Stedelijk Waterplan Uithoorn

Geldend van 25-01-2007 t/m heden

Intitulé

Stedelijk Waterplan Uithoorn

Samenvatting

Hoe staat het nu met het water in Uithoorn?

Heel Uithoorn ligt onder zeeniveau. Als er geen dijken en gemalen waren zou heel Uithoorn onder water staan. Langs de Amstel zouden de begane grond vloeren onder water staan en in De Legmeer zouden de daken van de huizen nog net boven het water uitsteken. Om er voor te zorgen dat u veilig, droog en gezond kunt leven en wonen, wordt elke dag aan waterbeheer gedaan. Elke dag wordt water uit uw woongebied gepompt.

Op dit moment is waterbeheer nog sterk dienstbaar aan andere beleidsterreinen. Door die houding krijgt water niet de plaats die het nodig heeft. In plannen valt het water vaak tussen wal en schip. Dat heeft tot gevolg dat de rek uit het waterbeheer is, met alle gevolgen van dien. Doordat de rek uit het waterbeheer is, kan het onvoldoende anticiperen op de problemen die op het watersysteem afkomen. Problemen voortkomend uit bodemdaling, klimaatverandering en (grond)wateroverlast moeten het hoofd worden geboden.

Waar willen we naartoe met het water?

Het Waterplan Uithoorn vormt een stap in het oplossen van de waterproblemen en het anticiperen op de problemen die nog op ons afkomen. Het maakt de problemen zichtbaar, geeft een oplossingsrichting aan en formuleert zo mogelijk al concrete maatregelen.

Enkele kenmerkende trends in dit Waterplan zijn:

  • van volgend naar medebeleidsbepalend;

  • meer ruimte voor water;

  • meer aandacht voor (grond)wateroverlast;

  • aanvullende aandacht voor waterkwaliteitsproblemen;

  • meer aandacht voor het beheer van het water en z’n oevers;

  • een duidelijke en volwaardige plaats in (herinrichtings)plannen;

  • water beter benutten voor beleving, natuur en recreatie.

Welke maatregelen zijn daarvoor nodig en wat kosten ze?

De gemeente Uithoorn en Waternet (de uitvoeringsorganisatie van de gemeente Amsterdam (drinkwatervoorziening) en Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (overige watertaken)) zijn al druk bezig met het uitvoeren van de maatregelen die voortkomen uit de basisinspanning en het Waterkwaliteitsspoor Uithoorn. Daarmee is een gezamenlijke inspanning van €2,7 miljoen gemoeid voor het stedelijk gebied en € 2,3 miljoen voor het buitengebied (Gemeentelijk

Rioleringsplan 2004-2008). De waterkwaliteit vormt in Uithoorn een belangrijk aandachtspunt. In de maatregelen voor het Waterkwaliteitsspoor zijn ook enkele maatregelen meegenomen die bijdragen aan het verbeteren van de natuurwaarden.

In dit Waterplan wordt qua maatregelen voortgebouwd op het Waterkwaliteitsspoor. Om de wateroverlast te beperken wordt geld gereserveerd voor het vergroten van de waterberging. Deels gebeurt dit door het aanleggen van natuurvriendelijke oevers waardoor ook de natuur meer kans krijgt langs de watergangen. Ook grondwateroverlast krijgt aandacht. Er wordt een meetnet ingericht waarmee de oorzaken en mogelijke oplossingen worden onderzocht. Om de belevingswaarde van het water te vergroten worden op verschillende plaatsen voorzieningen getroffen om te spelevaren, vissen en schaatsen en er worden veilige speelplaatsen aan het water gemaakt. De recreatieve waarde wordt vergroot door het realiseren van een kanoroute en een wandelpad. Tot slot wordt geld gereserveerd voor beleidsontwikkeling op het gebied van grondwater en steigers, voor onderzoek (natuurwaarden en grondwateroverlast), het stroomlijnen van beheer en onderhoud en de monitoring van de maatregelen.

De totale kosten van de maatregelen bedragen circa € 586..000,00 (exclusief BTW). Hiervan betaalt de gemeente € 293.750,00 (exclusief BTW) en het hoogheemraadschap € 292.250,00 (exclusief BTW; zie toelichting par. 5.4). De verdeling van de kosten over de verschillende thema’s is weergegeven in onderstaande figuur.

Kosten voor de maatregelen per thema

Wanneer mag u resultaat verwachten?

De planperiode van het Waterplan Uithoorn loopt van 2007 tot en met 2014. De maatregelen worden uitgevoerd in de periode tot en met 2011. Sommige maatregelen kunnen direct worden uitgevoerd. Voor andere is eerst nog onderzoek nodig of is het gewenst om ze af te stemmen met andere plannen.

Planning van de maatregelen op hoofdlijnen

 

2007

2008

2009

2010

2011

Onderzoek, inventarisaties en beleidsontwikkeling

X

X

 

 

 

Waterkwantiteit en -kwaliteit

 

 

X

X

X

Ecologie en belevingswaarde

 

 

X

X

X

Recreatieve voorzieningen

 

 

X

X

X

Monitoring

X

X

X

X

X

Het effect van de maatregelen is soms direct na uitvoering merkbaar (vooral waterkwantiteitsmaatregelen). Bij andere maatregelen is het effect pas op termijn merkbaar (vooral waterkwaliteitsmaatregelen en ecologische maatregelen).

Wie gaat het uitvoeren en hoe wordt het georganiseerd?

De maatregelen worden gezamenlijk door de gemeente Uithoorn en Waternet uitgevoerd. De gemeente neemt in hoofdzaak de uitvoering van de maatregelen die gericht zijn op het verbeteren van de mogelijkheden voor natuur en recreatie en het vergroten van de belevingswaarde op zich. Waternet is in hoofdzaak verantwoordelijk voor de uitvoering van de waterhuishoudkundige maatregelen.

Voor de afstemming en begeleiding van de maatregelen wordt de organisatiestructuur van de uitvoering van het Waterkwaliteitsspoor gebruikt. Daarin zijn beide partijen vertegenwoordigd. Jaarlijks vindt evaluatie plaats van de voortgang van de maatregelen.

Hoe is het plan tot stand gekomen en hoe wordt u op de hoogte gehouden?

Het Waterplan is een gezamenlijk product van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) en de gemeente Uithoorn. Het project is begeleid door vertegenwoordigers van verschillende afdelingen van de gemeente Uithoorn. Tijdens het opstellen van het Waterplan is er verschillende malen overleg gevoerd met de opstellers van het Watergebiedsplan Westeramstel.

Voor het opstellen van het Waterplan is een aantal wateravonden georganiseerd. Daarvoor zijn verschillende belangengroepen uitgenodigd. Deze hebben creatief meegedacht in de wensbeelden en de te nemen maatregelen.

Over vorderingen van de uitvoering van de maatregelen van dit Waterplan wordt u op de hoogte gehouden op de wekelijkse gemeentepagina in de Nieuwe Meerbode. Ook kan men via de websites van de gemeente

Uithoorn, www.uithoorn.nl, en het hoogheemraadschap, www.agv.nl, informatie krijgen over het Waterplan en de uitvoering van de maatregelen die erin worden voorgesteld.

1 Inleiding

1.1 Waarom een stedelijk Waterplan?

Het water in Uithoorn is belangrijk voor het milieu en de kwaliteit van de leefomgeving. Het is van grote betekenis voor het wonen en leven in de stad en verdient daarom veel aandacht. Watergangen zijn waardevolle elementen in een woon- en leefomgeving. Ze zorgen voor de afvoer van de neerslag en dragen bij aan het houden van droge voeten. Daarnaast is water aantrekkelijk om aan te wonen, te vissen en om te recreëren. Tenslotte hebben water en de daarbij behorende oevers een ecologische betekenis omdat het voor land- en waterdieren en planten een vestigingsplaats biedt. Deze aspecten vragen om een goede afstemming tussen water en ruimtelijke planvormingsprocessen. Dit geldt met name bij de ontwikkeling van nieuwe gebieden en bij de herinrichting van bestaande gebieden.

Daarnaast krijgen enkele onderdelen van het watersysteem van Uithoorn al speciaal de aandacht. In sommige watergangen zijn de nadelige effecten van overstorten vanuit het rioolstelsel nog te groot. Daarom wordt er al veel inspanning gestopt in maatregelen ter voorkoming van de nadelige effecten.

Op veel plaatsen is de waterbodem verontreinigd. Dit wordt opgelost door het uitvoeren van baggerwerkzaamheden. Het Zijdelmeer kampt in de zomers met blauwalgen. Dat wordt aangepakt in het kader van het watergebiedsplan Westeramstel.

De natuur heeft niet overal een goede vestigingsplaats.

In verschillende wijken treedt grondwateroverlast op door te hoge of juist te lage grondwaterstanden. Verder kan er wat verbeteren in de belevingswaarde van het water.

De verantwoordelijkheid voor het watersysteem in Uithoorn ligt bij de gemeente en bij Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). De taak van de gemeente is om te zorgen voor een goede woon en leefomgeving, waar ook het watersysteem onderdeel van uitmaakt. AGV is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en waterkwantiteit en het zuiveringsbeheer. Voor het grondwaterbeheer zijn (landelijk) nog geen duidelijke afspraken gemaakt. Wel is begin 2004 door de Commissie Integraal

Waterbeheer (CIW) voorgesteld om een gemeentelijke zorgplicht voor de ontwatering van stedelijk gebied wettelijk te verankeren. In de praktijk kan dit betekenen dat de gemeente een loketfunctie heeft voor vragen en klachten over grondwater en daarnaast verantwoordelijk is voor de ontwatering van openbaar terrein en voor aansluitpunten voor de ontwatering van particulier terrein.

De verantwoordelijkheden van beide partijen zijn sterk met elkaar verbonden en daarom is bij hen de wens ontstaan gezamenlijk een visie te ontwikkelen voor het water in Uithoorn: een Waterplan.

1.2 Wat staat er in het stedelijk Waterplan?

Het Waterplan is onderdeel van het gefaseerde onderzoek naar het watersysteem van Uithoorn. In de afgelopen jaren zijn al verschillende projecten ontwikkeld op het gebied van oppervlaktewater, grondwater en riolering. In deze projecten is de werking van het watersysteem onderzocht, zijn knelpunten aan het licht gebracht en maatregelen geformuleerd. Een deel van de maatregelen is al uitgevoerd.

Daarnaast zijn er echter ook andere disciplines die raakvlakken hebben met water, waaronder waterbodem, ruimtelijke ordening, ecologie en recreatie. Ook hiervoor zijn plannen opgesteld. Het Waterplan is de verbindende schakel tussen al deze disciplines. Het omvat een integrale, door alle partijen gesteunde visie op hoe we in de toekomst met het water willen omgaan. De visie is concreet uitgewerkt in maatregelen voor de periode tot en met 2014.

In het Waterplan worden verder afspraken gemaakt tussen Waternet en de gemeente over hoe met water moet worden omgegaan bij ruimtelijke ontwikkelingen, zoals in de Legmeer-West. Ook wordt aandacht gegeven aan het steigerbeleid en grondwaterbeleid.

Nationaal Bestuursakkoord Water

Op 2 juli 2003 is het Nationaal Bestuursakkoord Water door het Rijk, het Inter Provinciaal Overleg, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen ondertekend. Het NBW is een overeenkomst tussen de betrokken partijen. In de overeenkomst wordt vastgelegd hoe de problematiek in het waterbeheer wordt aangepakt. Voor de gemeentes zijn de afspraken over het waarborgen van veiligheid, het voorkomen van (grond)wateroverlast, het voorkomen van verzilting en verdroging en het nastreven van voldoende water(bodem)kwaliteit en ecologische waarden van belang.

In de komende periode zullen de aard en omvang van de problematiek worden geanalyseerd en zullen waar nodig de oplossingsrichtingen mede worden vastgelegd in streek- en bestemmingsplannen.

In het NBW wordt aangegeven dat de gemeenten in de periode 2003-2006

Waterplannen maken. Dit Waterplan vormt daar al een invulling van.

Onder de noemer 'Nederland leeft met Water' zijn de gezamenlijke waterbeheerders Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen gestart met een campagne over het nieuwe waterbeleid voor de 21e eeuw (www.nederlandleeftmetwater.nl).

1.3 Planstatus en beleidskader van het stedelijk Waterplan

Door het opstellen van het Waterplan geven gemeente en waterschap invulling aan de Vierde Nota Waterhuishouding, de Vijfde Nota

Ruimtelijke Ordening en de meer recent verschenen stroomgebiedsvisie. Hierin wordt aangegeven dat gemeenten en waterbeheerders hun gezamenlijk waterbeleid dienen af te stemmen. In juli 2003 is daarnaast het Nationaal Bestuursakkoord Water ondertekend door het Rijk, de provincies (IPO), gemeentes (NVG) en de waterschappen (UvW). In het akkoord maken de organisaties afspraken om de regionale wateroverlast aan te pakken. Een stedelijk Waterplan helpt bij het inzichtelijk maken van de stedelijke wateropgave die nodig is om overlast op te lossen.

In 2009 zullen de waterkwaliteitswensen waaraan onze watersystemen in 2015 moeten voldoen als gevolg van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) in beeld zijn (zie tekstkaders). Onzeker is nog of op basis van deze doelen aanvullende eisen worden gesteld aan watersysteem van Uithoorn.

Op basis van de huidige inzichten zijn de in gang gezette maatregelen voor het watersysteem van Uithoorn in ieder geval een stap in de goede richting. Gedurende de uitvoeringsperiode van het waterplan zullen de doelen inzichtelijker worden gemaakt. Naar aanleiding daarvan wordt in 2009 bepaald of het noodzakelijk of gewenst is de doelstellingen en/of de maatregelen in het waterplan bij te stellen.

Het Waterplan bevat het stedelijk waterbeleid en dient als kader voor het opstellen van waterparagrafen in bestemmingsplannen.

