Regeling vervallen per 20-08-2021

Subsidieregeling peuteropvang gemeente Uitgeest

Geldend van 01-08-2020 t/m 19-08-2021

Intitulé

Subsidieregeling peuteropvang gemeente Uitgeest

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uitgeest,

overwegende dat het wenselijk is om regels te stellen met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van peuteropvang in situaties die niet vallen onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

gelet op de Algemene subsidieverordening van gemeente Uitgeest 2016;

Besluit vast te stellen:

Subsidieregeling peuteropvang gemeente Uitgeest

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Uitgeest;

  • b.

    Awir: Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;

  • c.

    Wet: Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • d.

    Besluit: Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • e.

    Landelijk Register Kinderopvang (LRK): register waarin alle gastouderbureaus, gastouders, kinderdagverblijven en organisaties voor buitenschoolse opvang zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

  • f.

    Peuteropvang: de opvang van peuters van maximaal zes uur per week verdeeld over twee dagdelen per week gedurende maximaal 40 weken per jaar, gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool;

  • g.

    VE peuteropvang: de opvang van VE peuters voor maximaal 640 uur per jaar verdeeld over minimaal 3 maar bij voorkeur 4 of 5 dagdelen per week, gedurende maximaal 40 weken per jaar, verdeeld over maximaal twee locaties, waarbij aan VE peuters een gecertificeerd programma van voorschoolse educatie, gericht op ontwikkelingsstimulering en ter voorbereiding op de basisschool conform het besluit wordt aangeboden;

  • h.

    Peuteropvangorganisatie: Organisatie die is ingeschreven in het LRK en peuteropvang aanbiedt.

  • i.

    Peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

  • j.

    VE peuter: een peuter in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar met een indicatiestelling voor voorschoolse educatie (VE) van JGZ Kennemerland;

  • k.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang;

  • l.

    Maximale uurtarief kinderopvangtoeslag: het maximale uurtarief voor dagopvang in een kindercentrum zoals vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag;

  • m.

    Ouder: ouder in de zin van de wet;

  • n.

    Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang. De hoogte van de ouderbijdrage wordt bepaald aan de hand van de tabel kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst;

  • o.

    Ouderverklaring: een door de ouders ondertekende verklaring, voorzien van bewijsstukken waaruit blijkt dat er geen aanspraak kan worden gemaakt op kinderopvangtoeslag.

  • p.

    Subsidieaanvraag: Schriftelijk verzoek aan het college conform het vastgestelde aanvraagformulier

  • q.

    Toetsingsinkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid sub i jo artikel 8 Awir;

Hoofdstuk 2 Doelgroepen

Artikel 2 Doelgroepen

  • 1. De ouders van de peuter die geen recht hebben op de kinderopvangtoeslag.

  • 2. Ouders van de VE geïndiceerde peuter welke aan de volgende criteria voldoet:

    • 1.

      -Leerlinggewicht 0,3

      -Leerlinggewicht 1,2

      Gebaseerd op de van richtlijnen ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

    • 2.

      -Geconstateerde of dreigende taal- en/of ontwikkelingsachterstand

      -Taalarmoede / onvoldoende taalstimulering in de thuissituatie

    • 3.

      Peuters van statushouders die korter dan 1 jaar in Nederland zijn

Hoofdstuk 3 Subsidie art. 2.1

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Het aanbieden van peuteropvang aan peuters van ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag.

Artikel 4 Voorwaarden voor toekenning subsidie peuteropvang

1. De peuteropvangorganisatie moet voldoen aan de vereisten in de Wet Kinderopvang en ingeschreven staan in het LRK.

2. De subsidie wordt alleen verstrekt voor peuters waarvan de ouder(s) niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag op grond van de Wet Kinderopvang.

Artikel 5 Bepaling hoogte subsidie peuteropvang

1. Om te bepalen welke kosten ouders moeten betalen en welk deel de gemeente gaat subsidiëren, wordt er gewerkt met een inkomenstoets. Deze inkomenstoets bestaat uit het overleggen van inkomensgegevens door ouders aan de peuteropvangorganisatie. Daarnaast tekenen ouders een ouderverklaring.

2. Het gemeentelijk deel c.q. de hoogte van de subsidie wordt bepaald door de opzet van de factuur waarin opgenomen aantal kinderen (zijnde geen VE peuter) x aantal uur x uurtarief. Per dagdeel van 3 uur mag de organisatie 3,25 uur subsidie aanvragen met een maximum van 6,5 uur.

  • 3. Voor VE peuters geldt: het gemeentelijke deel c.q. de hoogte van de subsidie wordt bepaald door de opzet van de factuur waarin opgenomen aantal VE peuters x 4 uur x uurtarief. De organisatie mag een vergoeding aanvragen met een maximum van 320 uur per jaar (zijnde de helft van de jaarlijkse uren voorschoolse educatie).

Artikel 6 Periode waarvoor de subsidie wordt verstrekt

De subsidie wordt vastgesteld per kalenderjaar.

Artikel 7 Maximale uurprijzen

De maximale uurprijs is het bedrag zoals genoemd in artikel 4 lid 1 aanhef en onder b van het Besluit kinderopvangtoeslag.

Hoofdstuk 4 Subsidie art. 2.2

Artikel 8 Subsidiabele activiteiten

Het aanbieden van VE peuteropvang in aan VE peuters van zowel ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag als ouders met recht op kinderopvangtoeslag.

Artikel 9 Subsidieopbouw VE

De te bekostigen subsidie VE bestaat uit 2 onderdelen die per factuur worden verstrekt:

  • a.

    Een bedrag van € 10,- per uur van maximaal 320 uur per jaar

  • b.

    Een bedrag van € 400,- per jaar per VE geïndiceerde peuter voor kwaliteitsverbetering. Waarvan de peildatum jaarlijks op 1 oktober is van het jaar voorafgaand aan het te subsidiëren kalenderjaar.

Artikel 10 Voorwaarden toekenning subsidie VE peuters

  • 1. Er moet per peuter een indicatie zijn. Deze indicatie wordt gesteld door de jeugdarts van de JGZ Kennemerland.

  • 2. De peuteropvang moet gecertificeerd zijn en voldoen aan de eisen in het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • 3. De peuteropvangorganisatie moet in het LRK geregistreerd staan als aanbieder van VE.

  • 4. De VE plek wordt gratis aangeboden aan ouders.

Artikel 11 Periode waarvoor de subsidie wordt verstrekt

De subsidie wordt vastgesteld per kalenderjaar.

Hoofdstuk 5 Aanvraag en vaststelling

Artikel 12 Aanvraag

  • 1. De peuteropvangorganisatie doet de aanvraag door het op het college vastgestelde formulier.

  • 2. De aanvraag wordt uiterlijk 31 december ingediend.

Artikel 13 Toekenning en vaststelling

  • 1. Het college kent maandelijks via betaalbaarstelling van de factuur een voorschot op de subsidie toe.

  • 2. Het college stelt de subsidie uiterlijk 1 mei van jaar volgend op het jaar waarin de subsidie is verstrekt vast. De opvangorganisatie hoeft hiervoor geen separate vaststellingsaanvraag in te dienen.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de opvangorganisatie afwijken van deze regeling indien toepassing gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling peuteropvang gemeente Uitgeest.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie van deze regeling en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering 12 december 2017,

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

de burgemeester,