Regeling vervallen per 01-01-2017

Beleidsregels voor subsidieaanvragen 2016

Geldend van 01-07-2015 t/m 31-12-2016

Intitulé

Beleidsregels voor subsidieaanvragen 2016

Inleiding

De gemeente nodigt organisaties uit om samen met de gemeente bij te dragen aan het realiseren van wenselijke maatschappelijke effecten. Een organisatie kan hiervoor gebruikmaken van een structurele of incidentele subsidie.

Vanaf 2015 is het mogelijk om subsidieaanvragen, tussentijdsrapportages en verantwoordingen digitaal aan te leveren. De gemeente heeft hiervoor een e-dienst beschikbaar op haar website.

De druk op het meten van de resultaten neemt toe. De gemeente gaat daarom nadrukkelijker sturen op de toegevoegde waarde van activiteiten op de gewenste maatschappelijke effecten. De gesubsidieerde organisaties worden gevraagd hieraan een bijdrage te leveren.

Herziening en heroverweging beleidsregels

De gemeente Uithoorn evalueert de inhoud en de inzet van de beleidsregels. Op basis van de bevindingen kan de gemeente Uithoorn de inhoud en de inzet van de beleidsregels voor het boekjaar 2017 heroverwegen.

Algemene subsidieverordening

Voor het verstrekken van subsidies is de Algemene Subsidieverordening Uithoorn 2012 (ASV 2012) van toepassing. Deze verordening geldt voor alle subsidies, tenzij er sprake is van een bijzondere subsidieregeling. De ASV 2012 geeft het college de mogelijkheid om jaarlijks subsidieregelingen vast te stellen met beleidsprioriteiten en criteria voor de verdeling van de onder de subsidieplafonds vallende bedragen.

Uitgangspunten bij subsidieverstrekking

De gemeente hanteert een aantal uitgangspunten bij het subsidiëren van organisaties, te weten:

Resultaatgericht

Subsidie draagt bij aan het realiseren van de maatschappelijke opgave in Uithoorn.

Vraag gestuurd

Subsidie is gebaseerd op een maatschappelijke vraag: een vraag of een probleem vanuit de burger gesteld of ervaren. De subsidie wordt ingezet waar dit het meeste nodig is.

Eigen kracht en ondersteuning op maat

Het versterken van de eigen kracht van bewoners en hun netwerken staat centraal. Bij het versterken van de eigen kracht staat emancipatie voorop: het stimuleren van bewoners in het vermogen hun eigen leven zelf vorm te geven. Eigen kracht betekent ook, indien mogelijk, het aanspreken van bewoners op de eigen verantwoordelijkheid voor hun leven. Naast het versterken van de eigen kracht van bewoners individueel is ook de bundeling van eigen kracht in vrijwilligersgroepen belangrijk.

Samenwerking

Het voorzieningenniveau in de wijk en in de gemeente wordt zeker niet alleen door de overheid gerealiseerd. Andere partijen leveren net zo goed hun bijdrage, zoals vrijwilligersorganisaties, woningbouwcorporaties, welzijnsorganisaties, ziektekostenverzekeraars, zorginstellingen en ondernemers. Samenwerking tussen alle partijen onderling en met de gemeente is van groot belang. De gemeente verwacht van gesubsidieerde partijen dat men in staat is om lokale maatschappelijke trends te signaleren en te vertalen naar consequenties voor samenwerking.

Cofinanciering

Bij het behandelen van een subsidieaanvraag laat de gemeente de mate van cofinanciering en de mate van samenwerking meewegen in haar beoordeling om te komen tot subsidieverstrekking.

Evidence based

Het heeft de voorkeur om te werken met zogenaamde ‘evidence based’-methodieken. Organisaties die een aanvraag indienen worden verzocht specifiek duiding te geven aan dit onderdeel in hun aanvraag.

Outreachende aanpak

Van de aanvrager wordt verwacht dat de werkwijze outreachend is, gericht op het vinden van de doelgroep die ondersteuning nodig heeft.

Wet meldcode

Organisaties die vallen onder de Wet meldcode, dienen hun aanvraag vergezeld te laten gaan van een beschrijving hoe zij aan deze wet voldoen. In het bijzonder op de punten van aandachtsfunctionaris en de hantering van het protocol.

Bakens Welzijn Nieuwe Stijl

Bij het aanbieden van de activiteiten wordt rekening gehouden met de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl:

  • 1.

    Gericht op de vraag achter de vraag: creatieve oplossingen, dicht bij huis (lokaal wat lokaal kan);

  • 2.

    Gebaseerd op de eigen kracht van de burger: zelfredzaamheidsmatrix;

  • 3.

    Direct er op af: outreachend;

  • 4.

    Formeel en informeel in optimale verhouding: versterken vrijwillige inzet, eigen kracht en mogelijkheden van vrijwilligersorganisaties;

  • 5.

    Doordachte balans van collectief en individueel: “van zorgen voor naar zorgen dat”, stimuleren, faciliteren (in plaats van uitvoeren);

  • 6.

    Integraal werken: sluitende keten;

  • 7.

    Niet vrijblijvend, maar resultaatgericht: aantal afgeronde geslaagde (taal-) ondersteuningen;

  • 8.

    Gebaseerd op ruimte voor de professional: efficiency in afstemming en samenwerking;

Clientondersteuning

Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente op grond van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning verantwoordelijk voor cliëntondersteuning. Clientondersteuning kan verdeeld worden in de volgende categorieën:

  • Informatie en Advies (waaronder vraagverheldering);

  • Bemiddelen en Verwijzen;

  • Korte ondersteuning.

Cliëntondersteuning is toegankelijk voor alle burgers, maar richt zich vooral op kwetsbare burgers met beperkte regie en beperkte sociale zelfredzaamheid en die problemen hebben met het zelfstandig participeren in de samenleving. Ze kunnen bijvoorbeeld de hulpvraag moeilijk verwoorden, hebben beperkt inzicht en overzicht over problemen en mogelijke oplossingen en hebben hulp nodig bij het maken van keuzes. Cliëntondersteuning versterkt de positie van de cliënt, door te helpen met het formuleren van zijn hulpvraag, het maken van keuzes en het oplossen van problemen.

De cliëntondersteuner staat ‘naast de cliënt’ en kan een belangrijke bijdrage leveren aan de zelfredzaamheid en participatie van mensen. Deze laagdrempelige voorziening heeft ook een preventieve functie, waardoor onnodig beroep op zorg en ondersteuning kan worden voorkomen.

Hieronder vindt u de belangrijkste criteria waar cliëntondersteuning volgens de Wet Maatschappelijke Ondersteuning aan moet voldoen:

  • Onafhankelijkheid en belang cliënt centraal: Clientondersteuners werken vanuit hun professionele autonomie waarbij het belang van de burger centraal staat;

  • Clientondersteuning bij het toegangsproces tot voorzieningen: cliëntondersteuners kunnen ook ingezet worden bij het uitvoeren van een onderzoek om te bepalen of een algemene of een maatwerkvoorzieningen passend is’;

  • Clientondersteuning vraagt om integrale benadering: Het gaat bij cliëntondersteuning om ondersteuning van de verminderd zelfredzame cliënt met informatie en advies om de cliënt zo nodig in staat te stellen tot het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van de maatschappelijke ondersteuning.

De organisaties die uitvoering geven aan cliëntondersteuning en een subsidie aanvragen moeten voldoen aan de bovenstaande voorwaarden. Dit wordt bij de betreffende beleidsregels expliciet genoemd.

Verdeelsystematiek subsidieplafond

Bij de verdeling van het subsidieplafond en/of in het geval van meerdere aanvragers voor een soortgelijk initiatief wordt een afweging gemaakt aan de hand van onderstaande aspecten, opgesomd in willekeurige volgorde en afhankelijk van desbetreffende beleidsregel:

  • De mate waarin aannemelijk wordt gemaakt dat de activiteiten bijdragen aan de door de gemeente Uithoorn beoogde resultaten;

  • De mate van samenwerking;

  • De kosten van de betreffende activiteit;

  • De mate waarin Welzijn nieuwe stijl een onderdeel is van de werkwijze van de organisatie;

  • De spreiding van de activiteiten over het verzorgingsgebied De mate van samenwerking met andere (gesubsidieerde) partners uit het maatschappelijk veld;

  • Vernieuwende activiteiten op het gebied van het stimuleren van eigen kracht van burgers;

  • Ervaring met en kennis van de gemeente Uithoorn en haar inwoners;

  • Aanvragen met een groot bereik van de doelgroep;

  • Aanvragen met een vernieuwende werkwijze;

  • Aanvragen die niet 100% afhankelijk zijn van overheidssubsidies;

  • Aanvragen voor structurele subsidies zullen eerst in behandeling worden genomen. Het (mogelijke) restant van het subsidieplafond zal vervolgens beschikbaar zijn voor incidentele subsidies.

Procedure structurele subsidie

Aanvragers hebben de gelegenheid subsidieaanvragen voor structurele subsidies 2016 in te dienen op basis van een of meerdere subsidieregelingen tot uiterlijk 1 september 2015 (voor subsidiering van de activiteit in 2016).

Er dient gebruik te worden gemaakt van de officiële aanvraagformulieren. Het geniet de voorkeur om gebruik te maken van het e-formulier. De aanvraagformulieren en de toelichting hierop zijn via de home pagina van de website van de gemeente raad te plegen: www.uithoorn.nl, bij ‘ik wil een subsidie aanvragen’.

Definitieve besluitvorming over de subsidieaanvragen zal plaatsvinden nadat de gemeenteraad de begroting heeft vastgesteld. Naar aanleiding hiervan worden de subsidieplafonds voor het begrotingsjaar definitief. Ook kunnen op basis van de begrotingsvaststelling nadere richtlijnen door de gemeenteraad worden gegeven die bij de uiteindelijke beoordeling van de subsidieaanvraag worden toegepast. Het besluit over de subsidieaanvraag ontvangt de aanvrager uiterlijk op 31 december 2015. De periode tussen 1 september 2015 en 31 december 2015 is bestemd voor aanvraagbeoordeling en zo nodig voor nader overleg met de aanvrager.

In de definitieve subsidiebeschikking staan de voorwaarden voor wat betreft de verantwoording en vaststelling van de subsidie.

Voor vragen over de subsidieregelingen en/of de te volgen procedure kunt u contact opnemen met de bij de subsidieregeling genoemde behandelend ambtenaar. Hier kunt u ook de in de subsidieregeling genoemde referentiedocumenten opvragen.

Procedure incidentele subsidie

Een incidentele subsidie kan het hele jaar aangevraagd worden, mits de activiteiten passen

binnen de genoemde criteria en voorwaarden in de subsidieregeling. De aanvraag voor een incidentele subsidie dient uiterlijk 13 weken voorafgaand aan de start van de activiteiten te worden aangevraagd. Er dient altijd gebruik te worden gemaakt van de officiële aanvraagformulieren, bij voorkeur het e-formulier. De formulieren zijn beschikbaar via de home pagina van de website van de gemeente: www.uithoorn.nl, bij ‘ik wil een subsidie aanvragen’.

