Verordening naamgeving openbare ruimten en nummering gemeente Tynaarlo 2008

Geldend van 27-11-2008 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 14-10-2008

Intitulé

Verordening naamgeving openbare ruimten en nummering gemeente Tynaarlo 2008

Raadsbesluit nr. 12

Betreft: Verordening naamgeving openbare ruimten en nummering gemeente Tynaarlo 2008

De raad van de gemeente Tynaarlo;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2008;

overwegende dat door de invoering van de basisadministratie adressen en gebouwen de huidige verordening niet meer voldoet;

gelet op artikel 149 van de gemeentewet;

B E S L U I T:

Vast te stellen de volgende:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college : het college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    Woonplaats : een door het college als zodanig aangewezen gedeelte van hetgemeentelijk grondgebied dat apart wordt onderscheiden en waarvan een woonplaatsnaam is toegekend.

  • c.

    Openbaar gebied : alle door het college aangewezen en voor openbaar rijverkeer ofander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw- en kunstwerken die daar deel van uitmaken.

  • d.

    Openbare ruimte : een door het college als zodanig aangewezen gedeelte van hetopenbaar gebied binnen een woonplaats waarvan een naam is toegekend.

  • e.

    Adres : een benaming bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam,

    naam openbare ruimte en nummeraanduiding, die door het college

    is toegekend aan een als zodanig aangewezen adresseerbaar object.

  • f.

    Adresseerbaar object : een verblijfsobject, standplaats en ligplaats gelegen op hetgemeentelijk grondgebied.

  • g.

    Verblijfsobject : de kleinste binnen één of meerdere panden gelegen en voor woonbedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van

    gebruik, die ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare

    weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en dat onderwerp kan zijn

    van rechtshandelingen.

  • h.

    Standplaats : een formeel door het college als zodanig aangewezen terrein of eengedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een

    niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon,

    bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte ruimte.

  • i.

    Ligplaats : een formeel door het college als zodanig aangewezen plaats in het

    water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein

    of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent afmeren

    van een voor woon, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt

    vaartuig.

  • j.

    Pand : de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig

    constructief zelfstandige eenheid, die direct en duurzaam met de

    aarde is verbonden.

  • k.

    Bouw- en kunstwerk : elk constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of andermateriaal, die op de plaats van bestemming, hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • l.

    Gebouw : elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel ofgedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  • m.

    Complex : een afgebakend samenhangend geheel van gebouwen en bouwwerken(industriecomplex, ziekenhuiscomplex, complex van vakantiehuisjes,agrarisch complex etc.).

  • n.

    Afgebakend terrein : een terrein, waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijkwordt gebruikt.

  • o.

    Nummeraanduiding : een nummer dat bestaande uit een of meer Arabische cijfers al dan nietmet toevoeging van een letter- of cijfercombinatie.

  • p.

    Object : een bouwwerk, gebouw, pand, complex, afgebakend terrein, ligplaats ofstandplaats.

  • q.

    Rechthebbende : een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht debeschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder endat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen.

  • r.

    Uitvoeringsvoorschriften : nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

  • s.

    Gebruiksdoel : elk verblijfsobject heeft een gebruiksdoel, zoals een woonfunctie,bijeenkomstfunctie, celfunctie, gezondheidszorgfunctie, industriefunctie, kantoorfunctie, logiesfunctie, onderwijsfunctie, sportfunctie,winkelfunctie of overige gebruiksfunctie.

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en openbare ruimten

  • 1.

    Het college stelt voor het totale grondgebied van de gemeente tenminste een woonplaats vast en kan een woonplaats in wijken en/of buurten verdelen en zodanig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

  • 2.

    Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden openbare ruimten en zodanig aan bouw- en kunstwerken.

  • 3.

    Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 Toekennen van nummering aan adresseerbare objecten

  • 1.

    Het college kent aan elk adresseerbaar object een adres toe, bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam, naam openbare ruimte en nummeraanduiding.

  • 2.

    Indien aan een adresseerbaar object meer dan een adres wordt toegekend, worden de adressen onderscheiden in hoofdadres en nevenadressen.

  • 3.

    Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

Artikel 4 Namen en nummeraanduidingen aanbrengen

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de namen die zijn toegekend aan delen van de openbare ruimte middels naamborden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse worden aangebracht.

  • 2.

    Aan een adresseerbaar object dat een adres heeft gekregen, moet de nummeraanduiding op een doeltreffende wijze middels een nummerbord zijn aangebracht.

  • 3.

    Het is een ieder verboden op eigen initiatief naam- of nummerborden, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, aan te brengen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

  • 1.

    Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met namen van openbare ruimten en/of verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, paal, schutting of een ander soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare ruimte duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Nummerborden aanbrengen

  • 1.

    Tenzij door het college anders is besloten, laat het college de nummeraanduiding, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden, aanbrengen binnen vier weken na kennisgeving van het besluit aan de rechthebbende.

  • 2.

    Indien het adresseerbaar object nog niet is voltooid, wordt de nummeraanduiding binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 3.

    Het college kan de in het eerste en tweede lid genoemde termijn verlengen.

  • 4.

    Het college is bevoegd nadere regels te stellen omtrent de afmetingen en het uiterlijk van de nummers die ingevolge het eerste lid worden aangebracht.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

  • 1. Het college is bevoegd nadere technische en/of administratieve uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van artikel 4, derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening is belast de dienst Woonomgeving van de gemeente Haren.

Artikel 9 Overgangsbepaling

  • 1.

    Namen en adressen die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan openbare ruimten en aan adresseerbare objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2.

    Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften toegekende namen en adressen en de daarbij aangebrachte nummerborden binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen, adressen en nummerborden die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

  • 3.

    Bij het wijzigen of vervangen van een naam of nummer, bedoeld in het eerste en tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe adres gedurende een jaar na het besluit op grond van artikel 11, tweede lid, mogen worden gebruikt op een nadere, bij dit besluit te bepalen wijze.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening naamgeving openbare ruimten en nummering gemeente Tynaarlo 2008’.

  • 2.

    De “Verordening op het benoemen van openbare ruimte en het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen”, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 oktober 1998, wordt met ingang van de in het derde lid genoemde datum ingetrokken;

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Ondertekening

Vries, 14 oktober 2008
De raad voornoemd,
F.A. van Zuilen, voorzitter
J.L. de Jong, griffier