Regeling vervallen per 01-06-2015

Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten personeelsaangelegenheden gemeente Tytsjerksteradiel

Geldend van 01-10-2004 t/m 31-05-2015

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten personeelsaangelegenheden gemeente Tytsjerksteradiel

De raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel;

  • -

    ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft;

  • -

    gezien het voorstel van het college d.d. 20 juli 2004

  • -

    gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, de Ambtenarenwet en de Gemeentewet;

    b e s l u i t e n:

vast te stellen de "Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften en klachten personeelsaangelegenheden".

HOOFDSTUK 1 begripsbepalingen

artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen of het bestuursorgaan over wiens gedragingen een klacht is ingediend;

  • b.

    verweerder: de ambtenaar over wiens gedragingen een klacht is ingediend;

  • c.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften en klachten personeelsaangelegenheden;

  • d.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 2 behandeling van de bezwaar- en klaagschriften

Paragraaf 1: de commissie

Artikel 2 inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 1:5 van de Wet inzake personeelsaangelegenheden en

  • 2. die is belast met het onderzoek naar en de advisering over klachten als bedoeld in hoofdstuk 9 van de wet, die betrekking hebben op een gedraging van een bestuursorgaan jegens een ambtenaar of op een gedraging van een ambtenaar jegens een andere ambtenaar.

  • 3. De commissie personeelsaangelegenheden start pas een onderzoek omtrent een klacht zoals in lid 2 van dit artikel bedoeld, wanneer er een gespreksverslag beschikbaar is over het onderwerp waarop de klacht betrekking heeft, van de klager met zijn of haar direct leidinggevende of een derde (hogere leidinggevende of een door beide partijen aangewezen persoon).

  • 4. Degene die een bezwaar- of klaagschrift heeft ingediend kan zich ter behartiging van zijn belangen laten bijstaan of door een gemachtigde laten vertegenwoordigen.

  • 5. De vergaderingen van de bezwarencommissie zijn niet openbaar. De leden zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen uit de stukken of de beraadslagingen bekend is geworden.

  • 6. De bezwarencommissie hoort niet alleen de indiener van het bezwaarschrift en het bestuursorgaan, maar ook indien zij zulks wenselijk acht en/of op verzoek van:

    • ·

      de andere ambtena(a)r(en) die de functie uitvoert/uitvoeren c.q. moet/ moeten uitvoeren;

    • ·

      de direct leidinggevende;

    • ·

      de sectordirecteur/ het afdelingshoofd;

    • ·

      het hoofd van dienst;

    • ·

      één of meer informanten.

Artikel 3 samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit drie leden.

  • 2. De in lid 1 bedoeld commissie is als volgt samengesteld

    • a.

      één lid aan te wijzen door de werknemersdelegatie uit het Georganiseerd Overleg

    • b.

      één lid aan te wijzen door het college van burgemeester en wethouders

    • c.

      een neutrale voorzitter aan te wijzen door de leden genoemd in lid a en b.

  • 3. Bij tijdelijke of permanente vacatures in de commissie zal ter voorziening hierin als volgt worden gehandeld:

    • a.

      door de werknemersdelegatie uit het Georganiseerd Overleg wordt een nieuw of plaatsvervangend lid als bedoeld in lid 2, sub a, aangewezen

    • b.

      door het college van burgemeester en wethouders wordt een nieuw of plaatsvervangend lid als bedoeld in lid 2, sub b aangewezen.

    • c.

      de commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4. Personen die deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan van deze gemeente zijn niet benoembaar tot lid of plaatsvervangend lid van de commissie.

Artikel 4 secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de

    gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2: procedure

Artikel 6 ingediend bezwaar- of klaagschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaar- of klaagschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaar- of klaagschrift, met de daarbij overlegde stukken, worden zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 of 9:6 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar- of klaagschrift zal adviseren.

Artikel 7 overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • -

    2:1, tweede lid (verlangen van een schriftelijke machtiging van een gemachtigde);

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld (niet-ontvankelijk verklaren);

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie (verzending stukken aan gemachtigde);

  • -

    7:4, tweede lid (ter inzage legging);

  • -

    7:6, vierde lid (niet op de hoogte stellen van belanghebbende over het verhandelde bij afzonderlijk horen);

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8 vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of klaagschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting ex artikel 10 te verschijnen.

