Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling faciliteiten Leren Ontwikkelen Talentgebruik

Geldend van 13-02-2014 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling faciliteiten Leren Ontwikkelen Talentgebruik

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

A

Regeling faciliteiten Leren Ontwikkelen Talentgebruik

Het College van burgemeester en wethouders van Uden;

Gelet op hoofdstuk 17 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Uden (Car-Uwo);

Gelet op de instemming van de ondernemingsraad gemeente Uden van 20 januari 2014.

B e s l u i t (e n)

vast te stellen de

Regeling faciliteiten Leren Ontwikkelen Talentgebruik

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Werkgever: de gemeente Uden.

  • b.

    Medewerker: de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Uden (CAR- UWO), evenals de werknemer als bedoeld in artikel 2:5 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Uden (CAR-UWO).

  • c.

    Leidinggevende: functionaris aan wie de medewerker voor zijn/ haar werkzaamheden direct verantwoording verschuldigd is (hiërarchisch leidinggevende waaronder gemeentesecretaris, afdelingshoofd en teamleider).

  • d.

    Coördinator: functionaris van wie de medewerker voor zijn/ haar werkzaamheden werkleiding ontvangt.

  • e.

    College: de burgemeester en wethouders van de gemeente Uden.

  • f.

    O&O plan: Opleiding & Ontwikkeling plan op Concern – Afdeling – Cluster niveau, waarin de door de organisatie nodig geachte opleiding- en ontwikkelingsactiviteiten staan opgenomen voor groepen van medewerkers (o.a. via Uden Academie).

  • g.

    PLOT: Plan Leren Ontwikkelen en Talentgebruikdat jaarlijks wordt opgesteld door de medewerker in overleg met zijn/ haar leidinggevende en door beiden wordt ondertekend. Het PLOT maakt onderdeel uit van de jaargesprekken. Voor het PLOT is een format aanwezig.

  • h.

    Jaargesprekken: elke leidinggevende en medewerker voeren jaarlijks een start-, voortgangs- en beoordelingsgesprek, waarin afspraken worden vastgelegd over te behalen resultaten (output), de ontwikkeling van competenties, de persoonlijke ontwikkeling (kennisontwikkeling, ontwikkeling in het functioneren, gedrag- en houdingsontwikkeling, loopbaanontwikkeling) van de medewerker en de randvoorwaarden (zie Regeling Jaargesprekken).

  • i.

    Functie: het samenstel van werkzaamheden door de medewerker te verrichten zoals dat aan hem/ haar is opgedragen door de werkgever.

  • j.

    Competenties: gedrags- en houdingscriteria beschreven en vastgelegd per functiefamilie.

Hoofdstuk 2. Plan Leren Ontwikkelen Talentgebruik = PLOT

Artikel 2. PLOT

  • 1. Het PLOT is het individueel Plan Leren Ontwikkelen Talentgebruik van elke medewerker en dient als basis voor de ontwikkeling van de vakkennis, competenties, het vergroten van de inzetbaarheid als ook het bevorderen van de mobiliteit van de medewerker.

  • 2. De medewerker is op de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor zijn/ haar duurzame inzetbaarheid en loopbaanperspectief om zijn/haar positie op de interne en externe arbeidsmarkt te verbeteren.

  • 3. Zowel de medewerker als de leidinggevende doen voorstellen over de inhoud van het PLOT.

  • 4. Het PLOT maakt onderdeel uit van de Jaargesprekken en wordt overeengekomen tijdens het startgesprek en vervolgens gemonitord en geëvalueerd tijdens het voortgangsgesprek en beoordelingsgesprek.

  • 5. Als er kosten zijn verbonden aan de uitvoering van het PLOT, kan dit alleen plaatsvinden indien het opleidingsbudget daartoe toereikend is.

  • 6. Een ondertekend exemplaar van het jaargesprek inclusief PLOT wordt digitaal gearchiveerd en toegezonden aan de medewerker en aan het cluster P&O.

Hoofdstuk 3. Prioritering faciliteiten

Artikel 3. Proces bepaling prioritering faciliteiten

  • 1. Voor de jaarlijkse verdeling van het leer- en opleidingsbudget zijn de volgende zaken leidend:

    • a.

      Opleiding & Ontwikkeling plan op Concern – Afdeling – Cluster niveau

    • b.

      PLOT van de medewerker

    • c.

      Inzetvergrotende en mobiliteitsbevorderende maatregelen voor medewerkers (o.a. testen, loopbaanadvies eenmaal per 5 jaar, loopbaanscan, talentenscan, dag van de mobiliteit, loopbaan4daagse)

  • 2. Jaarlijks worden alle verwachte kosten van de onder lid 1 genoemde zaken opgenomen in een overzicht. Dit vindt plaats met behulp van een inventarisatie in de maand november voor het daaropvolgend jaar.

