Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening afvalstoffenheffing 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing 2008

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening afvalstoffenheffing 2008

Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 3.

    Onder perceel wordt gelijkgesteld een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21en 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a)

      degene die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b)

      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt:

    • a.

      achteraf geheven over een periode van ten hoogste twaalf aaneensluitende belastingtijdvakken (kalendermaanden) als bedoeld in artikel 5, tweede lid, door middel van een afrekeningsnota of de jaarlijkse afrekeningsnota van N.V. Eneco (hierna Eneco);

    • b.

      ingeval artikel 6, eerste lid, aanhef en onder a., geheel of gedeeltelijk niet kan worden toegepast of geen toepassing heeft gevonden, geheven bij wege van aanslag.

    • c.

      De in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder a., bedoelde afrekeningsnota wordt aangemerkt als een kennisgeving als bedoeld in artikel 251 van de Gemeentewet.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

Ten aanzien van de verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel:

  • 1.

    indien de belasting wordt geheven met toepassing van artikel 5, 1e lid, aanhef en onderdeel a, is de belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    indien de belasting wordt geheven met toepassing van artikel 5, 1e lid, aanhef en onderdeel b, is de belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 3.

    indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 5.

    Voor de toepassing van artikel 6 lid 2, wordt daaronder tevens begrepen de situatie waarin de heffing op de wijze als bedoeld in artikel 5, eerste lid, aanhef en onderdeel a, in de loop van het belastingjaar begint of eindigt, terwijl het belastbare feit reeds aanwezig was respectievelijk aanwezig blijft.

    Ten aanzien van de verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel:

  • 6.

    de belasting is verschuldigd voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ophalen van grof huishoudelijk afval, grof tuinafval of voor het ophalen van een koelkast/ diepvriezer.

Artikel 7 Termijnen van betaling

Ten aanzien van de wijze van heffing als bedoeld in artikel 5, 1e lid, aanhef en onderdeel a:

  • 1.

    is zij invorderbaar in één termijn, die vervalt gelijk met en op dezelfde voet als betalingen aan Eneco ter zake van geleverde goederen en diensten, met dien verstande dat de termijn van betaling ten minste tien dagen na dagtekening van de kennisgeving beloopt.

    Ten aanzien van de wijze van heffing als bedoeld in artikel 5, 1e lid, aanhef en onderdeel b:

  • 2.

    moeten aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede één maand later.

  • 3.

    in afwijking van het tweede lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 2.270,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijk termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

    Ten aanzien van de wijze van heffing als bedoeld in artikel 5, tweede lid:

  • 4.

    indien de kennisgeving

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Verlenen kwijtschelding

1. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt in afwijking van de uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100%.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    De “Verordening afvalstoffenheffing 2007” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2008.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Uithoorn van , nr.
De griffier, De voorzitter,
(Joh. A. Pot) (mevr. H.L. Groen)

Tarieventabel afvalstoffenheffing 2008

Nr.

Omschrijving

Tarief 2008 €

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

251,28

1.2

In de gevallen waarin verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen plaatsvindt met behulp van minicontainers, heeft de belasting betrekking op ten hoogste twee minicontainers per perceel, t.w. één voor voor oud papier en één voor restafvalstoffen.

1.3

Indien bij een perceel, bedoeld in het tweede lid, meer dan twee mini-containers ter beschikking zijn gesteld, worden de tarieven in het eerste lid aanhef en onder a. en b., per extra container per jaar verhoogd met:

125,64

1.4

Het bedrag van de belasting, bedoeld onder 1.1 wordt per perceel per jaar verminderd met een bedrag van €

18,36

Indien de belastingplicht eerder eindigt of later begint, wordt de vermindering naar rato per volle maand verrekend.

2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen: a. per aanbieding van grof huishoudelijk afval met een maximum van 1 m3 per maand

11,95

b. indien per kalendermaand meer dan 1 m3 grof huishoudelijk afval of grof truinafval wordt aangeboden wordt het onder 2.1.a genoemde bedrag per m3 of gedeelte daarvan verhoogd met

42,25

c. per aanbieding van één of meerdere koelkast(en)/diepvriezer(s)

9,55