Verordening op de warenmarkten

Geldend van 04-02-2003 t/m heden

Intitulé

Verordening op de warenmarkten

De raad van de gemeente Tytsjerksteradiel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. december 2002;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende "Verordening op de warenmarkten".

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 - Toepassing en begripsbepalingen

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de ingestelde week- en jaarmarkten in Tytsjerksteradiel.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      markt: de warenmarkt welke op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

    • b.

      marktterrein: de gehele oppervlakte openbare grond of voor het publiek toegankelijke grond, welke als marktlokatie is aangewezen, dan wel het gedeelte van deze lokatie waarop door burgemeester en wethouders feitelijk standplaatsen zijn toegewezen;

    • c.

      standplaats: een door burgemeester en wethouders aan te wijzen ruimte op de markt voor het uitoefenen van de markthandel;

    • d.

      dagplaats: een standplaats die slechts voor één marktdag beschikbaar wordt gesteld;

    • e.

      vergunninghouder of standplaatshouder: degene aan wie door burgemeester en wethouders voor een bepaalde periode vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats op een markt;

    • f.

      standwerkersplaats: een dagplaats, bestemd voor het uitoefenen van de markthandel op een wijze als bij standwerken gebruikelijk is;

    • g.

      branche: artikelengroep.

    • h.

      marktmeester: de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

Artikel 2 - Marktinrichting

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de markt bepalen:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmeting van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerken;

    • e.

      welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

    • f.

      welke gedeelten van het marktterrein eventueel bestemd zijn worden voor het plaatsen van verkoopwagens.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een lijst vaststellen van op de markt toe te laten dan wel niet toe te laten artikelengroepen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de weekmarkten per branche een maximaal aantal te vergunnen standplaatsen vaststellen.

Artikel 3 - Tijdelijk andere plaats of dag

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, of, bij het samenvallen van een marktdag met een dag als bedoeld in artikel 2, eerste lid, sub b. van de Winkeltijdenwet, een andere marktdag vaststellen.

  • 2. Een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt ten minste drie weken voorafgaand aan de wijziging aan de vergunninghouders bekend gemaakt.

HOOFDSTUK II - AANVRAGEN EN BESLUITVORMING B&W

Artikel 4 - Vergunning B&W t.a.v. de weekmarkt.

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een standplaats in te nemen of te hebben op een weekmarkt teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, dan wel anderszins op de markt goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek.

  • 2. Aan een vergunning kunnen burgemeester en wethouders voorschriften verbinden.

  • 3. Een vergunning wordt verleend voor een bepaalde periode, doch maximaal één kalenderjaar.

  • 4. Als de standplaats in de betreffende branche in het volgende kalenderjaar blijft gehandhaafd, bieden burgemeester en wethouders deze eerst aan de bestaande vergunninghouder aan, tenzij dringende redenen zich daartegen verzetten.

Artikel 4a - Vergunning B&W t.a.v. jaarmarkt

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een standplaats in te nemen of te hebben op een jaarmarkt teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, dan wel anderszins op de markt goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek.

  • 2. Aan een vergunning kunnen burgemeester en wethouders voorschriften verbinden.

  • 3. Een vergunning wordt verleend voor één marktdag.

Artikel 5 - Aanvraag vergunning standplaats

  • 1. Een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 4, lid 1 en artikel 4a, lid 1, dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:

    • -

      naam, voornamen, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats en telefoonnummer van de aanvrager;

    • -

      de markt waar de aanvrager een standplaats wenst in te nemen;

    • -

      de artikelen(groep) waarmee de aanvrager een standplaats wenst in te nemen;

    • -

      aard en afmetingen van de verkoopinrichting.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen welke gegevens en/of bescheiden de aanvrager overigens dient te verschaffen.

Artikel 6 - Beslissing burgemeester en wethouders t.a.v. weekmarkt

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen, met inachtneming van het bepaalde in dit hoofdstuk, binnen vier weken op de aanvraag.