De aanvraag voor een incidentele subsidie niet vroeger dan 13 weken voorafgaand aan het subsidiejaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft worden ingediend (vanaf 1 oktober 2015 voor een incidentele subsidie in 2016).

In de definitieve subsidiebeschikking staan de voorwaarden voor wat betreft de verantwoording en vaststelling van de subsidie. Voor bedragen boven de € 5.000,- dient in ieder geval een verzoek tot vaststelling te worden ingediend door de subsidieaanvrager, met bijbehorende documenten. De specificatie van de benodigde documenten staat in de definitieve beschikkingsbrief.

Beleidsregel 1 Maatschappelijke ondersteuning

Maatschappelijk effect

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Uithoorn is een fijne en veilige plek om te leven:

  • Kinderen en jongeren groeien op tot zelfstandige, evenwichtige en zelfredzame burgers en krijgen volop kansen waarin zij hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen.

Inwoners participeren in de samenleving:

  • Organisaties in het maatschappelijk middenveld dragen actief bij aan het vergroten van de participatie in de samenleving;

  • Inwoners leveren een actieve bijdrage aan de samenleving.

Inwoners zijn zelfredzaam:

  • Kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg;

  • Sociale en maatschappelijke voorzieningen zijn vindbaar en toegankelijk.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situaties:

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd.

Doel

Burgers participeren zelfredzaam en op eigen kracht in de samenleving. Waar eigen kracht en/of netwerk (tijdelijk) ontbreekt, faciliteert de gemeente, bij voorkeur tijdelijke, ondersteuning, een sluitende zorgketen of een compenserende voorziening.

Het doel van de subsidie is zorgen dat burgers volwaardig meedoen aan de samenleving en voorkomen dat kwetsbare burgers uitvallen. Waar dat onverhoopt toch dreigt te gebeuren of gebeurt fungeert de gemeente als (tijdelijk) vangnet gericht op behoud, versterking of herstel van de eigen kracht en netwerk van burgers en organisaties. Een integrale blik en aanpak (afstemming en samenwerking: zorgregie en een sluitende keten) is daarbij essentieel.

De gemeente Uithoorn hanteert de volgende definitie van kwetsbare burger:

  • Niet zelfredzaam zijn en/of niet zelfstandig kunnen wonen;

  • Niet participeren in de samenleving en/of op de arbeidsmarkt;

  • Geen netwerk hebben dat hen afdoende kan ondersteunen om deze problemen op te lossen.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

  • Kwetsbare en potentieel kwetsbare groepen vroegtijdig in beeld krijgen;

  • Het aantal sociale contacten van burgers wordt vergroot, waardoor sociaal isolement wordt tegengegaan. Er wordt actief een beroep gedaan op inwoners om in informele netwerken kwetsbare burgers te ondersteunen;

  • Voorkomen dat inwoners door gebrek aan ondersteuning in de problemen raken. Waar dat toch gebeurt of dreigt te gebeuren moet dat snel gesignaleerd worden en moet er een interventie plaatsvinden;

  • Instellingen op het gebied van welzijn en zorg nemen verantwoordelijkheid voor een sluitende zorgketen om uitval van kwetsbare burgers te voorkomen (casusregie);

  • Het vergroten van de opvoedvaardigheden van ouders met kinderen in de leeftijd van 12 tot 23 jaar;

  • Het bieden van opgroeiondersteuning bij de ontwikkeling van kinderen/jongeren aan ouders én kinderen/jongeren van 12 tot 23 jaar;

  • Jongeren die problemen hebben met opgroeien worden op korte termijn toegeleid naar hulp c.q. krijgen op korte termijn hulp aangeboden.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Aantal voorgenomen en gerealiseerde activiteiten inclusief bijbehorende bezetting/gebruik door deelnemers;

  • Aard van de problematiek en aantal;

  • Leeftijd cliënten;

  • Aantal heraanmeldingen;

  • Inhoud en resultaat van eventuele project(en);

  • In welke mate de ondersteuning voor de cliënt tot resultaat heeft geleid;

  • Hoe vaak het eigen netwerk wordt ingezet of versterkt;

  • Duur van de ondersteuning;

  • Klanttevredenheid door evaluatie bevindingen van deelnemers;

  • Bereik specifieke doelgroepen.

Specifiek voor Jeugdmaatschappelijk werk:

  • Aantal ouders dat aangeeft zich gesterkt te voelen in hun opvoedrol;

  • Negatieve signalen vanuit zorgcoördinatie over (overlastgevende) kinderen en jongeren;

  • Aantal jongeren dat hulp krijgt aangeboden;

  • Aantal informatieverzoeken van ouders en jongeren;

  • Aantal adviesgesprekken voor ouders en jongeren.

Specifiek voor Ouderenadvies:

  • Samenwerking ouderenbonden, praktijkondersteuners huisartsen en wijkverpleging.

Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun subsidieaanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

Maatschappelijk werk:

  • Herstel en/of versterken eigen kracht en netwerk (zo nodig mantelzorgondersteuning, netwerkcoaches, maatjesprojecten en vrijwillige inzet);

  • Verdere uitbreiding laagdrempelig, preventief en ondersteunend collectief aanbod;

  • Het bieden van licht pedagogische hulp en ondersteuning.

Ouderenadvies:

  • Signalering (vinger aan de pols) 'contacten 75+' via vrijwilligersorganisaties, zoals ouderenbonden, kerken, Rode Kruis en Zonnebloem;

  • Herstel en/of versterken eigen kracht en netwerk (zo nodig mantelzorgondersteuning, netwerkcoaches, maatjesprojecten en/of vrijwillige inzet).

Sociaal cultureel werk:

  • Uitbreiding gebruik Bilderdijkhof in avond en weekend door vrijwillige inzet;

  • Huis van de Buurt, laagdrempelige opvang en/of dagbesteding.

Maatjesprojecten

  • Het organiseren van maatjescontacten; vrijwilligers worden gekoppeld aan mensen met psychische problemen (kwetsbare burgers) om deze te ondersteunen en om eigen kracht en netwerk te versterken.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • Organisaties die vallen onder de Wet meldcode, dienen hun aanvraag vergezeld te laten gaan van een beschrijving hoe zij aan deze wet voldoen. In het bijzonder op de punten van aandachtsfunctionaris en de hantering van het protocol.

  • Van de aanvrager wordt verwacht dat er afstemming plaatsvindt met ketenpartners, waaronder het sociaal loket, het Netwerk Jeugd & Gezin;

  • Het is van belang dat het bereik en de naamsbekendheid van de welzijnsinstellingen in Uithoorn bij de allochtone inwoners worden vergroot. In de werkwijze dient hier rekening mee te worden gehouden.

  • De aanvrager dient deel te nemen aan het Sociaal Team en hiermee als casusregisseur op te treden en bij te dragen aan casusanalyses.

  • De aanvrager neemt deel aan het Huis van de Buurt.

  • Het organiseren van een waakvlamcontact/nazorg door professionals of vrijwilligers.

  • Inzet vrijwilligerswerk op het aanspreken van de eigen kracht van de inwoners, hun netwerk en de samenleving. Vrijwilligers zijn er, net als de professionele ondersteuning, ook om (tijdelijk) ondersteuning te bieden om ervoor te zorgen dat inwoners en gezinnen zichzelf weer kunnen redden.

  • Werken volgens het principe één plan, één gezin en één regisseur.

  • Het voldoen aan de criteria voor cliëntondersteuning die benoemd zijn in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015. Ander andere het belang van de cliënt centraal, onafhankelijkheid, de integrale benadering en de cliëntondersteuning bij het toegangsproces tot voorzieningen.

  • Vanaf 1 januari 2016 maakt het inlooppunt Europarei onderdeel uit van de reguliere subsidie.

  • De pedagogische adviseurs (maatschappelijk werker) die worden ingezet voor het bieden van licht pedagogische hulp en ondersteuning hebben minimaal een diploma HBO pedagogiek en zijn Triple-P gecertificeerd;

  • Een optimale afstemming en integrale benadering van gezinsdossiers door de ketenpartners binnen het jeugddomein is vereist. Wij gaan ervanuit dat deze integrale benadering mede wordt bereikt door samenwerking binnen de netwerkorganisatie van het Netwerk Jeugd & Gezin;

  • De aanvrager is aangesloten (of zorgt bij het toekennen van de subsidie voor een aansluiting) op Matchpoint (Regionale Verwijsindex Risicojongeren), zorgt voor een adequate registratie van risicokinderen in Matchpoint en zorgt bij het ontstaan van een match voor een adequate afstemming met andere partners.

  • De aanvrager neemt deel aan het Convenant Netwerk Jeugd & Gezin, Sociaal Team en Meldpunt zorg en overlast.

Organisaties

De onderstaande organisaties komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Stichting Vita Welzijn en Advies;

  • Stichting Roads (maatjesproject).

Type subsidie

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Structurele subsidie.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 661.462,- (deelplafond voor jeugdmaatschappelijk werk is € 21.000,-). Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Referentiedocumenten

  • Visie op het Sociaal Domein 2013 – 2017.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

Mevrouw F. Abarkan

E-mailadres

fatima.abarkan@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 234

Beleidsregel 2 Clientondersteuning

Maatschappelijk effect

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Inwoners participeren in de samenleving:

  • Organisaties in het maatschappelijk middenveld dragen actief bij aan het vergroten van de participatie in de samenleving;

  • Inwoners leveren een actieve bijdrage aan de samenleving.

  • Inwoners

    zijn zelfredzaam:

  • Inwoners zetten hun eigen sociale netwerk in;

  • Inwoners voorzien in hun eigen levensonderhoud;

  • Kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg;

  • Sociale en maatschappelijke voorzieningen zijn vindbaar en toegankelijk.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situaties:

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd.

Doel

Het doel van deze subsidie is om de participatie, eigen regie en zelfredzaamheid van mensen met een lichamelijke en/of geestelijke beperking te vergroten. Hierbij gaat het om mensen met een (licht) verstandelijke beperking, chronische ziekte, lichamelijke of zintuiglijke beperking, autisme of niet-aangeboren hersenletsel. In het kader van decentralisatie AWBZ zijn gemeenten vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor deze doelgroep.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

  • De cliënten weten de weg naar informatie en hulp te vinden

  • De eigen regie van de cliënt is verstrekt en zijn/haar zelfredzaamheid is bevorderd.

  • Het netwerk van de cliënt is versterkt.

  • Tijdig de juiste ondersteuning inzetten en doorverwijzen naar hulpverlening om escalatie van problemen te voorkomen.

  • Integrale analyse leefdomeinen.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Aantal cliënten;

  • Aard van beperking;

  • Leeftijd cliënten;

  • Levensgebieden waar cliënten vragen over hebben gesteld;

  • Trainingen waar aan deelgenomen is door cliënten Uithoorn;

  • Aantal heraanmeldingen;

  • Inhoud en resultaat van project(en);

  • In welke mate de ondersteuning voor de cliënt tot resultaat heeft geleid;

  • Hoe vaak het eigen netwerk wordt ingezet of versterkt;

  • Duur van de ondersteuning.

Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun aanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Het bieden van cliëntondersteuning aan mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Cliëntondersteuning omvat: het geven van informatie en advies, vraagverheldering, kortdurende ondersteuning, activering van de cliënt en diens netwerk, bemiddeling en verwijzing, ondersteuning bij crisis ingeval van interventie, hulp bij monitoring en evaluatie van dienstverlening en zorg, hulp bij klachten en (voorkomen van) bezwaar en beroep;

  • Trajectbegeleiding aan ouders/verzorgers van kinderen met ontwikkelingsproblematiek en/of gedragsproblematiek van 0 – 6 jaar;

  • De aanvrager dient deel te nemen aan het Sociaal Team en hiermee als casusregisseur op te treden en bij te dragen aan casusanalyses;

  • Inzet gedragsdeskundige voor diagnostiek;

  • Voorlichting cliënten, vrijwilligers en professionals over de doelgroep.

Organisaties

De onderstaande organisaties komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Stichting MEE voor het subsidiejaar 2016.

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Incidentele subsidie.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • Organisaties die vallen onder de Wet Verplichte Meldcode Huiselijk geweld, dienen hun aanvraag vergezeld te laten gaan van een beschrijving hoe zij aan deze wet voldoen. In het bijzonder op de punt van aandachtsfunctionaris en de hantering van het protocol.

  • Van de aanvrager wordt verwacht dat er afstemming plaats vindt met ketenpartners, waaronder het Wmo-loket.

  • Het organiseren van een waakvlamcontact/nazorg door professionals of vrijwilligers.

  • Inzet vrijwilligerswerk op het aanspreken van de eigen kracht van de inwoners, hun netwerk en de samenleving. Vrijwilligers zijn er, net als de professionele ondersteuning, ook om (tijdelijk) ondersteuning te bieden om ervoor te zorgen dat inwoners en gezinnen zichzelf weer kunnen redden.

  • Werken volgens het principe één plan, één gezin en één regisseur.

  • Het voldoen aan de criteria voor cliëntondersteuning die benoemd zijn in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015. Ander andere het belang van de cliënt centraal, onafhankelijkheid, de integrale benadering en de cliëntondersteuning bij het toegangsproces tot voorzieningen.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 185.000,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Referentiedocumenten

  • Koersprogramma Sociaal Domein, 2014 – 2017 “Uithoorn maken we samen”.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

Mevrouw F. Abarkan

E-mailadres

fatima.abarkan@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 234

Beleidsregel 3 Huiselijk geweld

Maatschappelijk effect

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Uithoorn en Ouder- Amstel zijn een fijne en veilige plek om te leven:

  • Kinderen en jongeren groeien op tot zelfstandige, evenwichtige en zelfredzame burgers en krijgen volop kansen waarin zij hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen.

Inwoners zijn zelfredzaam:

  • Kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situatie:

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd.

Doel

De doelstelling van de aanpak van huiselijk geweld is als volgt:

  • De duur, de ernst, de kans op herhaling en de intergenerationele overdracht van huiselijk geweld en kindermishandeling neemt af;

  • Meer kinderen groeien geweldloos op.

De verwachting is dat het aantal casussen zal stijgen, indien vroegsignalering en voorlichting een zwaarder accent krijgen op basis van de regioaanpak en het lokale plan van aanpak. De geformuleerde beoogde doelen zijn pas op langere termijn haalbaar en van meerdere factoren afhankelijk.

Doelgroep

De doelgroep bestaat uit burgers uit Uithoorn en Ouder- Amstel die op enigerlei wijze te maken hebben of krijgen met een vorm van huiselijk geweld. Het speelt zich in de huiselijke sfeer af en is niet direct zichtbaar voor de omgeving. Het geweld kent allerlei gradaties: vernederen, treiteren, geestelijke of lichamelijke mishandeling, financiële uitbuiting, ontspoorde zorg, verwaarlozing en psychiatrische problematiek. Specifieke soorten van geweld zijn daarbij ouderen- mishandeling, eergerelateerd geweld, vrouwelijke genitale verminking, huwelijksdwang en achterlating, en seksueel geweld. Bij deze burgers en gezinnen gaat het veelal om meervoudige problematiek, zoals schulden, verslaving, huisvesting, scheiding, opvoeden van kinderen psychische of psychiatrische problemen.

Resultaten

  • Hulpverlening is gericht op het stoppen en verminderen van het geweld, zorgcoördinatie tijdens een tijdelijk huisverbod en het doorverwijzen naar verdere hulpverlening die (ook) gericht is op de aanpak van onderliggende problematiek binnen de afgesproken termijn & monitoring;

  • Vergroten van veiligheid en het stoppen van geweld: huishoudens zijn zodanig begeleid dat ze zelfstandig of door middel van passende hulpverlening de signalen herkennen die kunnen leiden tot geweld, waardoor recidive beperkt wordt;

  • Vergroten eigen kracht: de cliënt is in staat om in een vroeg stadium hulp in te schakelen, waardoor er eerder hulp geboden kan worden. Daarmee wordt voorkomen, dat de situatie (te) lang voortduurt, pas later naar buiten komt, waardoor er langduriger hulp geboden moet worden. Het vergroten van de eigen kracht betekent ook, dat de cliënt op den duur zijn eigen problemen leert oplossen en daarmee de regie over hun eigen leven terugvinden;

  • Activeren en versterken van netwerk: door het betrekken van de omgeving (familie, vrienden, buren, enz.) bij de uitvoering van het veiligheidsplan en herstelplan wordt de geslotenheid en beslotenheid van het gezinssysteem doorbroken. De beoogde resultaten in het veiligheidsplan en herstelplan zijn duurzaam van aard.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

Output indicatoren (2- 3 keer per jaar):

  • Aantal doorgezette meldingen vanuit Veilig Thuis of de gemeente (sociale wijkteam/ sociaal loket) dat in behandeling is genomen middels een traject en/ of andere ondersteuning;

  • Percentage van de meldingen dat binnen de afgesproken termijn in behandeling is genomen en is doorverwezen naar passende (specialistische) zorg (systeemgericht);

  • Aantal meldingen en huisverboden dat binnen een bepaalde periode (nader te bepalen) wederom zorg nodig heeft;

  • Aantal verwijzingen van betrokken volwassen (uitgesplitst in pleger en slachtoffer) naar verdere hulpverlening en/ of ondersteuning (uitgesplitst naar organisatie);

  • Aantal verwijzingen van betrokken kinderen naar verdere hulpverlening en/ of ondersteuning (uitgesplitst naar organisatie);

  • Geslacht, leeftijd, samenlevingsverband, relatie slachtoffer- pleger en soort geweld (VT);

  • Aantal casussen dat met een warme overdracht is doorverwezen naar de lokale (sociale) teams voor verdere regie en monitoring;

  • Percentage casussen waarbij het geweld na ingrijpen van het steunpunt is verminderd of gestopt- gemonitord op 6 weken en 3 en 9 maanden.

  • Percentage waakvlamcontact per ingezet traject en/ of andere vorm van ondersteuning.

Toelichting:

De Gezondheidsraad adviseert dat alle mishandelde kinderen tenminste psycho-educatie (preventieve voorlichting) wordt aangeboden. Dit is volgens de Gezondheidsraad altijd nodig, óók als er op dat moment (nog) geen sprake is van aanwijsbare schade bij het kind. Kinderen die aan een psycho-educatieve cursus meedoen vertonen na afloop minder emotionele problemen, gedragsproblemen en posttraumatische stresssymptomen.

Uithoorn voegt hieraan toe dat maatwerk voor het kind, dus niet per se groepsaanbod, altijd leidend zal zijn.

Outcome indicatoren (jaarlijks):

  • Tevredenheid clienten over nut en effect van de geboden hulpverlening

  • Uitval van clienten

  • Doelrealisatie (probleemafname):

    • -

      De mate waarin cliënten zonder hulp verder kunnen;

    • -

      De mate waarin er na beëindiging geen nieuwe start hulpverlening plaatsvindt;

    • -

      De mate waarin problemen verminderd zijn en/of zelfredzaamheid/participatie is verhoogd;

    • -

      De mate waarin overeengekomen doelen gerealiseerd zijn.

Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun subsidieaanvraag voorstellen te doen voor adequate (aanvullende) indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Op basis van warme overdracht door het sociale wijkteam of Veilig Thuis diagnose verder uitdiepen veiligheidsplan en/ of herstelplan opstellen in samenwerking met alle betrokken gezinsleden, ook al zijn ze uit het zicht verdwenen (bijvoorbeeld pleger die niet meer in de regio woont);

  • Zorgen dat veiligheidsplan en/of herstelplan uitgevoerd wordt en hierop casusregie voeren afgestemd met het sociaal team. Per casus worden hierover afspraken gemaakt met het sociale wijkteam;

  • Zorgtrajecten (inclusief tijdpad) bij tijdelijk huisverbod en niet opgelegde tijdelijke huisverboden;

  • Groepswerk: het organiseren van groepsaanbod voor slachtoffers en plegers van huiselijk geweld waarbij onderscheid wordt gemaakt naar slachtoffers, pleger en kinderen. Samenwerking m.b.t. doorverwijzing vindt nadrukkelijk plaats met het lokale veld;

  • Waakvlamcontact na afsluiten traject. Onder het waakvlamcontact verstaan we: op de achtergrond en gepaste afstand zicht houden op de situatie en inspelen op de behoeften van de cliënt waarbij gebruik wordt gemaakt van het eigen netwerk.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • De inzet vindt plaats onder regie van het sociale wijkteam van Uithoorn en Ouder- Amstel. Daarbij wordt samengewerkt met partijen (Politie, Brijder, GGZ InGeest, JBRA, GGZ de Waag, Mee, veiligheidshuis, reclassering, woningbouwverenigingen, enz.) die een bijdrage leveren aan de verdieping van de probleemanalyse en de ontwikkeling en de uitvoering van het plan van aanpak.

