voorkomen, maakt de gemeente Tubbergen ook gebruik van deze mogelijkheid.

Artikelsgewijze toelichting

1. Verhaal van bijstand

In dit artikel wordt geregeld dat en op welke wijze de gemeente gebruik maakt van de wettelijke mogelijkheden om bijstand te verhalen. Volgens artikel 61 Participatiewet kan de gemeente overgaan tot verhaal van kosten van bijstand in de gevallen en naar de regels aangegeven in paragraaf 6.5 van de Participatiewet.

2. Op te leggen verplichtingen aan onderhoudsgerechtigden

Door middel van dit artikel wordt het verkrijgen van een onderhoudsbijdrage zoveel mogelijk bij de onderhoudsgerechtigde zelf neergelegd. Per 1 augustus 2009 kan het LBIO ook worden ingeschakeld voor de inning van door de rechter opgelegde partneralimentatie. Voordien kon dit alleen bij kinderalimentatie.

Op grond van artikel 55 Participatiewet kunnen aan uitkeringsgerechtigden aanvullende verplichtingen worden opgelegd die strekken tot vermindering of beëindiging van de bijstand. Overigens betekent het niet of niet volledig ontvangen van een recht op alimentatie dat in beginsel alleen de feitelijk ontvangen alimentatie op de uitkering in mindering wordt gebracht. De cliënt kan de gemeente eventueel machtigen om de alimentatie in ontvangst te nemen. Zo kan de cliënt worden beschermd tegen onregelmatigheden in de betaling van alimentatie.

3. Ambtshalve geheel of gedeeltelijk afzien van verhaal

In dit artikel is beschreven wanneer het college van burgemeester en wethouders geheel of gedeeltelijk kunnen afzien van de bevoegdheid tot verhaal. Van verhaal wordt afgezien indien het verhaalsbedrag lager is dan € 25,-. In de beleidsregel van 2013 was dit drempelbedrag nog gesteld op € 50,-. Omdat de onderhoudsbijdrage altijd achteraf, na het maken van de berekening, bekend is, is besloten dit bedrag naar beneden bij te stellen zodat ook lagere onderhoudsbijdragen door de gemeenten geïnd kunnen worden.

Wanneer tijdelijk van verhaal wordt afgezien, wordt na drie jaar een financieel heronderzoek verricht teneinde de verhaalsbijdrage opnieuw vast te stellen en bij te kunnen stellen (lid 3).

4. Afzien van een verhaal op verzoek wegens schuldenproblematiek

Naast de gevallen waarin het college uit eigen beweging afziet van verhaal kan de degene op wie wordt verhaald verzoeken om (verder) af te zien van verhaal zodat een schuldenregeling tot stand kan komen.