  • 2. Een beslissing kan slechts inhouden:

    • -

      verlening van een vergunning tot het gedurende een bepaalde periode innemen van een standplaats in een nader omschreven branche op een weekmarkt;

    • -

      plaatsing op de wachtlijst voor de aangevraagde branche voor de betreffende weekmarkt;

    • -

      weigering van de vergunning.

  • 3. Een vergunning wordt in ieder geval geweigerd als de aanvrager niet voldoet aan de eisen als gesteld in artikel 7, tenzij burgemeester en wethouders ontheffing hebben verleend als bedoeld in artikel 7, lid 2.

Artikel 7 - Vereisten aanvrager

  • 1. Om voor een standplaats op een markt danwel plaatsing op de wachtlijst voor een weekmarkt in aanmerking te komen is vereist dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont:

    • a.

      dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, dan wel dat hij als bedrijfsleider van een rechtspersoon die heeft voldaan aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel;

    • b.

      dat hij van het uitoefenen van handel zijn hoofdberoep maakt;

    • c.

      dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade.

      Betrokkene dient burgemeester en wethouders het bewijs over te leggen dat de door hem ter zake verschuldigde premie is voldaan;

    • d.

      Degenen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, kunnen alleen dan voor een vaste plaats op een weekmarkt in aanmerking komen, indien zij zich tenminste drie maanden voor het bereiken van genoemde leeftijd als gegadigde hebben doen inschrijven.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1, onder b. en c., in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

  • 3. Een aanvrager wordt geacht aan het in lid 1, onder c., genoemde te hebben voldaan, indien hij een geldig bewijs van lidmaatschap overlegt van een organisatie die voor haar leden een collectieve verzekering als bedoeld in lid 1, sub c., heeft afgesloten.

Artikel 8 - Vergunning standplaats

  • 1. Aan een aanvrager die voldoet aan de in artikel 7 gestelde eisen wordt vergunning verleend tot het innemen van een standplaats op een markt, tenzij in geval van een weekmarkt reeds het vastgestelde maximale aantal te vergunnen standplaatsen in dezelfde of nagenoeg dezelfde branche is vergund;

  • 2. In de vergunning worden ten minste vermeld:

    • a.

      naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, adres en woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een aanduiding van de op de markt toegewezen plaats, onder bijvoeging van een situatietekening;

    • c.

      de artikelen of groep van artikelen, welke door de vergunninghouder mogen worden verkocht;

    • d.

      de geldigheidsduur van de vergunning.

  • 3. In het geval als bedoeld in lid 1, tweede volzin, wordt de aanvrager geplaatst op de wachtlijst voor de aangevraagde branche voor de betreffende markt.

Artikel 9 - Wachtlijst weekmarkt

  • 1. Een aanvrager die voldoet aan de in artikel 7 gestelde eisen, doch aan wie geen vergunning kan worden verleend omdat het vastgestelde maximale aantal standplaatsen in dezelfde of nagenoeg dezelfde branche reeds is vergund, wordt geplaatst op de wachtlijst voor de betreffende branche voor die weekmarkt.

  • 2. Plaatsing op een wachtlijst vindt plaats in volgorde van datum van ontvangst van aanvragen. Voor aanvragen die niet volledig zijn ingediend, geldt hiertoe als datum de dag waarop de laatste benodigde gegevens en/of bescheiden zijn verkregen.

  • 3. Bij het beschikbaar komen van een standplaats in een branche waarvoor een wachtlijst bestaat, zijn burgemeester en wethouders gehouden de standplaats aan te bieden aan de eerste geplaatste op de wachtlijst. Als de eerstgeplaatste op de wachtlijst kenbaar maakt de standplaats te zullen innemen, verlenen burgemeester en wethouders hem vergunning tot het innemen van een standplaats op de markt overeenkomstig het bepaalde in artikel 8.