  • De aanvrager dient deel te nemen (op afroep) aan het sociale wijkteam en hiermee desgewenst als casusregisseur op te treden en bij te dragen aan casusanalyses;

  • In eerste instantie zullen de interventies ingezet worden om de veiligheid te vergroten en te waarborgen van en tussen de gezinsleden, uitmondend in door alle gezinsleden gedragen veiligheidsafspraken;

  • Vanwege de meervoudige problematiek (huisvesting, schulden, verslaving, scheiding, psychische klachten en opvoeding van kinderen) wordt verwacht dat op basis van een integrale probleemanalyse een integraal plan van aanpak gemaakt wordt, gericht op het doorbreken van de geslotenheid en beslotenheid en participatie buitenshuis. De problemen zijn beschreven volgens de methodiek van de zelfredzaamheidmatrix geformuleerd;

  • Werken volgens het principe één plan, één gezin en één regisseur;

  • Personen die zorg nodig hebben, maar die niet vragen/krijgen worden actief benaderd met ondersteuning;

  • Er worden ervaren specialistische hulpverleners op het terrein van huiselijk geweld en ouderenmishandeling ingezet en er wordt gebruik gemaakt van ervaringsdeskundigen en/ of andere vrijwilligers;

  • Er wordt rekening houden met de mogelijke groei van ontspoorde mantelzorgers;

  • Methodisch en evidence based werken in combinatie met een innovatieve werkwijze (bv. blended hulpverlening) die nieuwe ontwikkelingen integraal verwerkt in het zorg- en ondersteuningsaanbod;

  • Gendersensitieve aanpak: rekening houdend met sociaal- culturele verschillen en verschillen tussen de seksen: positie, rolpatronen en verwachtingen gekoppeld aan sekse. De aanpak is gericht op het verkleinen van machtsverschillen en afhankelijkheden en is gericht op zowel slachtoffer(s) als op de pleger;

  • De aanpak is specifiek in het geval van langdurig en veelvuldig (ernstig) huiselijk geweld;

  • De aanvrager beschrijft op welke wijze zij aan de Wet Meldcode voldoet. In het bijzonder op de punten van aandachtsfunctionaris en de hantering van het protocol; Het voldoen aan de criteria voor cliëntondersteuning die benoemd zijn in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015, o.a.: belang van de cliënt centraal, onafhankelijkheid, integrale benadering en cliëntondersteuning bij het toegangsproces tot voorzieningen.

  • De uitvoerder werkt voor 2 gemeenten: Ouder- Amstel en Uithoorn, waarbij Uithoorn penvoerder is. De inhoudelijke verantwoording is uitgesplitst per gemeente.

Toelichting:

Uit onderzoek van het Verwey Jonker Instituut blijkt dat de geboden hulp vaak resultaat heeft, maar niet voldoende: er is significant minder partnergeweld mede dankzij de geboden hulp, zo nemen de onderzoekers aan. Echter, de aanpak is niet effectief genoeg voor gezinnen waarin langdurig en veelvuldig ernstig partnergeweld voorkomt. De helft van de respondenten zegt dat de partner na anderhalf jaar nog steeds fysiek gewelddadig is.

Het hulpaanbod is daarbij nog teveel gericht op de moeder. De pleger is, zeker na een scheiding, moeilijk te motiveren om aan hulpverlening deel te nemen. Er is nog geen sprake van een integraal en systemisch hulpaanbod gericht op pleger, slachtoffer en kinderen samen. Moeders hebben het gevoel dat de partner zich kan onttrekken aan de hulpverlening en niet wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheid voor een veilige leefsituatie voor de kinderen.

Organisaties

De onderstaande organisaties komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Professionele (welzijns- )organisaties die ervaring hebben met het organiseren van bovenstaande activiteiten en met de doelgroep.

Type subsidie

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Structurele of incidentele subsidie

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 120.000,-. De hoogte van het totale subsidieplafond is afhankelijk van de decentralisatie uitkering vrouwenopvang en van de lokale deelplafonds: voor Uithoorn geldt een plafond van € 42.812,- en voor Ouder- Amstel geldt een plafond van € 20.034,-.

Het subsidieplafond is onder voorbehoud van:

  • 1.

    Goedkeuring door de gemeenteraad van Uithoorn en Ouder- Amstel. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

  • 2.

    Regionale besluitvorming over de middelen vanuit de decentralisatieuitkering vrouwenopvang (duvo). Medio 2015 vindt daar besluitvorming over plaats.

Referentiedocumenten

  • Visie op het Sociaal Domein 2013 – 2017

  • Regio aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2015 – 2020

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

Mevrouw G.R. Hakkert

E-mailadres

georgien.hakkert@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 154

Beleidsregel 4 Vrijwilligersondersteuning

Maatschappelijk effect

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Inwoners participeren in de samenleving:

  • Organisaties in het maatschappelijk middenveld dragen actief bij aan het vergroten van de participatie in de samenleving;

  • Inwoners leveren een actieve bijdrage aan de samenleving.

  • Inwoners

    zijn zelfredzaam:

  • Inwoners zetten hun eigen sociale netwerk in;

  • Kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg;

  • Sociale en maatschappelijke voorzieningen zijn vindbaar en toegankelijk.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situaties:

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd.

Doel

Vrijwillige inzet speelt een belangrijke rol bij de omslag (transformatie) van complexe, verkokerde ondersteuning veraf naar preventieve ondersteuning dichtbij. De vrijwilligerscentrale fungeert daarbij als expertisecentrum met de focus op (kleine) vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties die met vrijwilligers werken. Het doel is zelfredzaamheid en eigen kracht van organisaties, maar ook van (potentiële) vrijwilligers te vergroten. Het versterken van vrijwillige inzet door het stimuleren van samenwerking en afstemming van vrijwilligersinitiatieven is daarbij van groot belang.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

  • Participatie vrijwilligerswerk neemt toe, onder andere door een groeiend aantal koppelingen (geslaagde bemiddelingen);

  • De kwaliteit van het vrijwilligerswerk verbetert;

  • De waardering van vrijwilligers wordt periodiek onder de aandacht gebracht;

  • Vrijwilligersorganisaties spelen in op de ontwikkeling dat vrijwilligers hun eigen wensen en voorwaarden hebben;

  • Vrijwilligersorganisaties weten door betere samenwerking efficiënter en effectiever met het maatschappelijk kapitaal van vrijwilligers om te gaan en werken samen in het realiseren van gezamenlijke doelen;

  • Het verlenen van vrijwilligerswerk voor zorgbehoevenden wordt met extra aandacht gestimuleerd en uitval van vrijwilligers zal zoveel mogelijk worden voorkomen. In het verlengde hiervan kunnen mantelzorgers worden ondersteund door de inzet van vrijwilligers, die hun zorgtaken (gedeeltelijk) overnemen.

  • Vrijwilligers en professionals weten elkaar te vinden; het aandeel aan vrijwilligers dat samenwerkt met professionals neemt toe.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Aantal bemiddelingen tussen vrijwilligers en organisaties (in het bijzonder de bemiddelingen betrekkend hebbend op informele ondersteuning);

  • Mate van tevredenheid van de (vrijwilligers)organisaties over de ondersteuning.

  • Aantal voorgenomen en gerealiseerde activiteiten inclusief bijbehorende bezetting/gebruik door deelnemers;

  • Mate waarin er samenwerking plaatsvindt en vrijwillige initiatieven gebundeld worden.

Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun subsidieaanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Het organiseren van inloopspreekuren;

  • Het begeleiden en leveren van adviestrajecten aan vrijwilligersorganisaties, onder andere door een gericht cursusaanbod en het organiseren van netwerkbijeenkomsten;

  • Het werven en begeleiden van (nieuwe) vrijwilligers;

  • Het actief ondersteunen van burgers in het kader van sociale activering;

  • Promotie vrijwillige inzet inwoners onder andere door (landelijke) acties, zoals NL Doet, voorlichting en deskundigheidsbevordering;

  • Beheer vacaturebank met behulp van vrijwillige inzet;

  • Collectieve en/of zo nodig individuele begeleiding bijzondere doelgroepen;

  • Beheer website en promotie Buurtverbinding (matchingsprogramma);

  • Voortrekkersrol in team (pilot) vrijwillige inzet;

  • Ondersteunen en verbinden burgerinitiatieven (in overleg met gemeente).

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Incidentele subsidie.

Organisaties

De onderstaande organisaties komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Stichting Tympaan – De Baat.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 54.716,- Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Referentiedocumenten

  • Visie op het Sociaal Domein 2013 –2017.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

Mevrouw D. Knigge

E-mailadres

dolinda.knigge@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 261

Beleidsregel 5 Mantelzorgondersteuning

Maatschappelijk effect

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Inwoners participeren in de samenleving:

  • Organisaties in het maatschappelijk middenveld dragen actief bij aan het vergroten van de participatie in de samenleving;

  • Inwoners leveren een actieve bijdrage aan de samenleving.

Inwoners zijn zelfredzaam:

  • Inwoners zetten hun eigen sociale netwerk in;

  • Inwoners voorzien in hun eigen levensonderhoud;

  • Kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg;

  • Sociale en maatschappelijke voorzieningen zijn vindbaar en toegankelijk.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situaties:

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd.

Doel

Met de toenemende vergrijzing en de extramuralisering van de zorg wordt een aldoor groter beroep gedaan op mantelzorgers. Mantelzorgers zijn één van de belangrijkste pijlers in de civil society. Dankzij de inzet van mantelzorgers worden sociale verbanden in stand gehouden. Mantelzorger zijn is niet altijd een bewuste keuze. Het overkomt hen en ze zien het als een vanzelfsprekendheid. Hierdoor herkennen veel mantelzorgers zichzelf vaak niet als zodanig en daardoor lopen mantelzorgers lopen (grote) kans overbelast te raken.

Nu de transformatie van complexe, verkokerde ondersteuning veraf naar preventieve ondersteuning dichtbij in volle gang is, wordt er steeds meer van mantelzorgers verwacht. Vaak zijn ze al heel actief in het ondersteunen van hun naaste(n) met het risico dat de mantelzorger (nog meer) overbelast raakt. Om dit te voorkomen is goede mantelzorgondersteuning noodzakelijk. Het mantelzorg steunpunt fungeert als expertisecentrum informele zorg en mantelzorg met de focus op (kleine) vrijwilligersorganisaties. Ook hier is het doel zelfredzaamheid en eigen kracht van mantelzorgers (zorgvragers) en organisaties maar te vergroten.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

  • Herkenning en erkenning van mantelzorg door voorlichting inwoners, onder andere door (landelijke) acties zoals ‘NL Dag van de mantelzorg’;

  • Herstel en/of versterken eigen kracht en netwerk (zo nodig inzet netwerkcoaches, maatjesprojecten en/of vrijwillige inzet);

  • Voorlichting aan en deskundigheidsbevordering bij organisaties met als uitgangspunt ‘mantelzorgondersteuning hoort bij het reguliere werk’;

  • Begeleiding op afstand van lotgenotencontacten en Alzheimer café;

  • Organiseren respijtzorg: vrijwillige inzet aan huis en vakantieopvang Handen in huis beheer vacaturebank;

  • Collectieve en/of individuele begeleiding bij complexe vragen en/of bijzondere Doelgroepen;

  • Deelname pilot sociale teams (op afroep);

  • Vormgeven van de jaarlijkse waardering voor mantelzorgers;

  • Realiseren van samenwerking tussen informele en formele ondersteuningsvormen.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Aard en omvang mantelzorgerscontacten;

  • Aantal/resultaat inzet netwerkcoaches;

  • Aard en omvang respijtzorg.

  • Aantal voorgenomen en gerealiseerde activiteiten inclusief bijbehorende bezetting/gebruik door deelnemers;

  • Omvang samenwerking informele en formele ondersteuning.

Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun aanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

Het ondersteunen van mantelzorgers, denk aan informatie, advies en begeleiding, emotionele steun, educatie, praktische hulp en respijtzorg.

Organisaties

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Primaire focus ligt bij Stichting Mantelzorg en Meer;

  • Professionele (welzijns)organisaties die ervaring hebben met het organiseren van bovenstaande activiteiten en met de doelgroep.

