Regeling vervallen per 01-01-2020

Lokaal Beloningsbeleid gemeente Uden per 1-7-2017

Geldend van 01-07-2017 t/m 31-12-2019

Intitulé

Lokaal Beloningsbeleid gemeente Uden per 1-7-2017

Algemeen

Per 1 januari 2016 geldt een nieuw hoofdstuk 3 van de Car. Op sommige punten is het lokaal mogelijk aanvullende bepalingen vast te stellen.

Deze aanvullende bepalingen zijn hieronder weergegeven. Hierover is overeenstemming bereikt in de commissie voor Georganiseerd Overleg op 10 december 2015.

Op 6 juli 2017 is overeenstemming bereikt in de commissie voor Georganiseerd Overleg over de toevoeging van artikel 3:20a.

Artikel 3:4 Car Salarisverhoging – Aanvullende bepalingen

  • 1. Of de ambtenaar voldoende functioneert, wordt bepaald aan de hand van een vastgestelde beoordeling van de betrokken ambtenaar.

  • 2. Als er in een betreffend jaar niet meer dan zes maanden arbeid is verricht door de ambtenaar, kan het college bepalen, dat niet kan worden vastgesteld of er sprake is van voldoende functioneren in de zin van lid 1 van de betrokken ambtenaar. Als dit het geval is, wordt de toekenning van de salarisverhoging naar de volgende periodiek van de betrokken ambtenaar opgeschort. Uiterlijk zes maanden na hervatting van de arbeid, wordt een beoordeling opgemaakt. Hierbij wordt tevens bepaald of de salarisverhoging naar de volgende periodiek wordt toegekend. De oorspronkelijke datum, waarop aanspraak bestaat op de salarisverhoging naar de volgende periodiek wijzigt hierdoor niet.

  • 3. Het tijdstip, zoals opgenomen in artikel 3:4 Car, lid 1 onder c, voor het toekennen van de salarisverhoging naar de volgende periodiek kan worden vervroegd. Hieraan ligt een beoordeling van de betrokken ambtenaar ten grondslag die de op een eerder tijdstip het toekennen van de salarisverhoging naar de volgende periodiek rechtvaardigt.

  • 4. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem/ haar geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag (niet uitgaande boven het maximumsalaris) worden toegekend als hij/ zij structureel blijk geeft van een uitstekende functievervulling of hij/zij sneller groeit in de uitoefening van de functie dan normaliter mocht worden verwacht. Aan de toekenning van een extra periodieke salarisverhoging ligt één of meerdere beoordelingen van de betrokken ambtenaar ten grondslag die deze toekenning rechtvaardigt.

  • 5. Bij de toepassing van lid 4, blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 3:4 Car, lid 1 onder c, een salarisverhoging wordt toegekend ongewijzigd.

  • 6. Als de ambtenaar onvoldoende functioneert, kan worden bepaald dat voor hem/ haar de salarisverhoging naar de volgende periodiek achterwege wordt gelaten. Het onvoldoende functioneren dient te blijken uit een daartoe vastgestelde beoordeling van de betrokken ambtenaar. Deze ambtenaar wordt vóór de datum waarop de periodieke salarisverhoging zou zijn ingegaan, van dit besluit schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld.

  • 7. Nadien kan worden besloten dat de periodieke salarisverhoging, welke met toepassing van lid 6 achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog aan de betrokken ambtenaar wordt toegekend.

Artikel 3:6 Car Inpassing in hogere schaal – Aanvullende bepalingen

  • 1. De ambtenaar die op basis van artikel 3:3, lid 2, Car, is ingeschaald in de eerst lagere salarisschaal wordt in principe na één jaar ingeschaald in de functieschaal, onder de voorwaarde dat hij/ zij voldoet aan de gestelde eisen voor de functie en de functie volledig en naar voldoening uitoefent. Het besluit tot inschaling in de functieschaal vindt plaats aan de hand van een vastgestelde beoordeling van de betrokken ambtenaar.

  • 2. Wanneer de ambtenaar van aanloopschaal naar functieschaal gaat, wordt het salaris in de functieschaal vastgesteld op hetzelfde bedrag of op het bedrag onmiddellijk gelegen boven het salaris dat de ambtenaar in de aanloopschaal heeft en vervolgens vermeerderd met één periodiek. De periodieke salarisverhoging als bedoeld in artikel 3:4, lid 1, Car komt eenmalig te vervallen.

  • 3. Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris als gevolg van een bevordering, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op hetzelfde bedrag of op het bedrag onmiddellijk gelegen boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten en vervolgens verhoogd met één periodiek. De periodieke verhoging als bedoeld in artikel 3:4, lid 1, Car komt eenmalig te vervallen.