  • 4. Ingeval de eerstgeplaatste kenbaar maakt de standplaats niet te zullen innemen, wordt de aanvraag als ingetrokken beschouwd en wordt de standplaats aangeboden aan de alsdan eerstgeplaatste op de wachtlijst voor de betreffende branche.

  • 5. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor een jaarlijkse opschoning van de wachtlijsten op een nader door hen vast te stellen wijze.

Artikel 9a inschrijving jaarmarkt

  • 1. Degene die voor een standplaats op de jaarmarkt in aanmerking wil komen, dient burgemeester en wethouders schriftelijk te verzoeken hem in te schrijven op een daartoe aan-

    gelegde lijst. Bij inschrijving op deze lijst worden naast de datum van inschrijving, de artikel en of groepen van artikelen vermeld als bedoeld in artikel 2, lid 2.

  • 2. Voor aanvragen die niet volledig zijn ingediend, geldt hiertoe als datum de dag waarop de laatste benodigde gegevens en/of bescheiden zijn verkregen.

  • 3. Om voor inschrijving op de in het eerste lid bedoelde lijst in aanmerking te komen, dient men een handelingsbekwaam natuurlijk persoon te zijn en aangetoond te hebben dat men voldoet aan de in artikel 7 gestelde eisen.

  • 4. De dag na afloop van de jaarmarkt komt de aangelegde lijst van degenen die voor een standplaats in aanmerking willen komen, te vervallen.

  • 5. Bij de toewijzing van standplaatsen op de jaarmarkt, waartoe tenminste eenmaal per jaar wordt overgegaan, komen daarvoor in aanmerking degenen die zich op de in het eerste lid bedoelde lijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van hun inschrijving op deze lijst.

Artikel 10 - Kinderen van standplaatshouders

In afwijking van het bepaalde in artikel 9, lid 3, wordt een beschikbaar gekomen standplaats aangeboden aan een wettig kind van een standplaatshouder, dat bij voortduring zijn ouder op diens standplaats bijstaat, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de vergunning van de ouder tot het innemen van de standplaats is niet door burgemeester en wethouders ingetrokken op grond van het bepaalde in artikel 11, lid 1, sub d of in artikel 36;

  • b.

    het kind heeft zijn ouder aantoonbaar gedurende ten minste drie jaar op diens standplaats bijgestaan;

  • c.

    het kind staat gedurende ten minste drie jaren ingeschreven op de wachtlijst als bedoeld in artikel 9, lid 1.

Artikel 10a Regels Standwerkers

  • 1. Het is uitsluitend op daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op te treden.

  • 2. Onder standwerker wordt verstaan de marktkoopman die publiek om zich verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem te verkopen artikel en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen.

  • 3. De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders per marktdag af te geven vergunningen. Genoemde afgifte geschiedt bij loting ter bepaling van de volgorde waarin gegadigden een plaats kiezen, zulks met inachtneming van de wijze van werken.

  • 4. Tot de loting voor een vergunning voor een standwerkersplaats kunnen slechts worden toegelaten marktkooplieden die handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan de in artikel 7 gestelde eisen, onverminderd het bepaalde in artikel 7, lid 2 en 3, met dien verstande, dat allereerst tot de loting worden toegelaten:

    • a.

      door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-ambacht als standwerker geregistreerde personen, van wie is gebleken dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden;

      dat eerst nadien tot de loting worden toegelaten:

    • b.

      andere marktkooplieden die door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerd zijn en ten aanzien van wie niet gebleken is dat zij op een standwerkersplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker.

  • 5. Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden. De betrokkenen dienen zulks vóór de loting aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.

  • 6. Indien de omstandigheden op de markt daartoe aanleiding geven, kunnen burgemeester en wethouders beperkingen stellen aan het aantal af te geven vergunningen voor standwerkersplaatsen per artikelengroep.

  • 7. Een standwerker mag de aan hem toegewezen plaats niet tezamen met een ander benutten, waaronder mede wordt verstaan dat hij zich niet door een ander mag doen aflossen. Het bovenstaande geldt niet voor degenen bedoeld in het vijfde lid van dit artikel.