Het Waterplan is tot stand gekomen met een bestuurlijk afstemmingstraject en wordt door de besturen van de gemeente en AGV vastgesteld. Door de vaststelling verplichten de partijen zich om tot uitvoering over te gaan. Dit zal worden vastgelegd in een gezamenlijk opgestelde overeenkomst.

Watergebiedsplan Westeramstel

In het watergebiedsplan is gekeken naar het totale watersysteem dus ook in het stedelijk gebied. In het watergebiedsplan zijn de peilbesluiten opgenomen en maatregelen om hydraulische knelpunten in het stedelijk gebied op te lossen. Voor wat betreft ecologie en andere thema’s is het watergebiedsplan gericht op het landelijke gebied. Voor het stedelijk gebied zijn deze thema’s in het waterplan Uithoorn opgepakt. De beide plannen vullen elkaar dus aan, gezamenlijk dekken de twee plannen “het gebied” en “de aandachtsgebieden of thema’s”.

In het waterplan worden de maatregelen in het stedelijk gebied van Uithoorn uit het watergebiedsplan voor de volledigheid wel genoemd.

1.4 Plangebied

Het Waterplan heeft betrekking op het watersysteem van het stedelijke gebied van Uithoorn, inclusief de uitbreidingsplannen. Voor het landelijke gebied daaromheen en de Amstel zijn de in en uitstralingseffecten meegenomen.

In het Waterplan worden verschillende deelgebieden genoemd. Een overzicht van de deelgebieden is opgenomen in kaart 1. De Amstel is geen onderdeel van het Waterplan omdat deze in beheer is van de Provincie Noord-Holland.

1.5 Afbakening

Dit Waterplan gaat over de toekomst van het grond- en oppervlaktewatersysteem van de gemeente Uithoorn. Het bevat de plannen voor het grond- en oppervlaktewatersysteem en de recreatie en natuur die aan het water zijn gebonden. Ook is aandacht gegeven aan kansen die er liggen om burgers meer te betrekken bij het watersysteem, met name op het gebied van gebruik en hergebruik van regenwater. Drinkwater maakt geen onderdeel uit van het Waterplan.

1.6 Communicatie met belanghebbende partijen

Het Waterplan is voor een brede doelgroep van belang. Het plan raakt de belangen van overheden, bewoners, diverse organisaties, bedrijven en groeperingen in de directe omgeving van de stad. In het opstellen van het Waterplan is samen met vertegenwoordigers van deze organisaties en belangengroepen nagedacht over streefbeelden voor het watersysteem. Deze streefbeelden vormden de basis voor de visie.

Ook bij het uitvoeren van de maatregelen wordt aandacht gegeven aan communicatie richting belanghebbenden en omwonenden.

1.7 Leeswijzer

Het Waterplan is beschreven op de rechterbladzijden. Kaarten, of aanvullende informatie in tekstkaders, is op enkele plaatsen op de linker bladzijden opgenomen.

In hoofdstuk 2 staat een algemene beschrijving van het watersysteem van Uithoorn.

In hoofdstuk 3 wordt per thema aangegeven hoe de bestaande situatie is en wat de gewenste ontwikkeling is in de nabije toekomst.

In hoofdstuk 4 is dit verder uitgewerkt in de deelgebieden. Hier wordt ook genoemd welke maatregelen nodig zijn om de gewenste situatie te bereiken.

Hoofdstuk 5 tenslotte, gaat in op de planning en fasering van de maatregelen, de kosten en de kostenverdeling.

In bijlage 3 is een overzicht met alle maatregelen opgenomen. Voor de volledigheid is in die bijlage ook een lijst opgenomen van de maatregelen vanuit het Watergebiedsplan Westeramstel voorzover die betrekking hebben op het stedelijke gebied.

2 Water in Uithoorn

2.1 U woont tussen het water

Heel Uithoorn ligt onder zeeniveau. Als er geen dijken en gemalen waren zou heel Uithoorn onder water staan. Langs de Amstel zouden de vloeren van de begane grond onder water staan en in De Legmeer zouden de daken van de huizen nog net boven het water uitsteken. Dit is te verklaren vanuit de ontstaansgeschiedenis van Uithoorn.

Om er voor te zorgen dat u veilig, droog, gezond en prettig kunt wonen wordt elke dag aan waterbeheer gedaan. Elke dag wordt water uit uw woongebied gepompt.

2.2 Ontstaansgeschiedenis

Uithoorn ontstond in de Middeleeuwen als rivierdorp aan de oever van de Amstel. De naam Uithoorn ('Ute Hoirne) betekent de “uithoek” en wil zeggen het uiterste stukje land tussen het Zijdelmeer en De Amstel. De turfwinning in het veengebied achter de rivierendijk had tot gevolg dat er veenplassen ontstonden. In de 18e en 19e eeuw volgde de droogmaking van deze plassen waarmee land op water werd veroverd. Zo viel rond 1770 de Bovenkerkerpolder droog, in 1851 de Thamerbinnen polder, in 1877 de Noorder Legmeerpolder en in 1883 de Zuider Legmeerpolder. Er vestigden zich agrarische bedrijven en daarmee kwam de ontwikkeling van Uithoorn in een nieuw vaarwater terecht. Een ontwikkeling die pas goed op gang kwam toen Uithoorn in 1915 een treinverbinding (Haarlem-Nieuwersluis) kreeg en in 1942 de provinciale weg Haarlem-Hilversum gereed kwam.

Na 1945 ontwikkelde Uithoorn zich in een hoog tempo. Deze ontwikkeling was in hoofdzaak het gevolg van de sterk economische groei in het zuidelijk deel van de regio Amsterdam.

In verband met huisvestingsproblemen van de werknemers in deze regio werd in 1950 tot in de 70'er jaren in een constante stroom een groot aantal woningen gebouwd. Het gevolg was dat in minder dan 45 jaar tijd het inwonersaantal van Uithoorn verviervoudigde. Van ongeveer 6.000 inwoners in 1950 tot bijna 27.000 in 2004.

Woonwijken

De kern Uithoorn is opgebouwd uit een aantal woonwijken: het ‘oude’ dorpscentrum aan de Amstel, Thamerdal (± 1960), Zijdelwaard (± 1970), De Legmeer (± 1975), Meerwijk-Oost (± 1985) en Meerwijk-West (± 1995). In het oude dorpscentrum is weinig water aanwezig. In Thamerdal, Zijdelwaard en De Legmeer is water aangelegd voor het droog houden van de wijken en voor de opvang van water vanuit rioolwateroverstortingen. Op enkele locaties heeft het water er ook een duidelijke functie voor de belevingswaarde van de wijk. Bij de aanleg van Meerwijk zijn de bestaande watergangen zoveel mogelijk bewaard gebleven. Hierdoor heeft de wijk een waterrijk karakter.

Het landelijke De Kwakel bestaat uit een lintbebouwing van eengezinshuizen langs enkele polderdijkjes, de wijk “De Kuil” en een poldergebied met land- en tuinbouw. De naam van het gebied is ontleend aan “Kwakel” een hoge smalle voetbrug, die men voorheen veel in dit gebied kon aantreffen.

Industrie

De gunstige ligging van Uithoorn en het economisch gezien nauw betrokken zijn bij de hoofdstad leidde in de jaren ’60 en ’70 tot een toename van het aantal bedrijfsvestigingen. Deze liggen vooral langs de Amstel en langs de N201. In het bedrijventerrein langs de Amstel is weinig water aanwezig.

2.3 Hoe is het nu?

Door de ontstaansgeschiedenis van Uithoorn is een ingewikkeld watersysteem ontstaan. Het gebied direct langs de Amstel en het oude intact gebleven veenweidegebied in de Uithoornsche polder liggen hoog, circa NAP 1,30 m. De in de 18e en 19e eeuw drooggelegde oude verveningsplassen liggen beduidend dieper, op circa NAP –4,40 m. Het verschil is dus ruim 3 meter! Dit verschil komt ook tot uiting in de verschillen in waterpeilen.

Door de grote hoogteverschillen in het gebied is er een permanente grondwaterstroming vanuit de Uithoornsche polder (o.a. Zijdelmeer) naar de dieper gelegen polders. Dit wegzijgende water wordt (afhankelijk van de neerslag) aangevuld door het inlaten van water vanuit de Amstel.

Deze aanvulling is ook nodig vanwege de verdamping van water en voor de handhaving van een redelijke waterkwaliteit.

Via de Ringvaart stroomt het water vanuit de Drecht richting het noordoosten waar het wordt ingelaten in de stedelijke gebieden van Uithoorn en De Legmeer. Bij het inlaatpunt is de waterkwaliteit nog redelijk, onderweg neemt de waterkwaliteit af. Dit blijkt uit waterkwaliteitsmetingen van Waternet.

Doorsnede Uithoorn

Voor het stedelijk gebied en Zijdelmeer is dus alleen water beschikbaar van een matige kwaliteit. Binnen de stedelijke kernen zijn in het kader van het waterkwaliteitsspoor al veel maatregelen uitgevoerd die moeten leiden tot een merkbare verbetering van de waterkwaliteit. Ondanks deze maatregelen zal door de matige kwaliteit van het inlaatwater de kwaliteit echter nooit zeer goed worden.

De Kwakel heeft een eigen waterpeil. Water wordt ingelaten vanuit de Ringvaart en weer uitgeslagen op de Hoofdtocht in de Zuider Legmeerpolder. Het water in Meerwijk staat in open verbinding met de Uithoornsche polder. In het overig deel van Uithoorn kan water op drie locaties worden ingelaten, waarna via drie routes het watersysteem wordt doorspoeld. Het water wordt via een viertal stuwen aan de noordoostzijde van Uithoorn uitgeslagen op de Hoofdtocht in de Bovenkerkerpolder. De peilgebieden en de belangrijkste doorspoelroutes zijn weergegeven in kaart 2.

2.4 Waar willen we naar toe?

In de hoofdstukken 3 en 4 wordt per thema en deelgebied aangegeven waar wij met het waterbeheer naar toe willen. Hier wordt dat toekomstbeeld op hoofdlijnen geschetst.

Het Waterplan moet er toe leiden dat water een meer centrale plaats krijgt tussen de verschillende beleidsterreinen. Het water moet de plaats krijgen die het nodig heeft om voldoende te kunnen anticiperen op de problemen die op het watersysteem afkomen, waaronder bodemdaling, klimaatverandering en (grond)wateroverlast. Het Waterplan Uithoorn vormt een eerste stap in die richting. Het maakt de problemen zichtbaar, geeft een oplossingsrichting aan en formuleert zo mogelijk al concrete maatregelen.

Enkele kenmerkende trends zijn:

  • van volgend naar medebeleidsbepalend;

  • meer ruimte voor water;

  • meer aandacht voor (grond)wateroverlast;

  • meer aandacht voor waterkwaliteitsproblemen;

  • meer aandacht voor het beheer van het water en z’n oevers;

  • een duidelijke en volwaardige plaats in (herinrichtings)plannen;

  • water beter benutten voor beleving, natuur en recreatie.

3 Water in het stedelijke gebied

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de watermaatregelen die voor heel Uithoorn gelden. In hoofdstuk 4 wordt dat gedaan voor de vier verschillende deelgebieden. In dit hoofdstuk worden de maatregelen beschreven voor de volgende drie terreinen:

  • primaire waterthema’s (veiligheid, wateroverlast, watertekort en waterkwaliteit);

  • ruimtelijke thema’s van water (natuur, beleving en recreatie);

  • beleid- en beheerthema’s van water.

Bij elk thema wordt aangegeven wat de huidige situatie is, wat het streefbeeld is en welke maatregelen nodig zijn om dat streefbeeld te bereiken.

3.2 Primaire waterthema’s

3.2.1 Veiligheid

Bij veiligheid moet u denken aan het voorkomen van levensbedreigende situaties. Levensbedreigende situaties kunnen ontstaan door dijkdoorbraken. Dit in tegenstelling tot de gevolgen van wateroverlast. Deze beperken zich veelal tot (weliswaar aanzienlijke) economische schades. Een voorbeeld waarbij de veiligheid in gevaar kwam is de doorbraak van de veendijk bij Wilnis in de zomer van 2003. Door het aanhoudende extreem droge weer ontstonden scheuren in de dijk die uiteindelijk leidden tot de doorbraak. Dit heeft er toe geleid dat in heel Nederland de veendijken grootschalig zijn gecontroleerd op scheurvorming.

Huidige situatie

Veiligheid tegen overstromen is het belangrijkste waterthema. In poldergebieden is de zorg voor de dijken en de gemalen een belangrijke taak van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. In relatie tot dit Waterplan betekent het dat de gemeente bij het maken van plannen en bij de uitvoering van werken rekening moet houden met de waterkerende functie van dijken. Dit is gereglementeerd in de Keur van het hoogheemraadschap. Dit is een wettelijk kader waaraan voldaan moet worden.

Streefbeeld

Het hoogheemraadschap streeft naar een acceptabel veiligheidsniveau tegen overstromingen.

In het plangebied liggen verschillende typen waterkeringen. De waterkering langs de Amstel is een boezemwaterkering. Deze biedt bescherming aan de lager gelegen polder(s) tegen overstroming vanuit de Amstel, die deel uitmaakt van de boezem van Amstelland. Dit is een watersysteem, voornamelijk bestaande uit rivieren (of riviertjes) en kanalen of vaarten, die met elkaar in verbinding staan en een belangrijke functie hebben in de waterafvoer en -aanvoer van het laaggelegen poldergebied ten zuiden van Amsterdam. Naast boezemwaterkeringen liggen in het plangebied ook tussenboezemwaterkeringen, die bescherming bieden aan de laaggelegen droogmakerijpolders tegen overstroming vanuit een hoger gelegen polder. Een voorbeeld van een tussenboezemwaterkering is de Vuurlijn, die bescherming biedt aan de Noorder Legmeerpolder (diepe droogmakerij) tegen overstroming vanuit de hoger gelegen Uithoornsche Polder (waarin Meerwijk en het Zijdelmeer liggen). Tussenboezemwaterkeringen langs droogmakerijpolders bestaan vaak grotendeels uit veen. Ze worden daarom ook wel veendijken genoemd. Zowel de boezemwaterkeringen als de tussenboezemwaterkeringen behoren tot de regionale waterkeringen. Ze hebben, in tegenstelling tot de primaire waterkeringen langs bijv. de zee en de grote rivieren, een regionaal belang. Voor deze regionale waterkeringen zijn (nog) geen formele normen beschikbaar, dat wil zeggen wettelijke of bestuurlijk vastgestelde veiligheidsnormen ontbreken voor deze waterkeringen nog.

