Regeling briefadres Tytsjerksteradiel 2014

Geldend van 10-11-2014 t/m heden

Intitulé

Regeling briefadres Tytsjerksteradiel 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel,

gelet op de artikelen 1.1, 2.23, 2.38, 2.39, 2.40, 2.41, 2.42, 2.45, 2.47 en 2.52 van de Wetbasisregistratie persoonsgegevens, artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen, deArtikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen, artikel 4:84 van deAlgemene wet bestuursrecht en op de circulaire briefadres (BPR2013/0000746309) van deMinister van BZK van 6 december 2013;

Overwegende dat het noodzakelijk is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking totde aangifte van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan;

Besluit vast te stellen:

Regeling briefadres gemeente Tytsjerksteradiel 2014.

Artikel 1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aangever: degene die aangifte doet van het houden van een briefadres

  • b.

    briefadres: adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen en waar, indien daartoe grond bestaat, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken (artikel 1.1 onder p. wet BRP);

  • c.

    briefadresgever: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42, die een briefadres ter beschikking stelt;

  • d.

    briefadreshouder: de ingezetene in de basisadministratie die een briefadres houdt

  • e.

    gezinshuishouden:

  • 1.

    twee personen die volgens de basisregistratie personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

  • 2.

    twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

  • 3.

     een alleenstaande ouder met kind(eren).

f. wet: Wet basisregistratie personen.

Artikel 2 Redenen briefadres

1. het ontbreken van een woonadres vanwege:

a. dak- of thuisloosheid;

b. korte overbrugging tussen twee woonadressen;

c. de uitoefening van een ambulant beroep;

d. kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derden van de tijd

e. korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en varend op een schip dat de

thuishaven in Nederland heeft;

2. verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

3. verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40 van de Wet BRP.

4. wanneer naar het oordeel van de burgemeester het opnemen van een woonadres om veiligheidsredenen niet wenselijk is (artikel 2.41 Wet BRP)

Artikel 3 voorwaarden

  • 1.

    De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

  • 2.

    De aangever is verplicht om bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken over te leggen.

  • 3.

    Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

a. een geldig identiteitsbewijs;

b. de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

c. een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever;

d. een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier briefadres;

  • 4.

    De briefadresgever die als ingezetene in de BRP ingeschreven staat, kan maximaal aan twee gezinshuishoudens of twee alleenstaanden toestemming geven een briefadres te houden.

Artikel 4 Onvolledige aangifte

  • 1.

    De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid, zijn ingeleverd.

  • 2.

    Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3.

    Indien de aangifte niet binnen de gestelde termijn aangevuld wordt, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • 1.

    de aangever een woonadres heeft, of;

  • 2.

    de aangever, niet varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft, en langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft, of;

  • 3.

    de aangever varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft, of;

  • 4.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever, of;

  • 5.

    het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens een briefadres is verleend, of;

  • 6.

    het briefadres geen bestaand adres betreft, of;

  • 7.

    het briefadres een postbus is.

Artikel 6 Termijn briefadres

  • 1.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub b mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal drie maanden.

  • 2.

    In de situatie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub d en e mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal de periode dat aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 3.

    Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid geen woonadres heeft gekozen, kan deze een verzoek indienen om het briefadres te verlengen.

  • 4.

    In de situatie als bedoeld in het vorige lid, kan de termijn voor een briefadres eenmalig verlengd worden, tenzij daardoor een overschrijding plaatsvindt van de termijnen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder d en e, van deze Regeling. In geval van een verlenging vanwege een situatie als bedoeld in het eerste lid, bedraagt de termijn van verlenging ten hoogste drie maanden.

  • 5.

    De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 en 5.

  • 6.

    Indien de termijn als bedoeld in het eerste lid is verstreken en door de aangever niet een verzoek als bedoeld in het derde lid is gedaan, wordt deze met toepassing van artikel 2.45, eerste lid, van de Wet opgeroepen om inlichtingen te verschaffen.

  • 7.

    Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het vijfde lid, is diegene waarop het briefadres betrekking heeft, gehouden om binnen vijf dagen na de wijziging van zijn adres hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde indeze regeling zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan wordenafgeweken van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmakingervan.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling briefadres gemeente Tytsjerksteradiel 2014.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 13 oktober 2014