Verordening verlof en werktijden medewerkers gemeente Uithoorn / G2, 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening verlof en werktijden medewerkers gemeente Uithoorn / G2, 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn;

Gelet op artikel 160, eerste lid sub c van de Gemeentewet;

Gelet op hoofdstuk 4, 4a en 6 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO);

Gelet op de instemming van de Ondernemingsraad, d.d. 11 juli 2013 en het Georganiseerd Overleg, d.d. 13 december 2012.

Besluit:

Vast te stellen de ‘Verordening Verlof en werktijden, gemeente Uithoorn / G2, 2014’

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    CAR/UWO : de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Uithoorn, zoals vastgelegd en gewijzigd in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de Uitwerkingsovereenkomst;

  • b.

    Medewerker: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder a van de CAR.

  • c.

    Feitelijke arbeidsduur per dag: de arbeidsduur zoals die (volgens rooster) voor de ambtenaar voor een bepaalde dag is vastgesteld.

  • d.

    Feitelijke arbeidsduur per week: de arbeidsduur zoals die (volgens rooster) voor de ambtenaar voor een bepaalde week is vastgesteld.

  • e.

    Fictieve werktijden: standaard werktijden die worden gehanteerd indien geen gebruik gemaakt kan worden van de automatische tijdregistratie.

  • f.

    Formele arbeidsduur per week: de arbeidsduur volgens de aanstelling.

  • g.

    Variabele werktijden: werktijden waarbij de aanvangs- en eindtijd niet vooraf zijn vastgelegd.

  • h.

    Dagvenster: De uren waarbinnen variabel gewerkt kan worden.

  • i.

    Volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1 eerste lid onder k, van de CAR/UWO.

  • j.

    Adequate bezetting: een zodanige bezetting van een afdeling of een team dat de bedrijfsvoering op het gewenste kwaliteitsniveau is verzekerd. De adequate bezetting wordt in het afdelings- of teamplan vastgelegd.

  • k.

    Servicetijden: de tijden waarop een afdeling of cluster aanwezig moet zijn ten behoeve van de serviceverlening.

  • l.

    Bedrijfstijd: De tijd gedurende welke arbeid kan worden verricht binnen de bedrijfsruimten van de gemeente Uithoorn.

  • m.

    Compensatie-uren: meer gewerkte uren dan de arbeidsduur per dag, zoals geregistreerd in het registratiesysteem.

  • n.

    Inklemdag: een dag, die ligt tussen twee dagen waarop geen arbeid wordt verricht.

  • o.

    Leidinggevende: de gemeentesecretaris voor wat betreft zijn afdelingshoofden en medewerkers; de afdelingshoofden voor wat betreft zijn coördinatoren en medewerkers; de coördinator voor wat betreft zijn medewerkers.

  • p.

    Medewerker buitendienst: de ambtenaar die zijn werkzaamheden verricht bij de afdeling Leefomgeving en in vaste roosterdienst werkt.

Hoofdstuk 2 Algemene bepalingen

Artikel 2 Uitgangspunten

  • 1.

    Bij het vaststellen van de verlof en werktijden wordt rekening gehouden met de volgende uitgangspunten:

    • a.

      De verlof en werktijden worden op basis van gezamenlijke verantwoordelijkheid vastgesteld;

    • b.

      De verlof en werktijden maken een adequate klantbediening mogelijk, houden rekening met het organisatiebelang én houden rekening met het belang van de medewerker, zodat er een balans is tussen privé en werk;

    • c.

      De verlof en werktijden worden nagekomen en we spreken elkaar actief aan op ongewenst gedrag;

    • d.

      De verlof en werktijden gaan uit van vertrouwen in elkaar;

    • e.

      De verlof en werktijden bieden maatwerk voor organisatie en medewerker, waardoor verschillen in afspraken tussen medewerkers geaccepteerd worden;

    • f.

      De verlof en werktijden zijn collegiaal: er wordt rekening gehouden met de werktijden van andere collega’s. Er is sprake van wederkerigheid, doordat rekening met elkaar wordt gehouden;

    • g.

