Treasurystatuut gemeente Tynaarlo 2020

Geldend van 29-06-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Treasurystatuut gemeente Tynaarlo 2020

Artikel 1. Begripsbepalingen

ln dit Treasurystatuut wordt verstaan onder:

  • Derivaten: financiële instrumenten in de vorm van een contract waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico's te sturen en financieringskosten te minimaliseren. Voorbeelden van derivaten zijn opties, swaps en futures.

  • Financiering: het aantrekken van financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

  • Geldstromenbeheer: alle activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te transfereren zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (het zogenaamde betalingsverkeer);

  • Intern liquiditeitsrisico: de risico's van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjarige investeringsplanningen waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • Kasbeheer: het beheer van de bankrekeningen en het beheren en afsluiten van leningen met een looptijd tot één jaar;

  • Kasgeldlimiet: een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal (de totale lasten van de programmabegroting) van de gemeente bij aanvang van het jaar; Het huidige percentage bedraagt 8,5%.

  • Koersrisico: het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

  • Kredietrisico: de risico's op de waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;

  • Liquiditeitenbeheer: het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

  • Liquiditeitenplanning: een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven van de gemeente ingedeeld per tijdseenheid;

  • Medium term note: verhandelbare schuldbekentenis aan toonder met gestandaardiseerde voorwaarden. Dit financieringsinstrument heeft een looptijd tussen 2 en 30 jaar;

  • Renterisico: de mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van de gemeente verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer;

  • Renterisiconorm: een bij aanvang van enig (begrotings-)jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de gemeente dat bij de realisatie niet mag worden overschreden. Het huidige percentage bedraagt 20%;

  • Rentetypische looptijd: het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

  • Rentevisie: toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

  • Saldobeheer: het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

  • Schatkistbankieren: de verplichting om overtollige liquide middelen aan te houden in's Rijks schatkist (wijziging wet Fido in 2013);

  • Treasurer: medewerker die verantwoordelijk is voor het beheren van de geldstromen binnen de organisatie;

  • Treasuryfunctie: de treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. De financieringsfunctie bestaat uit drie deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer;

  • Uitzetting: het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen op een periode van één jaar of langer;

  • Vermogensbeheer: het beheren en afsluiten van leningen met een looptijd langer dan één jaar en het beheren en afsluiten van waardepapieren;

  • Wet fido: Wet financiering decentrale overheden

Artikel 2. Doelstellingen en uitgangspunten van de treasuryfunctie

De doelstellingen van de financieringsfunctie zijn:

  • 1. Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten en bancaire diensten tegen acceptabele condities;

  • 2. Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico's zoals renterisico's, koersrisico's, kredietrisico's, liquiditeitsrisico's en valutarisico's;

  • 3. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van respectievelijk de Wet fido, de regeling schatkistbankieren decentrale overheden, de limieten en richtlijnen van dit Treasurystatuut.

  • De algemene uitgangspunten van het uitzetten en aantrekken van middelen:

  • 5. De gemeente kan uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak leningen aangaan, middelen uitzetten of garanties verlenen. Het college doet hiertoe een voorstel aan de raad.

  • 6. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatig risico;

  • 7. Het prudente karakter van de in lid 4 en 5 genoemde financiële transacties wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit Treasurystatuut.

Artikel 3. Risicobeheer garanties en leningen

  • 1. De gemeente is bereid als borg garant te staan voor uitsluitend door rechtspersonen elders aangegane geld leningen of leningen te verstrekken aan rechtspersonen als niet met een borgstelling kan worden volstaan, als daarmee de uitoefening van de publieke taak wordt gediend;

  • 2. Ter beperking van het financieel risico wordt geen garantie of lening verstrekt indien een (volledig) beroep kan worden gedaan op een voorziening of arrangement met behulp van een (nationaal) waarborgfonds;

  • 3. Voor garantie komen alleen onroerende zaken in aanmerking; overige bestedingsdoelen zijn uitgesloten;