  • 8. Een standwerker die heeft deelgenomen aan de loting als bedoeld in lid 4, wordt op de dag dat hij heeft deelgenomen aan de loting, niet ingeschreven op de lijst als bedoeld in artikel 9a lid 1; hij kan op deze dag dan ook geen andere plaats bezetten dan een standwerkersplaats.

Artikel 11 - Intrekking vergunning

  • 1. De vergunning wordt ingetrokken:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder;

    • c.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen, gesteld in artikel 7, lid 1, onverminderd het bepaalde in artikel 7, lid 2 en 3;

    • d.

      indien de vergunninghouder niet tenminste éénmaal per twee weken en tenminste negen maal per kwartaal zijn plaats op de weekmarkt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 22, 23 en 24;

  • 2. Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning overgeschreven op de overblijvende echtgenoot of daarmee gelijkgestelde, indien een daartoe strekkend schriftelijk verzoek binnen één maand na het overlijden bij burgemeester en wethouders wordt ingediend en indien deze voldoet aan de in artikel 7 gestelde eisen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 12 - Dagplaatsen

Indien een vergunninghouder, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, aan burgemeester en wethouders kenbaar heeft gemaakt dat hij op een bepaalde marktdag zijn standplaats niet kan innemen of kan laten innemen, kunnen burgemeester en wethouders de standplaats, die alsdan als dagplaats wordt aangemerkt, toewijzen aan een gegadigde die voldoet aan de in artikel 7 gestelde eisen. De dagplaats betreffende een weekmarkt kan slechts worden toegewezen ten behoeve van een branche waarin op die marktdag geen vergunninghouder aanwezig is.

HOOFDSTUK III - VERPLICHTINGEN VERGUNNINGHOUDER EN OVERIGE MAATREGELEN VAN ORDE

Artikel 13 - Persoonlijk innemen standplaatsen

  • 1. Een standplaats dient door de vergunninghouder persoonlijk te worden ingenomen. Hij mag de standplaats derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 14 - Regeling bij ziekte

  • 1. Een vergunninghouder die wegens ziekte verhinderd is zijn standplaats in te nemen, dient burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

  • 2. Deze schriftelijke mededeling dient tijdig vóór de betreffende marktdag te worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moet de mededeling mondeling of telefonisch worden gedaan, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding.

  • 3. Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte, dient ten bewijze van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overgelegd.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het overleggen van deze verklaring ontheffing verlenen.

Artikel 15 - Regeling bij vakantie

  • 1. Een vergunninghouder die wegens vakantie een markt niet kan bezoeken, dient daarvan tijdig en onder opgave van de duur van de vakantie, met inachtneming van het in lid 2 bepaalde, schriftelijk mededeling te doen aan burgemeester en wethouders.

  • 2. De in artikel 11, eerste lid, onder d, vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen standplaats teneinde de vergunning voor de standplaats te behouden blijft per kalenderjaar ten hoogste vier marktdagen buiten werking, indien de vergunninghouder, na te hebben voldaan aan het bepaalde in lid 1, wegens vakantie afwezig is.

Artikel 16 - Vervanging

  • 1. In bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om de standplaats persoonlijk in te nemen. De vergunninghouder dient aan te geven welke natuurlijke persoon, die voldoet aan de in artikel 7 gestelde eisen, tijdens de duur van de ontheffing de standplaats zal innemen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de ontheffing weigeren als naar hun mening niet in afdoende mate in vervanging kan worden voorzien.

Artikel 17 - Bezetten standplaats

  • 1. De vergunninghouder dient de hem toegewezen standplaats ten minste een kwartier, doch ten hoogste één uur voor het aanvangstijdstip van de markt bezet te hebben.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 18 - Aan- en afvoer van goederen

  • 2. Het is verboden vroeger dan één uur voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren.

