Regeling vervallen per 01-07-2010

Verordening behandeling bezwaarschriften

Geldend van 01-01-2007 t/m 30-06-2010

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften

DeRaad van de gemeente Uden;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2006;

gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t

vast te stellen de

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      verwerend orgaan : het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

    • b.

      commissie : vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

  • 2. Indien een besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt, is genomen door de Raad, wordt het College van burgemeester en wethouders voor de toepassing van deze verordening als verwerend orgaan aangemerkt.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de Raad, het College en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend:

    • a.

      tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      tegen besluiten betreffende de rechtspositie van het gemeentelijk personeel.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en meerdere leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het College van burgemeester en wethouders benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

Het College van burgemeester en wethouders wijst één of meer ambtenaren aan als secretaris van de commissie.

Artikel 5 Eed of belofte

Alvorens hun functie te aanvaarden leggen de leden van de commissie af:

  • a.

    de eed of de belofte en verklaring dat zij om tot lid van de commissie benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst hebben gegeven of beloofd, alsmede dat zij om iets in hun functie te doen of te laten rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte hebben aangenomen of zullen aannemen;

  • b.

    de eed of belofte en verklaring getrouw te zullen zijn aan de Grondwet, dat zij de wetten zullen nakomen en dat zij hun plichten als commissielid naar eer en geweten zullen vervullen.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van aftreden van de Raad.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4. Het College van burgemeester en wethouders kan de voorzitter of een lid op elk moment schorsen of ontslaan anders dan op eigen verzoek.

  • 5. De voorzitter en de leden van de commissie maken in totaal maximaal acht jaren deel uit van de commissie.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het College vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval één week voor het tijdstip van de zitting, aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan medegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 12 Quorum

  • 1. De commissie houdt zitting met de voorzitter en twee leden.

  • 2. In bijzondere gevallen kan worden volstaan met de aanwezigheid van de voorzitter en één lid.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar, tenzij het betreft de behandeling van bezwaren tegen een besluit betreffende de sociale zekerheid of sociale voorzieningen.

  • 2. Bij een openbare zitting worden de deuren gesloten, indien de voorzitter van de commissie of één van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daarom verzoekt. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 3. Een niet-openbare zitting kan in openbaarheid worden voortgezet, indien de commissie daartoe om zwaarwichtige redenen aan het algemeen belang ontleend of op verzoek van een belanghebbende beslist.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van bij de zitting aanwezige commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de in lid 1 genoemde leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De in lid 1 genoemde leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo’n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie, in de samenstelling zoals in artikel 11 aangeduid, beraadslaagt en beslist bij meerderheid van stemmen achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 van deze verordening en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 10 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. De commissie zendt een afschrift van het advies met het verslag van de hoorzitting aan de belanghebbenden. Daarbij wijst zij erop dat het bestuursorgaan dat bevoegd is op het bezwaar te beslissen kan afwijken van het advies.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 maart over haar verrichtingen in het afgelopen kalenderjaar een beknopt verslag uit aan de Raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

Artikel 20 Intrekking

De Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten, vastgesteld bij raadsbesluit van 21 februari 2002, wordt ingetrokken.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2006.
De Raad voornoemd
de griffier de burgemeester

InhoudsopgaveBladzijde

Verordening behandeling bezwaarschriften 1

HOOFDSTUK I Inleidende bepalingen 1

Artikel 1 Begripsbepaling 1

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie 1

Artikel 3 Samenstelling van de commissie 1

Artikel 4 Secretaris 1

Artikel 5 Eed of belofte 2

Artikel 6 Zittingsduur 2

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift 2

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden 2

Artikel 9 Vooronderzoek 2

Artikel 10 Hoorzitting 2

Artikel 11 Uitnodiging zitting 3

Artikel 12 Quorum 3

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling 3

Artikel 14 Openbaarheid zitting 3

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging 3

Artikel 16 Nader onderzoek 3

Artikel 17 Raadkamer en advies 4

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging 4

Artikel 19 Jaarverslag 4

Artikel 20 Intrekking 4

Artikel 21 Inwerkingtreding 4

Artikel 22 Citeertitel 4

Toelichting Verordening behandeling bezwaarschriften 1

Algemeen 1

Artikelsgewijze toelichting 1

Artikel 1, lid 2 1

Artikel 2, lid 2 1

Artikel 3, lid 3 1

Artikel 4 1

Artikel 5 1

Artikel 6 1

Artikel 12 1

Artikel 19 2

Toelichting Verordening behandeling bezwaarschriften

Algemeen

Voor een toelichting bij deze verordening wordt verwezen naar de toelichting bij de VNG-modelverordening. Op een aantal onderdelen wijkt de Verordening behandeling bezwaarschriften af van de VNG-modelverordening. Deze onderdelen worden hierna opgesomd.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1, lid 2