  • 4. Een garantie of lening wordt niet verstrekt indien geldnemer structureel niet in staat is de verschuldigde rente en aflossing te dragen. Vooraf wordt informatie ingewonnen over de financiële positie en kredietwaardigheid van de betreffende partij;

  • 5. Indien een garantie wordt verstrekt, strekt deze alleen tot zekerstelling aan de geldverstrekker van de betaling van rente en aflossing indien een geldnemer in gebreke is gebleven;

  • 6. In een garantie wordt geen afstand gedaan van de voorrechten die wettelijk aan een borg toekomen;

  • 7. In een garantie of lening worden geen bedingen opgenomen die de aansprakelijkheid van de gemeente verhogen of uitbreiden boven of naast de betaling van rente en aflossing;

  • 8. Het verstrekken van een garantie of lening aan derden (niet zijnde woningcorporaties, deelnemingen, gelieerde instellingen en openbare lichamen waarmee geen toezichthoudende relatie bestaat) die niet de publieke taak dient of waarvan onduidelijk is dat deze een publieke taak dient, alsmede het verstrekken van een garantie of lening zonder zekerheidsstelling kan enkel plaatsvinden na goedkeuring door de raad.

  • 9. Ter meerdere zekerheid van terugbetaling van rente en aflossing worden er namens de gemeente waar mogelijk zekerheden geëist (bijv. recht van 1e hypotheek). Gemeentelijke subsidies gelden in deze niet als zekerheid;

Artikel 4. Renterisicobeheer

  • 1. De kasgeldlimiet wordt conform de Wet fido niet overschreden;

  • 2. De renterisiconorm wordt conform de Wet fido niet overschreden;

  • 3. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;

  • 4. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;

  • 5. De rentevisie van de gemeente wordt gebaseerd op de rentevisie van vooraanstaande financiële instellingen, waaronder de huisbankier;

  • 6. Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.

Artikel 5. Koersrisicobeheer

  • 1. De gemeente beperkt de koersrisico's op uitzettingen uit hoofde van treasury. Bij uitzettingen dient minimaal de hoofdsom te zijn gegarandeerd;

  • 2. Beleggingen in aandelen of daaraan verwante beleggingsproducten worden uitsluitend gedaan voor de uitoefening van de publieke taak.

Artikel 6. Kredietrisicobeheer

  • 1. Overtollige liquide middelen worden, met uitzondering van maximaal het drempelbedrag van 0,75%

  • 2. van het begrotingstotaal, aangehouden bij 's Rijks schatkist.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is het decentrale overheden wel toegestaan om overtollige liquide middelen uit te zetten bij andere openbare lichamen met dien verstande dat er geen financiële toezichtrelatie mag bestaan tussen de openbare lichamen.

  • 4. Bij het uitzetten van middelen voor een periode langer dan drie maanden dienen minimaal twee offertes aangevraagd te worden waaronder bij de huisbankier.

Artikel 7. Intern liquiditeitsrisicobeheer

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico's door haar treasury-activiteiten te baseren op de liquiditeitenplanning. Daarbij is integrale financiering het uitgangspunt.

Artikel 8. Valutarisicobeheer

Valutarisico's worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend middelen uit te zetten, gelden aan te trekken of te garanderen in euro's

Artikel 9. Financiering

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de

volgende uitgangspunten:

  • 1. Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

  • 2. Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken teneinde de renterisico's te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren;

  • 3. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse geldleningen en medium term notes (MTN);

  • 4. De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen waaronder de huisbankier, alvorens een financiering wordt aangetrokken.

