Regeling vervallen per 31-12-2012

Speelbeleidsplan Uithoorn 2008 - 2012

Geldend van 12-06-2008 t/m 30-12-2012

Intitulé

Speelbeleidsplan Uithoorn 2008 - 2012

1 Inleiding

Aanleiding

Het huidige coalitieakkoord heeft als motto: "Uithoorn? mooi wel!". Dit betekent dat de gemeente een hogere ambitie heeft op het gebied van het aanbod van voorzieningen voor de inwoners ten opzichte van de voorgaande jaren. Na jaren van sober en doelmatig beleid krijgt de openbare ruimte een nieuwe impuls, zodat er een vrolijke, kleurrijke en aangename woonomgeving ontstaat.

Een hogere ambitie voor de openbare ruimte betekent ook een andere benadering van de inrichting van de speelplekken. In de afgelopen jaren zijn de plekken steeds meer versoberd conform het beleidsplan uit 2001. Dit heeft soms geleid tot protest onder de buurtbewoners. In het speelbeleidsplan 2008 - 2012 komt daar nu verandering in.

Procedure

Om te komen tot nieuw beleid voor speelplekken heeft Uithoorn op hoofdlijnen de volgende stappen gezet:

  • het beleidsplan 2001-2006 is in 2007 geëvalueerd;

  • burgemeester en wethouders hebben een kaderstellende notitie aan de gemeenteraad voorgelegd;

  • de gemeenteraad heeft aanvullende kaders vastgesteld voor nieuw beleid;

  • eind 2007 is een inventarisatie van de speelzones uitgevoerd in verband met de nieuwe kaderstelling;

  • begin 2008 is een nieuw beleidsplan opgesteld.

Volgens de planning start de gemeente dit jaar met de aanpak van de eerste plekken. In 2012 moeten minimaal 80% van de speelplekken voldoen aan de nieuwe eisen, zoals deze vermeld zijn in dit speelbeleidsplan.

Leeswijzer

Hoofdstuk 2 bevat de aanknopingspunten voor het nieuwe beleid. In dit hoofdstuk staat een overzicht van alle basisdocumenten, kennis en afspraken die ten grondslag liggen aan dit beleidsplan. Hoofdstuk 3 bevat de visie waarop het nieuwe beleid is gebaseerd. Hoofdstuk 4 gaat in op de uitwerking van het nieuwe beleid in concrete werkafspraken. De bijlagen bevatten allerlei achtergrondinformatie.

2 Aanknopingspunten nieuw beleid

2.1 Bestaand beleid

Integraal Jeugdbeleid

De gemeenteraad heeft uitgangspunten voor een integraal jeugdbeleid voor de doelgroep - 9 maanden tot 23 jaar vastgesteld. Het speelbeleidsplan 2008-2012 heeft betrekking op een kleinere leeftijdsgroep, te weten 0-12 jaar. In de Uitgangspuntennotitie Integraal Jeugdbeleid (juni 2007) staat dat kinderen en jongeren recht hebben op een eigen plek in de Uithoornse samenleving. Hierbij staan de behoeften en wensen van de jongeren centraal. Participatie van jongeren (en van hun ouders/opvoeders) is hierbij van groot belang. Er moeten voldoende voorzieningen zijn, voor jongeren in alle leeftijdscategorieën, die aansluiten op de behoefte van deze jongeren.

Daar waar gewenst en mogelijk creëert de gemeente speelplekken die ook toegankelijk en uitdagend zijn voor kinderen met een beperking. Verder staat in de notitie dat

voorzieningen op alle niveaus van groot belang zijn om jongeren te helpen hun vrije tijd in te vullen en structuur te geven. Hierbij worden als voorbeelden gegeven: trapvelden, basketbalvelden, veilige en uitdagende speelplekken in de buurt. Tot slot gaat de notitie in op het belang van fysiek en sociaal veilige speelplekken.

Beleid 2001 - 2006

In 2001 heeft de gemeenteraad het Speelbeleidsplan voor de periode 2001 - 2006 vastgesteld. Aanleiding voor het plan waren kostenstijgingen van het onderhoud, een bezuinigingsopdracht uit 1995 en een wens om de speeltoestellen beter over de wijken te verdelen. Een belangrijk aspect in het beleidsplan is het begrip speelzone; iedere speelzone bevat één met speeltoestellen ingerichte speelplek. Daarnaast heeft de gemeente in de afgelopen 3 jaar een aantal speellandschappen aangelegd voor de oudere jeugd (8-12 jaar). Deze speellandschappen zijn een groot succes. In 2007 heeft de gemeente dit beleid geëvalueerd. Deze evaluatie, gecombineerd met veranderde wensen uit de bevolking en de gemeenteraad, heeft geleid tot het opstellen van nieuwe kaders voor het speelbeleid in de periode 2008 tot en met 2012.

Speelzones

In het beleid van 2001 heeft de gemeente het begrip 'speelzone' geïntroduceerd. Een speelzone is een gedeelte van een wijk dat omsloten wordt door barrières die spelende kinderen niet gemakkelijk kunnen passeren. Voorbeelden van barrières zijn: de huidige provinciale weg N201, drukke wijk- en buurtontsluitingswegen en watergangen. Een speelzone vormt dus een logisch afgebakend gedeelte van de wijk; voor bewoners zijn het ook logische grenzen.

In het noordelijke deel van Uithoorn zijn de speelzones over het algemeen iets groter dan in het zuidelijke deel. De gemiddelde afmetingen zijn in noord 400*400 m2 (= 150.000 tot 200.00 m2) en in zuid gemiddeld 250*250 m2 tot 200*400 m2 (50.000-75.000 m2). Anders gezegd, de speelzones in het noordelijke deel van de gemeente zijn gemiddeld twee keer zo groot als die in het zuiden. Een verklaring hiervoor is het verschil in de stedenbouwkundige opzet van de wijken. In een speelzone komt één ingerichte speelplek voor. Dit betekent dat de speelplekken in het noordelijke deel van de gemeente iets verder uit elkaar liggen dan in het zuidelijke deel.