  • 2. De aanvoer moet zijn beëindigd op het aanvangstijdstip van de markt, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

  • 3. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk een half uur na de sluitingstijd van de markt.

Artikel 19 - Parkeren marktvoertuigen buiten marktterrein

Het is verboden rij- en voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd en van waaruit geen directe verkoopactiviteiten plaatsvinden, op het marktterrein te parkeren.

Artikel 20 - Elektriciteit

  • 1. Een standplaatshouder dient voor een aansluiting op het lichtnet gebruik te maken van een door B&W aangewezen stroomkast.

  • 2. Het is verboden voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting.

Artikel 21 - Verboden

Het is de standplaatshouder verboden:

  • a.

    zich, behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders, langer dan tien minuten van zijn uitstalling te verwijderen; gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten;

  • b.

    op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren;

  • c.

    meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen;

  • d.

    de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen;

  • e.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren;

  • f.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor vergunning is verleend;

  • g.

    op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen;

  • h.

    een andere standplaats in te nemen dan de plaats waarvoor de vergunning is afgegeven;

  • i.

    zich behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren.

Artikel 22 - Verzorging standplaats

  • 1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders;

  • 2. Een kraam dient aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond te worden afgeschermd.

  • 3. Tijdens de markt dient de vergunninghouder zijn afval, verpakkingsmaterialen e.d. zelf in te zamelen.

  • 4. De vergunninghouder dient zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren en het afval zelf mee te nemen.

Artikel 23 - Geluid

  • 1. Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2. Het op de standplaats aanwezig hebben van radiotoestellen, grammofoons, bandrecorders en dergelijke toestellen, anders dan ten verkoop, is niet toegestaan.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen, onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 24 - Koken; bakken; verwarmen

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak-en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 25 - Afvalbakken

Vergunninghouders wier vergunning ertoe strekt op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun marktkraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen.

Artikel 26 - Naamsaanduiding op standplaats

Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren ten verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegenheid een bord te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven.

Artikel 27 - Duidelijke prijsaanduidingen

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen, dient, indien de ten verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding te kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.

Artikel 28 - Hygiëne

De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend tot de verkoop van eet- en drinkwaren, is, onverminderd het bepaalde in de warenwetgeving, verplicht zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

Artikel 29 - Meet- en weegwerktuigen

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement, is de vergunninghouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2. Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 30 - Fietsen op het marktterrein

Het is verboden op het marktterrein fietsen, anders dan aan de hand, mee te voeren.

Artikel 31 - Voertuigen op het marktterrein

Behoudens ten behoeve van de aan- en afvoer van goederen door vergunninghouders binnen de daartoe aangewezen tijden, is het een ieder verboden zich op marktdagen met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben.

Artikel 32 - Venten op het marktterrein

  • 1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan door burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

Artikel 33 - Verboden goederen

  • 1. Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, indien hen dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Artikel 33a - Legitimatieplicht

Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvrage aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.

HOOFDSTUK IV - STRAF- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 34 - Nadere regels te stellen door B&W

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regelen te stellen betreffende het in deze verordening bepaalde.

Artikel 35 - Ogenblikkelijke verwijdering

Degene die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, één en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 36 en 37, door burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 36 - Intrekken vergunning en schorsing

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning tot het innemen van een standplaats op een markt intrekken indien:

  • a.

    de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt;

  • b.

    van de vergunning gebruik wordt gemaakt tot een ander doel dan waarvoor zij is verleend;

  • c.

    de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag.

Artikel 37 - Geldboete en hechtenis

Overtreding van het bepaalde in de artikelen 4, 4a, 18, 19, 21,23, 24, 30, 31, 32 en 33 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste 2 maanden.

Artikel 38 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de warenmarkten".

Artikel 39 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan en is op iedere ingestelde markt binnen de gemeente afzonderlijk van toepassing.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2002.

De raad voornoemd,

De wnd. secretaris
De voorzitter