Regeling vervallen per 01-01-2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tytsjerksteradiel 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Tytsjerksteradiel 2013

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

GEMEENTE TYTSJERKSTERADIEL2013

INLEIDING

Het gemeentelijk modelbesluit maatschappelijke ondersteuning is bedoeld om alle bedragen in op te nemen. Dit is van belang omdat bedragen tenminste één maal per jaar gewijzigd worden doordat zij trendmatig worden aangepast. Een Besluit wordt vastgesteld door burgemeester en wethouders. Opname in de verordening betekent dat de verordening jaarlijks vanwege trendmatige verhogingen door de Raad moet worden vastgesteld.

Artikel 1. Eigen bijdrage

Lid 1.

Belanghebbende is per verstrekte voorziening als genoemd in artikel 22 lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning een eigen bijdrage verschuldigd. Dit geldt ook voor vervanging van een eerder toegekende voorziening. Indien de voorziening binnen een korte periode na verstrekking moet worden vervangen in verband met een medische noodzaak, kan het college afzien van het opnieuw vaststellen van een periode voor de eigen bijdrage. De eerder vastgestelde periode blijft dan van kracht.

Lid 2.

De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Lid 3.

a. De te betalen eigen bijdrage bedraagt niet meer dan de kostprijs van de voorziening.

b. Onder de kostprijs van de voorziening verstaan we de aanschafkosten die de gemeente voor de voorziening maakt, inclusief eventuele kosten voor onderhoud en verzekering over een periode van 3 jaar, ook wel beheerkosten genoemd.

c.Voor hulpmiddelen die we in gebruik geven hanteren we als kostprijs de eenheidsprijs van de voorziening zoals deze per (sub-)productgroep in het kernassortiment van de gecontracteerde aanbieder is opgenomen vermeerderd met de daarin gehanteerde beheertarieven. Het is daarbij niet van belang of de voorziening ook daadwerkelijk uit het kernassortiment komt.1

d. Voor hulpmiddelen die we in gebruik geven die niet in de productgroepen van het kernassortiment voorkomen, hanteren we de daadwerkelijke aanschafkosten inclusief de bekeerkosten. 2

e. Voor een scootmobiel is de kostprijs gelijk aan de prijs van een scootmobiel uit het kernassortiment van de gecontracteerde aanbieder met een maximumsnelheid van per uur.

f. Voor collectief vervoer is de kostprijs gebaseerd op de aan de gemeente gefactureerde kilometerprijs van € 1,32 per kilometer, waarbij het maximaal aantal kilometers per voucher als uitgangspunt dienen voor de berekening:

Voucher

Kilometers

Kostprijs

A

0 – 500

€ 660,--

B

500 – 1000

€ 1.320,--

C

1000-1500

€ 1.980,--

ad1.Wanneer er een speciale uitvoering van een voorziening nodig is, wordt deze door Harting Bank geleverd, maar betaalt de gemeente de daadwerkelijke aanschafkosten. Dit bedrag is vaak veel hoger dan het bedrag conform het kernassortiment. We brengen de inwoner echter het lage bedrag in rekening. Voorbeeld: Inwoner X heeft een driewielfiets nodig. De reguliere driewielfietsen passen echter niet, zodat een fiets met een extra lengte moet worden besteld. De gemeente betaalt voor deze fiets € 3.000,--. X wordt echter de prijs van de standaardvoorziening uit het kernassortiment in rekening gebracht via de eigen bijdrage a  € 456,18 (onderhevig aan indexering).

ad2.Een voorbeeld is de duofiets. Deze komt in zijn geheel niet voor in het kernassortiment.

Lid 4.

De periode waarover we een eigen bijdrage in rekening brengen is

a. 13 perioden van 4 weken voor voorzieningen met een kostprijs van € 30,-- tot € 250,--

b. 26 perioden van 4 weken voor voorzieningen met een kostprijs tot € 500,--

c. 39 perioden van 4 weken voor voorzieningen met een kostprijs van € 500,-- of meer

d. De eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp en periodieke vervoersvoorzieningen is verschuldigd zolang er van de voorzieningen gebruik wordt gemaakt.