Artikel 10. Relatiebeheer

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige cq. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten en hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1. Bankrelaties en hun bancaire condities worden periodiek doch ten minste eens per vier jaar beoordeeld;

  • 2. Bankrelaties dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan een single A-rating;

  • 3. Bankrelaties dienen gevestigd zijn in een lidstaat van de EER (Europese Economische Ruimte) en tenminste te beschikken over een A-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus en voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren te kunnen aantonen dat ze tenminste over een A-rating beschikken, afgegeven door tenminste twee ratingbureaus. De bankrelatie dient zelf bij een transactie aan te tonen dat zij of haar waardepapier over de juiste rating beschikt. Tevens dient de bankrelatie de rating van het land waarin zij gevestigd is aan te tonen.

Artikel 11. Geldstromenbeheer

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

  • 1. Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

  • 2. Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Artikel 12. Saldo- en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1. De gemeente concentreert haar liquiditeiten binnen één stelsel van saldo- en rentecompensatie, zoveel mogelijk bij de huisbankier;

  • 2. Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken;

  • 3. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeld en krediet op rekening courant;

  • 4. Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn daggeld en deposito's waarbij artikel 6 lid 1 van toepassing is;

  • 5. Bij het extern uitzetten van gelden korter dan één jaar zijn slechts de in artikel 10 genoemde bankrelaties toegestaan;

  • 6. De gemeente vraagt offertes op bij minimaal twee instellingen waaronder de huisbankier, alvorens kortlopende middelen worden aangetrokken voor een periode langer dan drie maanden.

Artikel 13. Uitgangspunten administratieve organisatie en intern beheer

De uitvoering van de treasuryfunctie is ondergebracht bij het team Advies en Ondersteuning. De administratieve organisatie en de interne beheersmaatregelen waarborgen dat:

  • 1. Alle transacties zodanig verwerkt worden dat controle op genoemde zaken mogelijk is;

  • 2. De uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

  • 3. De treasury-activiteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

  • 4. De risico's beheerst kunnen worden;

  • 5. De juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd is.

Artikel 14. Verantwoordelijkheden

Functie

Verantwoordelijkheden

De gemeenteraad

Het vaststellen van de globale richtlijnen van de financieringsfunctie onderdeel uitmakend van de Financiële verordening artikel 212 Gemeentewet.

Het vaststellen en houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan aan de hand van de financieringsparagraaf in de programmabegroting en de jaarstukken.

Het college

Het opstellen en vastleggen van regels in het Treasurystatuut, ter uitvoering van de financieringsfunctie zoals bepaald in de Financiële Verordening artikel 212 Gemeentewet

Het uitvoeren van het treasurybeleid zoals vastgelegd in dit Treasurystatuut (formele verantwoordelijkheid).

Het rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het treasurybeleid door het opnemen van een financieringsparagraaf in zowel de programmabegroting als de jaarstukken.

Directie

Het (laten) uitvoeren van het treasurybeleid.

Concernmanager A&O

Treasury-activiteiten.

Het uitvoeren en juist verantwoorden van de aan hem/haar gemandateerde Treasury-activiteiten conform het Treasurystatuut.

Het autoriseren van het aantrekken van middelen via onderhandse leningen en medium term notes en het uitzetten van middelen langer dan 1 jaar na toestemming van de portefeuillehouder Financiën.

Het autoriseren van het aantrekken en uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer.

Opdrachtgever interne controle.

Halfjaarlijkse rapportage aan de eindverantwoordelijke directie.

Het afleggen van verantwoording aan de eindverantwoordelijke directie over de uitvoering van de aan hem/haar team gemandateerde activiteiten.

Budgethouders / Kredietbewakers

Tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige uitgaven en ontvangsten.

Treasurer

Het vervaardigen en bewaken van de liquiditeitsplanning op korte en lange termijn.

Het bewaken van de liquiditeitspositie op korte en lange termijn.

Het uitvoeren van het risicobeheer, kasbeheer en gemeentefinanciering conform dit Treasurystatuut.

Het voorbereiden van beleidsvoorstellen op treasury-gebied.

Het onderhouden van contacten met banken, geldmakelaars en overige financiële instellingen.

Het vastleggen van de treasury-activiteiten.