Hondenbeleid

In het hondenbeleid van de gemeente staan regels waar de hondenbezitter zich aan moet houden. Eén van de regels is dat speelplekken en officiële trapvelden verboden gebieden voor honden zijn. Het hondenbeleid en een kaart waarop de verboden gebieden te zien zijn, staan in een speciale hondenfolder.

De hondenroutes zijn buiten duidelijk met borden aangegeven. Deze routes lopen zo goed als kan niet parallel aan bestaande speelplekken. Bij het bepalen van nieuwe speellocaties verdienen de relaties met de uitlaatroutes de aandacht. Waar mogelijk dient de nieuwe speelplek niet direct op de hondenuitlaatroute aangesloten te worden. Indien het niet anders kan, dan moet de speelplek zodanig worden ingericht, dat honden er niet zo gemakkelijk kunnen komen.

Bebouwingsleidraad Woningbouw 2007

De bebouwingsleidraad geeft aan dat in een nieuwbouwplan minimaal 300m2 per hectare beschikbaar moet zijn voor ingerichte speelplekken. Deze plekken moeten duidelijk herkenbaar, gevarieerd, duurzaam en vandalismebestendig zijn. Speelplekken mogen in het groen worden aangelegd, mits het geen verhard speelplek is, zoals een basketbalveld, of een skatebaan. Verder gaat de notitie in op de inrichting van speelplekken en trapvelden. Bovendien geeft de leidraad aan dat valdempende ondergronden van speeltoestellen van kunstgras moeten zijn. De bebouwingsleidraad dient op dit nieuwe speelbeleidsplan te worden aangepast.

2.2 Leeftijdsopbouw doelgroepen

Totaal aantal

In het beleid 2001-2006 heeft de gemeente 3 doelgroepen onderscheiden. Deze doelgroepen zijn gebaseerd op leeftijden. De drie doelgroepen zijn: 0-4 jaar, 5-8 jaar en 9-12 jaar. Het totale aantal kinderen per doelgroep ziet er als volgt uit (bron: gemeente Uithoorn, peildatum 1-1-2008):

Leeftijdscategorie

Aantal kinderen

0-4 jaar:

1.645

5-8 jaar:

1.524

9-12 jaar:

1.537

Totaal:

4.706

Het aantal kinderen in de drie doelgroepen ontloopt elkaar niet veel.

Prognose leeftijdsopbouw

De gemeente maakt voor wat betreft bevolkingsprognose gebruik van het Primos-model van ABF Research. Veel instellingen maken gebruik van deze gegevens; denk hierbij aan ministeries, provincies, gemeenten, woningbouwverenigingen, beleggers, bouwers en projectontwikkelaars. ABF Research heeft een iets afwijkende indeling van de leeftijdscategorieën. Zij hanteren de volgende groepen: 0-4 jaar, 5-9 jaar, 10-14 jaar. De gegevens van ABF Research zijn voor dit plan echter wel bruikbaar. De peildatum van de prognosecijfers is 1 januari 2007.

Voor de komende 10 jaar gaat het aantal kinderen in Uithoorn dalen. Per leeftijdsgroep zien we verschillende ontwikkelingen. Het aantal 0-4 jarige kinderen neemt in de komende jaren af. Vanaf 2012 schommelt het aantal kinderen 8 jaar achter elkaar rond de 1.500. Na 2020 neemt het aantal 0-4 jarigen weer toe.

Een vergelijkbare trend is te zien bij de groep 5-9 jaar; tot 2010 blijft het aantal gelijk. Daarna daalt en stijgt het aantal conform de lijn van de 0-4 jarigen. In de planperiode 2008-2012 valt vooral de stijging van het aantal kinderen in de groep 9-14 op. Voor deze groep stijgt dus de behoefte aan speelruimte op korte termijn. Na 2012 daalt dit aantal.

Voor de looptijd van dit speelbeleidsplan blijft het aantal kinderen in de verschillende categorieën vrij constant tussen de 1.500 en 2.000. Dit rechtvaardigt een blijvende investering in speelvoorzieningen.

2.3 Huidige inrichting

Resultaten schouw buiten

Eind 2007 zijn door derden in opdracht van de gemeente alle speelplekken geïnventariseerd. Tijdens deze inventarisatie hebben zij naar de inrichting gekeken en hebben zij beoordeeld of er in de speelzone ruimte is voor de aanleg van een tweede plek. Daarna is een tekening gemaakt van de aanwezige plekken en de mogelijke tweede plekken. Niet in iedere speelzone is er ruimte voor een tweede plek. In de praktijk zijn er drie mogelijkheden:

  • een nieuwe plek is gemakkelijk te vinden, omdat het een plek is die in het verleden al eens als speelplek is ingericht;

  • een nieuwe plek is gemakkelijk te vinden, omdat er voldoende openbaar groen in de speelzone aanwezig is, dat omgevormd kan worden;

  • een nieuwe plek is niet te vinden, omdat in de stedenbouwkundige opbouw van de wijk geen ruimte beschikbaar is.

De oppervlaktes van de speelplekken zijn bepaald en vergeleken met de beschikbare openbare ruimte - uit deze berekening komt naar voren dat Uithoorn voldoet aan de 3% norm van NUSO 1), wanneer alle voorgestelde tweede speelplekken in de speelzones aanwezig zijn. De naam NUSO staat voor de Landelijke Organisatie voor Speeltuinwerk en Jeugdrecreatie.

Areaalgegevens

Begin 2008 de volgende speellocaties aanwezig:

46 speelzones met ingerichte speelplekken

9 'losse' trapvelden (eigenlijk: sportveldjes)

3 speellandschappen

1 skatebaan

'Losse' trapvelden zijn velden of pleintjes waar doelen of soms basketbalpalen op staan en gebruikt worden om te voetballen of the basketballen. Binnen de ingerichte speelplekken komen ook trapvelden voor, maar die zijn dan direct gekoppeld aan een plek met speeltoestellen. De skatebaan is een voorziening voor de kinderen ouder dan 12 jaar. Voor de volledigheid wordt hij hier wel genoemd.

