Verordening behandeling bezwaarschriften

Geldend van 17-06-2005 t/m heden

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beroepsorgaan: gemeentelijk bestuursorgaan dat dient te beslissen op een beroepschrift;

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie: commissie van advies voor de bezwaarschriften als bedoeld in artikel 7:13 Awb;

  • d.

    wet: wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

HOOFDSTUK II BEHANDELING VAN DE BEZWAARSCHRIFTEN

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 1

Artikel 2 Inleidende bepaling

Inleidende bepaling

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren en ingestelde administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit één voorzitter, twee waarnemend voorzitters en voldoende leden.

  • 2. Zij worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 3. De voorzitter, de waarnemend voorzitters en de leden mogen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 4. De voorzitter en de waarnemend voorzitters zijn elk voorzitter van een kamer.

Artikel 4 Indeling in kamers

  • 1.

    De commissie bestaat uit drie kamers, te weten:- de kamer Samenlevingszaken;- de kamer Ruimtelijke en overige zaken;- de Personele kamer.

  • 2.

    Iedere kamer bestaat uit vier leden en een voorzitter.

  • 3.

    Iedere kamer wijst een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 4.

    Een voorzitter van een kamer kan beslissen, na overleg met de voorzitter van een andere kamer, de behandeling van een bezwaarschrift aan die andere kamer over te dragen.

[ Overgangsrecht is opgenomen in de 2e wijziging van de Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften en luidt: de vermindering van het aantal leden als gevolg van het bepaalde in artikel 4 wordt bereikt via natuurlijk verloop]

Artikel 5 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie en haar kamers is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4. De voorzitter en de leden maken maximaal twee volledige raadsperiodes deel uit van de commissie.

Hoofdstuk 2 Procedure

Hoofdstuk 2

Artikel 7 Ingediend bezwaar- of beroepschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaar- op beroepschrift wordt de datum van ontvangst aangegeven.

  • 2. Het bezwaar- of beroepschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. [vervallen]

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • -

    2:1, tweede lid (verlangen schriftelijke volmacht),

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld,

  • -

    6:17 (verzenden stukken aan gemachtigde),

  • -

    7:4, tweede lid en 7:18, tweede en zesde lid (ter inzage leggen van stukken tenzij gewichtige redenen),

  • -

    7:6, vierde lid en 7:20, vierde lid (afzien om wederpartij op de hoogte te stellen van het verhandelde i.g.v. afzonderlijk horen),van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van (een kamer van) de commissie.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van (een kamer van) de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van (een kamer van) de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:17 (afzien van horen van belanghebbenden) van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van de in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het verwerend orgaan en,

    • c.

      in geval van behandeling van een beroepschrift, het beroepsorgaan.

Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting

  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan en in het geval van behandeling van een beroepschrift, aan het beroepsorgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 12 Quorum

  • 1. Voor het houden van een zitting is vereist, dat tenminste twee leden naast de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig zijn.

  • 2. In uitzonderingsgevallen kan een zitting worden gehouden indien slechts een voorzitter en één lid aanwezig zijn. Hiervoor is bij aanvang van de zitting toestemming vereist van het verwerend orgaan, bezwaarde en eventuele andere aanwezige belanghebbenden.

Artikel 13 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4. De zitting van de commissie vindt achter gesloten deuren plaats wat betreft bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Wet werk en bijstand, Wet voorzieningen gehandicapten en besluiten inzake personeelsaangelegenheden.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van (de kamer van) de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de (kamer van de) commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar- of beroepschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, of artikel 7:24, tweede lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de belanghebbenden en in het geval van behandeling van een beroepschrift het verwerend orgaan, een afschrift.

Artikel 18a Jaarverslag

  • 1. De commissie legt jaarlijks in een verslag verantwoording af omtrent de uitgevoerde werkzaamheden.

  • 2. In het jaarverslag rapporteert de commissie in ieder geval over de termijnen waarbinnen op de bezwaarschriften is beslist.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Hoofdstuk 3

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag, volgende op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften.

Ondertekening

Vriezenveen, 2 januari 2001,De raad voornoemd,de secretaris, de voorzitter,
mr. A. Hoogendoorn, drs. H. Koetje.
Het college voornoemd, de secretaris, de voorzitter,
mr. A. Hoogendoorn, drs. H. Koetje.De burgemeester voornoemd,
Drs. H. Koetje.