Sinds het begin van de jaren negentig wordt door de waterschappen wel een (werk)norm gehanteerd voor deze waterkeringen, die door de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen is aanbevolen. Ook het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht hanteert deze norm. De norm is 1:100, dat wil zeggen: de waterkeringen moeten voldoende hoog en stabiel zijn om een waterstand te keren, waarvan de kans op voorkomen gemiddeld 1 x per 100 jaar is.

De (nieuwe) normen voor de regionale waterkeringen zijn vastgesteld en vastgelegd in provinciale verordeningen. De provincies zijn bevoegd gezag voor het bestuurlijk vaststellen van de normen voor regionale waterkeringen. De nieuwe normering heeft voor het stedelijk gebied van Uithoorn tot gevolg hebben dat de waterkeringen worden versterkt.

De regionale waterkeringen zullen in de toekomst periodiek op veiligheid worden beoordeeld en hierover zal aan de provincies worden gerapporteerd. De provincies houden toezicht op de waterschappen. Het

hoogheemraadschap houdt bij versterkingswerken van regionale waterkeringen al enkele jaren rekening met de nieuwe veiligheidsnormen.

In de nabijheid van Uithoorn liggen naast de bovengenoemde waterkeringen, die direct water keren, ook nog enkele waterkeringen, waartegen onder normale omstandigheden geen water staat. Het zijn zgn. indirecte waterkeringen. Ze hebben een compartimenterende functie, dat wil zeggen: als er een directe waterkering zou doorbreken, moeten de indirecte waterkeringen ervoor zorgen, dat de overstroming tot één polder of poldergebied beperkt blijft. Voorbeelden van indirecte waterkeringen aan de rand van het plangebied zijn de Hollandse Dijk, de Bovenkerkerweg en de Vuurlijn (gedeelte tussen De Kwakel en Aalsmeer).

Maatregelen

In het kader van dit Waterplan zijn op dit punt geen aparte maatregelen geformuleerd. Het hoogheemraadschap beoordeelt regelmatig voor haar gehele beheergebied de veiligheid van de waterkeringen (onder andere hoogte en stabiliteit).

Indien blijkt dat de veiligheid niet meer voldoende is of dreigt te worden, bijvoorbeeld door zakking van de waterkering, worden maatregelen genomen. Deze kunnen bestaan uit het uitvoeren van groot onderhoud (bijvoorbeeld ophogen van de waterkering) of het versterken van de waterkering. Hierbij gaat het vaak om maatregelen, waarmee de stabiliteit van de waterkering wordt verbeterd. Het hoogheemraadschap hanteert een meerjarenprogramma en –planning voor groot onderhoud en reconstructie van de regionale waterkeringen. Dit programma wordt (indien nodig) jaarlijks bijgesteld op basis van de actuele informatie over de waterkeringen.

3.2.2 Wateroverlast (oppervlaktewater)

Huidige situatie

Op verschillende plaatsen in Uithoorn is in de afgelopen jaren wateroverlast opgetreden. De wateroverlast nam extreme vormen aan op

24 augustus 2002 toen in één middag 130 mm neerslag viel (de theoretische kans op zo’n hoeveelheid neerslag is minder dan eens in de duizend jaar). Straten stonden blank en op sommige plaatsen stroomde het water nog net niet de woningen binnen. Maar ook bij minder extreme neerslag blijft het water soms op straat staan of zoekt het zijn weg naar kruipruimten, bijvoorbeeld in Thamerdal of De Legmeer. Dit ligt aan een onvoldoende ontwatering of afwatering van de gebieden. De drainage en/of de riolering voeren het water onvoldoende goed af, of het water kan in de ontvangende waterpartijen onvoldoende goed worden geborgen of afgevoerd.

Streefbeeld

De jaarlijkse kans op wateroverlast (door het vanuit de watergangen overstromen van het land) moet in de stedelijke gebieden minder zijn dan 1% (normering NBW, waterpeil in sloten mag dan tot insteekniveau stijgen). Voor het landelijke gebied is de norm minder streng. Daar mag vaker wateroverlast optreden. Dit houdt verband met de verschillen in economische en emotionele schades die in de betreffende gebieden kunnen ontstaan.

In het kader van het Nationaal Bestuursakkoord Water heeft elk waterschap de taak om na te gaan of hun beheergebied aan de NBW normering voldoet. Uit de faalkansen studie in het Watergebiedsplan Westeramstel blijkt dat het stedelijk gebied volgens de aangehouden normering niet faalt. Dit komt doordat een deel van het water snel afstroomt naar het landelijk gebied. Het landelijk gebied faalt wel vaker dan de afgesp[roken norm. Het stedelijk gebied wentelt dus af op het landelijke gebied. Daarom is ook indicatief gekeken of er binnen het stedelijk gebied een waterbergingsopgave is, als er niet (teveel) wordt afgewenteld op het landelijke gebied.

Wateroverlast augustus 2002

Uit die indicatieve analyse van de kansen op wateroverlast is gebleken dat in de gebieden Thamerdal, het dorpscentrum en het bedrijventerrein (in het peilgebied langs de Amstel) te weinig waterberging aanwezig is om de wateroverlastproblemen in het eigen gebied voldoende op te lossen. In de gebieden is het bergingstekort als volgt:

Gebied

Bergingstekort

 

[ha]

(% per wijk)

[m3]

Thamerdal

1,9

2,6

8.200

Dorpscentrum

0,6

6,2

2.200

Bedrijventerrein

2,9

10,7

5.700

Totaal

5,4

-

16.100

De algemene oplossingsfilosofie is problemen zoveel mogelijk oplossen in de gebieden waar ze ontstaan. Dus als het mogelijk is om in de bovengenoemde gebieden extra waterberging te creëren is dat goed. Temeer daar in de praktijk gebleken is dat zeer extreme buien inderdaad tot overlast leiden.

Mogelijke maatregelen

In de wijken Thamerdal, dorpscentrum en bedrijventerrein is onvoldoende waterberging aanwezig in de waterpartijen. Extra water is echter slechts beperkt mogelijk in de betreffende wijken. In het kader van dit Waterplan wordt in aanleg van de volgende (beperkte) hoeveelheden extra water voorzien door aanleg van natuurvriendelijke oevers of verbreding van bestaande watergangen:

  • 0,25 ha in Thamerdal;

  • 0,57 ha in Zijdelwaard (waarvan 0,5 ha in De Biezenwaard als compensatie voor overige wijken);

  • 0,07 ha in De Kwakel (lage deel).

Op enkele plaatsen zal de berging plaatselijk worden vergroot door aanleg van natuurvriendelijke oevers in het kader van het Waterkwaliteitsspoor. Het overige deel van de benodigde berging kan niet in het stedelijk gebied worden gevonden. Het stedelijke gebied blijft dus afwentelen op het landelijk gebied. Eventuele bergingstekorten moeten worden gevonden in het omliggende gebied.

3.2.3 Grondwateroverlast

Huidige situatie

Het grondwater speelt een belangrijke rol in Uithoorn. In het dorpscentrum in de zogenaamde Oranjebuurt in het hoger gelegen deel van

Uithoorn treden vooral in droge zomers kritisch lage grondwaterstanden op. Het grondwater zijgt hier gemakkelijk weg naar dieper gelegen grondlagen of naar het lager gelegen deel van Uithoorn. In de afgelopen jaren is daarom uitgebreid onderzoek gedaan naar de grondwatersituatie. Er is een grondwatermeetnet ingericht om gegevens te verzamelen.

In het lager gelegen deel van Uithoorn treden juist hoge grondwaterstanden op. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor het leefklimaat in woningen maar kan bij vorst ook schade veroorzaken aan wegen en kabels en leidingen. In De Legmeer is daarom ook gestart met een grondwatermeetnet.

De verantwoordelijkheid voor grondwateroverlast wordt binnenkort geregeld (begin 2007 bij aanname door 2e kamer). In 2004 is landelijk wel al afgesproken dat de gemeente een loketfunctie heeft voor klachten over grondwateroverlast (zie ook tekstkader). Een belangrijk punt in de nieuwe wet is de mogelijkheid tot financiering vanuit het (verbrede) rioolrecht.

Streefbeeld

In de gemeente Uithoorn wordt gestreefd naar het voorkomen van overlast door grondwater. Dit kan door het nastreven van grondwaterstanden die passen bij de gebiedsfuncties of door maatregelen te treffen die de gevolgen van hoge grondwaterstanden voorkomen. In het eerste geval moet gedacht worden aan het beïnvloeden van de grondwaterstanden door het aanleggen van drainage en het aanpassen van oppervlaktewaterpeilen. In het tweede geval moet gedacht worden aan bijvoorbeeld kruipruimteloos bouwen.

De gemeente Uithoorn zal aansluiten bij het landelijke beleid ten aanzien van grondwateroverlast. Daarmee wordt duidelijk wie voor de ondervonden problemen aanspreekbaar is en wordt duidelijk wat de gemeente, het hoogheemraadschap en de particulier daaraan kunnen gaan doen.

Maatregelen

Om de grondwaterproblematiek het hoofd te bieden heeft de gemeente voor de aankomende jaren de volgende acties uitgezet. De acties moeten leiden tot een helder grondwaterbeleid met aandacht voor de verantwoordelijkheden.

Vanuit Thamersloot is een voedende drain naar de Julianalaan gelegd

1 Verzamelen van meetgegevens: zonder meetgegevens kunnen geen conclusies worden getrokken over de oorzaken en de ernst en omvang van de grondwaterproblematiek. Daarom is in de Oranjebuurt en De Legmeer gestart met een meetnet. Dit wordt nu uitgebreid over geheel Uithoorn.

2 Onderzoek: op basis van de meetgegevens kan onderzoek worden gedaan naar de oorzaken en ernst en omvang van de overlast.

3 Verantwoordelijkheden: begin 2007, na vaststelling van de nieuwe Integrale Waterwet kunnen er afspraken worden gemaakt. Wel is al landelijk afgesproken dat de gemeente een ‘loketfunctie’ heeft voor het probleem. Samen met AGV (en particulieren) kan de gemeente in 2007 beleid gaan opstellen over de verantwoordelijkheden en de verdeling van taken.

4 Communicatie naar bewoners. Een deel van de verantwoordelijkheden ligt ook bij particulieren.

5 Maatregelen: het onderzoek wijst uit of maatregelen nodig en mogelijk zijn om de overlast tegen te gaan. Het beleid bepaalt wie verantwoordelijk is voor het uitvoeren van de maatregelen.

Tot het moment dat het beleid ontwikkeld is gelden de volgende aandachtspunten bij het uitvoeren van werken in de gemeente Uithoorn:

  • in gebieden met wateroverlast moet indien mogelijk bij weg- en rioolreconstructies drainage meegelegd worden;

  • bij alle werken waarbij grondwatereffecten optreden dient het effect op de grondwatersituatie in de Oranjebuurt te worden getoetst.

3.2.4 Watertekort

Huidige situatie en streefbeeld

Hoe kan het? In ons zeer waterrijke land, waar wij onder de zeespiegel wonen toch watertekort? Ja, in zeer droge zomers (bijvoorbeeld de zomer van 2003) kan het voorkomen dat de verdamping (onder andere via het blad van bomen) veel groter is dan de neerslag. Hierdoor dalen de grondwaterstanden en de oppervlaktewaterpeilen. Om de grondwaterstanddaling enigszins te temperen wordt het oppervlaktewater op peil gehouden. Dit kan inklinking en droogvallen van paalkoppen enigszins voorkomen. Bedacht moet echter worden dat de grondwaterstanden in zeer droge zomers (veel) lager kunnen zijn dan de waterstanden in de watergangen.

Om watertekort te voorkomen moet de aanvoer van voldoende kwalitatief goed water gegarandeerd zijn. Dit is echter niet het geval waardoor in zeer droge zomers watertekort kan optreden. Dit is ook op landelijk niveau onderkend. Daarom is de droogtestudie West-Nederland gestart.

Resultaten zijn over enkele jaren te verwachten. Op dit moment is het nog niet duidelijk of dit implicaties heeft voor Uithoorn. Wel is nu al duidelijk dat in het algemeen gestreefd wordt naar het zo zuinig mogelijk omgaan met inlaatwater. Dat wordt dan ook in het kader van het Watergebiedsplan Westeramstel nagestreefd.

Huidige situatie Uithoorn

Zoals reeds aangegeven wordt in de huidige situatie (veel) water ingelaten vanuit de Drecht. Dit wordt niet alleen ingelaten voor het op peil houden van de waterstanden in de watergangen, maar ook voor het doorspoelen van de watergangen in het stedelijk gebied ter voorkoming van een te slechte waterkwaliteit.

Maatregelen

In Legmeer-West wordt de inlaat van water zo veel mogelijk beperkt door toepassen van flexibel peilbeheer. Verder worden in het kader van het Waterplan Uithoorn geen aparte maatregelen voorgesteld. Wel zijn er gerelateerde maatregelen benoemd bij het thema grondwateroverlast en waterkwaliteit. Overige maatregelen kunnen volgen uit het Watergebiedsplan Westeramstel.

3.2.5 Waterkwaliteit

Huidige situatie

De waterkwaliteit in de kern Uithoorn wordt voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit van het inlaatwater en overstortingen vanuit het rioolstelsel. Het inlaatwater is door de belasting met stoffen vanuit de landbouw erg voedselrijk. De normen voor stikstof en fosfaat worden overschreden. Belangrijk voor het waterleven is dat het zuurstofgehalte over het algemeen voldoet aan de norm.