De ingerichte plekken bij kinderopvang en scholen zijn hierbij niet meegeteld. Zij maken wel deel uit van de speelmogelijkheden die Uithoornse kinderen hebben, maar vallen niet onder dit beleidsplan. De niet ingerichte informele speelruimtes vallen ook buiten dit beleidsplan.

Het totale aantal toestellen per wijk, per leeftijdsgroep ziet er als volgt uit.

Leeftijds-groep

Legmeer

Meerwijk Oost

Meerwijk West

Thamerdal

Zijdelwaard

De Kwakel

Totaal

Kinderdagverblijf

Scholen

0-4 jaar

2

8

4

6

13

4

37

11

10

5-8 jaar

18

12

15

12

32

13

102

5

18

9-12 jaar

13

21

7

14

14

2

71

3

5

alle leeftijden

9

5

 

 

6

3

23

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

totaal

42

46

26

32

65

22

233

19

33

aantal speelzones

8

10

8

6

8

6

46

 

 

De leeftijdsgroep verwijst naar de leeftijd van de kinderen, waarvoor het toestel bedoeld is. Deze scheiding is overigens puur theoretisch en in de praktijk niet zo strikt; zowel naar boven als naar beneden vindt er enige overlap plaats.

Op basis van het aantal kinderen in de drie leeftijdsgroepen zou de verdeling van de toestellen over de drie groepen gelijk moeten zijn. Wat opvalt, is dat er vooral voor de groep van 0-4 jaar relatief weinig speeltoestellen aanwezig zijn. Nu kan gesteld worden dat de groep 0-4 jarige kinderen niet zo veel toestellen nodig heeft; kinderen van 0 en 1 tot 2 jaar zullen immers niet zoveel gebruik maken van toestellen in de openbare ruimte. Het blijft echter wel zo dat deze groep de kleinste actieradius heeft.

Opmerking 1:

De NUSO heeft bepaald dat een gemeente optimaal voor spelende kinderen is ingericht als 300m2 per hectare beschikbare openbare ruimte gebruikt wordt voor ingerichte speelplekken.

Veel van de bestaande toestellen zijn geschikt voor de oudere kinderen in de groepen 5-8 jaar en 9-12 jaar. De oudste kinderen uit deze twee groepen maken ook veel gebruik van de trapvelden; de toestellen die geschikt zijn voor alle leeftijden zijn voornamelijk (voetbal)doelen. Het aantal toestellen voor de oudste groep blijft achter. Bij de kinderinspraak geven de oudste kinderen (ouder dan 10 jaar) aan dat ze de huidige toestellen niet aantrekkelijk genoeg vinden of dat de locaties toch niet goed op hun behoefte aansluiten.

De jongste en oudste kinderen verdienen bij de uitwerking aandacht, omdat zij in de huidige situatie minder goed bedeeld zijn.

Naast de hierboven genoemde speellocaties zijn er in Uithoorn ook andere voorzieningen aanwezig waar kinderen kunnen spelen. Dit zijn:

  • de hangplekken, jongerenontmoetingsplaatsen. Dit is onderdeel van het jongerenbeleid, maar kan ook bij spelen van de tieners betrokken worden.

  • de scholen, schoolpleinen (= onderwijs). Twee scholen kunnen het plein afsluiten, de rest van de schoolpleinen is permanent toegankelijk. Dit biedt dus speelgelegenheid, de school bepaalt echter wat de inrichting is. Daar is vanuit het speelbeleidsplan geen invloed op.

  • de kinderboerderij 'De Olievaar'. Hier staan ook speeltoestellen, die door 'Ons Tweede Thuis' beheerd worden. De gemeente verzorgt de inspectie van deze toestellen.

  • de locaties van de Stichting Uithoornse Kinderopvang. Deze organisatie heeft ook verschillende terreinen / locaties met speeltoestellen voor naschoolse opvang. Deze terreinen zijn niet openbaar toegankelijk. Ook hier verzorgt de gemeente de inspectie van de toestellen.

2.4 Bekende knelpunten

Onaantrekkelijk

Een veel gehoorde klacht tijdens inspraakmiddagen over de speelplekken in Uithoorn is het feit dat ze voor veel spelende kinderen niet aantrekkelijk zijn. De plekken zijn niet altijd voor alle kinderen uit de groep van 0 tot 8 jaar ingericht. Veel van de bestaande speelplekken voldoen niet aan het criterium 'uitdagend en ontdekplek'. Bij de inrichting van nieuwe plekken en het opwaarderen van bestaande plekken kan hier rekening mee gehouden worden.

Bodem

Op sommige plekken in de gemeente is wateroverlast een groot probleem. Meerwijk is gebouwd op veen. De grondwaterstand is hier hoog, waardoor de ondergrond van de speelplekken en ook de gazons erom heen altijd zeer vochtig zijn. Een bijkomend aandachtspunt in dit kader is, dat er voor spelende kinderen altijd water als potentieel gevaar in de buurt is. In De Legmeer is veel zware klei in de ondergrond; hierdoor stagneert het water. Deze omstandigheden vormen randvoorwaarden waar minder gemakkelijk op ingespeeld kan worden. Op plaatsen waar toestellen moeten komen en waar de omstandigheden te nat zijn, kan met behulp van relatief dure cultuurtechnische maatregelen, zoals drainage, de overlast bestreden worden.

Ondergronden

Op dit moment gebruikt de gemeente op veel plekken Frans boomschors als valdempende ondergrond onder de speeltoestellen. Eén van de jaarlijks terugkerende maatregelen is het aanvullen van boomschors, omdat dit schors verdwijnt in de omgeving. Op gronden met een hoge grondwaterstand blijkt dit nu geen goede ondergrond te zijn, omdat de bespeelbaarheid door het jaar heen niet optimaal is. Dit punt is op te lossen door ander bodemmateriaal toe te passen, zoals kunstgras.

