Gladheidbeleidsplan gemeente Uithoorn 2010-2013

Geldend van 24-11-2010 t/m heden

Intitulé

Gladheidbeleidsplan gemeente Uithoorn 2010-2013

1. Inleiding

Gladheid ten gevolge van sneeuw, ijzel of andere oorzaken doet zich meestal voor in de periode van 1 oktober tot 1 april en is hinderlijk en gevaarlijk voor de weggebruikers. Als het aan de weggebruikers ligt, geschiedt het strooien dan ook zo vaak mogelijk en bij voorkeur op alle wegen, fiets- en wandelpaden. Zorgdragen voor het organiseren van de gladheidbestrijding op wegen en fietspaden is een autonome taak van de gemeente, die de veiligheid van de bewoners, de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid dient. Daarbij moet het duidelijk zijn dat niet altijd alles sneeuw- of ijsvrij kan zijn. Dit is fysiek en financieel niet haalbaar. De gemeente moet daarom prioriteiten stellen. Dit betekent in de praktijk dat stoepen niet gestrooid worden. Door de bewoners gratis zout beschikbaar te stellen, wordt toch aan de zorgplicht voldaan. De grootste verschillen in dit beleidsplan ten opzichte van het vorige beleidsplan zit in het vaststellen van meerdere routes en het aanpassen van dit beleidsplan aan de huidige geldende wetgeving. Tevens is het beleidsplan in overeenstemming met de nieuwe richtlijnen van het CROW.

(Het CROW is het kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte.)

Dit beleidsplan met bijbehorende operationele uitvoeringsplannen dient ervoor om de vraag en de behoefte van de bewoners en de capaciteit van onze gemeentedienst zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen. Dit beleidsplan bestaat uit twee delen; een algemeen deel en een concreet deel. In het algemene deel komen de oorzaken van gladheid, de gladheidmelding en de gladheidbestrijding aan bod. Vervolgens wordt in het tweede deel de huidige aanpak van de gemeente Uithoorn beschreven waarbij onder andere de volgende onderwerpen aan bod komen: het personeel, het materieel, het gladheidmeldsysteem, de communicatie en een risico-inventarisatie. Het beleidsplan wordt afgesloten met een paragraaf waarin een aantal verbetermaatregelen worden beschreven over de op dit moment bekende toekomstige ontwikkelingen in de gladheidbestrijding.

2. Gladheidbestrijding

Voor het ontstaan van wintergladheid is altijd het samengaan van twee componenten vereist: vocht en een wegdektemperatuur onder het vriespunt. Om wintergladheid doeltreffend te bestrijden en te voorkomen is het belangrijk inzicht te krijgen in de oorzaken van wintergladheid. Concreet zijn er drie oorzaken voor gladheid, te weten:

1. gladheid door bevriezing;

2. gladheid door condensatie;

3. gladheid door neerslag.

Bij eerstgenoemde gladheid is het wegdek nat en de temperatuur van het wegoppervlak daalt met het gevolg dat het op de weg aanwezige vocht bevriest en een dun laagje ijs vormt. Bij gladheid door condensatie slaat vocht uit de lucht neer op het wegdek. Wanneer de wegdektemperatuur lager is dan het dauwpunt, zal er een ‘vochttransport’ vanuit de lucht naar het wegoppervlak plaatsvinden. De weg wordt langzaam vochtig en na enige tijd nat. Wanneer de wegdektemperatuur zich onder het vriespunt bevindt, slaat de waterdamp op het wegdek neer in de vorm van ijskristallen. Bruggen en viaducten zijn extra gevoelig voor condensatiegladheid. De meest voorkomende vormen van neerslag die gladheid veroorzaken zijn sneeuw en ijzel. Voor de bestrijding van gladheid veroorzaakt door neerslag is het essentieel te strooien voordat de neerslag valt (preventief strooien). Als er al voor de sneeuwval is gestrooid, zal het dooimiddel voorkomen dat de sneeuw zich aan het wegoppervlak hecht. Alleen als het niet anders kan, wordt gestrooid als de gladheid daadwerkelijk is opgetreden (curatief strooien). Dit is bijvoorbeeld het geval bij substantiële sneeuwval. Vooraf strooien is dan wel van belang om te voorkomen dat sneeuw zich aan het wegoppervlak hecht maar de hoeveelheid zout zal niet toereikend zijn om alle sneeuw te doen smelten. Daarvoor zijn curatieve strooiacties nodig, bij voorkeur voorafgegaan door sneeuwploegen.