Het negatieve effect van de overstortingen vanuit de gemengde rioolstelsels zal de komende jaren fors worden teruggedrongen. In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2004 – 2008 (GRP) en in het daarop aansluitende Waterkwaliteitspoor is aangegeven dat de gewenste reductie van de vuiluitworp in de planperiode zal worden bereikt.

Daarmee wordt binnen de planperiode voldaan aan de zogenaamde basisinspanning voor de gemengde riolering en worden waar nodig aanvullende maatregelen uitgevoerd in kader van het Waterkwaliteitspoor.

MTR en SEND normen

De MTR en SEND normen zijn formeel nog van kracht. Verwacht wordt echter dat ze binnenkort vervangen gaan worden door normen die zijn afgestemd op de Kader Richtlijn Water. Bij de KRW ligt het accent meer op de ecologische waarde van het water. Dat neemt niet weg dat het veelal nodig is om de waterkwaliteit te verbeteren om die ecologische waarden te verbeteren.

Het Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR) is de landelijk vastgestelde minimum-kwaliteit van het oppervlaktewater. Voor een groot aantal fysisch-chemische stoffen die de waterkwaliteit (mate van verontreiniging) en het karakter van het water bepalen, zijn normen vastgesteld. In principe dienen alle oppervlaktewateren in Nederland aan de MTR te voldoen. Dit is echter lang niet altijd het geval.

Het Stelsel van Ecologische Normdoelstelling (SEND) is een waterkwaliteitsnormering die is opgesteld door Provincie Noord-Holland. Provincie Noord-Holland heeft deze systematiek opgesteld met als redenen:

  • het beschermen van de biodiversiteit in de watersystemen van Noord-Holland;

  • de toepassing van het stelsel specifiek richten op de Noord-Hollandse situatie, middels het onderscheiden van verschillende watertypen.

Er zijn normen vastgesteld voor fysisch-chemische kwaliteit van het water per watertype en er zijn kenmerkende plantensoorten per watertype aangegeven.

Dit is een omvangrijk pakket van milieu maatregelen ter waarde van circa € 2,7 miljoen. Een deel van de maatregelen is reeds uitgevoerd. In bijlage 2 ‘riolering’ wordt daar nader op ingegaan. In het GRP is ook een maatregelenpakket ter waarde van € 2,3 miljoen opgenomen voor de sanering van de afvalwaterlozingen in het buitengebied. Daarmee is gestart. Een aandachtspunt vormen nog de lozingen vanuit de regenwaterriolen. In het GRP is aangegeven dat daar onderzoek naar zal plaatsvinden.

Op enkele plaatsen in Uithoorn wordt de waterkwaliteit nu nog regelmatig (tijdelijk) negatief beïnvloed door overstortingen vanuit de riolering. De riolering in de gemeente Uithoorn bestaat grotendeels uit een gemengd stelsel. Bij hevige regenval kan overtollig water door middel van een aantal overstorten lozen op het oppervlaktewatersysteem. De overstortingen treden doorgaans enkele malen per jaar op. Bij een overstorting komt met het water vuil uit de riolering terecht in het oppervlaktewatersysteem.

De rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van Uithoorn bevindt zich op het bedrijventerrein. De capaciteit van de RWZI is aan de krappe kant. Wanneer in de toekomst de kassenteelt rond Uithoorn toeneemt, neemt ook de belasting van de RWZI toe. Om een oplossing te vinden voor het capaciteitstekort is enkele jaren terug een begin gemaakt met een optimalisatiestudie. Deze optimalisatiestudie werd echter destijds achterhaald door scherpere vergunningseisen (vanaf 2006 strengere kwaliteitsnormen voor het effluent). Om aan de eisen te kunnen voldoen is toen besloten de RWZI uit te breiden. Daarvoor is het project ‘Amstel; Gold’ opgestart. In dit project zijn ook de ruimtelijke ontwikkelingen (uitbreiding kassenteelt etc.) meegenomen en het project is in volle gang.

Wanneer de waterbodem van slechte kwaliteit is heeft dit een negatief effect op de waterkwaliteit. Op verschillende plaatsen in Uithoorn was verontreinigd slib (klasse 3 en klasse 4) aanwezig, met name in De Kwakel, Meerwijk en het Zijdelmeer. De kwaliteit van de waterbodem in Zijdelwaard, Thamerdal en De Biezenwaard is voornamelijk klasse 0 en klasse 1. In een groot aantal watergangen is recent gebaggerd. Ook het verontreinigde slib in de Amstel ter plaatse van het Cinduterrein is in 2003/2004 verwijderd.

Streefbeeld

In het kader van het GRP en het waterkwaliteitsspoor wordt veel gedaan om de waterkwaliteit te verbeteren. Daarmee wordt voldaan aan de gevraagde wettelijke inspanningen. Een volgende stap is het geleidelijk ombouwen / afkoppelen van verharde oppervlakken van de gemengde riolering. Daar waar zich kansen voordoen wordt ernaar gestreefd om dat in te vullen.

In het waterbeheersplan van AGV worden functies genoemd voor de stedelijke waterkwaliteit. De nagestreefde kwaliteit per functie is afhankelijk van lozingen op het watersysteem, waaronder overstortingen vanuit het rioolstelsel. De belasting van het watersysteem is afhankelijk van het type rioolstelsel. Daarom is voor Uithoorn het streefbeeld gekoppeld aan het type rioolstelsel. De type rioolstelsels zijn weergegeven op kaart 3.

In volgorde van lager naar hoger ambitieniveau zijn de functies:

Functie

Type rioolstelsel

Wijken Uithoorn

Stedelijk gebruikswater

Gemengd stelsel

De Kwakel, Thamerdal, Bedrijventerrein, Oranjebuurt, Zijdelwaard en De Legmeer

Stedelijk leefwater

(Verbeterd) gescheiden

Meerwijk, delen De Kwakel en bedrijventerrein, Burg. Kootpark

Natuur

n.v.t.

Zijdelmeer, Biezenwaard

Stedelijk gebruikswater houdt in dat toekomstige potenties van het water beperkt zijn. De waterkwaliteit is onvoldoende en een belangrijke verbetering van de waterkwaliteit is voorlopig niet haalbaar. Het water wordt zo gebruikt dat er een geringe contactkans is met het water.

Het ambitieniveau voor stedelijk leefwater ligt hoger. Recreatief gebruik met een zekere contactkans is mogelijk. Water met de functie Stedelijk natuurwater komt in Uithoorn niet voor. Wel komt de functie natuur binnen de gemeentegrenzen voor. Het water in het Zijdelmeer en De Biezenwaard en de gracht van het Fort aan de Drecht hebben de functie natuur. Aan deze functie zijn ecologische doelstellingen van het hoogste niveau toegekend (Waterbeheersplan 2000-2004, AGV). De streefbeelden zijn als uitgangspunten gehanteerd bij de uitwerking van de maatregelen van het Waterplan.

Maatregelen

In de afgelopen jaren is al veel gedaan aan de waterkwaliteit. In de afgelopen en komende jaren worden de maatregelen van het GRP (o.a. basisinspanning) en het Waterkwaliteitsspoor verder uitgevoerd. Zo zijn de stuwen geautomatiseerd ten behoeve van een optimale doorspoeling van het water.

Aanvullend wordt onderzocht of er mogelijkheden zijn om de inlaat te beperken vanwege het negatieve effect op de waterkwaliteit. Dat zal verder worden onderzocht in het Watergebiedsplan Westeramstel. In het kader van dit plan is het verstandig om nu al te anticiperen op mogelijke resultaten. Zo is het gewenst om rekening te houden met het openhouden van de mogelijkheid om water binnen het gebied te circuleren. Daarvoor zijn dwarsverbindingen tussen de doorspoelroutes nodig. Te denken valt aan een tracé langs de WRK leiding en een tracé door het gebied tussen de noordgrens van Uithoorn en de N201 (zie kaart 4).

3.3 Ruimtelijke waterthema’s

3.3.1 Water en natuur

Huidige situatie

Watergangen hebben een belangrijke functie voor vestiging en migratie van natuur.

Hoewel de waterkwaliteit in een groot deel van Uithoorn niet optimaal is, worden toch bijzondere soorten aangetroffen, waaronder krabbescheer in een watergang bij het Fort aan de Drecht en de Groene Glazenmaker (libelle) langs het Zijdelmeer.

Aanknopingspunten voor het vergroten van de natuurwaarde van het water in de bebouwingskern van Uithoorn liggen in de regionale ecologische structuur en stedelijke groenstructuur. De vuurlijn maakt deel uit van de Provinciale ecologische hoofdstructuur waarbij versterking van natuur, cultuurhistorie, landschap en recreatie het doel is. Een andere belangrijke regionale verbinding is die tussen de Bovenkerkerpolder ten noorden van Uithoorn en De Polder Blokland ten zuiden van Uithoorn. De Amstel is hiervoor een belangrijke natte verbinding, die kan worden verbonden met de Westeinderplassen. Binnen Uithoorn zijn de belangrijkste onderdelen van de natte ecologische structuur van de Uithoornsche en Kalslager Polder, de natte natuur in De Biezenwaard, het Zijdelmeer en de helofytenzone. Bij de inrichting van Legmeer-West wordt een natte ecologische verbindingszone aangelegd tussen de Uithoornsche polder en de Bovenkerkerpolder ter plaatse van de Amstelveense tocht. Een belangrijk knelpunt hierbij is de sterke barrièrewerking van de huidige N201 (Cyber, 1999).

In het groenbeleidsplan van de gemeente Uithoorn “Zicht op Groen” en in het Waterkwaliteitsspoor is de aanleg van flauwe natuurvriendelijke oevers opgenomen. Natuurvriendelijke oevers zijn tevens kindvriendelijk en dragen bij in de waterberging. In het Waterplan zijn deze maatregelen overgenomen en op enkele locaties aangevuld.

Streefbeeld

In Uithoorn wordt gestreefd naar het vergroten van de natuurwaarden in en langs de watergangen. Daarbij wordt aangesloten bij de plannen voor de ecologische regionale structuur en de stedelijke groenstructuren.

De bestaande en gewenste ecologische infrastructuur van Uithoorn is weergegeven in kaart 5. De kaart is afkomstig uit het Groenbeleidsplan van de gemeente Uithoorn (Cyber, 1999).

Maatregelen

Om meer zicht te krijgen welke natuur in en langs het water van Uithoorn leeft is in het kader van het opstellen van de natuurkaart de aanwezige natuurwaarde geïnventariseerd. Verder worden op verschillende locaties watergangen voorzien van natuurvriendelijke oevers. In hoofdstuk 4 wordt aangegeven voor welke watergangen dit geldt.

Natuurvriendelijke oevers kunnen op verschillende manieren worden ingericht. Voorbeelden van een flauwe oever en van een plasdrasoever zijn hieronder weergegeven. De inrichting is afhankelijk van de gewenste natuur, de beschikbare ruimte en de aanwezige grondslag.

Voorbeeld plasdrasoever en flauwe oever

3.3.2 Belevingswaarde

Water speelt ook een belangrijke rol in de beleving van de leefomgeving. Het draagt bij aan het stadsbeeld en het is prettig om op en langs het water te recreëren.

Mooie plekjes: wandelpad langs het Zijdelmeer en Fort aan de Drecht

Huidige situatie

Momenteel is het watersysteem in Uithoorn nog redelijk versnipperd. Hierdoor is het watersysteem weinig zichtbaar. Wel zijn er enkele mooie details, zoals De Biezenwaard, het Zijdelmeer, de waterpartij langs de Wiegerbruinlaan en de Stepping Stones in De Legmeer. Verder zijn er in Uithoorn nog verschillende koppelingen tussen water en belevingswaarde:

  • De Amstelzone vormt een belangrijke ruimtelijk structurerend element met een hoge belevingswaarde, zowel vanaf het water als vanaf de kant (terrasjes, steigers, fiets- en wandelroutes);

  • het natuurlijke en unieke karakter van het Zijdelmeer binnen de stedelijke omgeving;

  • de Stelling van Amsterdam (UNESCO-monument); het gebied ten zuiden van de Stelling kon vroeger onder water worden gezet om de vijand tegen te houden. Gekoppeld aan de Stelling van Amsterdam liggen er in Uithoorn verschillende cultuurhistorische elementen: Vuurlijn, Fort De Kwakel, Fort aan de Drecht en een historische damsluis;

  • dijken binnen de bebouwde kom die bijdragen aan een groene uitstraling (bijvoorbeeld De Kwakel);

  • in Meerwijk en in de Biezenwaard zijn de afgelopen jaren avontuurlijke speelplaatsen aangelegd met speelfuncties langs het water.

Water heeft ook een belangrijke educatieve functie

Streefbeeld

Het water in Uithoorn kan meer bijdragen aan de belevingswaarde van de woon en werkomgeving. Dat zal bij (herinrichtings)plannen actief worden nagestreefd.

Maatregelen

Om de belevingswaarde van water te vergroten worden op verschillende locaties voorzieningen getroffen om te vissen, schaatsen en spelevaren en worden speelplekken aan het water aantrekkelijker gemaakt om het water dichter bij de mensen te brengen. Waar dit precies zal gebeuren staat in hoofdstuk 4. Daarnaast wordt er geld gereserveerd voor voorlichting en educatieve doeleinden.

3.3.3 Recreatie

Huidige situatie

Het water in de stedelijke kernen leent zich voor recreatief medegebruik, zoals om langs te wandelen, te fietsen, te vissen of om op te varen. Vissen gebeurt bijvoorbeeld langs de Amstel en in de waterpartij rond het Fort aan de Drecht. De Amstel is een belangrijke doorvaartroute voor pleziervaart. In Uithoorn zijn aanlegmogelijkheden en terrasjes. Langs de Amstel bevindt zich ook de roei- en kanovereniging Michiel de Ruyter. Tussen het verenigingsgebouw van Michiel de Ruyter en de Vrouwenakkerse brug is langs de Amstel een recreatief fietspad geprojecteerd. Verder kan worden gewandeld en gefietst langs het Zijdelmeer of in De Biezenwaard. In de polder liggen kansen voor waterrecreatie. Momenteel zijn er nog veel barrières in het watersysteem voor schaats- en kanoroutes.