Ruimtegebrek

Sommige zones hebben vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet meer ruimte dan voor één ingerichte speelplek. Als een buurt c.q. speelzone op die manier is ontworpen, dan is het onmogelijk een tweede speelplek in dat deel van de gemeente aan te leggen. Er kunnen immers geen wegen of voetpaden aan de openbare ruimte onttrokken worden. Dit knelpunt is dus onoplosbaar.

Daarnaast geldt dat niet in alle bestemmingsplannen staat dat openbaar groen gebruikt kan worden als speellocatie. Een gevolg hiervan is dat voor een tweede locatie een planologische procedure gevolgd moet worden. Dit heeft vertraging tot gevolg en kan ook leiden tot het feit dat een tweede locatie niet gerealiseerd kan worden.

Trapvelden

Er is bij de jeugd behoorlijk veel behoefte aan trapveldjes. Vooral in De Kwakel en het oude dorp is de ruimte hiervoor niet beschikbaar. Kinderen gaan hier toch voetballen, waardoor er weer in sommige gevallen overlast bij omwonenden in de buurt ontstaat. Op de kaart in bijlage 1 zijn de locaties van de trapvelden aangegeven. In de huidige situatie is dit een niet op te lossen knelpunt.

2.5 Uitgangspunten gemeenteraad

Na de evaluatie van het speelbeleidsplan 2001 - 2006 heeft de gemeenteraad van Uithoorn nagedacht over de manier waarop het beleid in de komende jaren vorm moet krijgen. In 2007 heeft de gemeenteraad de kaders voor het nieuwe speelbeleid voor de periode 2008-2012 vastgesteld. Deze kaders vormen één van de vertrekpunten voor het nieuwe beleid. Ze zien er als volgt uit.

  • 1.

    Het speelbeleidsplan dient te passen binnen het integrale jeugdbeleid.

  • 2.

    Het speelbeleidsplan heeft betrekking op speelvoorzieningen voor de jeugd tot 12 jaar.

  • 3.

    Het handhaven van de huidige indeling van de gemeente in speelzones.

  • 4.

    Het hanteren van een eenduidig beleidsmodel voor de hele gemeente.

  • 5.

    Wensen uit de buurt voor het aanpassen van de inrichting van de buitenruimte rondom de speelplekken inpassen in de buurtprogramma's. Uitvoeren in het kader van de betreffende onderhoudswerkzaamheden of bij een geplande (her-)inrichting van de openbare buitenruimte.

  • 6.

    Een speelzone heeft twee veilige, uitdagend, en ruim ingerichte speelplekken, geschikt voor de jeugd van 0 tot 8 jaar.

  • 7.

    Elke wijk heeft één speellandschap, geschikt voor de jeugd van 8 tot 12 jaar.

  • 8.

    Elke wijk en elke speelzone voldoen minimaal aan de NUSO oppervlaktenorm van 3%.

  • 9.

    Op elke speelplek of speellandschap kunnen ouders elkaar ontmoeten.

  • 10.

    De nieuw te plaatsen speelobjecten dienen zogenaamde ontdekplekken te zijn.

  • 11.

    In alle wijken wordt een Kids Street Scan uitgevoerd.

  • 12.

    De buurt heeft inspraak bij de bepaling van de locatie en de inrichting van de speelplekken.

  • 13.

    In 2012 voldoen 80% van alle speelplekken aan het speelbeleidsplan.

Bij hun besluit van 5 februari 2008, nummer 8, hebben burgemeester en wethouders, naar aanleiding van het voorstel 'vervolg kaderstelling voor een nieuw speelbeleidsplan 2008, 29 januari 2008', de uitvoerbaarheid van de door de raad vastgestelde kaders beoordeeld. Daarbij hebben zij enkele uitgangspunten geconcretiseerd. Voor zover nodig wordt daarop in het vervolg van deze paragraaf een toelichting gegeven.

Opmerkingen bij uitgangspunt 7

Binnen de gemeente zijn wijken niet eenduidig gedefinieerd. Voor de toepassing van dit punt zal gekeken worden naar een combinatie van buurten en de onderlinge afstand tussen de speellandschappen. Het verdient aanbeveling om tijdens de ontwikkeling van nieuwbouwplannen de projectontwikkelaar in een vroegtijdig stadium op de hoogte te stellen van het feit dat er per speelzone twee ingerichte speelplekken moeten komen en één speellandschap per wijk.

Opmerkingen bij uitgangspunt 10

Binnen de gemeente is er nog geen ervaring met het inrichten van 'ontdekplekken'. Hiermee zal in de praktijk geëxperimenteerd moeten worden, zowel qua inrichting als met de daarmee verbonden (meer)kosten ten opzichte van de huidige inrichting. In de visie, hoofdstuk 3, staan uitgangspunten voor de inrichting van een ideale speelplek.

Opmerkingen bij uitgangspunt 11

Het toepassen van de scan zoals de raad het hier formuleert is logistiek niet uitvoerbaar. Bovendien leidt dit tot verwachtingen die de gemeente niet kan honoreren (bijvoorbeeld de herinrichting van wegen om de kindvriendelijkheid te verhogen). De beoordeling op kindvriendelijkheid en veiligheid zal daarom beperkt blijven tot de directe omgeving van een speelplek. De gemeente beoordeelt de locatie op basis van de criteria uit de Kids Street Scan.

Opmerkingen bij uitgangspunt 13

De verdubbeling van het aantal speelplekken in de periode 2008-2012 levert een flinke aanslag op de beschikbare personele capaciteit. Om aan de opdracht van de raad te voldoen, zal de realisatie van dit beleid (voorbereiding en uitvoering) aan een bureau worden uitbesteed. Om de doorlooptijd te verminderen kan de aannemer het werk volgens de methode 'design- en construct' uitvoeren.

