Regeling laptop en tablet 2013

1. Deze regeling geldt voor alle medewerkers in dienst van de gemeente Uden, tenzij anders afgesproken en vastgelegd.

2. Het doel van deze regeling is om een aantal medewerkers van de gemeente Uden in het kader van de uitoefening van hun functie digitaal en plaats- en tijdonafhankelijk te laten werken onder de in deze regeling opgenomen voorwaarden.

1. Het device wordt om niet in bruikleen verstrekt aan de betreffende medewerker. Bij ontvangst ondertekent de medewerker hiertoe een door de werkgever opgestelde bruikleenovereenkomst.

2. Het device wordt uitsluitend voor zakelijk gebruik aangewend. Daarbij worden de in de organisatie gehanteerde regels wat betreft de beveiliging van documenten en de huisstijl gehanteerd.

3. De medewerker is verplicht als een goed huisvader voor de in bruikleen gegeven device(s) te zorgen, deze te onderhouden en deze slechts in overeenstemming met hun bestemming te gebruiken. Indien dit niet plaatsvindt, kan de device(s) worden ingenomen en zijn eventuele kosten van herstel voor rekening van de medewerker.

4. Het gebruik van het device vindt in overeenstemming met de vastgestelde regels op het gebied van integriteit, waaronder het gedrag en integriteit protocol en het privacyreglement email en internetgebruik, plaats.

5. Eventuele kosten van dataverkeer, downloads et cetera niet bestemd voor zakelijk gebruik in het kader van de uitoefening van de functie, worden bij de medewerker direct in rekening gebracht door inhouding op het salaris.

6. Het handelen in strijd met de gebruiksregels wordt als plichtsverzuim op grond van artikel 16:1:1 van de Car-Uwo aangemerkt.

1. Het is de medewerker niet toegestaan om het aan hem of haar verstrekte device te gebruiken bij volledige arbeidsongeschiktheid langer dan 1 maand aaneengesloten dan wel wanneer de medewerker vrijgesteld is van het verrichten van werk voor de werkgever.

2. Het is de medewerker verboden het aan hem of haar in bruikleen verstrekte device te vervreemden, te belenen, te verpanden, te verhuren of in bruikleen van een ander te geven.

1. Bij beëindiging van het dienstverband is de medewerker verplicht de in bruikleen gestelde device uiterlijk op de laatste werkdag in te leveren bij zijn/ haar leidinggevende.

2. Bij wijziging van de functie, waarbij het device niet noodzakelijk is, is de medewerker verplicht de in bruikleen gestelde device uiterlijk op de eerste werkdag van het uitoefenen van de nieuwe functie in te leveren bij zijn/ haar leidinggevende.

4. De leidinggevende is bevoegd tussentijds de beschikbaarstelling met onmiddellijke ingang te beëindigen, indien de medewerker misbruik maakt van het gebruik van het device.