Regeling vervallen per 25-11-2021

Commissie Grondgebiedzaken 2012

Geldend van 02-02-2012 t/m 24-11-2021

Intitulé

Commissie Grondgebiedzaken 2012

VERORDENING COMMISSIE GRONDGEBIEDZAKEN 2012

Verordening vastgesteld bij raadsbesluit van 26 januari 2012, nummer R2012.0003B, gepubliceerd op 1 februari 2012, in werking getreden op 2 februari 2012. De Verordening genaamd Commissie Grondgebiedzaken, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 april 2002, nummer 02/25B, in werking getreden op 9 mei 2002, is met ingang van 2 februari 2012 ingetrokken.

Verordening regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de raadscommissie Grondgebiedzaken gebaseerd op artikel 82 der Gemeentewet.

===========

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

  • 2.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of zijn vervanger;

  • 3.

    vergadering: vergadering van de commissie

Artikel 2 Instelling raadscommissie

  • 1.

    Bij deze verordening wordt ingesteld de Raadscommissie, genaamd Commissie Grondgebiedzaken.

  • 2.

    De commissie adviseert en overlegt inzake aangelegenheden met betrekking tot volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, milieu, verkeer en openbare werken.

  • 3.

    Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3 Taken

De commissie heeft de volgende taken:

  • 1.

    het uitbrengen van advies – zo mogelijk integraal, inclusief de financiële aspecten - aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, lid 2, genoemde onderwerpen;

  • 2.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • 3.

    het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, lid 2, genoemde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit één lid per fractie in de raad. Elk lid heeft een stem.

  • 2.

    De genoemde leden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3.

    De raad kan daarnaast als deskundigen buitengewone leden benoemen. Zij hebben een adviserende stem.

  • 4.

    Een lid en plaatsvervangend lid kunnen zowel raadslid als niet-raadslid zijn. Iedere fractie bepaalt zelf wie zij wil afvaardigen.

  • 5.

    De raad benoemt op voordracht van de fracties een plaatsvervangend lid per fractie, die zitting in de commissie heeft bij verhindering of ontstentenis van een lid als bedoeld in lid 1.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    De raad kan, indien hiervoor gegronde redenen bestaan, een lid ontslaan.

  • 3.

    De raad kan de voorzitter of zijn plaatsvervanger ontslaan.

  • 4.

    Een lid, de voorzitter en hun plaatsvervangers kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 5.

    Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van de artikelen 4 en 5.

  • 6.

    Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Secretaris

  • 1.

    De commissie wordt bijgestaan door een door de raad op voordracht van burgemeester en wethouders aangewezen secretaris, de gemeentesecretaris gehoord.

  • 2.

    De secretaris heeft een adviserende stem.

Artikel 8 Burgemeester en wethouders

  • 1.

    De burgemeester en de wethouders zullen in de regel, onverminderd het bepaalde in lid 2, in de vergadering aanwezig zijn en aan de beraadslagingen deelnemen.

  • 2.

    De raadscommissie kan bij aanvang van of tijdens de vergadering beslissen dat de burgemeester en één of meer wethouders niet als zodanig in de vergadering of een gedeelte van de vergadering aanwezig mogen zijn of aan de beraadslagingen mogen deelnemen.

Artikel 9 Gemeentesecretaris

De raadscommissie kan het college verzoeken de gemeentesecretaris aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1.

    Een raadscommissie vergadert indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste drie leden schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt dag en aanvangsuur en vergaderplaats. Hij voert hierover overleg met de secretaris.

Artikel 11 Oproep

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en eventueel hierop betrekking hebbende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk aan de leden gezonden.

Artikel 12 De agenda

  • 1.

    Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de voorzitter de agenda van de vergadering voorlopig vast. Hij pleegt daartoe overleg met de secretaris en met de betreffende wethouder.

  • 2.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de commissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 3.

    Wanneer de commissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De commissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 4.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de commissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 13 Ter inzake leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd.

  • 2.

    De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 14.

  • 3.

    Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 4.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de secretaris der commissie en verleent deze een lid inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in één of meer dag- of nieuwsbladen en op de voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17.

Artikel 15 Opening vergadering; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3.

    Op de vergadering, bedoeld in lid 2, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 16 Stemmen

Besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Behoudens in geval van een besloten vergadering verleent de voorzitter, indien hem dit voor de vergadering is verzocht, aan een belanghebbende bij het desbetreffende agendapunt het woord.

  • 2.

    Behoudens in geval van een besloten vergadering kan de voorzitter, indien hem dit voor de vergadering is verzocht, anderen dan belanghebbende bij het desbetreffende agendapunt het woord geven.

Artikel 18 Verslag

  • 1.

    Van het in de vergadering behandelde wordt door de secretaris een beknopt verslag gemaakt.

  • 2.

    Het verslag bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen der leden;

    • b.

      de namen van degenen, die het woord hebben gevoerd;

    • c.

      de adviezen.

  • 3.

    Een exemplaar van dit verslag wordt zo spoedig mogelijk gezonden aan Burgemeester en Wethouders, alsmede aan de personen bedoeld in de artikelen 4 en 5.

  • 4.

    Het verslag van het verhandelde in de openbare vergaderingen van de commissie wordt, overeenkomstig daaromtrent in de Legesverordening is bepaald, algemeen verkrijgbaar gesteld.

Artikel 19 Handhaving orde

De voorzitter leidt de vergadering en handhaaft de orde.

Artikel 20 Besloten vergadering

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 21 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de commissie overeenkomstig artikel 86, lid 1, van de Gemeentewet of, en zo ja in hoeverre, omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De commissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 22 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 23 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De verordening Commissie Grondgebiedzaken, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 25 april 2002, nummer 02/25B, in werking getreden op 9 mei 2002, wordt ingetrokken met ingang van de datum, waarop dit besluit in werking treedt.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Commissie Grondgebiedzaken 2012’.