In de Verordening behandeling bezwaarschriften is een tweede lid aan artikel 1 toegevoegd waarin wordt bepaald dat het College van burgemeester en wethouders als verwerend orgaan wordt gezien indien het raadsbesluiten betreft.

Artikel 2, lid 2

De modelverordening sluit alleen bezwaren inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken uit. Aangezien in de gemeente Uden een aparte commissie werkzaam is voor de behandeling van bezwaren aangaande de rechtspositie van gemeentelijk personeel, worden deze bezwaren ook uitgesloten van behandeling door de commissie bezwaarschriften.

Artikel 3, lid 3

De modelverordening spreekt van ‘plaatsvervangende’ leden. Aangezien in de gemeente Uden meerdere leden worden benoemd die elkaar kunnen vervangen wordt in de verordening niet gesproken van ‘plaatsvervangende’ leden maar van meerdere leden.

Artikel 4

De modelverordening bepaalt dat het College één of meerdere plaatsvervangers van de secretaris benoemt. Aangezien er in de gemeente Uden al twee ambtenaren als secretaris zijn aangewezen is het niet noodzakelijk ook nog plaatsvervangers te benoemen.

Artikel 5

In de modelverordening is geen bepaling opgenomen over het afleggen van de eed of belofte. Er is voor gekozen het afleggen van de eed of belofte wel in de Verordening behandeling bezwaarschriften op te nemen. Door het afleggen van de eed of belofte wordt nog eens extra de nadruk gelegd op de integriteit en onafhankelijkheid van de commissie.

Artikel 6

Aan dit artikel is een lid 4 toegevoegd dat het mogelijk maakt de voorzitter en de leden te schorsen of ontslaan bij slecht functioneren of indien zij bijvoorbeeld door ziekten of gebreken blijvend ongeschikt zijn om hun functie te vervullen.

Artikel 12

In de VNG-modelverordening is bepaald dat voor het houden van een zitting de meerderheid van het aantal leden, onder wie in ieder geval de voorzitter of diens plaatsvervanger, aanwezig is.

De Verordening behandeling bezwaarschriften sluit aan bij artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waarin is bepaald dat de commissie, bestaande uit een voorzitter en ten minste twee leden, hoort. In het derde lid van artikel 7:13 van de Awb is bepaald dat het horen kan worden opgedragen aan de voorzitter of een lid van de adviescommissie. Uit vaste rechtspraak blijkt dat er geen wettelijk bezwaar is tegen het horen in het kader van de bezwaarprocedure door de voorzitter en één lid van de adviescommissie, mits advisering door de voltallige commissie heeft plaatsgevonden (Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State d.d. 2 maart 2000, 199900106/1).

Artikel 14

De modelverordening bepaalt dat de zitting in sommige gevallen achter gesloten deuren plaats kan vinden. In de verordening voor de gemeente Uden is opgenomen in welke gevallen de zitting in ieder geval achter gesloten deuren plaatsvindt. Dit was ook zo bepaald in de oude verordening. Dit neemt niet weg dat ook nog andere zaken achter gesloten deuren kunnen plaatsvinden, zoals bepaald in lid 2 van dit artikel.

Artikel 17

In de modelverordening is opgenomen dat van een minderheidsstandpunt melding wordt gemaakt in het advies van de commissie, indien de minderheid dat verlangt. Dit artikellid is niet overgenomen.

Niet valt in te zien wat de toegevoegde waarde is van het vermelden van een minderheidsstandpunt in een advies. Eenduidige advisering heeft de voorkeur.

Artikel 19

In dit artikel is een bepaling over het jaarverslag opgenomen. De modelverordening kent deze bepaling niet. Een jaarverslag geeft inzicht in het aantal bezwaren dat tijdens een jaar zijn ingediend en geeft inzicht in de hoeveelheid gegronde en ongegronde bezwaren. Het jaarverslag kan aldus een bijdrage leveren aan de juridische kwaliteitszorg.