De preventieve strooiacties zijn met een goede meteorologische ondersteuning zeer doeltreffend. Met behulp van een gladheidmeldsysteem kan de coördinator van een gemeente tijdig geïnformeerd worden over mogelijke gladheid. Een gladheidmeldsysteem bestaat uit verschillende onderdelen. In het meetstation langs de weg worden gegevens verzameld over de weg en de wegomgeving. Deze gegevens worden via communicatienetwerken opgehaald door een centrale computer.

Via de pc kan de coördinator contact maken met een centrale computer van Meteo Consult om alle relevante gegevens op te vragen. De coördinator gladheidbestrijding beschikt tevens over beelden van de neerslagradar. Vooral bij gladheidbestrijding bij sneeuw en ijzel zijn deze bijzonder nuttig.

De gang van zaken na melding van gladheid is vastgelegd in het operationeel uitvoeringsplan. Daarin is ook opgenomen hoe wegbeheerders in de omgeving en de politie in kennis worden gesteld van de strooiactie.

Na constatering van (mogelijke) gladheid wordt het personeel telefonisch opgeroepen. Zodra het personeel op de gemeentewerf is gearriveerd, worden de strooiers (en eventueel sneeuwploegen) aangebracht en geladen met zout. Bij verwachte gladheid in de nacht wordt het materieel aan het einde van de werkdag al in gereedheid gebracht.

Tussen het moment waarop de beslissing tot strooien wordt genomen (de oproep) en het moment waarop het strooien daadwerkelijk begint (de uitruktijd), verstrijkt in het algemeen drie kwartier tot een uur. Met het strooien zelf is 1 á 2 uur gemoeid.

Strooivoertuigen, en bij sneeuwval ook de ploegwagen, rijden (uitzonderlijke situaties daargelaten) volgens van tevoren vastgestelde routes. Deze zijn bepaald aan de hand van een aantal criteria. In de eerste plaats worden de routes uiteraard zo gepland dat wordt voldaan aan de richtlijnen van het CROW. Daarnaast dienen zij zo economisch mogelijk te worden ingedeeld, zodat met zo min mogelijk materieel de gladheid zo effectief mogelijk kan worden bestreden. Bij het bepalen en inrichten van de strooiroutes gelden bovendien de volgende randvoorwaarden:

• er wordt zo veel mogelijk voorkomen dat de weggebruiker van een gestrooid weggedeelte op een ongestrooid weggedeelte komt;

• strooivoertuigen rijden in principe niet achteruit of tegen het verkeer in;

• strooivoertuigen kruisen nooit de middenberm om op een andere rijbaan te komen;

• de hoeveelheid dooimiddel in een strooier is voldoende om de route in een rit te behandelen (bij zware sneeuwval kan niet altijd aan deze randvoorwaarde worden voldaan; er wordt dan zo zwaar gedoseerd dat de route niet in een keer gereden kan worden);

• er wordt ze veel mogelijk voorkomen dat strooivoertuigen niet-strooiend over niet-behandelde weggedeelten rijden.

Verder is het zaak dat steeds voor de spits wordt gestrooid. Bij een beperkte hoeveelheid verkeer kunnen de strooiwagens het strooimateriaal namelijk over een voldoende breed wegoppervlak spreiden en kan het overige verkeer het zout verder ‘uitrijden’.

Op de wegen in beheer bij de gemeente Uithoorn wordt natriumchloride ofwel wegenzout gebruikt ter bestrijding van gladheid. Hierbij wordt aan het zout een natte component toegevoegd. Bij deze natzout-strooimethode wordt het droge wegenzout vlak voordat het op de weg wordt gestrooid, bevochtigd met de zoutoplossing. Het voordeel van deze methode is een betere hechting van het zout aan het wegoppervlak, waardoor ook op een droog wegdek preventief kan worden gestrooid.

Een ander belangrijk voordeel van deze methode is dat het minder schadelijk is voor het milieu. Zo heeft het zout een negatief effect op de bermvegetatie. Het resultaat is gele en verdorde bladranden; de bomen lijken vervroegd de herfst in te gaan. Uiteindelijk komt het zout, na te zijn afgespoeld van het wegdek, terecht in het oppervlakte- of grondwater. Bij natzoutstrooien wordt minder gestrooid op eenzelfde wegoppervlak. Hierdoor komt er minder zout in het oppervlakte- en grondwater terecht. Daarnaast vindt er minder verwaaiing van zout plaats, waardoor er nauwelijks zout in de bermen belandt. Hierdoor wordt de schade aan de bermvegetatie teruggedrongen.

