Verordening behandeling bezwaarschriften bij de raad 2004

Geldend van 01-02-2004 t/m heden

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften bij de raad 2004

gelet op de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende Verordening op de behandeling van bezwaren bij de raad.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    bestuursorgaan: raad;

  • 2.

    verwerend bestuursorgaan: raad;

  • 3.

    commissie: de commissie als bedoeld in artikel 2;

  • 4.

    voorzitter: de voorzitter als bedoeld in artikel 3;

  • 5.

    plaatsvervangend voorzitter: de plaatsvervangend voorzitter als bedoeld in artikel 3;

  • 6.

    secretaris: de secretaris als bedoeld in artikel 6;

  • 7.

    plaatsvervangend secretaris: de plaatsvervangend secretaris als bedoeld in artikel 6;

  • 8.

    wet: wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

Artikel 2 Instelling en taak van de commissie

Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

de Wet waardering onroerende zaken en de Algemene Wet Rijksbelastingen en overige algemeen verbindende voorschriften, krachtens welke belastingen, rechten, retributies of andere heffingen worden opgelegd;

rechtspositionele regelingen inzake personeelsbeoordelingen en functiewaarderingen.

Artikel 3 Samenstelling

De commissie bestaat uit ten hoogste 8 leden.

Van de leden zijn twee leden voorzitter en twee leden plaatsvervangend voorzitter.

De voorzitters, de plaatsvervangend voorzitters en ten hoogte 4 andere leden worden door het bestuursorgaan van de gemeente benoemd, geschorst en ontslagen.

De leden mogen geen deel uitmaken van en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan van de gemeente Aalsmeer en/of van de gemeente Uithoorn.

Artikel 4 Kamers

De voorzitter draagt – met inachtneming van het bepaalde in deze regeling – zorg voor de vorming en bezetting van een of meer kamers en bij meer kamers voor de verdeling van de zaken over die kamers.

Een kamer bestaat uit drie leden, waaronder de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, die als voorzitter van de kamer optreedt.

De zaken, die bij de commissie aanhangig worden gemaakt, worden door een kamer als de commissie behandeld.

Een kamer heeft gelijke taken en bevoegdheden als de commissie.

De plaatsvervangend voorzitter heeft als voorzitter van een kamer gelijke taken en bevoegdheden als de voorzitter.

Artikel 5 Zittingsduur

De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de leden treden af op de dag van het periodiek aftreden van de raad.

De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de leden kunnen op ieder moment ontslag nemen. Hiervan doen zij schriftelijk mededeling aan het bestuursorgaan van de gemeente.

De aftredende voorzitter, de aftredende plaatsvervangend voorzitter en de aftredende leden blijven hun functie vervullen tot maximaal 6 maanden na het periodiek aftreden of zoveel eerder als in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Secretaris

De secretaris van de commissie is een door het bestuursorgaan van de gemeente aangewezen ambtenaar.

Het bestuursorgaan wijst tevens een of meer plaatsvervangend secretarissen aan.

De secretaris of een plaatsvervangend secretaris is secretaris van een kamer.

Een plaatsvervangend secretaris heeft als secretaris van een kamer gelijke taken en bevoegdheden als de secretaris.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

Op een ingediend bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

Het bezwaarschrift met de daarbij overlegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 8 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe ter zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het verwerend bestuursorgaan vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

Artikel 11 Uitnodiging hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend bestuursorgaan, onder opgaaf van redenen, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend bestuursorgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.

  • 5.

    De voorzitter kan bepalen dat de secretaris van de commissie:

    • 1.

      de in het eerste lid bedoelde mededeling doet;

    • 2.

      de in het derde lid genoemde beslissing neemt.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat twee leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel de plaatsvervangend voorzitter, aanwezig zijn.

Artikel 13 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze regeling, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

    • 1.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • 2.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • 3.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 2.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 3.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Bijzondere omstandigheden

  • 1.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de voorzitter.

  • 2.

    In de bijzondere omstandigheid, dat wegens vacatures en/of absentie het bepaalde in artikel 4, lid 2, het daadwerkelijke functioneren van de commissie verhindert of dreigt te verhinderen, kan het bestuursorgaan in afwijking van het bepaalde in artikel 3, leden 1 t/m 3,:

    • ten hoogste 3 leden benoemen;

    • een lid aanwijzen als plaatsvervangend voorzitter.

Een dergelijke benoeming en aanwijzing geldt voor een daarbij aangegeven, beperkte periode en vindt zo mogelijk na overleg met de voorzitter plaats.

Artikel 20 Overgangsbepaling

Ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling, blijft het bepaalde in de Verordening op de behandeling van bezwaren bij en beroepen op de raad, vastgesteld op 19, van toepassing.

Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op1 februari 2004. Terzelfder tijd vervalt de bestaande Verordening op de behandeling van bezwaren bij en beroepen op de raad.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften bij de raad 2004.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van Uithoorn op 29 januari 2004, nr 9.
De griffier,      de voorzitter,
Drs. H.J. Volkers   mevr. H.L. Groen