Beleidsregels Participatieplatform Sociaal Domein (Wmo, Participatiewet, Jeugdwet) Uithoorn 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Participatieplatform Sociaal Domein (Wmo, Participatiewet, Jeugdwet) Uithoorn 2015

1. Algemeen

Participatienota

De gemeente Uithoorn heeft de Participatienota 2014-2017 vastgesteld. In de Participatienota is vastgelegd op welke wijze de gemeente om wil gaan met participatie in Uithoorn. De relatie tussen burger en overheid is aan het veranderen met een grotere nadruk op de invloed van burgers en organisaties en meer ruimte voor het benutten van de eigen kracht van de burgers. Het is belangrijk dat overheden dichter bij de maatschappelijke dynamiek komen te staan en meer samen optrekken met burgers en organisaties.

Met betrekking tot participatieorganen, al dan niet wettelijk, heeft de gemeente Uithoorn zich uitgesproken voor een nadruk op verhoging van de integraliteit en samenwerking, het aangaan van een open dialoog en in te zetten op creativiteit en vernieuwing. Het participatieplatform Sociaal Domein sluit aan op de uitgangspunten uit de Participatienota.

Veranderingen sociaal domein

Gemeenten krijgen binnen het sociaal domein te maken met drie belangrijke decentralisaties. Vanaf 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg, de uitbreiding Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo) met begeleiding en kortdurend verblijf en de Participatiewet. Daarnaast zijn er verschillende veranderingen binnen het Passend Onderwijs per 1 augustus 2014.

De decentralisaties maken onderdeel uit van de bestuurlijke en – met toepassing van een budgetkorting – financiële decentralisatie naar gemeenten van een aantal taken uit het Rijk. Deze taken worden toegevoegd aan het takenpakket dat al bij gemeenten lag bij de ondersteuning van inwoners.

Hierbij wordt deels voortgeborduurd op de weg die met die wet al was ingezet. Er wordt bekeken wat redelijkerwijs verwacht mag worden van de inwoner en zijn sociaal netwerk, vervolgens zal waar nodig de gemeente in aanvulling hierop hem in staat stellen gebruik te maken van een algemene voorziening of – als dat niet volstaat – een maatwerkvoorziening waarmee een bijdrage wordt geleverd aan zijn mogelijkheden om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en zelfstandig te functioneren in de maatschappij.

De gemeente wil dat alle inwoners van Uithoorn zoveel mogelijk zelfredzaam zijn en zelfstandig kunnen wonen en leven, ongeacht hun leefsituatie, leeftijd of beperkingen in hun functioneren. Alle inwoners nemen deel en leveren een bijdrage aan de samenleving.

Met de drie decentralisaties bundelt de overheid regelingen en budgetten en legt de regie daarover in één hand. De overheid wil hiermee de deels gescheiden werelden in het sociaal domein meer met elkaar verbinden en zo de kwaliteit en doelmatigheid van zorg en ondersteuning aan burgers verbeteren.

De decentralisaties maken gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van grote groepen kwetsbare burgers (en de daarbij behorende budgetten) maar tegelijkertijd ook voor het realiseren van forse bezuinigingen. Dat vraagt om een andere aanpak, eentje die beter aansluit op de behoefte en mogelijkheden van de burger (eenvoudig waar het kan, integraal waar het moet).

Het is daarom voor de gemeente Uithoorn van belang om te zorgen dat de decentralisaties niet vanuit bestaande kokers naar nieuwe kokers worden getransporteerd. Om daadwerkelijk te komen tot betere ondersteuning aan inwoners die het echt nodig hebben, is het belangrijk om de samenhang te zien.

Wettelijk kader

Vanuit de Wmo en de Participatiewet wordt de gemeente verplicht om per verordening regels te stellen over de wijze waarop cliënten en hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de uitvoering van de wetten. In de Jeugdwet is geen wettelijke verplichting opgenomen over de manier waarop cliëntenparticipatie moet worden vormgegeven. Dit neemt niet weg dat de wetgever heeft bedoeld om burgers actief te betrekken. Het is om die reden logisch ook vertegenwoordigers vanuit het jeugddomein (of vanuit de jeugdhulp) in het participatieplatform op te nemen.