3 Visie

3.1 Doel speelbeleid: Uithoorn? mooi wel!

Uithoorn is een aantrekkelijke woongemeenschap, uniek gelegen aan de Amstel en het Groene Hart, nabij alle grootstedelijke voorzieningen. Dat is nu zo, maar moet ook voor de toekomst zo blijven. De gemeente biedt haar inwoners hoogwaardige voorzieningen om de gemeente aantrekkelijk te houden voor alle leeftijdsgroepen. Deze voorzieningen zijn qua aanbod en beheer optimaal in orde. Zo ook de voorzieningen voor de spelende kinderen. Kinderen moeten volop kunnen spelen; hun speelplekken moeten een uitdaging bieden, goed bereikbaar en veilig zijn.

3.2 Doelgroepen

Om het doel van het van het speelbeleid te realiseren is er in dit beleidsplan voor gekozen om de kinderen in te delen in drie leeftijdsgroepen. De speelplekken in de wijk zijn uitdagend en bieden de doelgroepen 0-4 jaar en 5-8 jaar gelegenheid om te spelen. Het is van belang te realiseren dat beide groepen kinderen van dezelfde speelplek gebruik zullen maken. Dit heeft consequenties voor zowel de inrichting als de hoeveelheid ruimte die voor een dergelijke speelplek nodig is. Voor de kinderen in de groep 9-12 jaar realiseert de gemeente in iedere wijk een speellandschap. Daarnaast kunnen deze kinderen ook gebruik maken van diverse trapvelden in de gemeente. Een speelplek biedt ook ouders de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten.

3.3 De ideale speelplek - de ontdekplek

De gemeente heeft op dit moment geen ervaring met de inrichting en aanleg van ontdekplekken. Hoe deze plekken eruit komen te zien, zal in de komende periode samen met de doelgroep, de kinderen en hun ouders, worden bepaald. Toch zijn er op dit moment basisvoorwaarden te formuleren, die doorslaggevend zijn voor het creëren van een ideale speelplek.

Voor een speelplek is het van belang dat kinderen zich thuis voelen en dat het een prettige omgeving is waar ze veilig kunnen spelen, waarbij de inrichting bovendien uitdagend moet zijn.

Een speelplek moet aan een aantal basisvoorwaarden voldoen:

  • veiligheid, zowel toestellen als speelplek zelf;

  • goede bereikbaarheid en veilig bereikbaar op niet al te grote afstand;

  • herbergzaamheid/beschutting;

  • herkenbaarheid;

  • betrokkenheid van bewoners.

Naast de genoemde basisvoorwaarden wordt een speelplek extra aantrekkelijk door:

  • meervoudige betekenis met meer dan 1 spelmogelijkheid - dit is in Uithoorn ook van groot belang omdat hier twee doelgroepen van één plek gebruik maken;

  • oplopende moeilijkheidsgraad, zodat kinderen tijdens het spelen hun grenzen kunnen verleggen (ontdekplek!);

  • tegenstellingen in de inrichting, zoals een combinatie van harde en zachte materialen, actie- en rustpunten.

Daarnaast willen kinderen toestellen die hun fantasie prikkelen.

Voor nieuwbouwwijken en bestaande speelzones blijft de 3% norm van de NUSO van toepassing.

4 Uitwerking

4.1 Speelzones

2 speelplekken per speelzone

Per speelzone dienen er twee ingerichte speelplekken aanwezig te zijn. Deze speelplekken moeten geschikt zijn voor kinderen uit zowel de groep 0-4 jaar als voor de groep 5-8 jaar. Speelplekken dienen als ontdekplekken te zijn ingericht.

De kinderen in de verschillende leeftijdsgroepen kunnen de volgende loopafstanden afleggen:

Leeftijdsklasse

Maximale loopafstand

0-4 jaar

0-300 meter

5-8 jaar

300-800 meter

9-12 jaar

800-1000 meter

In bijlage 1 staan de speelzones en de speelplekken in de vorm van cirkels, die overeenkomen met de loopafstanden die de kinderen af kunnen leggen.

Wat is een ontdekplek?

Huidige plekken zijn vaak eenzijdig ingericht. De toestellen die op de speelplekken staan, zijn heel en veilig en ook op de eventuele valdempende ondergrond is technisch vaak niets aan te merken. Maar veilige toestellen maken een plek nog niet uitdagend. Hiervoor moet zowel naar het toestel zelf als naar de inrichting van de plek gekeken worden. Indien de ruimte beschikbaar is dan verdient het gebruik van hoogteverschillen, contrast tussen gras en zand, boomstammen, water de voorkeur. Als de ruimte ontbreekt dan zal de uitdaging in het toestel zelf moeten zitten. Een en ander hangt natuurlijk ook samen met de wensen van de buurt. Voor valdempende ondergronden kiest de gemeente voor het gebruik van kunstgras; dit vanwege de inpasbaarheid in de openbare ruimte. Los van de toepassing van de materialen is een uitgangspunt dat de speelplek voor een groot deel van het jaar te bespelen moet zijn. Dit betekent in sommige gevallen dat de speelplek voorzien moet zijn van drainage.

Inrichting speelplek

Een speelplek voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 2 tot 3 aanleidingen of mogelijkheden voor beide doelgroepen (dit mogen losse speelobjecten zijn, maar ook 1 of 2 combinatietoestellen);

  • beide doelgroepen hebben een eigen plaats op de speelplek - geen concurrentie;

  • ondergrond bij voorkeur kunstgras in verband met inpassing in groene ruimte;

  • gebruik van duurzame materialen.

Voorbeelden speeltoestellen 0-4 jarige kinderen

Voorbeelden speeltoestellen 5-8 jarige kinderen

Verdeling 0-4 jaar

De speelzones in het noordelijke deel van de gemeente Uithoorn hebben in vergelijking met het zuidelijk deel een grotere oppervlakte. De verdubbeling van het aantal speelplekken per speelzone levert voor de kinderen uit de groep 0-4 jaar een sterke verbetering op ten opzichte van de huidige situatie. Eén speelplek per zone, zoals dat nu het geval is, levert absoluut geen goede dekking op: de speelzone is een stuk groter dan de afstand die een kind uit deze groep kan afleggen. Toch is de dekking voor de groep kinderen van 0-4 jaar niet optimaal. Vooral de strook Multatulilaan - Anne Franklaan - Roland Holstlaan is matig qua dekking. In deze strook is echter geen ruimte beschikbaar voor het inrichten van een speelplek.

