Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en invordering van standplaatsgeld voor markten en kermissen Tytsjerksteradiel 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van standplaatsgeld voor markten en kermissen Tytsjerksteradiel 2017

BESLUIT

Stuknummer: S2016-26781

Gemeente Tytsjerksteradiel

Raadsvergadering d.d.15 december 2016, agendapunt 15

De raad van de gemeente Tytsjerksteradiel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016,

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;

BESLUIT

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van standplaatsgeld voor markten en kermissen 2017

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam standplaatsgeld wordt een recht geheven:

  • 1.

    voor het ter beschikking stellen van een standplaats op de voorjaarsmarkt en najaarsmarkt te Burgum;

  • 2.

    voor het ter beschikking stellen van een standplaats op de weekmarkt te Burgum; Hurdegaryp, Gytsjerk, welke wordt gehouden op de vrijdag of zaterdag in de respectievelijke dorpen;

  • 3.

    voor het ter beschikking stellen van een standplaats voor een kermisattractie;

  • 4.

    voor het ter beschikking stellen van een standplaats op openbaarterrein;

  • 5.

    voor het gebruik maken van openbaar terrein naast een standplaats op particulier terrein.

Artikel 2 Belastingplicht

Het standplaatsgeld wordt geheven van de standplaatshouder aan wie het college van burgemeester en wethouders een standplaatsvergunning heeft verleend voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 8 van de Verordening op de warenmarkt ingeval van jaarmarkten en weekmarkten, als bedoeld in artikel 2.25 A.P.V. ingeval van kermissen en las bedoeld in artikel 5.18 APV voor het gebruik van openbaar of particulier terrein.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

  • 1. Het standplaatsgeld wordt berekend naar het aantal beschikbaar gestelde strekkende meters grond of een deel daarvan, bij meer dan meter frontlengte.

  • 2. Het standplaatsgeld wordt ingeval van artikel 1, lid 3, kermisattracties, berekend naar categorie attractie. Woonwagens of woongedeelten niet meegerekend.

Artikel 4 Tarieven

De tarieven zijn opgenomen in de tarieventabel behorende bij deze verordening.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. Het recht voor de jaarmarkt wordt geheven door middel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 2. Het recht voor de weekmarkten wordt geheven doormiddel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 3. Het recht voor de kermissen wordt geheven doormiddel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 4. Het recht voor alle overige standplaatsen wordt geheven doormiddel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 6 Betaling

  • 1. Het recht voor de jaarmarkt moet in één termijn worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de in artikel 5, lid 1 bedoelde nota op de daarin aan te geven wijze.

  • 2. Het recht voor de weekmarkt moet in twee gelijke termijnen worden betaald. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van de in artikel 5, lid 2 nota en de tweede vervalt twee maanden na de dagtekening van de nota.

  • 3. Het recht voor de kermissen moet in één termijn worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de in artikel 5, lid 3 bedoelde nota op de daarin aan te geven wijze.

  • 4. Het recht voor de overige standplaatsen moet in een termijn worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van de in artikel 5, lid 4 bedoelde nota op de daarin aan te geven wijze.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van het standplaatsgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Teruggaaf

  • 1. Indien vooraf schriftelijk kenbaar wordt gemaakt dat van een standplaats op de jaarmarkt geen gebruik wordt gemaakt, kan op aanvraag van de vergunninghouder het verschuldigde marktgeld worden gerestitueerd tot een bedrag van ten hoogste 50% van het verschuldigde bedrag.

  • 2. Indien in de loop van het kalenderjaar geen gebruik meer wordt gemaakt van een standplaats op de weekmarkten, kan schriftelijk ontheffing/teruggaaf worden gevraagd voor de volle maanden die in het kalenderjaar resteren. Een maand is een twaalfde deel van het nota bedrag.

Artikel 9 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het standplaatsgeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking doch niet voor de in lid 2 genoemde datum.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening standplaatsgeld 2017".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Tytsjerksteradiel van 15 december 2016.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
mr. S. K. Dijkstra Wilma J. Mansveld