      De afspraken over de verlof en werktijden zijn transparant en vinden plaats binnen de contracturen van de medewerker.

Hoofdstuk 3. Arbeidsduur en werktijden

Artikel 3. Feitelijke arbeidsduur

  • 1.

    Een volledige (voltijds) betrekking bedraagt formeel 36 uur per week.

  • 2.

    Een deeltijdbetrekking bedraagt in principe minimaal 18 uur. Bij voorkeur verdeeld over minimaal drie dagen in de week.

  • 3.

    Indien de aard van de werkzaamheden dit vordert, kunnen burgemeester en wethouders met inachtneming van het gestelde in artikel 4:1 van de CAR/UWO de feitelijke arbeidsduur per week vaststellen op een andere omvang dan de formele arbeidsduur.

Artikel 4 Werkweek, indeling

  • 1.

    De medewerker met een (voltijds) betrekking kan zijn arbeid verrichten volgens een vastgesteld werkpatroon. Verschillende varianten zijn mogelijk, te weten:

    • 5 dagen van 7 uur en 12 minuten;

    • 4 dagen van 9 uur;

    • 4 dagen van 8 uur en 1 dag van 4 uur;

    • 5 dagen van 8 uur en 4 dagen van 8 uur (om de week)

  • De keuze voor een werkindeling leggen de medewerker en de leidinggevende in onderling overleg vast.

  • 2.

    Voor een deeltijdfunctie worden de dagen waarop de medewerker werkt, vastgelegd en de daarbij behorende feitelijke arbeidsduur per dag.

  • 3.

    De werktijden kunnen op grond van de Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) in structurele zin worden gewijzigd op verzoek van de medewerker, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet.

  • 4.

    De werktijden kunnen ook op verzoek van het college van burgemeester en wethouders worden gewijzigd, indien dit op grond van het dienstbelang noodzakelijk is. Een wijziging dient minimaal drie maanden voorafgaand aan de wijziging bekend te worden gemaakt aan de medewerker.

Artikel 5 Werkweek indeling medewerkers buitendienst

  • 1.

    De medewerkers van de buitendienst die werken volgens rooster kennen de volgende indeling van de werkweek:

    • Wintertijd:

      • o

        maandag t/m donderdag van 8.00 uur tot 16.00 uur (7,25 uur per dag)

      • o

        vrijdag van 8.00 uur tot 15.45 uur (7 uur)

    • Zomertijd:

      • o

        Maandag t/m donderdag van 7.00 uur tot 16.45 uur (4 x 9 uur)

  • 2.

    De winterperiode ligt tussen begin oktober en begin maart. De zomerperiode valt tussen begin maart en begin oktober. De exacte data voor deze perioden worden jaarlijks door de leidinggevende vastgesteld en minimaal een maand voor de aanvang van deze periode meegedeeld aan de medewerkers.

Artikel 6 Servicetijden en adequate bezetting

De leidinggevende bepaalt voor zijn afdeling de normen voor een adequate bezetting. Er dient sprake te zijn van een zodanige bezetting van een afdeling of organisatieonderdeel dat de bedrijfsvoering op het gewenste kwaliteitsniveau is verzekerd waardoor een optimale klantbediening mogelijk is. De normen voor een adequate bezetting worden vastgelegd in het afdelingsplan of clusterplan.

Artikel 7. Variabele werktijden

  • 1.

    De medewerker kan gebruik maken van de variabele werktijden. De leidinggevende heeft eenmaal per jaar een gesprek met zijn medewerker waarin afspraken worden gemaakt over de werktijden binnen het dagvenster. Hierbij wordt rekening gehouden met de uitgangspunten, zoals verwoord in artikel 2 van deze verordening. Bijstelling van de werktijden kan maximaal twee maal per jaar in overleg plaatsvinden.

  • 2.

    De werktijden van de medewerker kunnen worden ingericht binnen het dagvenster, te weten tussen 7.00 en 22.00 uur.

