Gedragscode bestuurlijke integriteit gemeente Uitgeest

Geldend van 09-12-2004 t/m heden

Intitulé

Gedragscode bestuurlijke integriteit gemeente Uitgeest

GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT GEMEENTE UITGEEST

Gedragscode vastgesteld bij Raadsbesluit van 25 november 2004, nummer 04/77.

1. Algemene bepalingen

  • 1.1

    Onder het college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders.

  • 1.2

    Deze gedragscode geldt voor alle bestuurders: leden van het college, commissieleden en leden van de gemeenteraad.

  • 1.3

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college.

  • 1.4

    De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.5

    De leden van het college en de leden van de raad ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

2. Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 2.1

    Een bestuurder doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.2

    Bij privaatpublieke samenwerkingsrelaties voorkomt de bestuurder (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3

    Een bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de voorbereiding en besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.4

    Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

3. Nevenfuncties

  • 3.1

    Een bestuurder vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 3.2

    Een bestuurder maakt melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

4. Informatie

  • 4.1

    Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt of functie beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie.

  • 4.2

    Een bestuurder houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4.3

    Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

5. Aannemen van geschenken

  • 5.1

    Geschenken en giften met een waarde hoger dan € 50,- (inclusief BTW) die een bestuurder uit hoofde van zijn functie ontvangt zijn eigendom van de gemeente.

  • 5.2

    De griffier houdt een lijst bij van ontvangen geschenken.

6. Bestuurlijke uitgaven

  • 6.1

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond.

7. Declaraties

  • 7.1

    De bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

8. Gebruik van gemeentelijke en provinciale voorzieningen

  • 8.1

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.