In het zuidelijke deel van Uithoorn zijn de speelzones een stuk kleiner; hier heeft de invoering van 2 speelplekken per zone een behoorlijke overlap tot gevolg. Nu is het zo dat de grenzen van de speelzones barrières zijn voor spelende kinderen. Minder dan 2 speelplekken per zone levert weer een onvoldoende dekking op.

In De Kwakel is de verdeling van de plekken redelijk goed. Hier is echter ook een strook te vinden waar geen dekking voor de groep van 0-4 jaar aanwezig is. Deze strook ligt rond de volgende straten: Begonialaan - Kwakelsepad - Monseigneur Noordmanlaan.

Verdeling 5-8 jaar

De verdeling van de speelplekken voor de groep 5-8 jaar is goed op het moment dat er twee speelplekken per zone voor deze groep aanwezig zijn. Vanuit dit oogpunt hoeven er geen nieuwe plekken of plekken op ander locaties te komen. Wat constante aandacht blijft vragen, is de verdeling van de trapvelden. Kinderen uit deze groep, maar zeker ook de oudere jeugd hebben hier behoefte aan. De huidige trapvelden blijven dan ook gehandhaafd. Bij het ontwerp van nieuwbouwwijken mogen trapvelden zeker niet over het hoofd gezien worden.

4.2 Zandbakken

Zandbakken zijn relatief dure speelobjecten die alleen bij hoogbouw worden toegepast. Kinderen die in de hoogbouw wonen, kunnen niet in een achtertuin met zand en grond spelen. Bij die kinderen is de behoefte om dit te doen wel aanwezig. Daarom biedt de gemeente deze kinderen de mogelijkheid om dit in zandbakken te kunnen doen. Bij laagbouw worden geen zandbakken toegepast.

4.3 Trapvelden

Trapvelden (eigenlijk: sportveldjes) zijn plekken in de openbare ruimte waar kinderen vrijuit kunnen voetballen of basketballen. De trapveldjes maken vaak deel uit van een groter stuk groen; doeltjes of basketbalpalen zijn op een logische plaats in de ruimte gezet. Dat kan zijn met dekking van beplanting, zodat de bal niet doorschiet of juist op een dusdanige plek dat een doorschietende bal geen overlast oplevert. Over het algemeen is de minimummaat 30m x 20m. In de huidige situatie bevat een voetbalveldje twee doelen. Dit kunnen eenvoudige doelen zijn (twee losse palen). Maar er zijn tegenwoordig ook doelen te krijgen die tegelijkertijd zowel een klimtoestel als een ballenvanger zijn. Uitgangspunt voor nieuwe trapvelden is minimaal het plaatsen van twee kooidoelen.

De huidige spreiding van de trapvelden is redelijk goed. Alle mogelijkheden om trapvelden aan te leggen zijn op dit moment benut. Op plaatsen waar een extra veld gewenst is, ontbreekt op dit moment de ruimte. Bij nieuwbouwplannen/herontwikkeling altijd rekening houden met de aanleg van trapvelden! In een straal van 500 meter dient 1 trapveld voor te komen.

4.4 Speellandschappen

De kinderen voor wie de speellandschappen bedoeld zijn (9-12 jaar), kunnen een afstand van maximaal 1000 meter afleggen. Op dit moment zijn er drie speellandschappen in de gemeente aanwezig: Meerwijk, De Legmeer, Biezenwaard. Voor de andere wijken kan op 3 plekken een groot speellandschap worden aangelegd:

  • een speellandschap 'Egeltjesbos' voor De Kwakel;

  • een speellandschap in de nieuwe wijk Legmeer-West;

  • een speellandschap op de 'WRK-strook' voor Thamerdal / Dorpscentrum.

Het speellandschap in de Legmeer-West is op dit moment al aanwezig, maar moet nog wel afgewerkt worden. Gezien de vorm en indeling van de gemeente voldoet de verdeling van de 6 speellandschappen aan de uitgangspunten. Er is momenteel geen extra ruimte te vinden om de speellandschappen dichter op elkaar aan te leggen. Zelfs de zogenaamde WRK-strook is geen gelukkige keuze:

  • de bereikbaarheid van dit beoogde speellandschap is niet optimaal:

  • het is verboden om palen in de grond te boren;

  • de strook is nu aangewezen als hondenuitlaatroute.

Echter voor deze omgeving is dit wel de enig mogelijke optie. De haalbaarheid van deze locatie moet onderzocht worden. Indien het niet mogelijk is om hier een speellandschap te creëren, dan vervalt deze mogelijkheid in deze omgeving. Bij herontwikkeling van gebieden in Thamerdal / het Dorpscentrum dient hiermee rekening te worden gehouden. Wanneer dit speellandschap vervalt, wordt overigens nog wel voldaan aan de norm van in 2012 80% van dit speelbeleidsplan uitgevoerd te hebben (5 uit 6 = 83,3%).

De 6 speellandschappen zijn overigens niet de enige plekken waar de groep kinderen met de leeftijd 9-12 jaar kunnen spelen. Zij kunnen ook gebruikmaken van de speelplekken van de 5- tot 8-jarige kinderen. Hier komen immers toestellen te staan die voor kinderen ouder dan 8 jaar ook interessant kunnen zijn (zie paragraaf 2.3).

4.5 Communicatie en inspraak

Een van de uitgangspunten van het speelbeleid is, dat de buurten inspraak hebben bij bepaling van de locatie en bij de inrichting van de speelplekken. Bewoners moeten dus optimaal worden betrokken bij zowel de locatiekeuze van speelplekken als het ontwerp en de inrichting ervan.