  • 3.

    De werktijden van de medewerker worden schriftelijk vastgelegd en in het personeelsdossier opgenomen. Deze werktijden gelden als uitgangspunt in de tijdregistratie.

Artikel 8 Bedrijfstijden

De bedrijfstijden liggen tussen 07.00 uur en 19.00 uur. Dit betekent dat na 19.00 uur in principe er niet meer in de bedrijfsruimten van de gemeente Uithoorn gewerkt kan worden, tenzij daar specifieke afspraken over zijn gemaakt tussen de medewerker en zijn leidinggevende.

Artikel 9 Rooster dan wel bloktijden

  • 1.

    De leidinggevende is bevoegd om de werktijden met een rooster te bepalen als dit middel nodig is om een adequate bezetting van zijn afdeling of organisatieonderdeel te realiseren. De leidinggevende maakt hierbij zoveel mogelijk gebruik van het systeem van zelfroostering, waardoor medewerkers zeggenschap hebben over hun werktijden.

  • 2.

    Inroostering of wijzigingen van de werktijden vinden in overleg met de desbetreffende medewerker plaats en vinden in principe eenmaal per jaar plaats. Wijzigingen in een rooster kennen een overgangstermijn van minimaal drie maanden.

Artikel 10 Pauze

  • 1.

    De (lunch)pauzes kunnen worden genomen volgens de bepalingen van de Arbeidstijdenwet. Bij een werktijd langer dan 5,5 uur moet een pauze van minimaal 30 minuten worden opgenomen. Deze mag worden opgesplitst in twee maal een kwartier. Bij een werktijd van langer dan 10 uur moet een pauze van minimaal 45 worden opgenomen. De pauze mag worden opgesplitst in drie maal een kwartier.

  • 2.

    De pauze kan worden opgenomen tussen 12.00 uur en 14.00 uur.

  • 3.

    Voor de medewerkers van de buitendienst geldt een eigen rooster met daarin de pauzetijden opgenomen.

Artikel 11 Tijdregistratie

  • 1.

    Voor het vastleggen van de gewerkte uren wordt gebruik gemaakt van automatische tijdregistratie. Er wordt gebruik gemaakt van dit systeem volgens de door het Managementteam vastgestelde ‘Instructie registratiesysteem’.

  • 2.

    Bij de volgende medewerkers kan bepaald worden dat zij uitgezonderd worden van de verplichting om gebruik te maken van het tijdregistratiesysteem:

    • a.

      Directie; afdelingshoofden

    • b.

      Medewerkers met een functie waarin veel buiten het gemeentehuis gewerkt wordt.

    • c.

      De medewerkers van de buitendienst die werkzaam zijn in een rooster.

  • 3.

    De fictieve werktijden voor het tijdregistratiesysteem zijn van 8.30 uur tot 17.00 uur, indien er geen specifieke werktijden zijn afgesproken.

  • 4.

    Een correctie van de werktijd is mogelijk vanaf een kwartier.

Artikel 12 Thuiswerken

De gemeente Uithoorn kent een Regeling Telewerken. De medewerker en de leidinggevende maken individuele afspraken over de werktijden waarop de medewerker thuiswerkt. De medewerker werkt maximaal 30% van zijn werkweek thuis of elders buiten de organisatie. Bij voorkeur zijn er drie contactmoment per week.

Hoofdstuk 4. Verlof

Hoofdstuk 4.1 Verlof opname

Artikel 13. Vakantieverlof

  • 1.

    Bij de berekening van het vakantieverlof geldt als uitgangspunt een volledige betrekking (36 uur).

  • 2.

    De berekening van het vakantieverlof bedraagt 25,5 x 7,2 uur = 183,6. Dit is het basisverlof. De gemeente Uithoorn kent geen leeftijdsdagen (met ingang van 1 januari 2014), met uitzondering van de medewerkers die vallen onder de overgangsregeling. Er geldt een overgangsregeling voor:

    • a.