    Indien daaraan kosten zijn verbonden, vindt vooraf overleg plaats met burgemeester en wethouders.

Artikel 9 hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin:

    • ·

      (bij een bezwaarschrift) de belanghebbende, diens direct leidinggevende en het verwerend orgaan

    • ·

      (bij een klaagschrift) de belanghebbende en de verweerder

      in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 (niet horen bij kennelijke niet-ontvankelijkheid) van de wet of artikel 9:10 lid 2 (niet horen bij kennelijke ongegrondheid van een klacht) .

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbende,

    • b.

      het verwerend orgaan of

    • c.

      de verweerder.

Artikel 10 uitnodiging hoorzitting

  • 1. De voorzitter deelt

    • ·

      (bij een bezwaarschrift) de belanghebbende, diens direct leidinggevende en het verwerend orgaan en

    • ·

      (bij een klaagschrift) de belanghebbende en de verweerder

    ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden, het verwerend orgaan of de verweerder, onder opgaaf van redenen, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting bekend gemaakt aan de belanghebbende, het verwerend orgaan of de verweerder.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat alle leden, c.q. plaatsvervangend leden, aanwezig zijn.

Artikel 12 schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7, 7:21 en 9:10 lid 3 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Het verslag verwijst naar de eventueel op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

Artikel 13 nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan, de verweerder en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan, de verweerder en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie, aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14 raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken, dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of klaagschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 15, uitbrengen advies

Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar- of klaagschrift dient te beslissen.

HOOFDSTUK 3: Slotbepalingen en citeertitel

Artikel 16 inwerkingtreding en overgangsbepaling

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2004.

Artikel 17 citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten personeelsaangelegenheden gemeente Tytsjerksteradiel".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de Raad in de openbare vergadering van 23 september 2004.
Aldus vastgesteld door B&W
,voorzitter.
,griffier
, voorzitter
, secretaris

Toelichting

Algemene wet bestuursrecht.

De algemene bepalingen met betrekking tot de bezwaarschriftenprocedure staan in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Hierin is onder andere geregeld op welke wijze bezwaar of beroep aanhangig moet worden gemaakt (art. 6:4 Awb), de minimumeisen waaraan een bezwaarschrift moet voldoen (art. 6:5 Awb) en de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift (art. 6:7 Awb).

Bestuursorganen kunnen niet van deze bepalingen afwijken omdat het dwingend recht is.

De algemene bepalingen met betrekking tot de klachtenprocedure staan in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

Hierin is onder andere geregeld op welke wijze een klacht kan worden ingediend (art. 9:4), de minimumeisen waaraan een klaagschrift moet voldoen (ook art. 9:4) en de termijn voor het indienen van een klaagschrift (art. 9:8).

Bestuursorganen kunnen niet van deze bepalingen afwijken omdat het dwingend recht is.

Indieningstermijn

De termijn voor de indiening van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. Bij de bekendmaking van een besluit waartegen bezwaar mogelijk is dient vermeld te worden door wie, binnen welke termijn en bij welk orgaan bezwaar kan worden gemaakt. (art. 3:45 Awb).

De termijn voor de indiening van een klaagschrift is een jaar nadat de betreffende gedraging (van een ambtenaar tegenover een andere ambtenaar) heeft plaatsgevonden.

Adviescommissie

De adviescommissie die is ingesteld bij deze verordening , voorheen de bezwarencommissie functiewaardering, is een commissie als bedoeld in artikel 7:13 Awb.

Het belangrijkste vereiste is dat de voorzitter onafhankelijk is. Deze adviescommissie bereidt de beslissing op een bezwaar- of klaagschrift voor door dat zij de belanghebbenden hoort en advies aan het bestuursorgaan uitbrengt.

De beslissing op het bezwaar- of klaagschrift blijft aan het bestuursorgaan voorbehouden. Indien de beslissing op het bezwaar- of klaagschrift afwijkt van het advies van de commissie, moet in de beslissing de reden voor die afwijking vermeld worden.

Doordat een dergelijke adviescommissie is ingesteld is de beslistermijn voor het bestuursorgaan verlengd van

  • §

    van tien tot (met verdaging) veertien weken (bezwaarschrift) en

  • §

    zes tot (met verdaging) tien weken (klaagschrift).