Uithoorn kiest er daarom voor een breed participatieplatform op te richten waar vertegenwoordigers uit het hele sociale domein bij betrokken zijn om zo de samenhang in participatieprocessen te borgen tussen de beleidsvelden op onderwerpen zoals de toegang, de loketfunctie, de cliëntondersteuning en de begeleiding.

Verordening Participatieplatform Sociaal Domein Uithoorn 2015

Om te komen tot een breed maatschappelijk adviesorgaan is de ‘Verordening Participatieplatform Sociaal Domein Uithoorn 2015’ (hierna: verordening) opgesteld. In deze verordening is geregeld op welke wijze ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij het beleid op grond van en in samenhang met de wetten.

Deze beleidsregels zijn een nadere invulling van deze verordening en beschrijven op welke wijze er in de praktijk uitvoering wordt gegeven aan het participatieplatform Sociaal Domein.

Hierbij wordt opgemerkt dat dit de startsituatie betreft bij de inwerkingtreding van de drie wetten. Aangezien het veel nieuwe taken betreft en de uitvoering nog in ontwikkeling is, kan het nodig zijn dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn (hierna: het college) de beleidsregels in de loop van de tijd op basis van opgedane ervaring aanpast. Dat is ook precies de reden om de beleidsregels een dergelijke flexibiliteit mee te geven: soms is een kleine, snelle aanpassing vereist om optimale participatie van vertegenwoordigers uit het sociale domein mogelijk te maken.

2. Doel

Het doel van het participatieplatform Sociaal Domein (hierna: participatieplatform) is het bijdragen aan de totstandkoming van integraal gemeentelijk beleid in het brede veld van het Sociaal Domein gebaseerd op de Participatiewet, de Wmo en de Jeugdwet.

De hoofdtaak van het participatieplatform bestaat uit het uitbrengen van advies. Het participatieplatform geeft gevraagd en ongevraagd advies over alle beleidsplannen die de gemeente heeft met betrekking tot de in- en uitvoering van de Wet maatschappelijke ontwikkeling, de Participatiewet en de Jeugdwet. Het participatieplatform wordt betrokken in de voorbereiding, vorming, uitvoering en evaluatie van alle plannen rondom het beleid in het sociale domein. De leden van het participatieplatform worden beschouwd als vertegenwoordigers van inwoners die ondersteuning ontvangen vanuit de gemeente binnen het sociale domein.

3. Uitgangspunten

Om de uitvoering van taken van het participatieplatform te behalen zijn er in samenhang enkele uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten betreffen zowel de gemeente als het platform. Door naleving van deze uitgangspunten wordt beoogd het doel van het platform te behalen.

Gemeente

Het participatieplatform wordt door het college ingesteld als het formele adviesorgaan van het college voor de uitvoering van de drie wetten. Daarmee is het platform een volwaardige gesprekspartner die vroegtijdig wordt benaderd door de gemeente.

Positionering Platform

Het platform zelf positioneert zich nadrukkelijk als gesprekspartner die vroegtijdig bij participatietrajecten is betrokken. Het geeft kwalitatief hoogstaande en integrale bijdragen aan de vorming van beleid in het kader van het Sociaal Domein en levert haar bijdrage op een innovatieve, constructieve, en flexibele wijze. Waar nodig werkt het platform actief aan het vermeerderen van haar kennis omtrent de onderwerpen binnen het Sociaal Domein. Het platform is één van de instrumenten om te participeren. Naast het platform zal de gemeente ook afwegen met welke andere partijen participatie noodzakelijk is. Waar nodig kan het platform een dialoog aangaan met andere actoren die bij een onderwerp betrokken kunnen zijn en denkt mee over het benaderen van relevante belanghebbenden die geen zitting hebben in het platform.

Werkwijze Platform

Het platform heeft een zo groot mogelijke verscheidenheid aan leden met kennis van het brede spectrum van het Sociaal Domein. De leden kunnen adviseren over de verscheidenheid aan onderwerpen die er spelen binnen het Sociaal Domein vanuit hun achtergrond als ervaringsdeskundige, belangenbehartigers en inhoudelijke deskundigheid. De leden werken onderling samen, met in achtneming van de verschillende achtergronden van waaruit inbreng wordt gebracht.