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Structurele subsidie.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • Organisaties die vallen onder de Wet meldcode, dienen hun aanvraag vergezeld te laten gaan van een beschrijving hoe zij aan deze wet voldoen. In het bijzonder op de punten van aandachtsfunctionaris en de hantering van het protocol.

  • Van de aanvrager wordt verwacht dat er afstemming plaats vindt met ketenpartners, waaronder het Wmo-loket.

  • Het ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers is afgestemd op de behoefte en vindt plaats dicht bij huis.

  • Speciale aandacht in de ondersteuning naar mantelzorgers gaat uit naar de volgende specifieke doelgroepen: (1) opgroeiende kinderen als mantelzorgers, (2) mantelzorgers van chronisch zieken, (3) terminaal zieken en gehandicapten, (4) allochtone mantelzorgers en (5) mantelzorgers van mensen met een psychiatrische aandoening.

  • Het voldoen aan de criteria voor cliëntondersteuning die benoemd zijn in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015. Ander andere het belang van de cliënt centraal, onafhankelijkheid, de integrale benadering en de cliëntondersteuning bij het toegangsproces tot voorzieningen.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 43.495,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Referentiedocumenten

  • Visie op het Sociaal Domein 2013 – 2017.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

Mevrouw D. Knigge

E-mailadres

dolinda.knigge@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 261

Beleidsregel 6 Participatie en integratie

Maatschappelijk effect

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Inwoners participeren in de samenleving:

  • Organisaties in het maatschappelijk middenveld dragen actief bij aan het vergroten van de participatie in de samenleving;

  • Inwoners leveren een actieve bijdrage aan de samenleving.

Inwoners zijn zelfredzaam:

  • Inwoners zetten hun eigen sociale netwerk in.

  • kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg.

  • Sociale en maatschappelijke voorzieningen zijn vindbaar en toegankelijk.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situaties:

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd.

Doel

De gemeente Uithoorn wil dat de allochtone inwoners volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Meedoen en integreren hebben een wederkerig effect. Integratie bevordert het meedoen en het meedoen bevordert de integratie.

Het doel van deze subsidie is om middels taalstimulerings-, participatie- en integratieactiviteiten de deelname van allochtone inwoners aan de samenleving te optimaliseren.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

Toename van de mate van participatie en integratie van allochtone inwoners door;

  • Aanbieden van passende taalstimulerings-, participatie- en integratieactiviteiten voor allochtone inwoners in de gemeente Uithoorn;

  • Focus op doorstroom op de participatieladder door het actief stimuleren van de deelnemers om zich extern te oriënteren op (onbetaald/betaald) werk;

  • Allochtone inwoners worden geactiveerd in het kennis maken met elkaars culturen en de Nederlandse cultuur en het blijvend aanscherpen en/of ontwikkelen van de Nederlandse taal;

  • Bereiken van zowel mannen als vrouwen, waarbij een focus ligt op vrouwen;

  • Een ontmoetingsplek voor allochtone vrouwen in de wijk Europarei.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Overzicht van het bereik van de doelgroep en de hieraan gekoppelde voortgang op basis van de participatieladder;

  • Aantal georganiseerde taalstimulerings-, participatie- en integratieactiviteiten (specifiek per buurt);

  • Het aantal unieke taalkoppelingen (koppeling vrijwilligers van allochtone of autochtone afkomst met allochtone inwoners).

Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun subsidieaanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Het stimuleren van taal in combinatie met participatieactiviteiten voor westerse en niet-westerse allochtonen. De prioriteit binnen de genoemde doelgroep ligt op genaturaliseerde niet-westerse allochtonen;

  • Het organiseren en tot stand brengen van taalkoppelingen tussen allochtone en autochtone inwoners, met specifiek de nadruk op het bevorderen van vrijwilligerswerk van allochtone inwoners in heel Uithoorn;

  • Het creëren van een ontmoetingsplek voor allochtone en autochtone vrouwen in de wijk Europarei, waarbij verschillende activiteiten worden georganiseerd die de participatie en integratie van de vrouwen bevorderen.

  • Het organiseren van participatie- en integratieactiviteiten gericht op allochtone en autochtone inwoners.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • Van de aanvrager wordt verwacht dat de werkwijze outreachend is, gericht op het vinden van de doelgroep die ondersteuning nodig heeft.

Organisaties

De onderstaande organisaties komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Professionele (welzijns)organisaties die ervaring hebben met het organiseren van bovenstaande activiteiten en met de doelgroep.

  • Vrijwilligersorganisaties en natuurlijke personen die ervaring hebben met het organiseren van bovenstaande activiteiten.

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Structurele subsidie;

  • Incidentele subsidie.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 28.682,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Referentiedocumenten

  • Koersprogramma Sociaal Domein.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

Mevrouw D. Woerden

E-mailadres

daphne.woerden@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 134

 

 

Behandelend ambtenaar

Mevrouw D. Knigge

E-mailadres

dolinda.knigge@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 261

Beleidsregel 7 Maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden

Maatschappelijke effecten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Inwoners participeren in de samenleving:

  • Inwoners leveren een actieve bijdrage aan de samenleving.

Inwoners zijn zelfredzaam:

  • Inwoners zetten hun eigen sociale netwerk in;

  • kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg;

  • Sociale en maatschappelijke voorzieningen zijn vindbaar en toegankelijk.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situaties:

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd.

Doel

Het doel van deze subsidie is om asielgerechtigden de mogelijkheden te bieden om zichzelf te kunnen redden in de Nederlandse samenleving.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

  • Alle asielgerechtigden krijgen maatschappelijk begeleiding;

  • De asielgerechtigden zijn na hun maatschappelijke begeleiding voldoende zelfredzaam.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Het behalen van de taakstelling c.q. het aantal asielgerechtigden dat wordt begeleid;

  • Aantal van asielgerechtigden die het inburgeringstraject voldoende hebben doorlopen.

Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun subsidieaanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Het organiseren van maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden.

Organisaties

De onderstaande organisaties komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Professionele (welzijns)organisaties die ervaring hebben met het organiseren van bovenstaande activiteiten en met de doelgroep.

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

• Structurele subsidie.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • Het organiseren van een waakvlamcontact/nazorg door professionals of vrijwilligers.

  • Inzet vrijwilligerswerk op het aanspreken van de eigen kracht van de inwoners, hun netwerk en de samenleving. Vrijwilligers zijn er, net als de professionele ondersteuning, ook om (tijdelijk) ondersteuning te bieden om ervoor te zorgen dat inwoners en gezinnen zichzelf weer kunnen redden.

  • Werken volgens het principe één plan, één gezin en één regisseur.

  • Het voldoen aan de criteria voor cliëntondersteuning die benoemd zijn in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015. Ander andere het belang van de cliënt centraal, onafhankelijkheid, de integrale benadering en de cliëntondersteuning bij het toegangsproces tot voorzieningen.

Subsidieplafond

• Vast deel van € 28.376,-.

• Het vaste deel wordt vermeerderd met € 1.000,- per gehuisveste asielgerechtigde van het Centraal Opvang Asielzoekers.

Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Hoogte van het subsidiebedrag is afhankelijk van de taakstelling (het aantal te huisvesten asielgerechtigden) en lopende trajecten maatschappelijke begeleiding. De taakstelling fluctueert per jaar/zes maanden. Afhankelijk van de onrust in de wereld. Vandaar dat in deze beleidsregel sprake is van een variabel subsidieplafond.

Referentiedocumenten:

  • Samen leven in de gemeente Uithoorn – Integratienota 2011 – 2014.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

Mevrouw D. Woerden

E-mailadres

daphne.woerden@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 134

Beleidsregel 8 Zelfredzaamheid

Maatschappelijke effecten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Inwoners participeren in de samenleving:

  • Organisaties in het maatschappelijk middenveld dragen actief bij aan het vergroten van de participatie in de samenleving;

  • Inwoners leveren een actieve bijdrage aan de samenleving.

  • Inwoners

    zijn zelfredzaam:

  • Inwoners zetten hun eigen sociale netwerk in;

  • Kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg;

  • Inwoners hebben een gezonde leefstijl;

  • Sociale en maatschappelijke voorzieningen zijn vindbaar en toegankelijk.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situaties:

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd.

Doel

In een aantrekkelijke woon- en leefgemeenschap moeten burgers zoveel mogelijk vanuit zelfredzaamheid en op eigen kracht kunnen participeren in de samenleving. Daar waar de burger dit niet kan, is hij in eerste instantie aangewezen op zijn eigen sociale netwerk.

Het doel van deze subsidie is om (potentieel) kwetsbare burgers in staat te stellen te participeren aan de samenleving en om hen zo tevens te stimuleren hun eigen netwerk te versterken.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

  • Het activiteitenaanbod is niet alleen gericht op ontmoeting. De activiteiten hebben een duidelijk preventief karakter voor het ondersteunen van (potentieel) kwetsbare burgers specifiek gericht op het tegengaan van eenzaamheid, het versterken van zelfredzaamheid, weerbaarheid, signalering, gezondheidsbevordering, uitbreiding eigen netwerk en/of actieve participatie.

  • Potentieel) kwetsbare burgers zijn actief in verenigingen, bonden en/of ander georganiseerd verband, zij laten hun stem horen in de buurt.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Aard en omvang signalen inclusief koppeling met kwetsbare doelgroep en vervolgstappen;

  • Aard en omvang activiteiten specifiek gericht op (potentieel) kwetsbare inwoners.

  • Omvang samenwerking met andere professionele en vrijwillige instellingen.

Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun subsidieaanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Het organiseren van activiteiten die gericht zijn op het versterken van de eigen kracht, het vergroten van het netwerk, actieve participatie en gezondheidsbevordering van ouderen, mensen met een beperking, patiënten en/of andere specifieke doelgroepen binnen het welzijn en zorgkader.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden:

  • De aanvrager dient in de aanvraag inzichtelijk te maken dat de deelnemers van de activiteiten (actief) worden betrokken bij de totstandkoming van de activiteiten.

  • Het voldoen aan de criteria voor cliëntondersteuning die benoemd zijn in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015. Ander andere het belang van de cliënt centraal, onafhankelijkheid, de integrale benadering en de cliëntondersteuning bij het toegangsproces tot voorzieningen.

Organisaties

De onderstaande organisaties komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Vrijwilligersorganisaties.

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Structurele subsidie;

  • Incidentele subsidie.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 26.405,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Deelsubsidieplafonds

Binnen het subsidieplafond gelden de volgende deelplafonds:

  • Maximaal € 12.500,- voor het Buurthuis Thamerdal (Ponderosa);

  • Maximaal € 3.150,- voor stichting De Belklus;

  • Maximaal € 5.340,- voor Slachtofferhulp Nederland;

  • Maximaal € 3.075,- voor De Schakel;

  • Maximaal € 2.340,- voor Overleg Lichamelijk Gehandicapten Amstelland.