      Medewerkers die vóór of op 1 januari 2014 50 jaar of ouder zijn en al in dienst waren voor deze datum. Zij houden hun leeftijdsdagen op de volgende wijze:

      • a.

        28,8 uur voor medewerkers met de leeftijd van 50 jaar t/m 54 jaar;

      • b.

        36 uur voor medewerkers met de leeftijd van 55 jaar t/m 59 jaar;

      • c.

        43,2 uur voor medewerkers vanaf 60 jaar.

  • 3.

    De medewerker, die werkt in een vast rooster én daardoor géén gebruik kan maken van de voordelen van het flexibel werken, heeft recht op 14,4 uur extra verlof. In totaal heeft deze medewerker dus recht op 198 uur bij volledige betrekking (36 uur).

  • 4.

    Het vakantieverlof van een medewerker die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur, wordt overeenkomstig de deeltijdfactor verminderd.

  • 5.

    Het vakantieverlof van een medewerker die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van meer dan 36 uur, wordt overeenkomstig de deeltijdfactor vermeerderd.

  • 6.

    Het totaal van het vakantieverlof wordt naar boven op hele uren afgerond.

Artikel 14 Opname van verlofuren

  • 1.

    De medewerker neemt minimaal twee derde deel van het totale vakantieverlof op, zoals berekend volgens artikel 13 van deze verordening.

  • 2.

    De leidinggevende van de afdeling beslist over de verlofopname van de medewerker.

  • 3.

    Bij een besluit op een verlofaanvraag wordt rekening gehouden met de uitgangspunten zoals opgenoemd in artikel 2 van deze verordening.

  • 4.

    Indien de medewerker verlof voor een hele dag of een dagdeel opneemt, gelden de volgende bepalingen:

    • a.

      de medewerker van de binnendienst neemt voor een hele verlofdag het aantal overeengekomen uren van de formele arbeidsduur per dag op;

    • b.

      de medewerker van de buitendienst neemt verlof op de volgende wijze op:

      • in de winterperiode: voor een hele verlofdag: maandag tot en met donderdag 7,25 uur en voor de vrijdag geldt 7 uur verlofopname. In de winterperiode staat voor een ochtend 4,25 uur verlof en voor een middag 3 uur verlof.

    • c.

      in de zomerperiode geldt voor een hele dag verlof 9 uur. Voor een ochtend verlof geldt 5,25 uur en voor een middag geldt 3,75 uur verlofopname.

  • 5.

    De medewerker die in een rooster werkzaam is, neemt voor een dag verlof het aantal uren op dat volgens zijn rooster gewerkt zou worden.

  • 6.

    De medewerker in de binnendienst kan flexibel verlof opnemen. Dit wil zeggen dat hij per uur verlof op kan nemen, met in achtneming van de uitgangspunten zoals verwoord staat in artikel 2 van deze verordening.

  • 7.

    De medewerker die werkt in een rooster kan alleen verlof voor een uur opnemen, in overleg met zijn leidinggevende.

  • 8.

    De medewerker van de buitendienst kent de volgende verlofmomenten: aanvang tot koffiepauze, koffiepauze tot lunch, lunch tot einde dag. Het opnemen van korter verlof is alleen mogelijk met uitdrukkelijke toestemming van de leidinggevende.

  • 9.

    De medewerker bespreekt de opname van het vakantieverlof bij voorkeur zo ruim mogelijk voor de vakantiedatum met de leidinggevende.

Artikel 15. Verplichte vrije dag

  • 1.

    Als standaard inklemdag is de dag na Hemelvaart aangewezen.

  • 2.

    Daarnaast kan het managementteam per kalenderjaar maximaal twee extra inklemdagen aanwijzen. Deze dag wordt alleen aangewezen indien het redelijke vermoeden bestaat dat het (bijna) niet mogelijk is om een adequate bezetting per afdeling te realiseren. Het voornemen om een of meerdere inklemdagen aan te wijzen, wordt besproken met de ondernemingsraad. De extra inklemdag(en) wordt/ worden minimaal 6 maanden aan de medewerkers bekend gemaakt.

