Gedragscode integriteit raadsleden en bestuurders Tynaarlo 2016

Geldend van 06-04-2016 t/m heden

Intitulé

Gedragscode integriteit raadsleden en bestuurders Tynaarlo 2016

De raad van de gemeente Tynaarlo;

gelezen het voorstel van het college van 15 maart 2016;

overwegende dat het wenselijk is de gedragscode uit 2002 te actualiseren;

gelet op de artikelen 15, derde lid, 41c, tweede lid en artikel 69, tweede lid van de Gemeentewet, waarin is bepaald dat de raad een gedragscode vaststelt voor de raadsleden, de burgemeester en de wethouders;

B E S L U I T:

De gedragscode integriteit raadsleden en bestuurders Tynaarlo 2016 vast te stellen

Algemene bepalingen

Artikel 1.

Deze gedragscode geldt voor politieke ambtsdragers. Hiertoe worden raadsleden, de burgemeester en de wethouders gerekend. De gedragscode richt zich ook tot de bestuursorganen, raad, college en de burgemeester.

Artikel 2

Deze gedragscode is - in aanvulling op de wettelijke bepalingen - een hulpmiddel bij de invulling van de verantwoordelijkheid voor integriteit in het openbaar bestuur.

Voorkomen van belangenverstrengeling; raadsleden

Artikel 2.

Het raadslid levert de griffier de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het raadslidmaatschap. Als tijdens het lidmaatschap nieuwe (neven)functies aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de griffier.

Artikel 3.

De informatie betreft in ieder geval:

a. Omschrijving van de (neven)functie;

b. De organisatie waarvoor de (neven)functie wordt verricht;

c. Of het een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap en

d. Of de nevenfunctie onbezoldigd is.

Artikel 4.

De griffier legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Voorkomen van belangenverstrengeling; burgemeester

Artikel 5.

De burgemeester vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op de goede vervulling van het burgemeestersambt of op de handhaving van de onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.

Artikel 6.

De burgemeester meldt het voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie, anders dan uit hoofde van het burgemeestersambt, aan de raad.

Artikel 7.

De burgemeester levert de gemeentesecretaris de informatie aan over de nevenfuncties die openbaar moeten worden gemaakt bij aanvang van het ambt. Als tijdens de vervulling van het ambt nieuwe nevenfuncties worden aanvaard of de omstandigheden met betrekking tot bestaande nevenfuncties wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de gemeentesecretaris.

Artikel 8.

De informatie betreft in ieder geval:

  • a. Omschrijving van de (neven)functie;

  • b. De organisatie waarvoor de nevenfunctie wordt verricht;

  • c. Of het een (neven)functie betreft uit hoofde van het ambt;

  • d. Of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is;

  • e. Indien de (neven)functie bezoldigd is, wordt de hoogte van de inkomsten daaruit vermeld;

  • f. Indien de (neven)functie bezoldigd is, wordt ook de tijdsbesteding vermeld.

Artikel 9

De gemeentesecretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Wethouder

Artikel 10

Een wethouder vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van het wethouderschap.

Artikel 11

Een wethouder meldt het voornemen tot aanvaarding van een nevenfunctie aan de raad.

Artikel 12

De wethouder levert de gemeentesecretaris informatie aan over de nevenfuncties die openbaar gemaakt moeten worden. Dit doet de wethouder bij aanvang van het ambt. Als tijdens de uitoefening van het ambt een nieuwe (neven)functie wordt aanvaart of de omstandigheden met betrekking tot bestaande nevenfuncties wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de gemeentesecretaris.

Artikel 13

De informatie betreft in ieder geval:

  • a. De omschrijving van de (neven)functie;

  • b. De organisatie waarvoor de nevenfunctie wordt verricht;

  • c. Of het een (neven)functie betreft uit hoofde van het ambt;

  • d. Of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is;

  • e. Indien de (neven)functie bezoldigd is, wordt de hoogte van de inkomsten daaruit vermeld;

  • f. Indien de (neven)functie bezoldigd is, wordt ook de tijdsbesteding vermeld.