Referentiedocumenten

  • Visie op het Sociale Domein 2013 – 2015.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

Mevrouw D. Knigge

E-mailadres

dolinda.knigge@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 261

Beleidsregel 9 Taalontwikkeling

Bijzondere opmerking:

Deze beleidsregel is in ontwikkeling en wordt naar verwachting in de tweede helft van 2015 aangepast op basis van rijksontwikkelingen in de ‘Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie’ (Wet OKE). Na bekendmaking van de nieuwe wetgeving en de bijbehorende financiële middelen, maakt de gemeente Uithoorn nieuwe beleidskeuzes. Zodra het nieuwe beleid is vastgesteld wordt deze beleidsregel geactualiseerd. De intentie is om vanaf 1 januari 2016 te starten met de uitvoering van het nieuwe beleid.

Voorsorterend op de nieuwe wetgeving, kunt u uw subsidieaanvraag voor 2016 reeds indienen. In het kader van bovengenoemde ontwikkelingen zullen wij uw aanvraag echter toetsen aan het nieuwe beleid. De aanvragers worden van het proces op de hoogte gehouden.

Maatschappelijke ontwikkeling

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Uithoorn is een fijne en veilige plek om te leven:

  • Kinderen en jongeren groeien op tot zelfredzame burgers en krijgen volop kansen waarin zij hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen.

Inwoners zijn zelfredzaam:

  • Ieder kind in Uithoorn volgt onderwijs;

  • Inwoners voorzien in hun eigen levensonderhoud;

  • Kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg;

  • Inwoners hebben een gezonde leefstijl;

  • Sociale en maatschappelijke voorzieningen zijn vindbaar en toegankelijk.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situaties

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd.

Doel

Taalachterstanden worden gezien als de veroorzaker van onderwijsachterstanden en soms zelfs schooluitval. Onderzoeken tonen aan dat vroegtijdige signalering en begeleiding van taalontwikkelingsachterstand een goede kans biedt op herstel en kan voorkomen dat kinderen uitvallen binnen het basisonderwijs.

Het geven van passend taalonderwijs behoort tot de kerntaken van het onderwijs. Met de komst van de Wet OKE wordt ook een bijdrage geleverd aan het tegengaan van taalachterstanden door voorschoolse voorzieningen (VVE) of met behulp van schakelklassen.

De peuteropvang heeft een belangrijke plaats in het lokale jeugdbeleid en binnen de keten van voorzieningen voor 0-6-jarigen. Op de peuteropvang kunnen kinderen leren spelen, zich ontwikkelen en vriendschappen sluiten. Kinderopvang is een belangrijke voorwaarde voor ouders om zorg en arbeid te kunnen combineren. Overeenkomst is dat in beide voorzieningen het ontmoeten van andere kinderen en het stimuleren van de ontwikkeling centraal staan. Verschillen tussen voorzieningen hebben vooral te maken met de wijze van financiering en met de duur van het verblijf in de voorziening. De peuteropvang bereikt hierdoor een andere groep kinderen dan de kinderopvangcentra. Kinderopvang is sinds de invoering van de Wet Kinderopvang in 2005 een marktgerichte private sector.

Het doel van de subsidie is om spraak-/taalproblematiek bij kinderen vroegtijdig te signaleren en kinderen van 0 tot 14 jaar te stimuleren in hun ontwikkeling. Hierdoor wordt bereikt dat de kinderen goed kunnen meedoen en dat in een vroeg stadium aan een optimale schoolloopbaan wordt gewerkt. Dit gebeurt met behulp van gerichte educatieve programma's waarin onder andere aandacht is voor taalontwikkeling en taalondersteuning, sociale vaardigheden en samen spelen.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

  • Kinderen met een spraak-/taalachterstand worden vroegtijdig gesignaleerd op het consultatiebureau, peuteropvang, gastouder, kinderdagverblijf of de basisschool en interventie kan worden geïndiceerd;

  • Ouders, die daaraan behoefte hebben, kunnen deelnemen aan een programma met als doel hun kinderen beter voor te bereiden op het primair onderwijs;

  • Kinderen van 2,5 tot 4 jaar kunnen gebruikmaken van peuteropvang;

  • 100% bereik van de wettelijke doelgroepkinderen;

  • Wettelijke en brede doelgroepkinderen worden in staat gesteld om minimaal 3 dagdelen per week een peuteropvanglocatie of kinderdagverblijf te bezoeken en deel te nemen aan een wettelijk erkend VVE-programma;

  • Alle voorschoollocaties voldoen aan het wettelijk verplichte kwaliteitskader;

  • Scholen, kinderdagverblijven en peuteropvang hebben taalondersteuning activiteiten; Elke gesubsidieerde voorschoolse voorziening heeft een goed (taal-) ontwikkelingsbeleid om de doorgaande lijn naar het basisonderwijs te bevorderen;

  • Primair onderwijs scholen bieden leerlingen, die minder dan één jaar Nederlandstalig onderwijs hebben gevolgd en die niet in het Nederlands aanspreekbaar zijn de mogelijkheid om doormiddel van een extra programma aan te haken aan het gewenste niveau (‘schakelklassen’).

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Aantal gescreende kinderen op spraak- taalachterstanden en aantal doorverwijzingen

  • Aantal ouders dat een logopedie spreekuur (op verwijzing) en inloopspreekuur bezoekt

  • Aantal kinderen dan aangemeld wordt voor logopedische observatie en/of onderzoek in het voorschoolse traject

  • Aantal kinderen dat deelneemt aan de peuteropvang;

  • Cito-score (instroom en doorstroom) en/of andere systemen;

  • Percentage doelgroepdeelname VVE-programma;

  • Aantal locaties dat voldoet aan het verplichte kwaliteitskader;

  • Aantal taalondersteuningsactiviteiten;

  • Aantal kinderen dat deelneemt aan de schakelklassen.

Aan subsidieaanvragers wordt verzocht om bij hun aanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Activiteiten ten behoeve van preventieve en vroegsignalering van spraak-taalproblematiek op het consultatiebureau, de peuter/kinderopvang instellingen en de basisschool;

  • Voorzieningen en/of activiteiten die noodzakelijk zijn voor de voorschool om VVE doelgroepkinderen te kunnen faciliteren in hun ontwikkeling, denk aan wettelijk erkende methodes, geschoolde medewerkers, VVE coördinator;

  • Optimaal bereik van de VVE doelgroepkinderen doormiddel van de inzet van een contactouder; het gaat hierbij om toelichting nut en noodzaak voorschool bij ouders thuis (huisbezoek);

  • Het begeleiden van ouders van jonge kinderen in voorbereiding op de (voor)school

  • Taal- en opvoedondersteuningsactiviteiten en thema avonden voor ouders met jonge kinderen;

  • Het organiseren van extra programma’s voor kinderen in het primair onderwijs, die minder dan één jaar Nederlandstalig onderwijs hebben gevolgd en die niet in het Nederlands aanspreekbaar zijn (‘schakelklassen’).

Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • Organisaties die aanspraak willen maken op de subsidie gericht op VVE doelgroepkinderen, dienen te voldoen aan het wettelijk verplichte kwaliteitskader en de wet OKE.

  • Organisaties die vallen onder de Wet meldcode, dienen hun aanvraag vergezeld te laten gaan van een beschrijving hoe zij aan deze wet voldoen. In het bijzonder op de punt van aandachtsfunctionaris en de hantering van het protocol.

Organisaties

De onderstaande organisaties komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Professionele (welzijns)organisaties die ervaring hebben met het organiseren van bovenstaande activiteiten en met de doelgroep.

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Structurele subsidie;

  • Incidentele subsidie.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 375.585,- Dit plafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de Gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Binnen het subsidieplafond geldt een verdeling op basis van rijksmiddelen. Dat betekent dat de jaarlijks toegekende VVE subsidie vanuit het Rijk dient te worden besteed aan VVE gerelateerde voorzieningen en/of activiteiten. Het bedrag voor 2015 bedroeg € 216.360,- (de bedragen voor 2016 zijn nog niet bekend).

Deelsubsidieplafonds

Binnen het subsidieplafond gelden de volgende deelplafonds:

  • € 49.500,- voor spraak- en taalsignalering. Voor de activiteiten met betrekking tot vroegsignalering van spraak-taalproblematiek heeft de gemeente afspraken met De OnderwijsAdvies groep. De OnderwijsAdvies groep is zodoende de enige organisatie die in aanmerking komt voor een subsidie van de gemeente voor deze activiteit;

  • € 30.000,- voor de Internationale taalklas Uithoorn (stichting ICBO);

  • € 261.602,- voor VVE en Peuteropvang (Solidoe);

  • € 34.483,- voor taalstimulering en overige activiteiten die aansluiten op taalontwikkeling van de doelgroep en hun ouders;

Referentiedocumenten:

  • Nu, voor Later. Integraal onderwijskansenbeleid gemeente Uithoorn 2011 – 2015.

  • Koersprogramma Sociaal Domein 2014-2017.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

Mevrouw D. Woerden

E-mailadres

daphne.woerden@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 134

 

 

Behandelend ambtenaar

Mevrouw N. Hollebrand

E-mailadres

nicoline.hollebrand@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 753 007

Beleidsregel 10 Opgroei- en opvoedondersteuning

Bijzondere opmerking:

In 2016 is een groot gedeelte van de subsidies voor opgroei- en opvoedondersteuning ondergebracht een projectsubsidie voor een pilot met de ouder & kindcoaches die voor anderhalf jaar is verstrek.

Vanaf 2016 is het jeugdmaatschappelijk werk samengevoegd met de subsidie voor het algemeen maatschappelijk werk en ondergebracht bij beleidsregel 1 Maatschappelijk ondersteuning.

Maatschappelijke ontwikkeling

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Uithoorn is een fijne en veilige plek om te leven:

  • Kinderen en jongeren groeien op tot zelfstandige, evenwichtige en zelfredzame burgers en krijgen volop kansen waarin zij hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen.

Inwoners zijn zelfredzaam:

  • Ieder kind volgt onderwijs;

  • Kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situatie:

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd.

Doel

Opgroeien dient vooral leuk en leerzaam te zijn. Maar wanneer het mis dreigt te gaan met de ontwikkeling, dient vroegtijdig gesignaleerd en ingegrepen te worden. De opvoeding is een belangrijk aspect in de ontwikkeling van kinderen. Opvoedingsproblemen kunnen de oorzaak zijn van stagnaties in de ontwikkeling. Ouders kunnen op verschillende momenten in de opvoeding behoefte hebben aan ondersteuning.

Het is goedkoper, gemakkelijker en beter om problemen te voorkomen of in een vroeg stadium te signaleren en op te lossen, dan achteraf met de gevolgen te worden geconfronteerd. Bij preventie maatregelen gericht op kinderen, dienen er directe verbindingen te worden gelegd tussen het kind, het gezin en de betrokken instanties. Bij vermoedens van zwaardere en meervoudige problematiek binnen het gezin, dient er contact/aansluiting gezocht te worden met het sociaal team.