  • 3.

    Het voor de inklemdagen verleende verlof wordt in mindering gebracht op het vakantieverlof of klokverlof.

  • 4.

    Aan de medewerker die geen volledige betrekking heeft, wordt verlof verleend voor de feitelijke arbeidsduur op de betreffende dag.

Hoofdstuk 4.2 Buitengewoon verlof

Artikel 16 Calamiteitenverlof

  • 1.

    In aanvulling op artikel 6.4, eerste lid van de UWO en met in achtneming van de Wet arbeid en zorg verleent de leidinggevende verlof voor de duur die nodig is om de calamiteit op te lossen, waarbij in ieder geval een halve werkdag verleend wordt.

  • 2.

    Het verlof wordt met behoud van bezoldiging en zonder voorbehoud verleend.

Artikel 17 Kortdurend zorgverlof

  • 1.

    In aanvulling op artikel 6:4, tweede lid van de CAR/UWO en artikel 6:4:3 en met inachtneming van de Wet arbeid en zorg kan de leidinggevende verlof verlenen voor de noodzakelijke verzorging van een ziek (pleeg)kind, echtgenoot, echtgenote, geregistreerd partner, of ouder. De medewerker neemt zo snel mogelijk contact op met de leidinggevende om nadere afspraken over de omvang van het verlof te maken.

  • 2.

    De medewerker heeft per jaar maximaal recht op twee maal het aantal uren van zijn werkweek. Het verlof komt voor 30% voor rekening van de medewerker. De medewerker kan er voor kiezen om deze dagen te verrekenen met het vakantieverlof, met zijn compensatie-uren of met overwerkuren. De verrekening van het verlof vindt zo spoedig mogelijk na de verlofopname plaats. De verlofuren worden afgerond op hele uren.

  • 3.

    Het verlof wordt verleend zolang de zorg noodzakelijk is en met inachtneming van het tweede lid van dit artikel. De leidinggevende kan de medewerker verzoeken de noodzakelijkheid aannemelijk te maken.

  • 4.

    De leidinggevende kan het verzoek om zorgverlof weigeren bij zeer zwaarwegende organisatorische belangen.

Artikel 18 Zorgverlof bij ernstige ziekte

  • 1.

    In aanvulling op artikel 6:4:1a van de UWO en met inachtneming van de Wet arbeid en zorg verleent de leidinggevende aan een medewerker verlof met behoud van bezoldiging in geval van ernstige ziekte van (pleeg)kind, stiefkind, aangehuwd kind, echtgenoot, echtgenote, geregistreerd partner, ouder, stiefouder of schoonouder.

  • 2.

    De medewerker maakt nadere afspraken met zijn leidinggevende over de omvang van het verlof. De omvang van het verlof is afhankelijk van de ernst van de situatie en de duur van het te verwachten zorgverlof.

Artikel 19 Ouderschapsverlof

  • 1.

    Met in achtneming van artikel 6.5 van de CAR/UWO en met inachtneming van de Wet arbeid en zorg heeft de medewerker recht op (betaald) ouderschapsverlof. Verzoeken om ouderschapsverlof worden beoordeeld aan de hand van de in de Wet arbeid en zorg genoemde mogelijkheden.

  • 2.

    Het verlof wordt per week opgenomen gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste zes maanden.

  • 3.

    Het aantal uren verlof per week bedraagt ten hoogste de helft van de arbeidsduur per week.

  • 4.

    In afwijking van het tweede en derde lid van de medewerker verzoeken om:

    • a.

      verlof voor een langere periode dan zes maanden, of

    • b.

      het verlof op te delen in ten hoogste zes perioden, waarbij iedere periode ten minste een maand bedraagt, of

    • c.

      meer uren verlof per week dan de helft van de arbeidsduur per week.

  • 5.

    De werkgever kan het verzoek van de werknemer, bedoeld in het vierde lid, afwijzen indien een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang zich hiertegen verzet.

