Subsidieverordening Natuur- en Milieueducatie.

1. Voor elk begrotingsjaar is voor het subsidiëren van de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2, een structureel bedrag beschikbaar dat wordt vastgelegd in de Nota Duurzaamheid.

2. Wanneer voor enig begrotingsjaar het totale bedrag van de aanvragen het bedrag, als bedoeld in lid 1 van dit artikel overschrijdt, wordt dit bedrag op onderstaande wijze verdeeld. De verdeling van het beschikbare bedrag onder de subsidieaanvragers geschiedt op basis van een inhoudelijke beoordeling van de bijdrage, die de activiteit waarvoor de subsidie is aangevraagd levert aan de doelstellingen van het gemeentelijk milieubeleid, in vergelijking tot andere activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

1. Subsidieaanvragen voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, moeten in overeenstemming met de data genoemd in de Algemene Subsidieverordening, worden aangevraagd en in het bezit zijn van burgemeester en wethouders.

2. Aanvragen worden in beginsel in volgorde van binnenkomst behandeld maar burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van het afwegingsproces aanvragen aanhouden tot genoemde data in de Algemene Subsidieverordening.

3. Burgemeester en wethouders kunnen indien het beschikbare budget reeds is uitgeput, aanvragen, ontvangen na genoemde data in de Algemene Subsidieverordening, afwijzen of in overleg met de aanvrager de aanvraag betrekken bij de verdeling van het subsidiebudget voor het jaar dát volgt op het volgende kalenderjaar.

1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening Natuur- en Milieueducatie."

2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze subsidieverordening wordt de subsidieverordening Natuur- en milieueducatie 1999 ingetrokken.