Het aanleveren van tijdige, volledige en betrouwbare gegevens aan de administratie.

Het afleggen van verantwoording aan teamleider over de uitvoering van de aan hem/haar gemandateerde activiteiten.

Het initiëren van activiteiten op het gebied van treasury.

Het voorbereiden en afhandelen van het aantrekken/uitzetten van gelden in het kader van het saldo- en liquiditeitenbeheer.

Het voorbereiden van het aantrekken van middelen via onderhandse geldlening en medium term notes alsmede het uitzetten van middelen voor een periode langer dan 1 jaar.

Kassier

De zorg voor de afhandeling van het betalingsverkeer.

Financieel medewerkers

Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, rechten, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen in de financiële administratie.

Beleidsmedewerker

Tijdig en volledig informeren over de verleende garantiestelling aan de treasurer.

Artikel 15. Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan de bevoegdheden met betrekking tot treasury-activiteiten weergegeven. In geval van afwezigheid is diens plaatsvervanger de bevoegd functionaris.

Taak

Bevoegd functionaris (voorbereiding)

Bevoegd functionaris

(autorisatie)

Registratie

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

Het uitzetten van middelen via daggeld en deposito voor een periode tot één jaar

Treasurer

Concernmanager A&O

Financieel medewerker

Het aantrekken van middelen via daggeld of kasgeld voor een periode tot één jaar

Treasurer

Concernmanager A&O

Financieel medewerker

Bankrelatiebeheer

Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen en condities afspreken

Treasurer

Concernmanager A&O

Financieel medewerker

Risicobeheer

Het garanderen van middelen uit hoofde van de publieke taak

Beleidsmedewerker (van het betreffende taakveld) in overleg met Treasurer

College van B&W

Financieel medewerker

Financiering en uitzetting

Het aantrekken van middelen via onderhandse leningen en medium term notes

Treasurer

Concernmanager A&O (na informeren Portefeuillehouder)

Financieel medewerker

Het uitzetten van middelen betrekking hebbend op een periode van één jaar of langer

Treasurer

Concernmanager A&O

Financieel medewerker

Betalingsverkeer

Elektronische betaalopdrachten BNG

1e handtekeningsbevoegde

2e handtekeningsbevoegde

Financieel medewerker

Artikel 16. Informatievoorziening

In onderstaande tabel opgenomen informatie dient tenminste door de bestuursorganen/functionarissen verstrekt te worden in het kader van treasury-activiteiten:

Informatie

Frequentie

Informatieverstrekker

Informatieontvanger

Gegevens m.b.t. toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitenplanning

Kwartaal/incidenteel

Budgethouder / kredietbewaker

Treasurer

Treasury-rapportage / liquiditeitenplanning

Halfjaarlijks

Treasurer

Concernmanager A&O

Financieringsparagraaf van de programmabegroting

Jaarlijks

College

Gemeenteraad

Financieringsparagraaf van de jaarstukken

Jaarlijks

College

Gemeenteraad

Informatieverstrekking zoals genoemd in artikel 8 Wet fido

Incidenteel

Treasurer

Derden

Relevante informatie aangaande treasury-activiteiten

Incidenteel

Concernmanager A&O

Wethouder (Portefeuillehouder Financiën)

Artikel 17. Hardheidsclausule

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in dit Treasurystatuut. In gevallen waarin dit statuut ten aanzien van de uitvoering van dit statuut niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders;

  • 2. Benamingen die veranderen als gevolg van een formele organisatiewijziging zijn zonder separaat collegebesluit van toepassing op dit Treasurystatuut via vastlegging in een erratum.

Artikel 18. Intrekking oude Treasurystatuut

Het Treasurystatuut zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 7 februari 2012 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 19. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking een dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 10 maart 2020 van het college van burgemeester en wethouders,

Burgemeester en wethouders van Tynaarlo,

drs. M.J.F.J. Thijsen, burgemeester

mr. J. Th. van Nieukerken, gemeentesecretaris