Artikel 20 Adoptieverlof

In aanvulling van artikel 3.2 van de Wet arbeid en zorg heeft een medewerker bij de adoptie van een kind recht op maximaal 12 weken betaald verlof in totaal (is inclusief de 4 weken verlof op grond van de Wet arbeid en zorg).

Artikel 21. Verlof bij overlijden

  • 1.

    De medewerker die een overleden huisgenoot, een nabestaande in de eerste of tweede lijn moet missen heeft recht op rouwverlof. De wijze waarop dit verlof wordt toegekend vindt in nauw overleg plaats tussen medewerker en leidinggevende.

  • 2.

    Naast het bepaalde in de Wet Arbeid en Zorg (WAZO en CAR/UWO) heeft de medewerker in ieder geval recht op buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging:

    • a.

      Bij overlijden en de lijkbezorging van zijn echtgenoot of partner, huisgenoot of bloed- en aanverwanten in de 1e graad (ouders en kinderen) wordt verlof verleend van de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis of crematie.

    • b.

      Bij overlijden en de lijkbezorging van bloed- en aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste twee dagen, tenzij de medewerker belast is met de regeling van de lijkbezorging en/of de nalatenschap, wordt verlof verleend van de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis of crematie.

  • 3.

    De gemeente Uithoorn kent een Protocol Rouwverwerking, dat als handvat dient bij het toekennen van het verlof en de wijze waarop het werk kan worden hervat.

Artikel 22. Stembureau en verlof

  • 1.

    De medewerker, die benoemd is als voorzitter of lid van een stembureau, geniet gedurende de tijd dat hij ter zitting aanwezig is buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging.

  • 2.

    De medewerker heeft recht op het aantal uren verlof dat hij daadwerkelijk zitting heeft op het stembureau met een maximum van 9 uur.

Artikel 23 Lokale feestdagen

  • 1.

    Aanvullend op artikel 6:4 de CAR/UWO, heeft de medewerker recht op verlof met behoud van bezoldiging op de volgende dagen:

    • a.

      Goede vrijdag;

    • b.

      5 mei;

    • c.

      5 december na 16.00 uur;

    • d.

      31 december na 16.00 uur.

  • 2.

    Medewerkers die werken volgens een rooster dan wel 4 x 9 uur werken, hebben géén recht op compensatieverlof indien een feestdag valt op hun roostervrije dag.

Artikel 24 Verlof en verhuizen

Bij verhuizing heeft de medewerker recht op een dag verlof met behoud van bezoldiging ( parttimers naar rato). Hij neemt dit verlof op binnen twee weken voor of na de verhuizing op en heeft hier eenmaal in het jaar recht op.

Artikel 25 Verlof en huwelijk, geregistreerd partnerschap

In aanvulling op artikel 6:4:1 van de UWO, heeft de medewerker recht op buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging van twee dagen ten behoeve van de huwelijksdag of de dag van het geregistreerd partnerschap. De medewerker neemt dit verlof op binnen een periode van twee weken voor of twee weken na de huwelijksdatum. Het verlof wordt maximaal eenmaal per jaar verleend.

Artikel 26. Bezoek huisarts, tandarts, specialist etc.

  • 1.

    Een bezoek aan huisarts, tandarts, specialist etc. vindt in principe plaats in eigen tijd. Indien dit niet in eigen tijd kan plaatvinden, kan aan de medewerker buitengewoon verlof worden verleend onder de voorwaarde dat de medewerker zich inspant om het verlof zo veel mogelijk buiten de bedrijfstijden te laten plaatsvinden.

  • 2.

    Correcties ten behoeve van doktersbezoek kunnen tijdens de fictieve werktijden plaatsvinden.

Hoofdstuk 4.3 Kopen, verkopen en meenemen van verlof

Artikel 27 Kopen, verkopen en meenemen van verlof

  • 1.