4. Samenstelling van het participatieplatform

Voor de gewenste werkwijze van het platform is een adequate samenstelling van leden nodig. Om deze juiste samenstelling te waarborgen zijn enkele beleidsregels opgesteld.

Aantal leden

Het participatieplatform bestaat uit minimaal 10 leden en maximaal 16 leden, inclusief een onafhankelijk voorzitter. De leden worden op persoonlijke titel benoemd.

Werving en benoeming

De werving van leden gebeurt door het college van Uithoorn in samenspraak met het participatieplatform. De werving geschiedt op basis van een functieprofiel. De benoeming van leden gebeurt door het college van Uithoorn. De verantwoordelijkheden op het gebied van werving en benoeming zijn intern gescheiden.

Criteria benoeming

Om tot lid van de participatieplatform benoemd te worden, dient men te voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • Bij voorkeur woonachtig in de gemeente Uithoorn;

  • voldoen aan het functieprofiel.

Het lidmaatschap van het participatieplatform is niet verenigbaar met:

  • lidmaatschap van de gemeenteraad;

  • beroepsmatige functies bij instellingen of organisaties die zich bezig houden met of betrokken zijn bij de Wmo, de Participatiewet en/ of de Jeugdwet in de gemeente Uithoorn;

  • beroepsmatige functies binnen het Sociaal Domein bij de gemeente Uithoorn.

Het college kan afwijken van bovenstaande voorwaarden. Indien het college van bovenstaande voorwaarden afwijkt, volgt hierover overleg met het platform.

Voordracht nieuwe leden

Zowel leden van het participatieplatform als betrokkenen uit diverse geledingen kunnen kandidaten voordragen.

5. Benoeming, ontslag en zittingsduur

Het college informeert het participatieplatform over voorgenomen benoemingen en het ontslag van de leden. De benoeming van de leden van het participatieplatform geschiedt voor een periode van maximaal 3 jaar. Leden kunnen één keer aansluitend herbenoemd worden. Het lidmaatschap eindigt na 3 jaar of na 6 jaar bij herbenoeming.

Het participatieplatform benoemt een onafhankelijke voorzitter voor een termijn van drie jaar. De voorzitter kan één keer aansluitend herbenoemd worden. Het voorzitterschap eindigt na drie jaar of na 6 jaar bij herbenoeming.

6. Werkafspraken

Het participatieplatform bepaalt zelf welke afspraken zij noodzakelijk acht om haar taak uit te voeren. Voor zover noodzakelijk worden in overleg met de gemeente nadere werkafspraken gemaakt, waaraan het participatieplatform en de gemeente zich verbinden.

7. Financiën en faciliteiten

Voor de uitvoering van de taken van het participatieplatform is het noodzakelijk dat een aantal randvoorwaarden zijn geregeld. De financiën en de faciliteiten die het platform tot haar beschikking heeft zijn hiervan twee belangrijke voorbeelden.

Financiën

Het college stelt een budget beschikbaar om het participatieplatform in staat te stellen haar taken uit te kunnen voeren. Het beschikbaar gestelde budget wordt ingezet ten behoeve van de uitvoering van de taken van het participatieplatform. Het participatieplatform dient uiterlijk 1 november van enig jaar de begroting voor het daaropvolgende jaar in.

Het participatieplatform verantwoordt jaarlijks de activiteiten en bestedingen met een inhoudelijk verslag en een jaarrekening. De jaarrekening en het inhoudelijk verslag van enig jaar worden uiterlijk 1 april van het jaar volgend op het jaar waarop de jaarrekening en het inhoudelijk verslag betrekking hebben bij de gemeente ingediend.

Faciliteiten

Er worden afspraken gemaakt tussen de gemeente en het participatieplatform voor het gebruiken van vergaderruimten en de faciliteiten. Hiermee worden de volgende overleggen mogelijk gemaakt:

  • -

    het regulier bestuurlijk overleg;

  • -

    het ambtelijk overleg;

  • -

    het reguliere overleg van het platform ;

  • -

    incidentele overleggen.

8. Overige bepalingen

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college. Bij deze beslissing is er advies van het platform opgevraagd en deze is meegenomen bij de beslissing.

9. Slotbepalingen

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels Participatieplatform Sociaal Domein (Wmo, Participatiewet, Jeugdwet) Uithoorn 2015”. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2015.