Regeling vervallen per 01-09-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tubbergen houdende regels omtrent de raadscommissie (Verordening op de raadscommissie Tubbergen)

Geldend van 06-01-2020 t/m 31-08-2022

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tubbergen houdende regels omtrent de raadscommissie (Verordening op de raadscommissie Tubbergen)

De raad van de gemeente Tubbergen;

gelezen het voorstel van het presidium;

gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet;

Besluit:

de navolgende verordening vast te stellen:

Verordening op de algemene raadscommissie Tubbergen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bijzondere commissie: een door de raad ingestelde commissie, met specifiek toebedeelde taken;

  • -

    commissie: de raadscommissie Tubbergen

  • -

    commissiegriffier: griffier van de commissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissielid: lid van de commissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissievoorzitter: voorzitter van de commissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • -

    wet: Gemeentewet.

Artikel 2. Instelling raadscommissie

  • 1. De raad stelt de raadscommissie Tubbergen in.

  • 2. De commissie adviseert en overlegt over de onderwerpen die op de raad betrekking hebben en waarin niet door een bijzondere commissie is voorzien.

Artikel 3. Taken

De commissie:

  • a.

    brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking heeft;

  • b.

    kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a., en

  • c.

    voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen, bedoeld onder a.

Artikel 4. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

  • 1. Lid van de commissie zijn de leden van de raad en de als zodanig door de raad benoemde commissieleden niet-raadslid zijnde.

  • 2. Het aantal commissieleden niet-raadslid zijnde, als bedoeld in het eerste lid, bedraagt voor raadsfracties met zes leden en meer maximaal drie en voor raadsfracties met vijf leden of minder maximaal vier.

  • 3. Commissieleden niet-raadslid zijnde worden op voordracht van de raadsfracties door de raad benoemd. Om voor benoeming tot commissielid niet-raadslid zijnde in aanmerking te komen is plaatsing op de kandidatenlijst van de betreffende fractie bij de laatste verkiezingen een vereiste.

  • 4. De artikelen 10, 11, 12 en 13 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 5. De raad benoemt de commissievoorzitter.

Artikel 5. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Het lidmaatschap van een commissielid eindigt als niet meer wordt voldaan aan de in artikel 4 gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid niet-raadslid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. De raad kan de commissievoorzitter ontslaan.

  • 5. Een commissielid niet-raadslid en commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Het lidmaatschap van commissieleden, benoemd op voordracht van een fractie die niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt van rechtswege.

Artikel 6. De commissiegriffier

  • 1. De griffier van de raad wijst ter ondersteuning van de commissie een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar aan als commissiegriffier.

  • 2. Een commissiegriffier is aanwezig in vergaderingen.

  • 3. Bij verhindering of afwezigheid wordt de commissiegriffier vervangen door een door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 4. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 7. Oproep en agenda

  • 1. De commissievoorzitter zendt ten minste 7 dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

  • 3. Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 8, derde lid, van toepassing.

  • 4. De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de commissie vastgesteld.

Artikel 8. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Terinzagelegging van stukken vindt plaats door elektronische plaatsing van stukken op de website van de gemeente.

  • 2. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de commissie en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 3. Stukken waaromtrent op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de wet geheimhouding is opgelegd, blijven in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier. De griffier verleent de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 9. Openbare kennisgeving

Commissievergaderingen worden ter openbare kennis gebracht door aankondiging in het Gemeenteblad.

Paragraaf 2. Vergadering

Artikel 10. Presentielijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst, die aan het einde van elke vergadering door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening wordt vastgesteld.

Artikel 11. Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst minimaal 10 commissieleden en twee fracties tegenwoordig zijn.

  • 2. Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. De commissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst minimaal 10 commissieleden tegenwoordig is.

Artikel 12. Aantal deelnemers

  • 1. Elke fractie kan met minimaal 2 en maximaal 9 leden, naar evenredigheid van het aantal zetels van de fractie in de raad, deelnemen aan een agendapunt in de vergadering

  • 2. Per agendapunt kan een fractie de aan de vergadering deelnemende leden vervangen door andere leden.