    Conform artikel 4a:1 en 4a:2 van de CAR kan de medewerker bij het Managementteam vóór 1 november een verzoek indienen om voor het daaropvolgende kalenderjaar het vakantieverlof te kopen of te verkopen. In aanvulling op artikel 4a:1, eerste lid van de CAR, kan hij óók vóór 1 mei een verzoek indienen om zijn vakantieverlof te kopen of te verkopen voor het lopende kalenderjaar.

  • 2.

    Indien de medewerker zijn verzoek tot verkoop van vakantie-uren vóór 1 november heeft gedaan, vindt de uitbetaling van de uren in de maand januari plaats en bij het kopen van vakantie-uren, vindt verrekening plaats met de vakantie-uitkering in de maand mei.

  • 3.

    Indien de medewerker zijn verzoek tot verkoop of koop van de vakantie-uren vóór 1 mei heeft gedaan, vindt de uitbetaling of verrekening van deze uren in de maand juni plaats.

Artikel 28 Saldo van compensatie-uren

  • 1.

    De leidinggevende en de medewerker hebben periodiek overleg over de werktijden in relatie tot de planning van de werkzaamheden. Indien geconstateerd wordt dat er te veel of te weinig uren gewerkt is, maken de medewerker en de leidinggevende hier afspraken over. Ze stellen de hoogte van het aantal te veel of te weinig gewerkte uren vast. De medewerker ontvangt een vergoeding ter hoogte van het uurloon of een uur vakantieverlof.

  • 2.

    Het saldo aan compensatie-uren bedraagt per maand maximaal de feitelijke arbeidsduur per week van de medewerker, tenzij de leidinggevende en de medewerker daar nadrukkelijk andere afspraken over hebben gemaakt.

  • 3.

    Het aantal ‘minuren’ (minder uren gewerkt) bedraagt per maand maximaal de feitelijke arbeidsduur per week van de medewerker, tenzij de leidinggevende en de medewerker daar nadrukkelijk andere afspraken over hebben gemaakt. Hij dient dit te compenseren met zijn verlofdagen.

Artikel 29 Overschrijven van Vakantie-uren en compensatie-uren

  • 1.

    De medewerker kan zijn overgebleven verlofuren en zijn compensatie-uren overschrijven naar het volgende jaar. De uren kunnen worden ingezet ten behoeve van:

    • a.

      Het overhevelen van het vakantieverlof naar het volgende jaar met een maximum van een derde deel van het totale basisverlof, zoals geregeld in artikel 13 van deze verordening;

    • b.

      Het overhevelen van de compensatie-uren naar het volgende jaar. Het maximum aantal compensatie-uren dat kan worden overgeheveld is gelijk aan het aantal uren van de formele arbeidsduur per week;

    • c.

      Uitwisselen van arbeidsvoorwaarden, zoals bedoeld in hoofdstuk 4a van de CAR;

  • 2.

    Het saldo van het basisverlof en het totaal aan compensatie-uren, zoals geregistreerd in het tijdregistratiesysteem, kan in de maand januari nooit meer bedragen dan de som van het basisverlof, zoals aangegeven in artikel 13 van deze verordening, en het vakantieverlof dat overgeheveld is van het voorgaande jaar én het maximum aantal compensatie-uren dat voor de medewerker geldt.

  • 3.

    Indien de medewerker het saldo zoals bedoeld in het tweede lid overschrijdt, kan uitbetaling alleen plaatsvinden, indien hij tijdig toestemming van de leidinggevende heeft verkregen voor deze gewerkte uren, zoals aangegeven in artikel 28 van deze verordening.

Hoofdstuk 5. Overige bepalingen

Artikel 30. Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 31. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2014 en kan worden aangehaald als de “Verordening Verlof en werktijden gemeente Uithoorn / G2, 2014”.

  • 2.

    Met ingang van de datum waarop deze verordening in werking treedt, vervalt de ‘Regeling verlof en werktijden gemeente Uithoorn, 2006’.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Uithoorn op 30 september 2013, nr. 17.
de burgemeester, de secretaris,
(mevrouw drs. D.H. Oudshoorn-Tinga) (de heer K. de Vries, a.i).