Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden UW Samenwerking 2017

Geldend van 14-09-2017 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2017

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden UW Samenwerking 2017

Het Dagelijks Bestuur van UW Samenwerking,

overwegende dat het gewenst is om in het kader van UW Samenwerking een commissie voor de behandeling van bezwaarschriften inzake personele aangelegenheden te hebben;

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, artikel 96 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen: de "Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden UW Samenwerking 2017".

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Algemeen Bestuur : Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling UW Samenwerking;

Commissie : vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

Dagelijks Bestuur : Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling UW Samenwerking;

Verwerend orgaan : bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

Wet : de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van het Algemeen en Dagelijks Bestuur op het gebied van personele aangelegenheden, met uitzondering van besluiten die betrekking hebben op functiewaardering en -inpassing.

  • 2. De commissie is slechts bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten die betrekking hebben op personele aangelegenheden, met uitzondering van besluiten die betrekking hebben op functiewaardering en –inpassing.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, welke ieder afzonderlijk een verregaande expertise hebben op het gebied van personele aangelegenheden. De expertise van de voorzitter en afzonderlijke leden draagt bij aan een zo breed en evenwichtig mogelijke vertegenwoordiging van werknemers- en werkgeversbelangen.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het Dagelijks Bestuur benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan een aantal plaatsvervangende leden benoemen.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5. De voorzitter en de leden kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het Algemeen of Dagelijks Bestuur.

  • 6. De voorzitter en de leden maken openbaar welke andere functies dan het lidmaatschap van de commissie zij vervullen.

  • 7. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging van een opgave van de in het voorgaande lid bedoelde functies in het KlantContactCentrum van zowel het Stadskantoor IJsselstein als het Stadskantoor Montfoort.

  • 8. Omtrent het tijdens een zitting en de beraadslaging behandelde en omtrent de inhoud van de daarop betrekking hebbende stukken zijn de voorzitter en de leden verplicht tot geheimhouding.

Artikel 4. Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door het Dagelijks Bestuur aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan een plaatsvervanger van de secretaris aanwijzen.

  • 3. De secretaris is in de uitoefening van zijn functie uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

Artikel 5. Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk twee keer herbenoemd te worden.

  • 2. De voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het Dagelijks Bestuur.

  • 3. De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6. Hoogte vergoedingen

  • 1. De voorzitter en de leden ontvangen voor:

    • a.

      het bijwonen van de vergadering een vergoeding per vergadering c.q. dagdeel;

    • b.

      het voorbereiden en uitbrengen van een advies op een bezwaar waarvoor, met instemming van de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan, wordt afgezien van een hoorzitting, een vergoeding;

    gebaseerd op het vergoedingsbedrag voor commissieleden, categorie tussen de 20.001 - 50.000 inwoners, zoals opgenomen in tabel IV behorend bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. De vergoeding als bedoeld in het eerste lid onder a. wordt voor de voorzitter vermenigvuldigd met de factor 2,5 en voor de leden met de factor 2.

    De vergoeding als bedoeld in het eerste lid onder b. wordt voor de voorzitter vermenigvuldigd met de factor 1,5 en voor de leden met de factor 1.

  • 3. De in het eerste en tweede lid bedoelde vergoedingen worden jaarlijks aangepast aan de hand van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties te bepalen indexcijfer.

  • 4. De voorzitter en de leden ontvangen tevens een vergoeding voor de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten op basis van de gebruikelijke route. Vergoeding vindt plaats op basis van de vergoeding voor dienstreizen zoals vastgelegd in het Reisbesluit Binnenland en de daarbij behorende bedragen uit de Reisregeling Binnenland.

  • 5. De voorzitter en de leden zorgen ervoor hun declaraties binnen één maand na het tijdstip waarop de kosten betrekking hebben worden ingediend bij het Dagelijks Bestuur.

Artikel 7. Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat de commissie over het ingediende bezwaarschrift zal adviseren.

Artikel 8. Bemiddeling

De commissie kan onderzoeken of laten onderzoeken of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 9. Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, lid 2 (het verzoeken om een schriftelijke machtiging);

  • b.

    artikel 6:6 (het stellen van een termijn voor herstel van verzuim);

  • c.

    artikel 6:17 (de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie);

  • d.

    artikel 7:3 (het afzien van het horen van belanghebbende);

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid (het om gewichtige redenen geheim houden wat tijdens het afzonderlijk horen verhandeld is).

Artikel 10. Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. 2. De voorzitter kan uit eigen beweging, of op verlangen van de leden, bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf schriftelijke goedkeuring van het Dagelijks Bestuur nodig.

Artikel 11. Hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. Indien de voorzitter op grond van artikel 7:3 van de wet besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbende en het verwerend orgaan.

  • 3. De voorzitter ziet erop toe dat tijdig al hetgeen op basis van het bepaalde in artikel 7:4 van de wet aan de commissie kenbaar is gemaakt, bekend is bij alle betrokken partijen.

Artikel 12. Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbende en het verwerend orgaan uiterlijk twee weken voor de zitting schriftelijk uit en vermeldt daarbij datum, tijd en plaats van de hoorzitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbende(n) of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 13. Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 14. Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 15. Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 16. Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien belanghebbende(n), respectievelijk hun gemachtigde(n) niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

  • 6. Het verslag wordt toegezonden aan belanghebbende(n) en het verwerend orgaan.

Artikel 17. Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden. Indien hier kosten aan verbonden zijn is het bepaalde in artikel 10, lid 2 van toepassing.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbende(n) kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze regeling die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18. Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19. Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. Aan belanghebbende wordt per gelijke post een kopie van het verslag en het advies toegestuurd.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter de in artikel 7:10, lid 1 van de wet genoemde termijn ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbende(n) een afschrift.

Artikel 20. Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks een verslag uit over haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar. Dit verslag wordt ter kennis gebracht van het Algemeen en Dagelijks Bestuur.

Artikel 21. Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.

Artikel 22. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 mei 2017 en wordt aangehaald als: “Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden UW Samenwerking 2017”.  

De Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden UW Samenwerking 2013 en de wijziging daarop worden per 1 mei 2017 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 24 april 2017.

Het Dagelijks Bestuur van UW Samenwerking,

J. Pol

de waarnemend secretaris

mr. P.J. van Hartskamp - de Jong

de voorzitter