  • 4. Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris als gevolg van functiewaardering, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op hetzelfde bedrag of op het bedrag onmiddellijk gelegen boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten. De vooruitgang in salaris ten gevolge van de indeling in de salarisschaal met een hoger maximumsalaris mag niet minder bedragen dan 75% van de normale periodieke verhoging van de salarisschaal waarin de ambtenaar was ingedeeld. Indien de ambtenaar in de oude salarisschaal meer dan 1 jaar het maximumsalaris heeft genoten, dan ontvangt de betrokken ambtenaar één periodieke salarisverhoging op het moment van inschaling in de nieuwe functieschaal. Bij het vaststellen van het salaris in de nieuwe functieschaal mag het maximum van deze nieuwe functieschaal niet worden overschreden.

  • 5. Indien op basis van het functieboek het oplegprofiel Coördinator als taak aan de functie van een ambtenaar wordt toegevoegd, dan vindt er een ophoging van het salaris plaats in de vorm van een aantal periodieken en/of een hogere schaal tot 8% van het salaris, waarop de ambtenaar op grond van zijn basisfunctie is ingedeeld (functiefamilie met bandbreedte). Zodra het oplegprofiel Coördinator als taak niet meer wordt uitgeoefend door de betreffende ambtenaar, komt de hierbedoelde ophoging van het salaris te vervallen. Het vervallen hiervan, vindt plaats conform de afbouw van toelagen, zoals is bepaald in artikel 4:5 van het Sociaal Statuut gemeente Uden.

  • 6. Indien het oplegprofiel loco-gemeentesecretaris als taak aan de functie van een ambtenaar wordt toegevoegd, dan vindt er een ophoging van het salaris plaats in de vorm van een aantal periodieken en/of een hogere schaal tot 8% van het salaris voor de 1e loco-gemeentesecretaris en tot 4% van het salaris voor de 2e loco-gemeentesecretaris, waarop de ambtenaar op grond van zijn basisfunctie is ingedeeld (functiefamilie met bandbreedte). Zodra het oplegprofiel loco-gemeentesecretaris als taak niet meer wordt uitgeoefend door de betreffende ambtenaar, komt de hierbedoelde ophoging van het salaris te vervallen.

Artikel 3:8 Car Functioneringstoelage – Aanvullende bepalingen

  • 1. Op basis van artikel 3:8, lid 1, Car kan het college aan een ambtenaar die meerdere jaren zeer goed of uitstekend heeft gefunctioneerd en/of bijzondere prestaties heeft geleverd, en die het maximum van de functieschaal heeft bereikt, een functioneringstoelage voor maximaal één jaar toekennen.

  • 2. De toekenning van de functioneringstoelage als bedoeld in lid 1 vindt plaats op basis van vastgestelde beoordelingen over meerdere jaren, waaruit blijkt dat er gedurende meerdere jaren sprake is van zeer goed of uitstekend functioneren dan wel bijzondere prestaties.

  • 3. De hoogte van de functioneringstoelage wordt door de leidinggevende bepaald en bedraagt minimaal 5% en maximaal 10% van het salaris.

Artikel 3:14 Car Inconveniëntentoelage – Aanvullende bepalingen

  • 1. Aan de ambtenaar die de functie van Buitengewoon Opsporing Ambtenaar (Boa’s) vervullen, ontvangen een inconveniëntentoelage van € 68,00 bruto per maand.

  • 2. De ambtenaar die deze toelage ten minste gedurende één jaar heeft genoten, behoudt bij arbeidsongeschiktheid langer dan 30 dagen deze toelage gedurende maximaal 12 maanden.

Artikel 3:15 Car Garantietoelage – Aanvullende bepalingen

  • 1. De ambtenaar die als gevolg van een interne organisatiewijziging wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt (op basis van het bepaalde in het Sociaal Statuut) recht op het salaris en het salarisperspectief, zoals die voor hem/ haar golden in de oude functie.

  • 2. De garantietoelage komt geheel te vervallen bij bevordering naar een hogere salarisschaal of als gevolg van een inschaling in een hogere salarisschaal als gevolg van functiewaardering. Indien mogelijk wordt de garantietoelage volledig geïncorporeerd in de inschaling in de hogere salarisschaal. Mocht de garantietoelage niet geheel kunnen worden geïncorporeerd, dan behoudt de ambtenaar het verschil aan salaris als garantietoelage.