Lid 5.

Voor voorzieningen met een kostprijs tot € 30,-- brengen we geen eigen bijdrage in rekening.

Artikel 2. Tarief collectief vervoer

Het door de belanghebbende zelf te betalen tarief voor het collectief vervoer is gelijk aan het tarief voor openbaar vervoer zonder korting.

Artikel 3. Persoonsgebonden budget

Lid 1.

Overwegende bezwaren om niet tot verstrekking van een persoongebonden budget over te gaan, zoals bedoeld in artikel 20 van de Verordening zijn:

a. Het, met feiten onderbouwde, vermoeden bestaat dat belanghebbende niet in staat is het persoonsgebonden budget te beheren;

b. Belanghebbende heeft schulden en er dreigt beslaglegging op het persoonsgebonden budget;

c. De duur van de periode van het persoonsgebonden budget is dermate kort, dat verstrekking hiervan praktisch niet uitvoerbaar is;

d. Belanghebbende heeft recht op collectief vervoer. 3

ad3.Keuzevrijheid voor een persoonsgebonden budget voor vervoer dreigt ons systeem voor collectief vervoer dermate in het gedrang te brengen dat voortzetting hiervan in gevaar komt. Wij verwachten dat bij deze keuzevrijheid een substantieel deel van de belanghebbenden gebruik zal maken van het persoonsgebonden budget. Dit maakt efficiënte inzet van het collectief vervoer op termijn niet langer mogelijk

Lid 2.

De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedragen:

a. voor hulp bij het huishouden: de daadwerkelijk kosten tot maximaal € 16,00 per uur;

b. voor hulp bij het huishouden door een daartoe opgeleid persoon werkzaam voor een instelling: de daadwerkelijk kosten tot maximaal de kosten die de gemeente verschuldigd is voor huishoudelijke hulp die via de gecontracteerde aanbieders in natura wordt verstrekt.

Lid 3.

Een persoonsgebonden budget voor vervoer met (eigen) auto wordt berekend aan de hand van een kilometertarief overeenkomstig de autokosten voor een kleine midden-klasse auto zoals die door het Nibud in de Prijzengids 2012-2013 zijn vastgesteld. Afhankelijk van de situatie baseren we de meerkosten uitsluitend op de variabele kosten (bij vervoer door derden), of op de vaste en variabele kosten (bij vervoer met eigen auto).

Kosten

Kosten per kilometer

Variabele kosten

€ 0,14

Vaste en variabele kosten

€ 0,46

Lid 4.

Het persoonsgebonden budget met een periodiek karakter, waaronder het persoongebonden budget voor huishoudelijke hulp, wordt in het begin van ieder kwartaal uitbetaald ter hoogte van een kwart van het toegekende bedrag op jaarbasis.

Lid 5.

a. De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor een zaak, worden bepaald als tegenwaarde van de zaak die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt. De korting die de gemeente bij haar leveranciers heeft bedongen wordt doorberekend naar het persoonsgebonden budget. Voorwaarde daarbij is dat belanghebbende tegen dezelfde kortingsvoorwaarden bij deze leverancier kan inkopen. Het staat belanghebbende vervolgens vrij om bij een andere leverancier in te kopen. De extra kosten komen dan voor eigen rekening van belanghebbende.

b. Indien er geen sprake is van een vaste leverancier van de gemeente dient belanghebbende voor de vaststelling van de tegenwaarde minimaal twee offertes te overleggen, waarbij de goedkoopst compenserende voorziening als uitgangspunt dient voor de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget. De gemeente doet, naast de ingediende offertes, eigen onderzoek naar de goedkoopst compenserende voorziening.

c. Voor een woonvoorziening gelden op onderdelen andere regels. Deze zijn vastgelegd in het Protocol woningaanpassing 2013.

Artikel 4. Primaat verhuizing

Het bedrag waarboven het primaat van de verhuizing wordt gehanteerd bedraagt € 15.000,--.