Op veel plaatsen in het stedelijk water van Uithoorn zijn steigers aanwezig. Veel van deze steigers zijn verouderd, worden niet meer gebruikt of onderhouden. Dit geeft het watersysteem een rommelig uiterlijk. Er is momenteel wel beleid voor het bouwen van steigers, bijvoorbeeld voor omvang, materiaalgebruik en onderhoud. In het kader van de keur worden eisen gesteld aan het materiaalgebruik. De gemeente wil op korte termijn het steigerbeleid actualiseren.

Op verschillende plaatsen in Uithoorn zijn speelplaatsen langs het water aanwezig. Enkele speelplaatsen zijn verouderd. De locaties zijn opgenomen in het speelbeleidsplan.

Streefbeeld

Gestreefd wordt om de recreatieve waarde van het watersysteem te vergroten door aanleg van kanoroutes, visvoorzieningen, veilige kinder (water)speelplaatsen en wandelroutes langs aantrekkelijke waterpartijen.

Maatregelen

Om de recreatieve waarde van het water te verhogen wordt de realisatie van een kanoroute voorbereid. Voor schaatsers en vissers en voor bootjes worden op verschillende locaties voorzieningen gemaakt om bij het water te kunnen komen.

Dit kan bijvoorbeeld worden vormgegeven door de aanleg van een flauwe oever. Voor het actualiseren van het steigerbeleid is geld gereserveerd. Bestaande speelplaatsen aan het water worden verbeterd. De maatregelen per deelgebied zijn verder toegelicht in hoofdstuk 4.

3.4 Beleid en beheer thema’s water

3.4.1 Watertoets

Huidige situatie

Sinds 1 juli 2002 is de watertoets verplicht in Noord-Holland. De watertoets waarborgt de belangen van het watersysteem bij ruimtelijke planvorming. Initiatiefnemers (gemeente en ontwikkelaars) zijn door de

Watertoets verplicht de waterbeheerder in een vroeg stadium bij haar ruimtelijke plannen te betrekken. Voor de gemeente Uithoorn zijn hierbij vooral bestemmingsplannen, artikel 19 WRO-procedures en waterstructuurplannen van belang, maar de watertoets geldt ook voor MER-studies, intergemeentelijke en regionale structuurplannen, streekplannen, locatiebesluiten, herstructureringsplannen en ontgrondingenplannen. De plannen die in Uithoorn spelen zijn weergegeven op kaart 6.

Hoe de watertoets moet worden uitgevoerd staat in de Handreiking

Watertoets. Deze wordt door AGV verder uitgewerkt in een eigen document. In de watertoets worden alle waterhuishoudkundige aspecten van een plan bekeken. De thema’s zijn in het hiernaast afgebeelde kader opgesomd.

Streefbeeld

Het Waterplan (en het Watergebiedsplan Westeramstel) dient in de toekomst als kader voor de watertoetsen in Uithoorn. Dat wil zeggen dat naast de reguliere toetsing van ruimtelijke plannen op de bovenstaande thema’s ook getoetst moet worden aan het Waterplan (en het Watergebiedsplan Westeramstel). Belangrijk daarbij zijn het voorkomen van wateroverlast en realiseren van voldoende waterberging, het grondwaterbeleid, recreatievoorzieningen en de natte ecologische structuur.

Maatregelen

Huishoudwater en regenwater

Recent is de aanleg van 2e waterleidingnetten voor de levering van huishoudwater (water van een mindere kwaliteit) verboden. Uit verschillende ervaringen bij de aanleg van nieuwe wijken met een huishoudwaternet is gebleken dat de volksgezondheid negatief wordt beïnvloed. Dit wordt vooral veroorzaakt door foutieve aansluitingen. Daartegenover staan geen of slechts zeer beperkte milieuvoordelen en kostenvoordelen. Hieruit blijkt dat niet elke poging tot een transitie succesvol is.

Opvang van regenwater in bijvoorbeeld regentonnen voor eigen gebruik is uiteraard wel mogelijk. Dit is eenvoudig te realiseren. Het bespaart water en het is vooral gemakkelijk voor het water geven van de planten in de tuin.

Dit Waterplan en het Watergebiedsplan Westeramstel dienen als toetsingskader voor de voorgenomen ruimtelijke ingrepen. Voor het goed kunnen toetsen (en het vooraf kunnen meegeven van richtlijnen aan gebiedsontwikkelaars) is het echter soms nodig om over aanvullende inhoudelijke toetsingskaders en richtlijnen te beschikken, bijvoorbeeld op het gebied van te verwachten grondwateroverlast, over de waterbergingsbehoefte en over de te verwachten effecten op de waterkwaliteit.

Deze inhoudelijke toetsingskaders zullen voort moeten komen uit de in dit plan geformuleerde nadere onderzoekspunten (bijv. grondwater en eco-scan stedelijke gebied) en het Watergebiedsplan Westeramstel.

3.4.2 Beheer en onderhoud

Huidige situatie

Op enkele plaatsen is het onderhoud aan de waterlopen nogal versnipperd. Het waterschap beheert de waterlopen tot de insteek. De oevers worden beheerd en onderhouden door de gemeente. Het natuurlijke groen op de oevers vraagt om een extensief onderhoudsregime. Het gebied rond het Zijdelmeer is vanwege de grote ecologische en landschappelijke waarden in erfpacht uitgegeven aan Stichting Landschap Noord-Holland. De Biezenwaard is in beheer van de gemeente. Voor beide gebieden is een beheerplan opgesteld. Daarnaast zijn er enkele waterlopen rond bijvoorbeeld de RWZI die nog in beheer zijn van de gemeente.

De meeste stedelijke waterlopen zijn in beheer bij AGV. Baggeren in deze waterlopen ligt op schema. Voor het water dat in beheer is bij de gemeente is in 2003 een baggerplan opgesteld. Momenteel baggeren AGV en de gemeente apart van elkaar.

Verontreinigd slib wordt verwijderd en verwerkt op een speciale locatie voor herverwerking of recycling. Slib van klasse 1 en 2 kan zelf worden verwerkt in het gemeentelijk baggerdepot.

Alle kunstwerken en de waterkeringen zijn in beheer bij AGV. Over het algemeen treden geen knelpunten op met betrekking tot de onderhoudstoestand van de kunstwerken. Alleen de locaties van de stuwen en de stuwhoogten bij de busbaan tussen Thamerdal en Zijdelwaard zijn onbekend.

Dit geldt niet altijd voor het (groot) onderhoud. Zo ligt bijvoorbeeld de onderhoudsplicht voor de boezemwaterkering langs de Amstel bij de gemeente Uithoorn.

Streefbeeld

Het is wenselijk om het baggeronderhoud beter op elkaar af te stemmen. De verdeling van het onderhoud zal daarom opnieuw worden afgestemd tussen de gemeente en AGV.

Maatregelen

Voor het beheer en onderhoud van de watergangen en kunstwerken wordt een gezamenlijk (gemeente Uithoorn en Waternet) beheer- en onderhoudsplan opgesteld.

3.4.3 Communicatie

Streefbeeld

Het Waterplan is een plan dat veel mensen aangaat: inwoners, wijkvertegenwoordigers, natuurorganisaties, politiek enzovoorts. Het is belangrijk dat al deze verschillende doelgroepen weten dat er een Waterplan is, waarom dat er is en wat gemeente en hoogheemraadschap ermee willen. Men moet weten welke maatregelen uit dit plan volgen en wat de effecten daarvan zijn en natuurlijk wat dit voor een ieder kan betekenen.

Het is dan ook belangrijk op een goede en zorgvuldige manier met alle doelgroepen te communiceren.

Dat is in het voortraject bij het opstellen van het plan al gebeurd door onder andere een klankbordgroep in te stellen. Ook na het vaststellen van het plan moet gedurende het hele proces regelmatig met de doelgroepen gecommuniceerd worden. Eén van de onderwerpen die daarbij aan de orde kan komen is het hergebruik van water voor bijvoorbeeld het sproeien van de tuin of het wassen van de auto.

Maatregelen

Voor de communicatie naar de diverse doelgroepen worden verschillende middelen ingezet. Zo wordt men via de wekelijkse gemeente pagina in de Nieuwe Meerbode op de hoogte gehouden van de vorderingen van het Waterplan. Daarnaast verschijnt er, na vaststelling van het plan, een folder over het Waterplan, waarin uitgelegd wordt wat het plan inhoudt en waarom het er is. Ook kan men via de websites van de gemeente Uithoorn, www.uithoorn.nl, en het Hoogheemraadschap, www.agv.nl, informatie krijgen over het Waterplan en de uitvoering van de maatregelen die erin staan. De besturen van de gemeente en het hoogheemraadschap krijgen ieder jaar een voortgangsverslag.

4 De deelgebieden

4.1 Inleiding

Op basis van de streefbeelden voor de waterkwaliteit is een onderverdeling gemaakt in deelgebieden (zie ook paragraaf 2.3). In dit hoofdstuk is per deelgebied een korte beschrijving gegeven van het bestaande watersysteem, van het streefbeeld en van de maatregelen die daartoe worden uitgevoerd. Voor een omschrijving van de streefbeelden wordt verwezen naar paragraaf 3.2.5.

4.2 Stedelijk gebruikswater

4.2.1 Huidige situatie

De functie stedelijk gebruikswater geldt voor de gebieden met een (verbeterd) gemengd rioolstelsel. Dit zijn de wijken De Kwakel, Thamerdal, bedrijventerrein, dorpscentrum, Zijdelwaard en De Legmeer (zie kaart 7). De waterkwaliteit is in deze wijken matig tot plaatselijk of tijdelijk slecht, bijvoorbeeld bij en na riooloverstortingen. Op dit moment wordt in het kader van het GRP en het Waterkwaliteitspoor hard gewerkt aan het reduceren van de negatieve effecten van de overstortingen.

Het centrum van Uithoorn is relatief hooggelegen op de oeverwal van de Amstel en ligt daarmee enkele meters hoger dan de wijken in de droogmakerijen. In de lager gelegen wijken is de berging in het watersysteem te klein waardoor regelmatig wateroverlast optreedt. Doordat de drooglegging beperkt is en drainage over het algemeen ontbreekt treden hoge grondwaterstanden op. Dit leidt plaatselijk tot vochtige kelders. Het watersysteem heeft over het algemeen een versnipperd uiterlijk.

Wel biedt het watersysteem hier en daar mooie plaatjes, zoals de stepping stones in De Legmeer, of de waterpartij langs de Wiegerbruinlaan (Zijdelwaard).

Stepping Stones in De Legmeer en waterpartij langs de Wiegerbruinlaan

In het oude dorpscentrum is de zone langs de Amstel enkele jaren geleden heringericht op basis van het Groenstructuurplan Centrumgebied Uithoorn.

De afvoer van water uit Thamerdal vindt plaats door duikers onder de busbaan door. De doorstroming stagneert hier enigszins zodat bij hoge neerslag Thamerdal moeilijk haar water kwijtraakt.

De Kwakel is door duidelijk aanwezige dijken in het centrum meer landelijk van aard gebleven. Langs de singels komt groen voor in grotere eenheden. Rond voormalig Fort De Kwakel bevindt zich een recreatief aantrekkelijke waterpartij. De kwelsloot aan de noordzijde van de Ringdijk ligt deels op particulier terrein. Waarschijnlijk is de sloot op meerdere locaties gedempt. In sommige tuinen langs de dijk treden wellen op.

4.2.2 Streefbeeld

Stedelijk gebruikswater houdt in dat potenties van het water beperkt zijn.

De waterkwaliteit is onvoldoende, en een belangrijke verbetering van de waterkwaliteit is voorlopig niet haalbaar . Het water wordt zo gebruikt dat er een geringe contactkans is met het water.

De grootste kansen liggen daarom bij het verhogen van de belevingswaarde van het water. Door herinrichting van watergangen wordt ook de ecologische waarde verhoogd.

4.2.3 Maatregelen

Bij de aanleg van natuurvriendelijke oevers in De Legmeer, Zijdelwaard en Thamerdal worden voorzieningen aangelegd om bij het water te kunnen komen. Deze locaties kunnen worden gebruikt om te vissen, als instapplaats voor rubberbootjes of voor schaatsers. Tevens wordt komend jaar een recreatiegebied voorbereid in De Kwakel aan de westkant van De Kuil. In dit recreatiegebied zal ook een avontuurlijke speelplaats worden opgenomen.

Waterkwaliteitsmetingen zullen vooraf moeten uitwijzen of er gezondheidsrisico’s aanwezig zijn. De contactkans met water moet nabij overstorten vermeden worden (min. 500 m afstand).

De aanpak van de grondwateroverlast in De Legmeer wordt gestart met de inrichting van een peilbuizenmeetnet. In het dorpscentrum wordt het bestaande meetnet verfijnd. De gegevens moeten inzicht geven in de oorzaken en mogelijke oplossingen.

Op verschillende plaatsen wordt de waterberging enigszins vergroot. In Thamerdal en Zijdelwaard gebeurt dit door het aanbrengen van natuurvriendelijke oevers. Dit heeft tevens een positief effect op de ecologische waarde van de watergangen. Indien mogelijk wordt de deels gedempte greppel langs de busbaan opnieuw uitgegraven en verbreed. De verbreding wordt echter beperkt door de aanwezigheid van de WRK-leiding.

In De Kwakel wordt onderzocht of de kwelsloot langs de dijk moet worden hersteld.