  • 3. Het beschikbare leer- en opleidingsbudget wordt geleidelijk verdeeld over de onder lid 1 genoemde zaken. De kosten van diverse testen waarvan de medewerker gebruik maakt evenals de inzet en advisering van de loopbaancoach en de HR-adviseurs komen ten laste van de organisatie.

  • 4. Eventuele kosten van opleiden en ontwikkeling in het kader van het Van Werk Naar Werktraject als gevolg van een reorganisatie, komen ten laste van het betreffende reorganisatiebudget.

  • 5. Indien het beschikbare leer- en opleidingsbudget ontoereikend is, dan wordt op managementniveau de prioritering bepaald aan de hand van het overzicht als bedoeld in lid 2.

  • 6. Door het cluster P&O worden de mogelijkheden tot het verkrijgen van subsidies evenals fiscale terugvorderingen onderzocht. De te ontvangen gelden hieruit worden aan het leer- en opleidingsbudget toegevoegd.

Hoofdstuk 4. Toekennen van en soorten faciliteiten

Artikel 4. Tegemoetkoming in de kosten

  • 1. De studiekosten of trajectkosten van alle leer – ontwikkelen – talentgebruik activiteiten die definitief zijn opgenomen en vastgesteld in het O&O plan, het PLOT en als inzetvergrotende dan wel mobiliteitsbevorderende maatregelen voor medewerkers, komen voor 100% vergoeding in aanmerking. Onder de kosten worden verstaan: lesgelden, voorgeschreven lesmateriaal, tentamen en examengelden.

  • 2. De kosten van herexamen, herkansing worden voor 75% vergoed.

  • 3. De reiskosten worden vergoed op basis van de werkelijke kosten van openbaar vervoer (trein 2e klasse). Indien het reizen met openbaar vervoer niet kan of in verhouding tot het gebruik van het eigen voertuig teveel tijd in beslag neemt, dan maakt de medewerker aanspraak op een tegemoetkoming per kilometer. De hoogte van de tegemoetkoming per kilometer is gebaseerd op het fiscaal onbelaste bedrag per kilometer wat door de belastingdienst is bepaald.

  • 4. De werkelijke verblijfkosten worden uitsluitend vergoed als dit in het kader van leer –ontwikkelen – talentgebruik activiteit noodzakelijk is en na toestemming van de betreffende leidinggevende. Vooraf dient de medewerker de vergoeding van de hoogte van de kosten te overleggen met zijn/ haar leidinggevende.

Artikel 5. Vrijstelling van werk en verlof

  • 1. Voor het volgen van lessen, trainingen, tentamens of examens onder werktijd van de opgenomen opleidingen en trainingen in het definitief vastgestelde O&O plan en PLOT, wordt buitengewoon studieverlof verleend voor maximaal 8 uur per lesweek. Buitengewoon studieverlof is vrijstelling van werk om de lessen te volgen met behoud van bezoldiging dan wel salaris.

  • 2. Het afleggen van testen in het kader van leren – ontwikkelen – talentgebruik mag onder werktijd plaatsvinden.

  • 3. Voor het lopen van stage, het opdoen van werkervaring of het verrichten van werkzaamheden elders (intern of extern) op detacheringsbasis wordt vrijstelling van werk verleend, tenzij bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten.

  • 4. Vrijstelling van werk als ook verlof met behoud van bezoldiging wordt verleend voor het voeren van gesprekken in het kader van de loopbaan, indien deze plaatsvinden binnen de reguliere werktijd van de medewerker.

Hoofdstuk 5. Bekend maken resultaten

Artikel 6. Melden van behaalde resultaten

  • 1. De medewerker aan wie faciliteiten zijn verleend in het kader van deze regeling, is verplicht na afronding van de leer- ontwikkelen – talentgebruik activiteit het behaalde resultaat te melden bij zijn/ haar leidinggevende. De leidinggevende legt deze melding vast in het PLOT.

  • 2. Een gewaarmerkt kopie van ontvangen certificaten, bewijzen van deelname, diploma’s e.d. dienen direct na ontvangst (digitaal) te worden ingeleverd bij het cluster P&O voor archivering.

  • 3. Uitsluitend bij psychologische testen vindt melding van het resultaat pas plaats na toestemming van de medewerker om het daartoe opgestelde rapport vrij te geven.