  • 3. De aanwijzingen van de voorzitter, voor en tijdens de wisseling, worden gevolgd.

Artikel 13. Advies; geen stemmingen

  • 1. Als de commissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

  • 2. In het advies worden opgenomen de standpunten van alle fracties en commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 3. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 14. Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel keer een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 15. Deelname aan de beraadslaging door anderen

De commissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 16 Spreekrecht

  • 1. Burgers, bedrijven, instellingen of bestuursorganen kunnen in een openbare vergadering het woord voeren over onderwerpen die op de agenda staan.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • b.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • c.

      moties vreemd aan de orde van de dag;

    • d.

      onderwerpen die in de direct voorafgaande raadscommissie aan de orde zijn geweest, tenzij het betreffende voorstel afwijkt van het voorstel dat eerder is behandeld of de voorzitter van oordeel is dat er sprake is van bijzondere omstandigheden.

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit vóór 12.00 uur op de dag van de vergadering aan de griffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wenst te voeren.

  • 4. De voorzitter verleent inspreker voor ten hoogste 5 minuten het woord, op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan, gelet op het aantal sprekers en de agenda, de spreektijd inkorten dan wel verlengen.

  • 5. De voorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers aan de vergadering.

  • 6. Als een spreker beledigende woorden, gebaren of persoonlijke aantijgingen, tegen wie dan ook, bezigt, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen en na herhaling het recht van spreken ontzegd.

Artikel 17. Handhaving orde en schorsing

  • 1. De commissievoorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 2. Hij kan de commissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 3. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 18. Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De commissie beslist hier terstond over.

Artikel 19. Besluitenlijsten en verslaglegging

  • 1. Een commissiegriffier draagt zorg voor de besluitenlijst en het beeld-/geluidsverslag van vergadering.

  • 2. Het beeld-/geluidsverslag omvat:

    • a.

      de volledige vergadering,

    • b.

      wordt geïndexeerd naar de onderwerpen die besproken zijn en de sprekers die het woord hebben gevoerd;

    • c.

      wordt zo spoedig mogelijk via de gemeentelijke website toegankelijk gemaakt.

  • 3. Uit de besluitenlijst blijkt in ieder geval:

    • a.

      de namen van de commissievoorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke commissieleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad met vermelding van de namen van de commissieleden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring en met aantekening van de namen van de commissieleden die zich niet hebben uitgelaten, en

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van artikel 14 door de commissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 4. Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de commissievoorzitter en commissiegriffier.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 20. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 21. Besluitenlijst en verslaglegging besloten vergadering

  • 1. Beeld-/geluidsverslagen van besloten vergaderingen worden uitsluitend op de griffie bewaard en kunnen bij de commissiegriffier door de deelnemers aan die vergadering op verzoek worden beluisterd.

  • 2. Conceptbesluitenlijsten van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de commissiegriffier.

  • 3. Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de commissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

  • 4. De vastgestelde besluitenlijsten worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 22. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de commissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de commissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 23. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijk geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 24. Beeld- en/of geluidsregistraties

  • 1. De openbare vergadering van de commissie wordt met beeld en geluid via de website van de gemeente uitgezonden en is daarop terug te bekijken.

  • 2. Degenen die van een openbare vergadering beeldregistraties en/of geluidsregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 25. Overgangsbepalingen

  • 1. Commissieleden die ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening waren benoemd als commissielid onder de Verordening op de commissies 2014, zijn lid van de raadscommissie Tubbergen.

  • 2. Het bepaalde in artikel 5 is onverkort op het voorgaande lid van toepassing.

Artikel 26. Intrekking oude verordening

De Verordening op de commissies 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 27. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 september 2019.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissie Tubbergen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 juli 2019.

De gemeenteraad van Tubbergen,

de raadsgriffier,

mr. L. Legtenberg

de voorzitter,

drs. ing. W.A.M. Haverkamp - Wenker