Regeling vervallen per 01-07-2015

Verordening cliëntenparticipatie WWB

Geldend van 10-06-2010 t/m 30-06-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie WWB

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WWB

Deze verordening stelt regels over de wijze waarop de personen die algemene bijstand ontvangen of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand.

Verordening vastgesteld bij Raadsbesluit van 23 december 2004, nummer 04/92, in werking getreden met ingang van 1 januari 2005.

Gebaseerd op artikel 47 van de Wet werk en bijstand

1e wijziging: bij Raadsbesluit van 27 mei 2010, nummer R2010.0029, gepubliceerd 9 juni 2010, in werking getreden met ingang van 10 juni 2010; deze wijziging werkt terug tot en met 1 oktober 2009.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a

      WWB: de Wet werk en bijstand.

    • b

      WIJ: de Wet investeren in jongeren;

    • c

      IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • d

      IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • e

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uitgeest;

    • f

      de gemeente: de gemeente Uitgeest;

    • g

      cliënt: de persoon die algemene bijstand of periodieke bijzondere bijstand ontvangt op grond van de WWB, de WIJ, de IOAW, de IOAZ, dan wel die behoort tot de overige personen als bedoeld in artikel 7, lid 1 sub a of artikel 10 lid 2 van de WWB aan wie door het college ondersteuning kan worden geboden of de persoon die tot de doelgroep als bedoeld in artikel 1 Wet Participatiebudget behoren en die naar oordeel van het college ondersteuning nodig hebben.

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de WWB en WIJ.

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en/of hun vertegenwoordigers invloed kunnen uitoefenen op het lokaal beleid, de uitvoering en de kwaliteit van dienstverlening op het terrein van de in artikel 1 genoemde wetten en het koopkrachtondersteuningsbeleid

Artikel 3 Instellen en in stand houden van een cliëntenplatform

Voor het bereiken van de doelstelling genoemd in artikel 2 bevordert het college het instellen en in stand houden van een cliëntenplatform.

Artikel 4 Beleidsterreinen

  • 1.

    In het kader van de cliëntenparticipatie adviseert het cliëntenplatform over het beleid in het kader van de in artikel 1 genoemde wetten en het koopkrachtondersteuningsbeleid alsmede over aangelegenheden die de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening op dit terrein betreffen.

  • 2.

    Het cliëntenplatform houdt zich niet bezig met de behandeling van individuele zaken van cliënten.

  • 3.

    Het cliëntenplatform houdt zich niet bezig met verplichte uitvoering door de gemeentelijke organen van wettelijke voorschriften voor zover bij de uitvoering geen ruimte voor eigen gemeentelijk beleid aanwezig is.

Artikel 5 Samenstelling

  • 1.

    Het cliëntenplatform bestaat uit cliënten en/of vertegenwoordigers van belangenorganisaties van cliënten.

  • 2.

    Het cliëntenplatform bestaat uit maximaal 5 leden.

  • 3.

    Een meerderheid van het platform dient te bestaan uit cliënten.

  • 4.

    Leden van het cliëntenplatform worden door het college benoemd op voordracht van het cliëntenplatform.

  • 5.

    Het lidmaatschap van het cliëntenplatform is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad dan wel het college.

  • 6.

    Het cliëntenplatform is verantwoordelijk voor de werving en selectie van nieuwe leden.

  • 7.

    Voor de eerste maal worden de leden door het college op een door dit vast te stellen wijze benoemd.

Artikel 6 Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van het cliëntenplatform eindigt indien het lid geen cliënt of vertegenwoordiger van een belangenorganisatie voor cliënten meer is.

  • 2.

    Het lidmaatschap van het cliëntenplatform eindigt indien het lid aftreedt.

  • 3.

    In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het lid de functie blijven vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden.

  • 4.

    Het cliëntenplatform is verantwoordelijk voor een tijdige voordracht van nieuwe leden van het cliëntenplatform.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1.

    In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college het cliëntenplatform om advies. Het cliëntenplatform is ook gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college.

  • 2.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het uitgebrachte advies toegevoegd kan worden aan de Gemeenteraad of het college ter besluitvorming voor te leggen stukken.

  • 3.

    Tussen de wethouder van sociale zaken dan wel door een door het college aangewezen ambtenaar vindt geregeld een structureel overleg plaats.

  • 4.

    Het college draagt er zorg voor dat aan het cliëntenplatform de nodige informatie wordt verstrekt zodat het cliëntenplatform naar behoren kan functioneren.

  • 5.

    Leden van het cliëntenplatform maken aan hen door of namens het college voorgelegde of verstrekte informatie alleen kenbaar aan derden na voorafgaande toestemming van het college.

  • 6.

    Het college kan na overleg met het cliëntenplatform nadere regels vaststellen over de werkwijze in een uitvoeringsreglement cliëntenparticipatie.

Artikel 8 Faciliteiten

  • 1.

    Ten behoeve van het cliëntenplatform kunnen door het college faciliteiten worden verstrekt.

  • 2.

    Faciliteiten kunnen na overleg met het cliëntenplatform nader uitgewerkt worden in een uitvoeringsreglement cliëntenparticipatie.

Artikel 9 Slotbepaling

  • 1.

    Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of zijn geweest van de Cliëntenplatform vanwege dat lidmaatschap op geen enkele wijze worden benadeeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als:” Verordening cliëntenparticipatie WWB”.