  • 4. Indien de medewerker een leer – ontwikkelen – talentgebruik activiteit staakt voor de einddatum, meldt de medewerker dit per ommegaande aan zijn/ haar leidinggevende. De leidinggevende voert met deze medewerker over de redenen een gesprek, waarvan de leidinggevende een gespreksnotitie opstelt. Deze gespreksnotitie wordt digitaal gearchiveerd.

  • 5. In de jaargesprekken stelt de medewerker zijn/ haar leidinggevende op de hoogte van de voortgang van zijn/ haar PLOT.

Hoofdstuk 6. Staken faciliteiten en Terugbetalen van verleende faciliteiten

Artikel 7. Staken van het verlenen van faciliteiten

1.Als de leidinggevende op basis van ingewonnen inlichtingen van mening is, dat de medewerker zich onvoldoende of niet inzet om het leer – ontwikkelen – talentgebruik activiteit met goed gevolg af te ronden, kan de leidinggevende besluiten tot het staken dan wel intrekken, al dan niet tijdelijk, van de toegekende faciliteiten als bedoeld in hoofdstuk 4.

Artikel 8. Terugbetalen van verleende faciliteiten

  • 1. De medewerker is verplicht alle studiekosten of trajectkosten of verloftoekenningen van alle leer – ontwikkelen – talentgebruik activiteiten verstrekt op basis van deze regeling terug te betalen in de volgende gevallen:

    • ·

      Als de medewerker de gemaakte afspraken vastgelegd in het PLOT niet nakomt.

    • ·

      Als de medewerker niet deelneemt aan de verplichte tentamens, examens of andere verplichtingen die nodig zijn om te komen tot een goede afronding.

    • ·

      Als de medewerker het leer – ontwikkelen – talentgebruik activiteit voortijdig beëindigd, zonder dat dit heeft geleid tot het behalen van een certificaat, diploma, bewijs van deelname of het vooraf geformuleerde te bereiken resultaat.

    • ·

      Als de toekenning van faciliteiten definitief zijn gestaakt.

  • 2. Daarnaast is de medewerker verplicht alle studiekosten of trajectkosten geheel of gedeeltelijk terug te betalen als de medewerker binnen twee jaar na afronding van de studie of het traject in het kader van het PLOT ontslag op eigen verzoek verzoekt of als gevolg van aan de medewerker te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen.

  • 3. De terugbetalingsregeling is als volgt:

    • ·

      100% als het dienstverband wordt beëindigd tijdens de studie of traject of als de studie of traject voortijdig wordt beëindigd.

    • ·

      75% als het dienstverband wordt beëindigd binnen een half jaar na afronding van de studie of traject.

    • ·

      50% als het dienstverband wordt beëindigd binnen één jaar na afronding van de studie of traject.

    • ·

      25% als het dienstverband wordt beëindigd binnen anderhalf tot twee jaar na afronding van de studie of traject.

  • 4. Het terug te betalen bedrag wordt verrekend met de bezoldiging vóór de datum van uitdiensttreding.

  • 5. De medewerker kan zijn/ haar nieuwe werkgever verzoeken om de terug te betalen kosten op basis van dit artikel te betalen.

  • 6. De terugbetaling van verleende faciliteiten is niet van toepassing bij/ op:

    • ·

      Cursussen of opleidingen op het gebied van applicatiebeheer

    • ·

      Seminars, congressen, studie of opleidingen korter dan vier contactdagen

    • ·

      Voor medewerkers die gedeeltelijk of geheel uitstromen in verband met FPU, KeuzePensioen, in verband met arbeidsongeschiktheid of in het kader van Van Werk Naar Werk traject

    • ·

      Reis- en verblijfkosten

  • 7. De terugbetaling van verleende faciliteiten op basis van lid 1 vervalt, als er sprake is dat het nakomen van de gemaakte afspraken of voortzetting redelijkerwijs niet van de medewerker kan worden verlangd.

Artikel 9. Overname studiekosten door nieuwe werkgever

1.Bij instroming van een nieuwe medewerker bestaat de bereidheid tot overname van studiekosten van de vorige werkgever van de nieuwe medewerker. De eventuele overname van studiekosten wordt bepaald voor de datum van instroming van de nieuwe medewerker.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen en inwerkingtreding regeling

Artikel 10. Slotbepalingen en inwerkingtreding

  • 1.

    In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist de gemeentesecretaris op mandaat van het college van burgemeester en wethouders van Uden *.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als Regeling faciliteiten Leren Ontwikkelen Talentgebruik.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 4.

    De vigerende studiefaciliteitenregeling inclusief aanvraagformulier wordt met de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken.

(* vast te leggen in mandaatbesluit)

Uden, 4 februari 2014

Burgemeester en wethouders van Uden

de secretaris

de burgemeester

mr. J.M. Smarius

drs. H.A.G. Hellegers