De Europarei, delen van het bedrijventerrein en de zogenaamde Vinckenbuurt worden opnieuw ingericht. Bij de inrichting wordt nadrukkelijk gekeken of vergroting van de waterberging mogelijk is. Bij de watertoets voor de Vinckenbuurt wordt aandacht geschonken aan het vergroten van de waterberging. Ook wordt een inzamelplaats voor afval voor recreatievaart ingericht.

Op het bedrijventerrein bevinden zich enkele singels die ruimte bieden voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers, waaronder de singel langs de J.N. Wagenaarweg en naast de Couperuslaan. Het rioolstelsel van het bedrijventerrein wordt omgebouwd. Hiermee wordt voldaan aan de nieuwe milieueisen. De werkzaamheden van de 1e fase zijn in uitvoering (2006).

Het Cinduterrein heeft een eigen zuivering en loost op de Amstel.

4.3 Stedelijk leefwater

4.3.1 Huidige situatie

De functie stedelijk leefwater geldt voor de gebieden met een gescheiden of verbeterd gescheiden rioolstelsel. Dit zijn de wijken Meerwijk, Burgemeester Kootpark en delen van Thamerdal, De Kwakel en het bedrijventerrein. (zie kaart 8). De waterkwaliteit is in deze wijken momenteel matig.

Burgemeester Kootpark

Meerwijk-Oost is gebouwd begin jaren ’80 en Meerwijk-West begin jaren ’90. Beide wijken zijn gebouwd op veen. Er is veel water in de wijk wat onderdeel uitmaakt van het watersysteem van de Uithoornsche polder. In de waterstructuur is nog duidelijk de oude kavelstructuur te herkennen wat in belangrijke mate het karakter van de wijk bepaalt.

In Meerwijk spelen kinderen veel langs het water. Ten behoeve van de veiligheid zijn daarom op veel plaatsen natuurvriendelijke oevers aangebracht. De veiligheid blijft echter een aandachtspunt. Er is een avontuurlijke speelplek langs het water aangelegd tegenover de helofytenzone.

Het Burgemeester Kootpark en de gebieden aan de oostzijde van De Kwakel zijn relatief nieuwe wijken.

4.3.2 Streefbeeld

Stedelijk leefwater is water in woonwijken en bedrijventerreinen waar geen of weinig verontreinigde lozingen plaatsvinden. Recreatief gebruik met een zekere contactkans is zeker mogelijk. Kansen in deze gebieden spitsen zich daarom toe op recreatief gebruik.

4.3.3 Maatregelen

Er wordt een rondvaartroute voor kano’s gerealiseerd langs Meerwijk, het gemeentehuis en het Zijdelmeer. Ook worden de mogelijkheden onderzocht om de route door te trekken richting De Kwakel. Vanuit de route zijn er mogelijkheden om verder het landelijk gebied in te varen. Een mogelijke route is weergegeven in bijlage 4. De exacte route wordt in samenwerking met Landschapsbeheer Noord Holland uitgewerkt.

4.4 Natuur

4.4.1 Huidige situatie

Het park Biezenwaard in Zijdelwaard en het Zijdelmeer zijn min of meer afgesloten gebieden met hoge natuurwaarden. De waterkwaliteit in deze gebieden is echter ook matig.

Het park Biezenwaard, het Zijdelmeer en het gebied rondom het fort hebben een aparte natuurfunctie in het kader van het waterhuishoudingsplan. Dat betekent dat de ambities van het waterschap daar hoog liggen.

Het gebied rond het Zijdelmeer, waaronder de helofytenzone, vormt een waardevol stukje natuur in Uithoorn. Bij het Fort aan de Drecht en in het Zijdelmeergebied is de “Groene Glazenmaker” aangetroffen, een zeldzame libellensoort. Het gebied biedt ruimte voor natuur en recreatie zoals wandelen en fietsen. In de zomer treden door hoge fosfaatgehalten regelmatig blauwalgen op in het meer. Ook treedt vissterfte op. Aanvankelijk is geprobeerd het fosfaatgehalte op natuurlijke wijze te verlagen door aanleg van een helofytenzone maar dit heeft onvoldoende effect. In 2004 is een proef gedaan met een defosfateringsinstallatie.

Zijdelmeer en helofytenfilter

Het park Biezenwaard is een waterrijk gebied waar ook een gedeelte beheerd wordt als veenweidegebied. Het gebied wordt ecologisch beheerd en er grazen Dexters. In De Biezenwaard is ook een waterspeelplaats gerealiseerd.

4.4.2 Streefbeeld

De functie natuur is voornamelijk gericht op het nastreven van hoge natuurwaarden. Meer dan 50% van de oevers wordt natuurvriendelijk ingericht en recreatief gebruik is mogelijk zo lang de natuurwaarden worden ontzien.

Zijdelmeer

Het Zijdelmeer en het helofytenfilter in de gemeente Uithoorn vormen een onderdeel van het natuurgebied Uithoorn. Het gebied biedt ruimte aan natuur en recreatie zoals wandelen en fietsen. Al vele jaren ondervinden bewoners in de directe omgeving van het Zijdelmeer, in vooral warme perioden, hinder van overmatige blauwwierbloei in het meer. Om de waterkwaliteit van het meer te verbeteren is in het verleden een helofytenfilter aangelegd dat was bedoeld om de fosfaten (een belangrijke voedingsbron voor de blauwwieren) uit het inlaatwater te halen. Het helofytenfilter werkte echter niet goed. In april 2004 is gestart met een proef om het inlaatwater te defosfateren. Daarnaast is er onderzoek gedaan naar de eigenschappen van het slib en zijn alle (waterinrichtings)mogelijkheden onderzocht die de waterkwaliteit van het Zijdelmeer kunnen verbeteren.

Inmiddels is in overleg met bewoners en belangengroepering gekozen voor de oplossing om de hydrologische isolering het Zijdelmeer op te heffen. De maatregelen om dit te realiseren zijn in het watergebiedsplan Westeramstel uitgewerkt. In het waterplan worden deze maatregelen voor de volledigheid genoemd.

4.4.3 Maatregelen

De verbetering van de waterkwaliteit in het Zijdelmeer en de aanpak van de algenproblematiek worden parallel aan het Waterplan opgepakt. In het kader van het Waterplan zijn geen extra maatregelen voorgesteld. In

De Biezenwaard wordt extra waterberging gerealiseerd. Deze waterberging komt ten goede van het watersysteem van Zijdelwaard. De wateruitwisseling met Zijdelwaard is echter beperkt, zodat geen extra uitstralingseffecten plaatsvinden van de matige waterkwaliteit van Zijdelwaard. Ten behoeve van dit plan zal extra water worden gegraven voor de nieuwe speelfuncties.

4.5 Nieuwe gebieden

4.5.1 Huidige situatie

Ruimtelijke ontwikkelingen bieden kansen voor water. Bij herinrichtingen kan de waterstructuur worden verbeterd, kan waterberging worden vergroot, maar zijn er ook kansen om bijvoorbeeld ruimte te reserveren voor natuurvriendelijke oevers. Sinds 2001 is de watertoets van toepassing op ruimtelijke plannen. De watertoets waarborgt de inbreng van de waterbeheerder in ruimtelijke plannen.

Voor het gebied in en rond Uithoorn bestaat een aantal plannen welke kansen bieden voor water. De herinrichtingen van de Europarei,

Vinckenbuurt en bedrijventerrein zijn al genoemd in paragraaf 3.2. Nieuwe stedelijke ontwikkelingen zijn (zie kaart 10 en ook kaart 6):

  • twee woningbouwlocaties bij De Kwakel;

  • woningbouwlocatie Legmeer-West;

  • woningbouwlocatie: Park Krayenhoff en Buitenhof.

  • Daarnaast

    spelen nog ontwikkelingen in het landelijke gebied:

  • ontwikkeling groen en mogelijk waterrijk recreatiepark tussen de huidige N201 en de Vuurlijn;

  • zone tussen Uithoorn en toekomstige N201.

4.5.2 Streefbeeld

Voor de nieuwe stedelijke gebieden wordt gestreefd naar de functie stedelijk leefwater. De waterberging moet voldoende groot zijn en bij de inrichting van het watersysteem is aandacht voor ecologie. Minimaal 25% van de oevers wordt natuurvriendelijk ingericht.

4.5.3 Maatregelen

Voor de waterstructuur van de nog te realiseren bebouwing in Legmeer-West, Park Krayenhoff en Buitenhof is een waterhuishoudingsplan opgesteld. Door het watersysteem niet aan te sluiten op het watersysteem van de rest van Uithoorn en flexibel peilbeheer toe te passen wordt een verbetering van de waterkwaliteit nagestreefd. Om voldoende waterberging te creëren wordt een grote waterplas aangelegd. Deze plas wordt tevens ingericht voor recreatief gebruik.

De plannen hiervoor worden in de komende jaren uitgewerkt. Verder zijn er plannen voor de aanleg van een natte ecologische verbinding tussen de Uithoornsche polder en de Bovenkerkerpolder, ter plaatse van de

Amstelveense tocht.

Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor de overige nieuwe gebieden wordt een watertoets uitgevoerd. In dat kader vindt overleg plaats tussen de gemeente en AGV. Het is wenselijk om in een zo vroeg mogelijk stadium overleg te voeren. Zomogelijk al voordat de gronden worden verkocht aan ontwikkelaars.

5 Planning en kosten

5.1 Planning

Voor het uitvoeren van de maatregelen is een planning opgesteld die loopt tot 2011 (zie bijlage 3). Deze planning is op hoofdlijnen weergegeven in tabel 5.1. In de eerste twee jaren ligt het accent van de maatregelen op het doen van onderzoeken, inventarisaties en ontwikkelen van beleid. Het vergroten van de waterberging en het realiseren van recreatieve voorzieningen zijn voornamelijk gepland in de tweede helft van de planperiode. Gedurende de hele periode vindt monitoring plaats van grondwaterstanden en waterkwaliteit.

5.2 Utvoering, organisatie en samenwerking

In het uitvoeringsplan (bijlage 3) staat wie voor welke maatregel verantwoordelijk is. Op het gebied van riolering, grondwaterbeleid (loketfunctie grondwater), recreatie en ecologie is dat de gemeente. Het hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor maatregelen die zijn gericht op het op orde brengen van de waterhuishouding en de waterkwaliteit.

Jaarlijks vindt een planevaluatie plaats om de voortgang van het Waterplan te bewaken. Er bestaat al een samenwerkingsverband die de voortgang van de maatregelen van het waterkwaliteitsspoor bewaakt (zie bijlage 1). Voor de maatregelen van het Waterplan kan hierbij worden aangesloten.

Voor het vastleggen van de afspraken tussen de gemeente Uithoorn en Waternet zal er een convenant worden afgesloten.

Tabel 5.1 Planning van de maatregelen op hoofdlijnen

 

2007

2008

2009

2010

2011

Onderzoek, inventarisaties en beleidsontwikkeling

X

X

 

 

 

Waterkwantiteit en -kwaliteit

 

 

X

X

X

Ecologie en belevingswaarde

 

 

X

X

X

Recreatieve voorzieningen

 

 

X

X

X

Monitoring

X

X

X

X

X

5.3 Overzicht totale kosten

De totale kosten voor uitvoering van de maatregelen van het Waterplan bedragen € 586.000,00 (exclusief BTW). De kosten zijn geraamd op het prijspeil van 2006, op basis van normbedragen. Ze zijn opgebouwd inclusief voorbereiding, directievoering, algemene kosten, winst en risico en exclusief BTW. Bij de verdere planvorming zullen meer gedetailleerde verkenningen en kredietramingen en vervolgens ook investeringsbegrotingen moeten worden vastgesteld.

Figuur 5.1 Kosten voor de maatregelen per thema

Niet inbegrepen in de kosten zijn maatregelen die voortvloeien uit bestaand beleid, waaronder het Waterkwaliteitsspoor, gemeentelijk baggerplan en rioleringsplan en het Watergebiedsplan van AGV. In figuur 5.1 staan de kosten per thema.

5.4 Kostenverdeling

De gemeente Uithoorn en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht dragen de kosten voor de maatregelen van het Waterplan. De verdeling van de kosten is weergegeven in bijlage 3. Kosten voor aanpassingen aan het watersysteem en ter verbetering van de waterkwaliteit komen volledig voor rekening van het hoogheemraadschap. De gemeente neemt de kosten op zich voor de genoemde maatregelen aan de riolering, voor het oplossen van de grondwateroverlast, voor recreatieve voorzieningen en voor stedenbouwkundige of beeldbepalende maatregelen. Kosten voor maatregelen op het gebied van ecologie, waaronder de aanleg van natuurvriendelijke oevers en watergebonden recreatie worden evenredig verdeeld. De kosten per organisatie per jaar zijn weergegeven in figuur 5.2. De kosten voor de gemeente bedragen € 293.750,00 (exclusief BTW) en de kosten voor het hoogheemraadschapbedragen € 292.250,00 (exclusief BTW).

Figuur 5.2 Kostenverdeling

Bijlage 1 Projectorganisatie Waterplan

Uitvoeringsorganisatie Waterkwaliteitsspoor

Bijlage 2 Relatie met andere plannen

Het Waterplan vormt de verbindende schakel tussen alle plannen die raken aan het watersysteem. In deze bijlage is thematisch een opsomming gegeven van alle relevante bestaande en in ontwikkeling zijnde plannen. De visie die in het Waterplan is verwoord is gebaseerd op het bestaande beleid en is afgestemd met plannen die nog in ontwikkeling zijn. Per thema is aangegeven op welke manier het Waterplan aansluit bij de genoemde plannen.

