Marktverordening 2006

Geldend van 27-07-2006 t/m heden

Intitulé

Marktverordening 2006

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de marktcommissie; 13 maart 2006

gezien het advies van de CVAH; 21 april 2006

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Marktverordening Uithoorn 2006

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    marktterrein: een door het college aangewezen gedeelte van de gemeente, welk gedeelte gedurende door het college te bepalen tijdstip is bestemd voor het houden van een markt;

  • c.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • d.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • e.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • f.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • g.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college;

  • h.

    branche: een door het college te bepalen soort of assortiment van waren en goederen.

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1.

    Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.

  • 2.

    Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximum aantal standplaatsen per branche.

Artikel 2a Marktdagen en marktplaatsen

  • 1.

    De markt wordt, behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, gehouden op de woensdag.

  • 2.

    Het college, gehoord de marktmeester, kan bepalen:

    • a.

      dat om dwingende en/of bijzondere redenen geen markt wordt gehouden;

    • b.

      dat een markt tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt gehouden op een andere locatie;

    • c.

      dat een niet gehouden markt op een andere werkdag gehouden wordt.

  • 3.

    Het college zal een als in het vorige lid onder c bedoelde markt slechts houden als 50% van de totale verkoopruimte op de markt bezet is.

  • 4.

    Het college stelt de uren vast waarop de in het eerste lid aangeduide markt wordt gehouden.

Artikel 2b Marktterrein

  • 1.

    Het college geeft de locatie van de markt aan. Zij geeft hierbij tevens aan de te voeren maten van de standplaatsen, de starttijd van de opbouw van de markt en het tijdstip van de ontruiming van de markt.

  • 2.

    Het is zonder vergunning van het college verboden op het marktterrein tussen het in het eerste lid bepaalde tijdstip van opbouw en het tijdstip van ontruiming ruimte in te nemen met een voertuig, goederen of anderszins.

  • 3.

    Het college is bevoegd over het marktterrein geheel of gedeeltelijk te beschikken zo dikwijls en zo lang zij dat in het gemeentelijk belang of ter uitvoering van werken nodig acht.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Paragraaf 2 Vergunningen

Artikel 5 Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 6 Vereisten

  • 1.

    Als marktvergunninghouder op een markt worden toegelaten natuurlijke personen die in het bezit zijn van een door het college aan hen voor de desbetreffende markt verleende marktvergunning.

  • 2.

    De marktvergunninghouder dient persoonlijk te voldoen aan de publiekrechtelijke voorschriften die ten aanzien van de markthandel in de door hem te verkopen waren zijn gesteld.

  • 3.

    Een marktvergunning wordt verleend wanneer een vaste standplaats op de desbetreffende markt is toegewezen.

  • 4.

    De marktvergunninghouder die een verkoopplaats in gebruik heeft, is verplicht deze persoonlijk en gedurende de voor de betrokken markt vastgestelde uren in te nemen.

Artikel 7 Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • g.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • h.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan; en

    • i.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

  • 2.

    Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 8 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst.

Artikel 9 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 8 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een vaste standplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

Artikel 10 Toewijzing dagplaats

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 2.

    De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 10.00 uur aanmelden bij de marktmeester.

Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 11 Persoonlijk innemen standplaats; bijstand

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3.

    De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

Artikel 12 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in het reglement Warenmarkt Uithoorn 2006.Bij een vakanties van maximaal drie achtereenvolgende weken geen standplaats hoeft te worden ingenomen.

Artikel 13 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2.

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

Paragraaf 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 14 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 15 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd artikel 9 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 16 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 17 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 18 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 19 Intrekking oude regeling

De Marktverordening Uithoorn 1998, vastgesteld op 2 juli 1998, nr 13, wordt ingetrokken.

Artikel 20 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening Uithoorn 1998 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    De bestaande anciënniteitslijsten worden geacht anciënniteitslijsten in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening Uithoorn 1998 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Uithoorn 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van Uithoorn van 6 juli 2006, nr 4.2.1
De griffier (plv), De voorzitter,
Joh. A. Pot mevr. H.L. Groen