Op basis van Artikel 2.1. van de Jeugdwet dient de gemeente onder andere een preventief jeugdbeleid te voeren gericht op het:

  • het voorkomen en de vroege signalering van en vroege interventie bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen;

  • het versterken van het opvoedkundige klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen;

  • het bevorderen van de opvoedvaardigheden van de ouders, opdat zij in staat zijn hun verantwoordelijkheid te dragen voor de opvoeding en het opgroeien van jeugdigen;

  • het inschakelen, herstellen en versterken van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige, zijn ouders en de personen die tot hun sociale omgeving behoren, waarbij voor zover mogelijk wordt uitgegaan van hun eigen inbreng.

Het doel van de subsidie draagt bij aan de bovenstaande wettelijke verplichting en richt zich op het bieden opvoed- en opgroeiondersteuning aan ouders en/of kinderen tot in de leeftijd van 0 – 4 jaar.

De doelgroep 4 – 12 jaar valt onder pilot ouder & kindcoaches en de doelgroep 12 – 23 jaar onder beleidsregel 1.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

  • Het vergroten van de opvoedvaardigheden van ouders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar;

  • Het bieden van opgroeiondersteuning bij de ontwikkeling van kinderen aan ouders én kinderen tot 4 jaar;

  • Ouders/verzorgers met opvoedvragen hebben naar tevredenheid antwoord gekregen en zijn versterkt in hun rol van opvoeder;

  • Gesignaleerde kinderen met een of meerdere (zware) problemen krijgen hulp en ondersteuning.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Aantal ouders dat aangeeft zich gesterkt te voelen in hun opvoedrol;

  • De mate van tevredenheid van ouders;

  • Aantal informatieverzoeken van ouders;

  • Aantal adviesgesprekken voor ouders;

Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun aanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Opgroei- en opvoedondersteuning in Uithoorn is gebaseerd op een wettelijke verplichting (Artikel 2.1. van de Jeugdwet) en bestaat uit de volgende onderdelen:

    • -

      Informatie en advies

    • Bij de functie informatie en advies gaat het zowel om ongevraagde informatie over opvoeden en opgroeien (voorlichting), als om het beantwoorden van specifieke vragen van ouders en kinderen (advies).

    • -

      Deskundigheidbevordering

    • Vanuit de opgroei- en opvoedondersteuning wordt deskundigheidbevordering ingezet zodat (vrijwilligers)organisaties in staat zijn om het gesprek met ouders en hun kinderen aan te gaan als er zorgen zijn.

    • -

      Signaleren en doorverwijzen

    • Onder signaleren verstaat de gemeente Uithoorn dat professionals of burgers tijdig opmerken dat het niet goed gaat met een kind en/of het gezin. Naast het zien dat het niet goed gaan verstaan we onder signaleren ook het handelen, dat kan zijn het bespreekbaar maken bij het kind en het gezin, doorverwijzen of de omgeving inschakelen.

    • -

      Preventie lichte hulp

    • Hulp- en ondersteuning die gericht is op een kortdurend contact. Met behulp van lichte interventies kan het kind en/of het gezin weer zelf de regie voeren over hun eigen leven. Zoals groepstrainingen gericht op echtscheidingen, sociale vaardigheidstraining, opvoedadvies en opvoedspreekuren. Waar mogelijk wordt er naar een eigen bijdrage gevraagd.

  • De realisatie van de Speel o theek waarbij met name kinderen van 0 tot 4 jaar en hun in staat worden gesteld elkaar te ontmoeten en zich te ontwikkelen.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • De pedagogische adviseur die wordt ingezet binnen de activiteiten van de opgroei- en opvoedondersteuning heeft minimaal een diploma HBO pedagogiek;

  • Een optimale afstemming en integrale benadering van gezinsdossiers door de ketenpartners binnen het jeugddomein is vereist. Wij gaan ervanuit dat deze integrale benadering mede wordt bereikt door samenwerking binnen het Netwerk Jeugd & Gezin en door onder andere het deelnemen aan sociaal team door de aanvrager, indien vereist;

  • De organisatie is aangesloten (of zorgt bij het toekennen van de subsidie voor een aansluiting) op Matchpoint (Regionale Verwijsindex Risicojongeren), zorgt voor een adequate registratie van risicokinderen in Matchpoint en zorgt bij het ontstaan van een match voor een adequate afstemming met andere partners.

  • Organisaties die vallen onder de Wet Verplichte Meldcode Huiselijk geweld, dienen hun aanvraag vergezeld te laten gaan van een beschrijving hoe zij aan deze wet voldoen. In het bijzonder op de punt van aandachtsfunctionaris en de hantering van het protocol.

  • In het kader van de transitie jeugdzorg dienen organisaties die ondersteuning bieden aan een jongere en/of het gezin, volgens het principe van ‘1-gezin-1-plan’ te werken.

  • De aanvrager neemt deel aan het Convenant Netwerk Jeugd & Gezin

  • Het voldoen aan de criteria voor cliëntondersteuning die benoemd zijn in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015. Ander andere het belang van de cliënt centraal, onafhankelijkheid, de integrale benadering en de cliëntondersteuning bij het toegangsproces tot voorzieningen.

Organisaties

Voor deze subsidie komen in aanmerking professionele organisaties die opgroei- en opvoedondersteuning uitvoeren. Deze organisaties hebben ervaring met de bovengenoemde activiteiten en met de doelgroep.

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type subsidie:

  • Incidentele subsidie.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 67.500,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Voorlopige deelplafonds

Binnen het subsidieplafond zijn de volgende deelplafonds beschikbaar:

  • € 65.000,- voor de opgroei- en opvoedondersteuning

  • € 2.500,- voor de speel o theek

Referentiedocumenten

  • Nu, voor Later. Integraal onderwijskansenbeleid gemeente Uithoorn 2011 – 2015.

  • Koersprogramma Sociaal Domein, 2014 – 2017 “Uithoorn maken we samen”.

  • Visie op het Sociaal Domein 2013 – 2017.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

Mevrouw J. Kuijpers

E-mailadres

janne.kuijpers@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 123

Beleidsregel 11 Kinder- en jongerenwerk

Maatschappelijke effecten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Uithoorn is een fijne en veilige plek om te leven:

  • Uithoorn heeft een aanbod van sport, beweging en cultuur;

  • Kinderen en jongeren groeien op tot zelfredzame burgers en krijgen volop kansen waarin zij hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen.

Inwoners zijn zelfredzaam:

  • Inwoners voorzien in hun eigen levensonderhoud;

  • kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg;

  • Sociale en maatschappelijke voorzieningen zijn vindbaar en toegankelijk.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situaties

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd.

Doel

De gemeente Uithoorn wil dat kinderen kunnen opgroeien tot evenwichtige en zelfredzame burgers, die participeren in de maatschappij. Ieder kind heeft talent; het ontplooien en ontwikkelen van talenten stimuleert opgroeien tot zelfstandige, evenwichtige en zelfredzame burgers, die tijdig hulp en ondersteuning kunnen vragen en bieden. Het kinder- en jongerenwerk en vrijwilligersorganisaties spelen hierin een belangrijke rol doordat ze kinderen en jongeren in de gelegenheid stellen om zelf activiteiten te organiseren zodat zij hun talenten kunnen ontplooien.

Daarnaast heeft het kinder- en jongerenwerk ook een belangrijke rol in de signalering van kwetsbare kinderen/jongeren. Kinderen en jongeren met lichte problematiek, dat wil zeggen een achterstand op het terrein van zelfredzaamheid en meedoen, moeten vroegtijdig gesignaleerd worden door het tiener- en jongerenwerk, zodat (en indien mogelijk) extra inzet wordt gepleegd of het eigen netwerk ingeschakeld.

Vragen voor zorg en ondersteuning van kinderen, jongeren en/of ouders worden voorkomen of opgelost door het bieden van op de vraaggerichte laagdrempelige voorzieningen en interventies die bijdragen aan het versterken van de eigen kracht en het netwerk. Het tiener- en jongerenwerk spreekt met kinderen en jongeren over hun (lichte) problemen en bieden een luisterend oor en advies. Daarnaast zetten zij activiteiten in om de empowerment van kinderen en jongeren te vergroten, waarmee meer zelfvertrouwen wordt gecreëerd.

Resultaten

  • Het kinder- en jongerenwerk versterkt van het basisnetwerk rondom jeugd en jongeren (en ouders);

  • Het kinder- en jongerenwerk stimuleert en motiveert jeugd en jongeren om zelf activiteiten te organiseren zodat zij hun talenten kunnen ontplooien;

  • Het kinder- en jongerenwerk signaleert, bespreekt en verwijst kinderen/ jongeren met ondersteunings- of zorgvraag;

  • Het kinderwerk en ambulante jongerenwerk biedt lichte hulp en versterkt eigenkracht en het eigen netwerk.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Aantal (unieke) deelnemers aan educatieve- en/of talentontwikkelingsactiviteiten;

  • Aantal verwijzingen vanuit kind- en jongerenwerk naar 1e- en 2e-lijns zorg en ondersteuning;

  • Tevredenheid van de deelnemers aan activiteiten van kinder- en jongerenwerk.

Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun aanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Het uitvoeren van het ambulante jongerenwerk

  • Het organiseren van talentontwikkelingsactiviteiten voor jeugd en jongeren, gericht op het zelf initiëren en ontwikkelen van activiteiten, waaronder educatie, cultuur en sport;

  • Het geven van voorlichting, cursus, begeleiding etc. voor uiteenlopende onderwerpen die aansluiten bij leefritmes en behoeftes van de doelgroep;

  • In samenwerking met verenigingen, scholen en andere partners activiteiten organiseren;

  • Het mogelijk maken van vrijwilligerswerk en bieden van stageplaatsen.

  • Het aanbieden van een faciliteit in georganiseerd verband voor jeugdigen (de jaarlijkse Speel Mee week).

Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • Ontmoetings- en talentontwikkelingsactiviteiten voor tieners en jongeren worden altijd in samenwerking met de tieners en jongeren zelf georganiseerd en met een gunstige verdeling tussen jongens en meisjes.

  • Het kinder- jongerenwerk heeft een signaalfunctie (inzake de deelnemers) wanneer het niet goed gaat met een jongere en verwijst waar nodig door naar hulpverlenende instanties.

  • Deze activiteiten zijn niet-locatie gebonden en bereikbaar voor de doelgroep.

  • Wij kiezen voor selectieve preventie. Ook de activiteiten in het kader van het kinder- en jongerenwerk zullen aan dit criterium moeten voldoen.

  • De aanvrager is aangesloten (of zorgt bij het toekennen van de subsidie voor een aansluiting) op Matchpoint (Regionale Verwijsindex Risicojongeren), zorgt voor een adequate registratie van risicokinderen in Matchpoint en zorgt bij het ontstaan van een match voor een adequate afstemming met andere partners.

  • De aanvrager neemt deel aan het Convenant Netwerk Jeugd & Gezin en werkt intensief samen met de partners uit het convenant.

  • Het voldoen aan de criteria voor cliëntondersteuning die benoemd zijn in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015. Ander andere het belang van de cliënt centraal, onafhankelijkheid, de integrale benadering en de cliëntondersteuning bij het toegangsproces tot voorzieningen.

Organisaties

De onderstaande organisaties komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Professionele (welzijns)organisaties die ervaring hebben met het organiseren van bovenstaande activiteiten en met de doelgroep.