Regionale plannen

Deelstroomgebiedsvisie Amstelland

De Stroomgebiedsvisie Amstelland wordt in het kader van de startovereenkomst WB21 opgesteld door de provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland, Rijkswaterstaat directie Utrecht en de waterschappen Amstel, Gooi en Vecht en De Stichtse Rijnlanden. De Stroomgebiedsvisie moet inzicht geven in de wateropgave voor het deelstroomgebied

Amstelland. De wateropgave is input voor het Nationaal Bestuursakkoord Water, de streekplannen en waterhuishoudingsplannen. Op het moment van schrijven bevinden de resultaten van de Stroomgebiedsvisie zich nog in de discussiefase. De belangrijkste doelen en oplossingsrichtingen voor het gebied rond Uithoorn zijn het garanderen van veiligheid tegen overstromingen, beperken van bodemdaling, de aanpak van wateroverlast en watertekort en het bereiken van een goede waterkwaliteit. Oplossingsrichtingen voor de korte termijn zijn het vergroten van de berging om water vast te kunnen vasthouden en voor piekberging en peilverhoging om de bodemdaling tegen te gaan (eventueel in combinatie met functieverandering).

Waterbeheersplan Amstel, Gooi en Vecht 2000-2004

In het waterbeheersplan Amstel, Gooi en Vecht (WBP) is een strategie uitgewerkt waarmee waterschap Amstel, Gooi en Vecht haar taken wil gaan uitvoeren, welke doelstellingen ze daarbij voor ogen heeft en welke maatregelen ze wil gaan uitvoeren. Belangrijke principes bij het streven naar een duurzaam watersysteem zijn niet afwentelen, aanpak bronnen, integrale benadering en voorkeur voor een bovenstroomse aanpak.

Watergebiedsplan Westeramstel

De waterbeheersing en waterkwaliteit in de vier polders die Uithoorn omringen (Zuider en Noorder Legmeerpolder, de Uithoornsche polder en de Bovenkerkerpolder) zijn voor verbetering vatbaar. Een belangrijk knelpunt is onder andere het hoge gehalte nutriënten en bestrijdingsmiddelen in het watersysteem van de Zuider Legmeerpolder maar ook wordt veel gebiedsvreemd water ingelaten in de polders en moet gezocht worden naar bergingslocaties. Bij hoge neerslag treedt regelmatig wateroverlast op. Het Watergebiedsplan Westeramstel is gelijktijdig met het Waterplan opgesteld. Het Watergebiedsplan Westeramstel heeft voornamelijk betrekking op het landelijke gebied rond Uithoorn. Met de opstelling van het Watergebiedsplan wordt invulling gegeven aan één van de maatregelen uit het Waterbeheersplan van AGV. Doel van het plan is om voor de komende tien jaar te komen tot een betere inrichting en afstemming van het watersysteem van de vier polders. Belangrijkste aandachtspunten zijn het verbeteren van de waterkwaliteit en de waterbeheersing (voorkomen wateroverlast). Daarnaast wordt echter ook aandacht gegeven aan natte natuurwaarden, verdroging, recreatie en beleving. Het Watergebiedsplan vormt tevens de basis voor een dringend noodzakelijke actualisatie van de peilbesluiten.

Streekplan Noord-Holland-Zuid

Uithoorn valt onder het Streekplan Noord-Holland-Zuid. In het nieuwe Streekplan NHZ staat Uithoorn aangegeven als stedelijk gebied met aan de oostzijde enkele bestaande bedrijventerreinen en aan de westzijde ten noorden van de bestaande N201 een nieuwe agrarische bedrijventerreinlocatie.

Langs de Stelling van Amsterdam loopt een provinciale ecologische verbinding (van de Westeinderplassen tot de bovenlanden). De bovenlanden zijn agrarisch gebied van bijzondere betekenis voor natuur, landschap en bodem. Het Zijdelmeer heeft de functie natuurgebied. Het zuidelijk deel van de Noorder Legmeerpolder-Zuid krijgt de functie recreatie.

De Bovenkerkerpolder, direct ten noorden van Uithoorn, staat aangegeven als zoekgebied voor waterberging.

Gebiedsperspectief AmstelGroen

Het Gebiedsperspectief AmstelGroen geeft locaties aan voor 550 ha nieuw recreatief groen ten zuiden van Amsterdam. Eén van die locaties is het zuidelijk deel van de Noorder Legmeerpolder. Het geplande groengebied vormt een stedelijk uitloopgebied en een groene geleding in de in toenemende mate stedelijke omgeving van Aalsmeer en Uithoorn. Het streefbeeld voor de inrichting van het groengebied is een hoogwaardige natte groene inrichting met mogelijkheden voor extensieve vormen van recreatie, zoals wandelen, picknick, vissen, fietsen en de hond uitlaten. Zwemwater in een natuurlijke omgeving is een uitdrukkelijke wens. De Stelling van Amsterdam (o.a. Vuurlijn) biedt verschillende aanknopingspunten voor recreatie.

In het Gebiedsperspectief wordt aangegeven dat het groengebied op lokaal niveau een bijdrage zou kunnen leveren aan het vergroten van het waterbergend vermogen ter compensatie van de toenemende verharding in de Noorder Legmeerpolder. Nog onderzocht dient te worden wat de kansen zijn voor verbetering van de waterkwaliteit in de polder en het opzetten van de peilen in relatie tot de wens voor ‘natuurlijk’ zwemwater.

Ecologisch gezien vormt het groengebied de schakel tussen de regionale ecologische kerngebieden Zijdelmeer en Westeinderplassen.

Uitvoeringsprogramma Amstelzone

Het uitvoeringsprogramma Amstelzone, ook wel bekend onder de naam Glas & Land, is een gebiedsgerichte samenwerking tussen de gemeenten Amstelveen, Uithoorn, Aalsmeer, Haarlemmermeer, de Provincie Noord-Holland, het ROA en de waterschappen. In 1997 is in hoofdlijnen ingestemd met een Plan van Aanpak waarin een aantal concrete projecten (zowel gebiedsgericht als thematisch) staat beschreven. Ook de omlegging van de N201 heeft relatie met dit project. In het uitvoeringsprogramma zijn de volgende voorstellen voor Uithoorn gedaan:

  • fietspaden langs de Amstel, in de zuidberm van de Hollandse dijk (op de grens tussen Uithoorn en Amstelveen) en op grotere afstand van de bebouwde kom de fietsroute Kalslagerpolder en wandelroute Jaagpad Amstel/Kalslagerpolder;

  • voor de Amstel wordt een voorstel gedaan voor aanplanting van dijken, oevers en erven (o.a. eco-oever).

Lokale plannen

Oppervlaktewater Uithoorn

Voor het oppervlaktewatersysteem zijn de volgende onderzoeken uitgevoerd:

  • Doorspoelplan Uithoorn (Grontmij 1998);

  • Quick scan waterbeheer Uithoorn (Grontmij 1998);

  • inventarisatie knelpunten en kansen (Grontmij 1998);

  • waterkwaliteitsspoor Uithoorn (Grontmij, oktober 1999);

  • nadere uitwerking Waterkwaliteitsspoor (Grontmij, augustus 2000);

  • aanvullende en gewijzigde maatregelen Waterkwaliteitsspoor Uithoorn (AGV, december 2001).

In het doorspoelplan is onderzoek gedaan naar het hydraulisch functioneren van de doorspoeltrajecten die zijn voorgesteld in het gemeentelijk rioleringsplan. In de quick scan is vervolgens de waterhuishouding van de stedelijke kernen van Uithoorn getoetst op mogelijke kwantiteitsproblemen in relatie tot de toekomstige lozingen vanuit het gemengde stelsel (als gevolg van werkzaamheden in het kader van de basisinspanning).

In de inventarisatie van knelpunten en kansen is een overzicht gegenereerd van reeds bekende knelpunten en zijn kansrijke locaties aangewezen voor bijvoorbeeld natuurontwikkeling.

In het kader van het Waterkwaliteitsspoor (Grontmij, 1999) is uitgebreid onderzoek gedaan naar de effecten van de overstorten op de waterkwaliteit na de basisinspanning. Een vijftal overstorten is als knelpunt

aangewezen, waarvan twee in De Legmeer, twee in Zijdelwaard en één in De Kwakel. Om het aantal overstorten en omvang en effect van de overstorten te beperken zijn zowel bronmaatregelen als waterhuishoudkundige maatregelen voorgesteld. Bronmaatregelen zijn gericht op vermindering van de overstort, zoals afkoppeling, infiltratie en het plaatsen van bergbezinkvoorzieningen. Waterhuishoudkundige maatregelen zijn gericht op het verbeteren van zuiverend vermogen van het watersysteem na overstort, zoals verbetering van de doorspoeling en het vergroten van de waterberging, bijvoorbeeld door aanleg van natuurvriendelijke oevers.

Een deel van de maatregelen van het Waterkwaliteitsspoor is al uitgevoerd waarmee het Waterkwaliteitsspoor goed op schema ligt. Zo zijn de uitlaatstuwen van Uithoorn vervangen door regelbare stuwen en is op verschillende locaties de doorstroming verbeterd door het verruimen van duikers. Een belangrijke maatregel die nog uitgevoerd moet worden is om de water in- en uitlaat te automatiseren. Er kan dan onder andere gestuurd worden op overstortgebeurtenissen. Door het inlaatwater vervolgens via bepaalde trajecten door het dorp leiden worden de negatieve effecten zo veel mogelijk beperkt. In De Kwakel, Zijdelwaard en bij het centrum is een zestal bergbezinkvoorzieningen voorgesteld waarvan er al enkele zijn geplaatst.

Riolering

Op het gebied van riolering zijn opgesteld:

  • Basis RioleringsPlan (BRP) (Grontmij, 1999);

  • Gemeentelijk RioleringsPlan 2000-2003 (GRP) (Grontmij, 2003);

  • inventarisatie riooloverstorten (Grontmij, 2000).

In het BRP zijn de huidige vuiluitstorten van het rioleringssysteem bepaald en vergeleken met de normen van de basisinspanning. Op basis daarvan zijn maatregelen opgesteld om aan de basisinspanning te voldoen. Het GRP is een beleidsondersteunend document voor afwegingen op het terrein van bodem- en waterkwaliteit in relatie tot de rioleringszorg. Het geeft een overzicht van de te nemen maatregelen en de manier waarop het rioleringssysteem wordt beheerd. In het kader hiervan is ook een inventarisatie uitgevoerd van alle riooloverstorten.

Doelstelling van het GRP is de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren en verontreinigingen door lozingen tegen te gaan. Voor het verwijderen van afvalwater uit de woonomgeving is de riolering een onmisbare voorziening. Aanleg en beheer ervan zijn gemeentelijke taken, die voortkomen uit de Wet milieubeheer. In november 2003 is het GRP 3 (2004-2008) door de gemeenteraad vastgesteld.

Een speerpunt uit dit plan is het saneren van de laatste ongezuiverde lozingen op het oppervlaktewater. Deze vinden plaats in het buitengebied. De sanering houdt het aanleggen van een riolering in, tenzij de kosten daarvoor te hoog zijn. Dan wordt een lokale zuivering (IBA) aangelegd. Het saneren van de laatste ongezuiverde lozingen is inmiddels gestart.

In het stedelijke gebied van Uithoorn wordt het aanpassen van bestaande rioolstelsels aan de eisen uit de Wet milieubeheer voortgezet. Hierbij worden twee sporen gevolgd. Het eerste betreft het emissiespoor, dat is gericht op het terugbrengen van de vuiluitworp, of emissie. Hiervoor moet de basisinspanning altijd worden geleverd, ongeacht de waterkwaliteit. Het gaat dan om het creëren van extra bergingsmogelijkheden in de bestaande rioolstelsels. Daarnaast kunnen via het tweede spoor, het waterkwaliteitsspoor, aanvullende maatregelen worden getroffen als de waterkwaliteit dit noodzakelijk maakt. Daarbij gaat het om eisen voor de doorspoeling van watergangen en om de opvangcapaciteit van het oppervlaktewater.

Grondwater

Op het gebied van grondwater wordt ook gefaseerd onderzoek gedaan:

  • onderzoek grondwaterstandsdaling in centrum van Uithoorn;

  • strategie aanpak problematiek grondwaterstandsdaling centrum Uithoorn.

Het uitgevoerde onderzoek concentreert zich op het centrum van Uithoorn, waar op de hooggelegen rug langs de Amstel lage grondwaterstanden optreden; met name in de zomer.

Maatregelen die in Uithoorn worden uitgevoerd aan het oppervlaktewatersysteem en riolering kunnen leiden tot een tijdelijke verdere daling van de grondwaterstand. Activiteiten die in de buurt van het centrum worden uitgevoerd moeten daarom altijd in het licht worden bezien van deze grondwaterproblematiek. Naast de lage grondwaterstanden in het centrum, treden in de wijk De Legmeer juist hoge grondwaterstanden op.

Baggerplan gemeente Uithoorn

Door de gemeente Uithoorn is een baggerplan opgesteld voor de wateren die nog in beheer zijn van de gemeente. Het gaat om enkele (delen van) watergangen in zowel het bebouwde als het landelijk gebied. Hieruit blijkt dat op verschillende plaatsen verontreinigd slib (klasse 3 en klasse 4) aanwezig is, met name in De Kwakel, Meerwijk en Zijdelmeer. De kwaliteit van de waterbodem in Zijdelwaard, Thamerdal en Biezenwaard is voornamelijk klasse 0 en klasse 1. Verontreinigd slib wordt verwijderd en verwerkt op een speciale locatie voor herverwerking of recycling. Slib van klassen 1 en 2 kan zelf worden verwerkt in het gemeentelijk baggerdepot.

Groen Beleidsplan

In oktober 2000 is door de gemeenteraad het plan “Zicht op Groen” vastgesteld. Dit is een ontwikkelingsplan van het openbaar groen in de gemeente Uithoorn, gericht op een optimale toekomstwaarde voor zowel flora als fauna. De kern Uithoorn bevat veel waardevol openbaar groen dat in sterke mate het beeld van de openbare ruimten bepaalt. In het plan is de gewenste ecologische infrastructuur op kaart aangegeven (zie kaart 5) en per deelgebied uitgewerkt. Water en oevers worden hierbij gezien als belangrijke dragers van de ecologische infrastructuur binnen Uithoorn. In het Waterplan zijn de maatregelen op het gebied van ecologie gebaseerd op dit plan.