3. Beleidsplan gladheidbestrijding Uithoorn

Gladheidbestrijding dient om de verkeersveiligheid te bevorderen, de doorstroming te optimaliseren en de bereikbaarheid op peil te houden. Als doeltreffende maatregelen tegen gladheid achterwege blijven, kan dat grote en ernstige gevolgen hebben. De wegbeheerder is volgens artikel 15 e.v. van de Wegenwet verantwoordelijk voor het onderhoud van de weg. Als hij niet voldoet aan deze verantwoordelijkheid met schade bij de weggebruikers als gevolg, kan hij daarvoor aansprakelijk worden gehouden. Hierbij is het van cruciaal belang dat de wegbeheerder kan aantonen dat op structurele wijze aan deze zorgplicht is voldaan. Middels dit gladheidbeleidplan wil de gemeente Uithoorn haar werkwijze inzichtelijk maken. In dit hoofdstuk wordt de wijze waarop de gemeente Uithoorn de gladheid bestrijdt en voorkomt beschreven. Aan bod komt de manier waarop het personeel en het materieel ingezet wordt ten behoeve van de gladheidbestrijding, hoe de gladheid wordt gemeld en hoe de communicatie hieromtrent verloopt. Voorts wordt een risico-inventarisatie in tabelvorm gepresenteerd waarin de risico’s en de maatregelen om die risico’s te beperken beschreven worden. Afgesloten wordt met een drietal toekomstperspectieven inzake gladheidbestrijding.

3.1 Zorgplicht en aansprakelijkheid

In de artikelen 15 e.v. van de Wegenwet is uitdrukkelijk geregeld dat de gemeente de zorg heeft voor het in goede en veilige staat verkeren van wegen, voor zover deze zorg niet aan een ander overheidsorgaan is opgedragen (de gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de weg). Tot die zorgplicht behoort ook het bestrijden van gladheid op deze wegen. Van belang is dat het hierbij gaat om een inspanningsverplichting van de gemeente en niet om een resultaatsverplichting. Bij het beoordelen van de aansprakelijkheid is dus niet zozeer het resultaat van de gladheidbestrijding van belang, als wel de mate waarin de wegbeheerder zich heeft ingespannen om tot zo goed mogelijke resultaten te komen. De zorgplicht van de gemeente gaat niet zover dat de veiligheid van de weg te allen tijde gegarandeerd moet kunnen worden. Aan de weg die ten gevolge van nachtvorst, sneeuwval, ijzel e.d. glad is geworden, kunnen niet dezelfde eisen worden gesteld als een weg gedurende de zomer. Van de weggebruiker mag worden verwacht dat hij bij winterse omstandigheden met een grote mate van oplettendheid en voorzichtigheid aan het wegverkeer deelneemt of dat hij zich bij extreme omstandigheden (ijzel, sneeuwval) geheel niet op de weg begeeft. In dit soort omstandigheden kan de gemeente als wegbeheerder niet altijd zonder meer aansprakelijk worden gesteld voor eventueel ontstane schade. Gemeenten kunnen dus aan aansprakelijkheid voor schades ten gevolge van gladheid van wegen ontkomen door aan te tonen dat zij aan hun zorgplicht of inspanningsverplichting hebben voldaan. Om aan de gemeentelijke zorgplicht/inspanningsverplichting op adequate wijze te voldoen, is het zaak dat de gemeente:

• Bewoners jaarlijks informeert over het gemeentelijke gladheidbestrijdingsbeleid vóór de mogelijke sneeuw- en vorstperiode;

• Snel en doeltreffend handelt zodra bepaalde gevaarlijke situaties bij de gemeente bekend zijn;

• Kwalitatief goed en voldoende materieel voorhanden heeft en beschikt over vakbekwaam personeel;

• Een doeltreffende gladheidmeldingensystematiek heeft;

• Een goede administratie bijhoudt van tijden en gereden routes;

• Jaarlijks een Uitvoeringsplan opstelt voor de gladheidbestrijding, dit vaststelt en publiceert, waarin inzichtelijk wordt gemaakt wie op welk moment met de uitvoering is belast.