  • Voor de Speel-Mee week komt Stichting Speel-Mee in aanmerking.

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Structurele subsidie.

  • Incidentele subsidie.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 161.758,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Voorlopige deelplafonds

Binnen het subsidieplafond zijn de volgende deelplafonds beschikbaar:

  • € 25.000,- voor het kinderwerk;

  • € 132.728,- voor het tiener- en jongerenwerk;

  • € 4.030,- voor Speel-Mee Week.

Referentiedocumenten

  • Koersprogramma Sociaal Domein, 2014 – 2017 ‘Uithoorn maken we samen’.

  • Visie op het Sociale Domein 2013 – 2017.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

Mevrouw J. Kuijpers

E-mailadres

janne.kuijpers@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 123

Beleidsregel 12 Brede impuls combinatiefuncties

Maatschappelijke effecten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Uithoorn is een fijne en veilige plek om te leven:l

Inwoners participeren in de samenleving:

  • Organisaties in het maatschappelijk middenveld dragen actief bij aan het vergroten van de participatie in de samenleving;

  • Inwoners leveren een actieve bijdrage aan de samenleving.

Inwoners zijn zelfredzaam:

  • Inwoners hebben een gezonde leefstijl;

  • Sociale en maatschappelijke voorzieningen zijn vindbaar en toegankelijk.

Doel

Het doel van deze subsidie is om door middel van uiteenlopende vraaggestuurde activiteiten en netwerkontwikkelingen onder meer de participatie van inwoners te vergroten, de sociale cohesie te bevorderen, talentontwikkeling bij inwoners een kans te bieden en de gezondheid positief te beïnvloeden.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

  • Meer (inactieve) inwoners zijn actief bezig met sport en/of bewegen en met een positief effect op hun gezondheid;

  • Kinderen en jeugdigen maken spelenderwijs kennis met de verschillende vormen van sport en cultuur en samenwerking;

  • Kinderen en jeugdigen worden gestimuleerd hun talenten te ontdekken en/of te ontwikkelen;

  • Inwoners raken vertrouwd met het beoefenen van kunst en cultuur;

  • Maatschappelijke organisaties in de sector van sport, bewegen, cultuur en/of gezondheid zijn met elkaar in contact, stemmen hun activiteitenaanbod op elkaar af en werken desgewenst samen;

  • Er vindt een activiteitenaanbod plaats tijdens schooltijd, tussen schooltijd en na schooltijd (primair onderwijs);

  • Er vindt minimaal een gericht activiteitenaanbod plaats in de wijken Europarei en Thamerdal;

  • Implementatie en uitdragen van Uithoorn als JOGG-gemeente.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Het bereikingspercentage en het aantal deelnemers dat deelneemt aan de activiteiten, indien mogelijk gespecificeerd naar bijvoorbeeld leeftijd, wel/geen overgewicht, woonomgeving en type activiteit;

  • Aantal verbonden maatschappelijke instellingen en bijbehorende (informele) organisatiestructuur;

  • Aantal inwoners dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen;

  • Aantal deelnemers dat doorstroomt van een kennismakingsactiviteit naar regulier aanbod, bijvoorbeeld kennismaking tijdens school en vervolgens lid worden van een sportvereniging).

Aan subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun aanvraag voorstellen te doen voor adequate indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Welke activiteiten komen voor subsidie in aanmerking?

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Het organiseren en/of laten organiseren van sport- en beweeggerelateerde activiteiten;

  • Het organiseren en/of laten organiseren van kunst- en cultuurgerelateerde activiteiten;

  • Het organiseren en/of laten organiseren van taal-, lees- en mediagerelateerde activiteiten;

  • Het organiseren en/of laten organiseren van gezondsheidsgerelateerde activiteiten;

  • Het organiseren en/of laten organiseren van bijeenkomsten, workshops of andere vormen van activiteiten gericht op voorlichting en/of overdragen van kennis;

  • Inspanningen ter bevordering van de netwerkontwikkelingen van relevante maatschappelijke organisaties;

  • Implementeren van de JOGG-methode en uitdragen van JOGG-gemeente.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden:

  • De gesubsidieerde organisatie dient zeer nadrukkelijk cofinanciering te realiseren.

Organisatie

De onderstaande organisaties komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Stichting Sportservice Noord-Holland.

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Structurele subsidie;

  • Incidentele subsidie.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 210.000,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Referentiedocumenten

  • Cultuurkader en cultuurpijlers Uithoorn 2012 – 2015.

  • Visie op het Sociaal Domein 2013 – 2017.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

De heer R. Ouchene

E-mailadres

rachid.ouchene@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 260

Beleidsregel 13 Bibliotheek

Bijzondere opmerking:

In verband met de aangepaste bibliotheekwet en de geplande verhuizing van de bibliotheek in 2016 zijn zowel de inhoud van de beleidsregel als de hoogte van het subsidieplafond afhankelijk hiervan. De beleidsregel wordt geactualiseerd indien ontwikkelingen en overleg met de subsidieaanvrager hiertoe aanleiding geven.

Maatschappelijk effect

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Uithoorn is een fijne en veilige plek om te leven:

  • Uithoorn heeft een aanbod van sport, beweging en cultuur;

  • Kinderen en jongeren groeien op tot zelfredzame burgers en krijgen volop kansen waarin zij hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen.

Inwoners zijn zelfredzaam:

  • kwetsbare inwoners zijn zelfredzaam door passende (tijdelijke) ondersteuning en zorg;

  • Sociale en maatschappelijke voorzieningen zijn vindbaar en toegankelijk.

Inwoners komen niet terecht in zorgwekkende of onveilige situaties:

  • Meervoudige en complexe problematiek wordt voorkomen en gedeëscaleerd;

  • De gemeente is voorbereid op calamiteiten, rampen en crises.

Doel

Kunst en cultuur zijn om van te genieten en bij te ontspannen. Daarbij is het leerzaam en draagt het bij aan ontmoeting en dus aan sociale infrastructuur. Iedereen moet dit kunnen beleven. Kunst en cultuur leveren een belangrijke bijdrage aan de levendigheid en de leefbaarheid van Uithoorn.

Het doel van de subsidie is om alle inwoners (en specifiek jongeren) laagdrempelig kennis te kunnen laten maken met het brede cultuuraanbod in Uithoorn via de aandachtsgebieden: kennis en informatie, ontwikkeling en educatie, kunst en cultuur, lezen en literatuur, ontmoeting en debat.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

  • Een diversiteit aan activiteiten in Uithoorn die informatief en educatief is en daarnaast culturele aspecten bevat (brede cultuuraanbod).

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Het aantal bezoekers en het aantal leden van de bibliotheek;

  • Het aantal bezoeken (individueel of per school) aan de leesbevorderingsprojecten;

  • Het aantal producten dat wordt uitgeleend;

  • De diversiteit aan activiteiten in Uithoorn op informatief, educatief en cultureel vlak.

Aan de subsidieaanvrager wordt verzocht om bij hun aanvraag voorstellen te doen voor adequate (effect) indicatoren en aan te geven op welke wijze zij kunnen bijdragen aan het monitoren daarvan.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Het verzorgen van informatie en advies over de functies en producten van de bibliotheek;

  • Het uitlenen van grafische-, audiovisuele-, digitale- en multimedia;

  • Het bevorderen van media-, cultuureducatie en lezen;

  • Het organiseren van een ontmoetingsfunctie: cultuurparticipatie en studie-, lees- luister- en werkplekken;

  • Leesbevorderingsprojecten worden georganiseerd om de participatie van (jonge) bewoners te optimaliseren.

Bijzondere criteria en/of voorwaarden

  • De bibliotheek dient gecertificeerd te zijn volgens de certificeringnorm openbare bibliotheken.

  • Van de bibliotheek wordt verwacht dat de mogelijkheden van digitale dienstverlening verder worden onderzocht, uitgewerkt en toegepast.

Organisatie

De onderstaande organisatie komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Stichting Bibliotheek Amstellanden.

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Structurele subsidie.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 385.446,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Referentiedocumenten

  • Cultuurkader en cultuurpijlers Uithoorn 2012 – 2015.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

De heer R. Ouchene

E-mailadres

rachid.ouchene@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 260

Beleidsregel 14 Breedtecultuur

Maatschappelijk effect

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende maatschappelijke effecten:

Uithoorn is een fijne en veilige plek om te leven:

  • Uithoorn heeft een aanbod van sport, beweging en cultuur;

  • Kinderen en jongeren groeien op tot zelfstandige, evenwichtige en zelfredzame burgers en krijgen volop kansen waarin zij hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen.

Doel

Kunst en cultuur zijn om van te genieten en bij te ontspannen. Daarbij is het leerzaam en draagt het bij aan ontmoeting en dus aan de sociale infrastructuur. Alle bewoners van Uithoorn moeten in staat worden gesteld dit te kunnen beleven.

Het doel van de subsidie is de levendigheid en de leefbaarheid van Uithoorn te vergroten.

Resultaten

De activiteiten dienen bij te dragen aan de volgende resultaten:

  • In Uithoorn is een diversiteit aan publieksafhankelijke activiteiten op het gebied van muziek, beeldende kunst, toneel, dans en media.

Indicatoren

De volgende aspecten geven een indicatie of en in welke mate de resultaten gerealiseerd zijn:

  • Het aantal activiteiten op bovengenoemde gebieden;

  • De diversiteit aan activiteiten aan de hand van bovengenoemde gebieden.

Activiteiten

De onderstaande activiteiten komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Het organiseren van beeldbepalende (cultuur-)evenementen/activiteiten, denk hierbij aan een muziekconcours, korenfestival of straattheater. Evenementen kunnen ook een podium bieden voor de cultuur-/amateursector om zich aan het brede publiek te presenteren en/of het nieuwe cultureel seizoen in Uithoorn feestelijk te openen;

Organisaties

De onderstaande organisaties komen in aanmerking voor een subsidie:

  • Vrijwilligersorganisaties.

Type subsidies

Er kan gebruik worden gemaakt van de volgende type(n) subsidie(s):

  • Structurele subsidie;

  • Incidentele subsidie.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 32.366,-. Het subsidieplafond is onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad. Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks (uiterlijk) in november bepaald door de vaststelling van de gemeentebegroting voor het volgende jaar.

Het college is voornemens om het stimuleringsbeleid op het gebied van cultuur te herzien. Het (subsidie)beleid vanaf 2017 kan in potentie in sterke mate afwijken van deze beleidsregel. Aanvragers worden hierbij op de hoogte gesteld van het mogelijk vervallen of drastisch wijzigen van deze beleidsregel vanaf 2017. Aanvragers dienen zich op het standpunt te stellen dat een eventueel toe te kennen subsidie voor het jaar 2016 de laatste subsidie kan zijn.

Referentiedocumenten

  • Cultuurkader en cultuurpijlers Uithoorn 2012- 2015.

Contactgegevens

Behandelend ambtenaar

De heer R. Ouchene

E-mailadres

rachid.ouchene@uithoorn.nl

Telefoonnummer

0297 – 513 260