Bestemmingsplannen

De taakuitvoering op het gebied van de ruimtelijke ordening ligt bij de afdeling Ruimte en Maatschappij (R+M). Door R+M worden bestemmingsplannen opgesteld en worden nieuwbouwplannen ontwikkeld.

Sinds 2001 is op het wijzigen van bestemmingsplannen de watertoets van toepassing. De watertoets waarborgt de vroegtijdige betrokkenheid van de waterbeheerder, in dit geval AGV, bij de planvorming.

Recreatie

In het kader het gebiedsperspectief Amstelland worden plannen ontwikkeld die gericht zijn op aanleggen van fietspaden en waterrecreatie (zie eerder).

Milieubeleidsplan

In 2004 is het Uithoorns Milieubeleidsplan van de gemeente vastgesteld. Dit plan is tegelijkertijd met het waterplan opgesteld. Op het gebied van water is daarin het volgende aangegeven.

De landelijke strategie voor water heet integraal waterbeheer. De duurzaamheiddoelen daarvan zijn:

  • Voorkomen van verdroging en wateroverlast binnen en buiten het plangebied;

  • het voorkomen van afwenteling van vervuiling van binnen naar buiten het plangebied of naar de toekomst en het behouden, versterken of realiseren van natuurwaarden die samenhangen met gebiedsgebonden waterhuishouding en -kwaliteit.

De gemeente heeft met het waterschap Amstel, Gooi en Vecht een gezamenlijk waterplan opgesteld (dit Waterplan Uithoorn) geënt op landelijk en provinciaal beleid.

Kernpunten van het waterplan zijn: veiligheid, wateroverlast, waterkwaliteit, ruimte voor water, water en natuur, belevingswaarde, recreatie, beleid en beheer.

Streefbeeld lange termijn

Het watersysteem in Uithoorn wordt samen met de waterbeheerder op een integrale manier beheerd. Binnen de gemeente wordt gezorgd voor een gecoördineerde aanpak.

Doelstelling middellange termijn

De eerste stap naar het lange termijndoel is was het vastleggen van de duurzaamheidprincipes van integraal waterbeheer. Het verder ontwikkelen van ecologische gebieden en verbindingszones; natuurvriendelijke inrichting van oevers (mede ter bescherming van de waterkwaliteit); ontwikkelen van gemeentelijk grondwaterbeleid; waterneutraal bouwen bij nieuwe gebieden (geen afwenteling van en naar andere gebieden); het toepassen van de voorkeursvolgorde: vasthouden, bergen en pas als dat niet kan afvoeren; bij nieuwbouw afkoppelen hemelwaterafvoer van het rioleringsstelsel; diffuse verontreiniging oppervlaktewater voorkomen door duurzaam bouwen maatregelen; verminderen lozing afvalwater op oppervlaktewater.

Relevante acties uit het meerjarenprogramma milieu:

  • natuurvriendelijke oevers/ milieuvriendelijke oeverbescherming stimuleren en toepassen waar mogelijk;

  • uitvoeren GRP 3;

  • maatregelen gericht op drinkwaterbesparing stimuleren.

Bijlage 3 Maatregelenlijst

 

Maatregel

Uitvoeringsperiode

 

Thema

Kosten 2007-2011

Kostenverdeling

Kostenverdeling

Trekker

Opmerking

 

 

2007

2011

 

Waterplan

 

GU

AGV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beeld en onderzoek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

Communicatie, educatie en voorlichting (o.a. doelgroepen voorlichting)

2007

2011

E

€8.500

 

50

50

GU

 

2

Beleidsontwikkeling en gemeente over de grondwater i.o.m. AGV

2008

 

E

€17.000

 

50

50

GU

 

3

Nadere analyse van het steigerbeleid

2008

 

E

€-

 

100

0

GU

 

4

Opzetten en bijhouden waterbank (bijv. inbreng N201)

2007

2011

W

€10.000

 

50

50

GU

 

5

Jaarlijkse bewaking en evaluatie uitvoering

2007

2011

W

€10.000

 

50

50

GU

 

6

Monitoring grondwatermeetnet

2007

2011

E

€50.000

 

100

0

GU

 

7

Opzetten van een grondwatersimulatie voor stedelijk gebied

2007

 

E

€17.000

 

50

50

GU

 

8

Maken van een procedure afspraak over het berekenen en maken van berging in de stedelijke kernen

2007

 

W

€-

 

0

100

AGV

zie ook watergebiedsplan

9

Opstellen Grondwaterbeheersplan

2008

 

E

€ 21.000

 

50

50

GU

 

10

Optimaliseren inlaatbehoefte en onderzoek naar de mogelijkheden om water binnen Uithoorn te circuleren om de inlaat van polderwater te reduceren (i.c.m. watergebiedsplan). Tevens onderzoek naar de mogelijkheden van flexibel peilbeheer en het automatiseren van de stuwen;

2007

2008

E

 

€ 30.000

0

100

AGV

kosten in waterkwaliteitsspoor, zie ook watergebiedsplan

11

Onderzoek naar mogelijkheden afkoppelen en effecten op grondwaterstand in de Oranjebuurt

2006

2007

E

€ -

 

100

0

GU

ten laste van GRP

12

Afkoppelstudie overig deel Uithoorn

2006

 

E

€ -

 

100

0

GU

ten laste van GRP

13

Stimuleren van het hergebruik van water (bijv. regentonactie; zie 1)

2007

 

E

€ -

 

50

50

GU

 

14

Monitoring effecten maatregelen Waterkwaliteitsspoor op waterkwaliteit gedurende 10 jaar en analyse (zie ook GRP)

2006

2011

E

 

€ 50.000

50

50

AGV

kosten gemeente ten laste van GRP (ramingsperiode 5 jaar)

16

Opstellen Beheer- en Onderhoudsplan voor oevers en watergangen

2008

 

E

€ 25.000

 

50

50

GU

 

17

Toetsen waterplan op Kader Richtlijn Water

2009

 

E

€ 5.000

 

50

50

AGV

 

18

Afstemmen baggerwerkzaamheden tussen gemeente en AGV

2007

2011

E

€ -

 

50

50

AGV

 

 

Stedelijk Gebruikswater (De Kwakel, Thamerdal, Industrieterrein, Oranjebuurt, Zijdelwaard en Legmeer)

 

 

 

 

 

 

 

 

18

Extra voorziening natuurvriendelijke oevers Zijdelwaard, Legmeer en Thamerdal t.b.v. spelevaren en vissen

2009

 

B

€ 38.000

 

100

0

GU

 

19

In Thamerdal worden de watergangen op diverse plaatsen verbreed ten behoeve van berging. Ook woren de oevers natuurvriendelijk ingericht

2007

2008

W

€ 90.000

 

0

100

AGV

 

20

Onderzoek doen naar de mogelijkheid van het vergroten van het waterbergend vermogen van de watergang aan de noordzijde van de busbaan (aandachtspunt WRK)

2006

 

W

€ 8.500

 

0

100

AGV

 

21

Belevingswaarde van de waterpartij tegenover het winkelcentrum Zijdelwaard vergroten

2008

 

B

€ -

 

100

0

GU

Kosten ten laste van groenbeleidsplan

22

Langs Amsteloever realiseren inzamelpunt afvalwater voor passanten

2007

 

R

€ 42.000

 

100

0

GU

 

23

Aanleg natuurvriendelijke oevers langs de Amstel

2008

 

B

€ -

 

100

0

GU

budget al beschikbaar

24

Recreatiegebied De Kwakel bij de Rozenlaan extra water

2006

 

B

€ -

 

0

0

GU

Watergebiedsplan (Z1), budget al beschikbaar. In uitvoering.

26

Oplossing knelpunt barrierewerking stuw onder busbaan tussen Zijdelwaard en Thamersdal (reservering)

2008

 

W

 

€ 90.000

0

100

AGV

kosten Watergebiedsplan (N4)

27

Verbeteren aansluiting water bij kinderspeelplaatsen in Meerwijk-West door aanleg van natuurvriendelijke oevers (Grauwe gans Blauwe gans)

2007

 

B

€ 34.000

 

50

50

GU

 

28

Rondvaartroute van kano's (plan plus reservering budget)

2010

 

R

€ 45.000

 

100

0

GU

In overleg met doelgroep

29

Indien mogelijk uitbreiden kanoroute langs Ringvaart richting de Kwakel (reservering)

2011

 

R

€ 45.000

 

100

0

GU

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stedelijk natuurwater (Zijdelmeergebied en Biezenwaard)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

30

Realiseren 0,5 ha extra waterberging in de Biezenwaard

2010

 

W

€  120.000

 

0

100

AGV

 

 

Nieuwe gebieden (Legmeer-west, Vinckenbuurt, ontwikkelingen De Kwakel, herinrichtingen, nieuwe N201)

 

 

 

 

 

 

 

33

Bij herinrichtingen op het industrieterrein aandacht voor water, aanbrengen gescheiden rioolstelsel

 

 

W

€ -

 

100

0

GU

via bestemmingsplan

34

Bij herinrichting Vinckenbuurt aandacht voor waterberging en vasthouden van water door realiseren van een tussenpeil tussen Amstel en polder

-

 

W

€ -

 

100

0

GU

via bestemmingsplan

35

Bij herinrichting Europa aandacht voor water

-

 

W

€ -

 

100

0

GU

via bestemmingsplan

36

Bij inrichting Legmeer-West aandacht voor water, toepassen van flexibel peilbeheer, aanleg plas t.b.v. waterberging en recreatie

-

 

W

€ -

 

100

0

GU

via bestemmingsplan (watergebiedsplan N10)

37

Aanleg ecozone in Legmeer-West ter plaatse van de Amstelveense tocht

-

 

E

€ -

 

100

0

GU

via bestemmingsplan (watergebiedsplan N10)

38

Bij toekomstige woningbouw Park Krayenhoff aandacht voor water

-

 

W

€ -

 

100

0

GU

via bestemmingsplan (watergebiedsplan N10)

39

Bij toekomstige woninbouwlocaties bij de Kwakel aandacht voor water, waaronder het behouden van de bestaande waterstructuur (slagenlandschap)

-

 

W

€ -

 

100

0

GU

via bestemmingsplan

40

Bij inrichting van het toekomstig recreatiegebied aandacht voor water

-

 

W

€ -

 

100

0

GU

 

41

Onderzoek naar mogelijkheden voor aanleg waterberging tussen toekomstige N201 en stedelijk gebied i.s.m. gemeente Amstelveen en provincie (let op geluidscontouren bij evt. aanleg waterberging)

-

 

W

€ -

 

50

50

AGV

Zie ook maatregel B1 uit watergebiedsplan (deze is echter niet tbv Uithoorn)

 

Totalen:

-

 

 

€ 586.000

 

 

 

 

 

 

 

-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Subtotalen:

-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Recreatie:

-

 

 

€ 132.000

 

 

 

 

 

 

Beleid en onderzoek

-

 

 

€ 143.500

 

 

 

 

 

 

Waterhuishouding

-

 

 

€ 238.500

 

 

 

 

 

 

Beleving en ecologie

-

 

 

€ 72.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

€ 586.000

 

 

 

 

 

Gerelateerde maatregelen Watergebiedsplan Westeramstel stedelijk gebied

code

opmerking

 

 

 

Bovenkerkerpolder

 

 

Strook N201 waterberging

B1

Kans voor Uithoorn om medegebruik te maken van berging

 

 

 

Noorderlegmeerpolder

 

 

Gemaal NLP vernieuwen

N2

 

Duikers na busbaan vervangen (waterplan Uithoorn nr. 26)

N4

Mogelijkheid tot doorspoelen/circuleren beschouwen

Legmeerwest peil van NAP -5,60 tot -5,90 m (waterplan Uithoorn nr. 36)

N10

 

Inlaat verminderen UHP naar NLP

N12

 

IBM terrein verandering waterinrichting (waterplan Uithoorn nr. 38)

N16

 

Stuw verplaatsen (waterplan Uithoorn)

N17

 

 

 

 

Uithoornsepolder

 

 

Zijdelmeer openstellen en doorspoelen

U2

 

Meerwijk hoger peil NAP -1,74

U3

 

Opvoergemaal Zijdelveld vervangen

U15

 

 

 

 

Zijdellegmeerpolder

 

 

Rozenlaan waterberging (waterplan Uithoorn nr. 24)

Z1

 

N.B. Voor de kostenverdeling is naast de functionele verdeling ook uitgegaan van een doelmatige verdeling ter voorkoming van onnodige administratieve afstemming en verrekeningen.

Bijlage 4 Locatie van de maatregelen

Bijlage 5 Afkortingenlijst

AGV - Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

CIW - Commissie Integraal Waterbeheer

Waternet - uitvoeringsorganisatie van de gemeente Amsterdam (drinkwatervoorziening) en Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (overige watertaken)

GU - gemeente Uithoorn

GRP - Gemeentelijk RioleringsPlan

GS - Gescheiden stelsel (riolering)

MER - Milieueffect rapportage

MTR - Maximaal Toelaatbaar Risico

NBW - Nationaal Bestuursakkoord Water

RWZI - Rioolwaterzuiveringsinstallatie

SEND - Stelsel van Ecologische NormDoelstellingen

VGS - Verbeterd Gescheiden stelsel (riolering)

WRK - Watertransportmaatschappij Rijn-Kennemerland

WRO - Wet Ruimtelijke Ordening

ad 2.2 Ontstaansgeschiedenis

Doornsnede Uithoorn ad 2.3

afbeelding Waterplan Uithoorn ad 2.3.5

Voorbeeld plas-drasoever en flauwe oever ad 3.3.1

afbeelding ad 3.4.1 Watertoets

Zijdelmeer en helofytenfilter ad 4.4.1

Kosten voor de maatregelen per thema ad samenvatting en ad 5.3

Figuur 5.2 Kostenverdeling

Bijlage 1 Projectorganisatie Waterplan

Bijlage 1 (vervolg)

Bijlage 2 Relatie met andere plannen