Artikel 14

De gemeentesecretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Voorkomen van belangenverstrengeling; algemeen

Artikel 15

Burgemeester en wethouders handelen in de uitoefening van hun ambt niet zodanig dat zij vooruitlopen op een functie na aftreden.

Artikel 16

Indien een wethouder tijdens het ambt een functie wil aanvaarden die de wethouders na diens aftreden als wethouder gaat uitoefenen, dan bespreekt de wethouder dit voornemen met de burgemeester.

Artikel 17

Burgemeester en wethouders dragen de burgemeester of de wethouder nier eerder dan een jaar na aftreden voor als kandidaat voor benoeming tot commissaris dan wel bestuurslid van een verbonden partij in de zin van artikel 1.1. van het Besluit begroting en verantwoording.

Informatie

Artikel 18

Een politieke ambtsdrager zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover deze beschikt veilig wordt bewaard.

Artikel 19

Een politiek ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van de, in de uitoefening van het ambt verkregen, niet-openbare informatie.

Omgang met geschenken en uitnodigingen

Artikel 20

Een politieke ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie kan worden beïnvloed.

Artikel 21

Onverminderd het eerste lid kan een incidenteel geschenk met een geschatte waarden van ten hoogste

€ 50 euro worden behouden.

Artikel 21

Geschenken die het uit hoofde van het ambt worden ontvangen met een geschatte waarde van meer dan

€ 50 worden, als deze niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente.

Artikel 22

Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.

Artikel 23

Lunch, diner, recepties of andere uitnodigingen worden niet geaccepteerd, tenzij dat behoort tot de uitoefening van de functie en de aanwezigheid kan worden beschouwd als functioneel.

Gebruik van voorzieningen van de gemeente

Artikel 24

Het bestuursorgaan richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteert heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.

Artikel 25

De politieke ambtsdrager verantwoordt zich over het gebruik van de voorzieningen volgens de in het kader van de in artikel 24 genoemde regels en procedures.

Artikel 26

Een voornemen tot een buitenlandse dienstreis of een uitnodiging daartoe wordt gemeld bij de raad respectievelijk bij burgemeester en wethouders. Informatie over het doel en de duur van de reis wordt verschaft, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap dat meereist, geraamde kosten en de wijze waarop verslag gedaan wordt over de reis wordt verschaft. Ook wordt vermeldt of er een verlenging van de reis plaatsvindt voor privédoeleinden. De extra kosten voor verlenging komen volledig voor eigen rekening.

Spookraadsleden

Artikel 27

Mocht zich de situatie zich voordoen dat een raadslid langere tijd afwezig is in de raadsvergaderingen en onduidelijk is wat hiervan de reden is, dan zal dit onderwerp van gesprek zijn in de raad.

Uitvoering van de gedragscode

Artikel 28

Uitvoering van deze gedragscode vindt plaats binnen de kaders van het integriteitsbeleidsplan. In dit plan zijn de structuur, rollen en taken vastgelegd rondom integriteit.

Artikel 29

Minstens eenmaal per jaar staat het onderwerp integriteit op de agenda van college en raad.

Artikel 30

Aanspreekpunten voor integriteit zijn de gemeentesecretaris, de griffier en de integriteitscoördinator.

Artikel 31

Bij een vermoeden van een integriteitsschending door een politieke ambtsdrager wordt gebruik gemaakt van de ‘’Handreiking onderzoek integriteitsschendingen politieke ambtsdragers” van BIOS (Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector, ondersteund door Binnenlandse Zaken).

Artikel 32

De raad bevordert een eenduidige interpretatie van deze gedragscode. In geval van leemtes en onduidelijkheden voorziet hij daarin.

Artikel 33

Inwerkingtreding van deze gedragscode vindt plaats op de dag na publicatie onder Intrekking van de gedragscode bestuurlijke integriteit Tynaarlo uit 2002.

Ondertekening

Vries, 5 april 2016

De raad voornoemd,

drs. M.J.F.J. Thijsen,

Voorzitter

J.L. de Jong, Griffier