Locatiekeuze

Over het algemeen zal per buurt eerst via buurtbeheer een inspraakronde worden georganiseerd met bewoners om de locaties van nieuwe speelplekken te bepalen. Alle bewoners in een speelzone krijgen de gelegenheid zich daarover uit te spreken. In de praktijk zal het zo zijn, dat de gemeente een aantal keuzemogelijkheden voorlegt en daarover de buurt op actieve wijze inlicht. Dit gebeurt via een huisaanhuis mailing en via berichten op de gemeentepagina en de website www.uithoorn.nl.

De buurt krijgt vervolgens de gelegenheid om te reageren én tevens eventueel alternatieve plekken aan te dragen. Hierna besluiten burgemeester en wethouders over de nieuw in te richten locaties.

Indien er een bestemmingsplanwijziging nodig is om nieuwe speelplekken te realiseren, dan betekent dit een extra formele inspraakronde en mogelijke vertraging van het proces.

Inrichting

De volgende ronde is de bepaling van de inrichting van een speelplek met specifieke speeltoestellen. Ook in deze ronde is de mening van bewoners – in dit geval vooral de kinderen in de buurt – bepalend en zullen stemmen uitgebracht kunnen worden op een aantal alternatieve voorstellen voor inrichting.

4.6 Kosten uitvoering speelbeleidsplan

4.6.1 Algemeen

Dit speelbeleidsplan heeft duidelijk een hoger ambitieniveau dan het beleidsplan 2001-2006. De voornaamste kostprijsbepalende elementen van dit hogere ambitieniveau zijn:

  • 1.

    een verdubbeling van het aantal ingerichte speelplekken (twee per speelzone in plaats van één);

  • 2.

    speelplekken moeten “uitdagend” zijn ingericht èn geschikt zijn voor twee leeftijdscategorieën, 0-4 en 5-8 jaar, met (duurder) kunstgras als ondergrond.

Door het ontbreken van praktijkervaring met punt 2. is het niet mogelijk om kostprijsberekeningen te maken die zijn gebaseerd op ervaringscijfers.

Als uitgangspunt voor de berekeningen is daarom uitgegaan van een aantal voorbeeldcombinaties van toestellen voor de beide leeftijdscategorieën (zie bijlage 4 bij het speelbeleidsplan). Daaruit is een gemiddelde prijs gedestilleerd voor het inrichten van een uitdagende speelplek. In de praktijk zal moeten blijken in hoeverre deze aannames juist zijn. De uit te voeren pilotprojecten zijn daarvoor een uitstekend middel.

Een ander bepalend criterium is de inspraak. Het berekende bedrag voor inrichtingskosten geldt als maximaal te besteden bedrag bij de keuze die de bewoners mogen maken in het kader van de inspraak. Het is niet uit te sluiten, dat de insprekers kiezen voor een goedkopere variant.

Omdat de berekeningen niet op harde gegevens zijn gebaseerd, dient de uitvoering van het speelbeleidsplan jaarlijks te worden geëvalueerd. Daarbij kan een monitoring plaatsvinden van het uitvoeringsbeleid en kunnen de benodigde financiële middelen worden geactualiseerd.

Voor alle berekeningen is uitgegaan van het prijspeil 2008.

4.6.2 Eenmalige aanlegkosten

De aanlegkosten kunnen als volgt worden samengevat:

pilotproject in 3 speelzones

 

220.000

herinrichting bij Europarei (2 speelzones; toe te voegen aan al geraamde bedragen)

 

91.000

opwaarderen bestaande speelplekken (35 stuks)

 

924.000

inrichten nieuwe speelplekken (35 stuks)

 

2.079.000

extra opwaarderen 5 bestaande speelplekken (in speelzones waar geen ruimte is voor een tweede speelplek)

 

242.000

inrichten 2 speellandschappen

 

184.400

subtotaal

 

3.740.400

minus

 

 

al beschikbaar voor pilots

200.000

 

dekking herinrichting Europarei in grondexploitatie

91.000

 

 

 

-291.000

totaal

 

3.449.400

4.6.3 Structurele lasten

Onder dit onderdeel vallen de kosten voor:

  • 1.

    onderhoud;

  • 2.

    inspectie;

  • 3.

    vervanging.

Ad 1. onderhoud

Een landelijke norm voor het berekenen van de onderhoudskosten is het uitgaan van 7% van de aanschafkosten van de toestellen, verhoogd met de toeslag voor kleine aanpassingen in de directe omgeving van de toestellen.

Ad 2. inspectie

Op grond van de veiligheidsvoorschriften dienen de toestellen periodiek te worden geïnspecteerd. De kosten daarvan bedragen € 32 per toestel.

Ad 3. vervangingskosten

Voor de toestellen wordt een gemiddelde afschrijvingstermijn van 10 jaar gehanteerd. Dat betekent, dat jaarlijks één tiende van de speelplekken gerenoveerd moet worden vanaf 2019. Zo'n renovatie houdt in: het vernieuwen/vervangen van de speeltoestellen op de speelplek, en het uitvoeren van kleine aanpassingen in de omgeving.

Aanvullende opmerking hierbij:

Op basis van de uitgangspunten van het vorige speelbeleidsplan (sober en doelmatig) wordt nu jaarlijks een bedrag gereserveerd voor vervanging van € 87.000. Met dit bedrag is nog geen rekening gehouden met areaaluitbreiding als gevolg van nieuwbouwwijken, de vervanging van trapvelden en de speellandschappen. Rekening houdend met deze punten en met de jaarlijkse vervangingskosten van 10% van alle speelplekken die volgens het nieuwe beleid zijn ingericht, zal het budget van € 87.000 moeten worden verhoogd tot een budget van € 608.848.