Artikel 3:19 Car Ambtsjubileum – Aanvullende bepalingen (overgangsbepaling)

  • 1. Ambtenaren die in de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020 recht hebben op een ambtsjubileumgratificatie bij 25 jaar overheidsdienst, krijgen deze ambtsjubileumgratificatie op basis van de lokale regeling die op 31 december 2015 is vervallen.

  • 2. Aan ambtenaren die aanspraak maken op lid 1, wordt de ambtsjubileumgratificatie bij 25 jaar overheidsdienst toegekend overeenkomende het salaris plus de vakantietoelage en de salaristoelagen, waarop de betreffende ambtenaar in de maand van zijn 25-jarig ambtsjubileum overheidsdienst aanspraak heeft.

  • 3. Vanaf 1 januari 2021 gelden de bepalingen van artikel 3:19 van de Car.

Artikel 3:20 Car Beloning uitstekend functioneren en/ of bijzondere prestaties – Aanvullende bepalingen

  • 1. De individuele beloning van de ambtenaar die conform artikel 3:20 Car uitstekend heeft gefunctioneerd en/of een bijzondere presentatie heeft geleverd bedraagt minimaal € 25,00 netto en maximaal € 500,00 netto dan wel kent een waarde van minimaal € 25,00 netto en maximaal € 500,00 netto.

  • 2. In overleg met de betrokken ambtenaar wordt bepaald of de ambtenaar de individuele beloning in de vorm van een eenmalig geldbedrag of in de vorm van een bloemetje, een (diner)bon, verlofuren, een tegemoetkoming voor het volgen van een workshop/ seminar/ training dan wel in de vorm van een uitdagende klus wenst te ontvangen.

  • 3. De beloning van een groep ambtenaren die conform artikel 3:20 Car uitstekend heeft gefunctioneerd en/of een bijzondere presentatie heeft geleverd bedraagt minimaal € 25,00 netto per persoon en maximaal € 100,00 netto per persoon dan wel kent een waarde van minimaal € 25,00 netto per persoon en maximaal € 100,00 netto per persoon.

  • 4. De toekenning van individuele en groepsbeloningen wordt met motivatie voor periodieke toetsing voorgelegd aan de gemeentesecretaris dan wel het managementteam.

  • 5. Periodiek worden de toegekende individuele en groepsbeloningen met motivatie door de betreffende leidinggevende bekend gemaakt via Intranet.

Artikel 3:20a Car Aanvullende vergoeding taak coördinator storingsdienst of taak coördinator gladheidsbestrijding

  • 1.

    Aan de ambtenaar die de taak coördinator storingsdienst of coördinator gladheidsbestrijding gaat vervullen vanaf 1 juli 2017 (en die taak niet eerder heeft vervuld), ontvangt voor de feitelijke uitoefening van deze taak een bruto extra vergoeding van € 1,23 per feitelijk gewerkt uur als coördinator storingsdienst of als coördinator gladheidsbestrijding.

  • 2.

    De genoemde bruto extra vergoeding in lid 1 van dit artikel wordt steeds verhoogd met het percentage van de stijging van de algemene salarisverhogingen zoals dit wordt overeengekomen in de CAO van de sector gemeenten vanaf 1 juli 2017.

  • 3.

    De uitbetaling van deze extra vergoeding als bedoeld in lid 1 vindt op declaratiebasis achteraf per maand of per kwartaal plaats.

Toelage Overgangsrecht hoofdstuk 3 – Referteperiode en Tijdstip van uitbetaling

  • 1. De Toelage Overgangsrecht (TOR) wordt, indien van toepassing, bepaald op basis van het refertejaar 2014.

  • 2. Indien het refertejaar 2014 geen representatief jaar is, wordt in onderling overleg met de betreffende medewerker of in bijzondere gevallen (als het een groep van medewerkers betreft) na overleg in de commissie GO een ander representatief refertetijdvak vastgesteld.

  • 3. Het uitgangspunt is, dat het gaat om een geschikte berekeningswijze vast te stellen die recht doet aan het uitgangspunt dat medewerkers door de invoering van het nieuwe hoofdstuk 3 Car er niet op achteruitgaan.

  • 4. De structurele Toelage Overgangsrecht (TOR) wordt eenmaal per jaar in de maand december uitbetaald, tenzij met de betreffende medewerker een andere frequentie van uitbetaling wordt overeengekomen.

Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin dit Beloningsbeleid niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het college een bijzondere regeling nadat de commissie voor Georganiseerd Overleg hierover is geraadpleegd.

Deze bijzondere regeling mag niet in strijd zijn met het bepaalde in hoofdstuk 3 Car.

Slotbepalingen

Dit Beloningsbeleid treedt in werking op 1 juli 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Uden op 1 augustus 2017