Op basis van het bovenstaande zien de structurele lasten er schematisch dan als volgt uit:

 

nieuw budget

benodigd budget bij handhaving oud beleid *)

vervangingskosten (vanaf 2019 elk jaar 10% van het areaal)

608.848

156.737

onderhoudskosten (7% van aanschafkosten toestellen)

279.409

71.592

inspectiekosten (€ 32 per toestel)

12.544

4.871

onderhoudskosten zandbakken

26.186

26.186

Totaal

926.987

259.386

*) Om het nieuwe budget te kunnen vergelijken met het huidige budget zijn de kosten van vervanging, onderhoud en inspecties in de tabel vermeld, waarbij rekening is gehouden met areaaluitbreiding.

Hierbij moet vermeld worden dat de jaarlijkse onderhoud- en inspectiekosten vanaf 2009 tot en met 2012 geleidelijk stijgen tot de in de tabel genoemde bedragen van € 279.409 en € 12.544. De vervangingskosten van € 608.848 zijn pas 10 jaar (= de afschrijvingstermijn) na de aanleg van de nieuwe speelplekken nodig. Dit betekent dat pas vanaf 2019 jaarlijks het structurele bedrag van € 900.801 nodig zal zijn om de speelvoorzieningen conform het nieuwe beleid in stand te kunnen houden.

Daarnaast stijgen de jaarlijkse lasten tijdelijk ook om een andere reden. Op grond van de BBV dienen de aanschafkosten van de speelvoorzieningen zelf gekapitaliseerd te worden. Deze last loopt geleidelijk op vanaf 2009 tot 2012 als de implementatie van het nieuwe beleid compleet is afgerond. Omdat voor deze kosten ook een afschrijvingstermijn geldt van 10 jaar zal deze last vanaf 2019 weer verminderen totdat deze in 2022 geheel afgeschreven zal zijn.

Algemene slotopmerking bij de vervangings- en onderhoudskosten

Bij de berekening van de totale onderhoudskosten is het uitgangspunt dat de bewoners kiezen voor de maximale hoeveelheid qua uitbreiding van voorzieningen. Het is goed mogelijk dat in bepaalde zones uitbreiding van speellocaties niet doorgaat. In dat geval zal de stijging van de vervangings- en onderhoudskosten ook minder zijn. Ieder jaar zal op basis van het daadwerkelijke aantal aangelegde locaties en speeltoestellen de stijging van de onderhoudskosten berekend worden.

BIJLAGE 1: SPEELZONES

BIJLAGE 2: SPREIDING SPEELPLEKKEN

BIJLAGE 3: VOORBEELDEN KOSTEN SPEELTOESTELLEN

Aanschafprijs + kosten valdempende ondergrond (exclusief plaatsen, voorbereiding & toezicht, onvoorzien).

0-4 jaar

5-8 jaar

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

bal, poef

1.000

basketbalpaal

650

veerwip - enkel (12m2) ca 750+720

1.500

wip (13m2) ca 2.000+780

3.000

veerwip - dubbel (16m2) ca 1.300+720

2.000

sporttoestel combi (35m2) ca 5.000+2.286

7.000

eenvoudig klimnet (25m2) ca 2.500+1.632,5

4.000

eenvoudig klimtoestel (30m2) ca 10.000+2.286

12.000

vogelnestjeschommel (21m2) ca 3.000+1.371

4.500

eenvoudig combitoestel (25m2) ca 15.000+1.905

17.000

glijbaan combi (25m2) ca 3.500+1.632,5

5.000

multifunctional klein (50m2) ca 7.500+9.144

15.000

multifuncional (30m2) ca 7.000+2.280

9.000

multifunctional middelgroot (100m2) ca 15.000+9.144

25.000

multifunctional groot (45m2) ca 10.000+2.286

15.000

multifunctional groot (120m2) ca 25.000+9.144

35.000

BIJLAGE 4: VOORBEELDCOMBINATIES

Aanschafprijs + kosten valdempende ondergrond + kleine aanpassing omgeving (exclusief voorbereiding & toezicht, onvoorzien).

0-4 jaar

5-8 jaar

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

glijbaan combi (25m2)

5.000

multifunctional mgroot (100m2)

25.000

veerwip - dubbel (16m2)

2.000

 

 

bal, poef

1.000

 

 

subtotaal

8.000

 

25.000

totaal (aanschaf)

 

 

33.000

totaal (incl. installatie, inrichting)

 

 

42.900

0-4 jaar

5-8 jaar

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

vogelnestjeschommel (21m2)

4.500

eenvoudig combitoestel (25m2)

17.000

veerwip - dubbel (16m2)

2.000

eenvoudig klimtoestel (30m2)

12.000

bal, poef

1.000

 

 

subtotaal

7.500

 

29.000

totaal

 

 

36.500

totaal (incl. installatie, inrichting)

 

 

47.450

0-4 jaar

5-8 jaar

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

veerwip - dubbel (16m2)

2.000

multifunctional groot (120m2)

35.000

veerwip - dubbel (16m2)

2.000

 

 

veerwip - enkel (12m2)

1.500

 

 

subtotaal

5.500

 

35.000

totaal

 

 

40.500

totaal (incl. installatie, inrichting)

 

 

45.500

0-4 jaar

5-8 jaar

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

multifuncional (30m2)

9.000

multifunctional klein (50m2)

15.000

 

 

eenvoudig klimtoestel (30m2)

12.000

subtotaal

9.000

 

27.000

totaal

 

 

36.000

totaal (incl. installatie, inrichting)

 

 

46.800

 

 

 

 

0-4 jaar

5-8 jaar

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

Toestel (+ m2 valdempende ondergrond)

Prijs

multifunctional groot (45m2)

15.000

eenvoudig klimtoestel (30m2)

12.000

veerwip - enkel (12m2)

1.500

wip (13m2)

3.000

veerwip - enkel (12m2)

1.500

 

 

subtotaal

18.000

 

15.000

totaal

 

 

33.000

totaal (incl. installatie, inrichting)

 

 

42.900

illustraties en grafiek.pdf (versie geldig sinds: 09-09-2013; PDF-bestand; grootte: 551.44 kB)