3.2 Personeel/materieel

De gemeente Uithoorn beschikt over drie strooiploegen die elk uit 5 personen bestaat die binnen 2,5 uur de aangegeven wegen en paden behandelen. Deze strooiploegen staan onder leiding van de gladheidcoördinator die de gladheid officieel constateert.

Rekeninghoudend met de arbo-regelgeving in het bijzonder de Arbeidstijdenwet, mag een werknemer niet langer dan twee aaneengesloten weken consignatie hebben. Binnen Uithoorn wordt om de week andere medewerkers aangesteld voor de strooiploegen. Voor de gladheidcoördinator geldt dat ook dat deze om de week opnieuw wordt aangesteld. De roosters worden bekendgemaakt in het operationeel actieplan dat rond augustus/september intern gepubliceerd wordt. Voorts mag de werknemer maximaal 13 uur per etmaal arbeid verrichten. Per week mag de werknemer maximaal 60 uur werken op voorwaarde dat per kwartaal de gemiddelde werkweek 48 uur bedraagt. Met behulp van registratieformulieren worden de werk- en rusttijden geregistreerd.

De ploegen beschikken over vrij nieuw strooimaterieel (2002 of later) dat gemonteerd wordt op gemeentelijk voertuigen (vrachtwagen, Crafter (pick-up) en een multifunctioneel voertuig). Conform de reguliere vervangingsplanning zal dit materieel vanaf 2012 worden vervangen. Het materiaal bestaat uit een natzoutstrooimachine voor de vrachtwagen, een natzout opzetstrooier voor de Crafter en het multifunctioneel voertuig. In geval van extreme weersomstandigheden zoals aanhoudende sneeuwval beschikt de gemeente over vier sneeuwschuivers en een sneeuwborstel die op de tractiemiddelen gemonteerd worden. Gezien de kwaliteit en kwantiteit van het huidige strooimaterieel ziet de gemeente momenteel geen aanleiding voor uitbreiding.

Veiligheid

Er worden verschillende maatregelen genomen om de veiligheid van het personeel en de weggebruiker te maximaliseren. Zo zijn de voertuigen voorzien van zwaailichten en het personeel draagt reflectiekleding en veiligheidsschoenen. Bij het koppelen van strooiers aan vrachtwagens, het werken onder een op poten staande strooier en andere werkzaamheden onder apparatuur en machines wordt altijd een helm gedragen. De shovelmachinist bij de zoutloods beschikt over rijbewijs BE en is minimaal 18 jaar. Al het personeel heeft in 2009 de cursus “Specifieke deskundigheid winterdienst” gevolgd. Tot slot is het laten meerijden van derden (familieleden, vrienden, kennissen) op strooiwagens, sneeuwploegen en dergelijke niet toegestaan. Verder beschikt het personeel over een mobiele telefoon zodat zij te allen tijde bereikbaar zijn. Mocht echter een telefoon onbereikbaar zijn, kan gebruik gemaakt worden van de portofoon waarover alle voertuigen beschikken.

Een groot risico op een ongeval is de dijk aan de Vuurlijn waar met hoogwater kwelwater overheen stroomt en aldus door bevriezing gladheid doet veroorzaken. Om ongevallen te voorkomen plaatst de gemeente borden om passanten op deze mogelijke gladheid te attenderen.

Indien zich onverhoopt een ongeval voordoet, wordt dit beschreven in het strooirapport dat na de gladheidbestrijding wordt opgemaakt. Dit wordt vervolgens in het evaluatierapport meegenomen dat in de maand juni opgesteld wordt.

3.3 Signalerings- en strooimethodiek

De gemeente Uithoorn heeft een abonnement op de weersverwachting van Meteo Consult. Zo ontvangt de gemeente dagelijks een mail waarin zij op de hoogte wordt gesteld van de weersverwachtingen van de komende 24 uur. Deze mail wordt elke dag om 13.00 uur geraadpleegd door de gladheidcoördinator. Als uit deze mail blijkt dat er een reële kans is op gladheid, zal de gladheidcoördinator de situatie moeten aanschouwen en eventueel opdracht geven om preventief dan wel curatief te strooien.

Tabel 1: Voorbeeld mail weersverwachting Meteo Consult

In geval Meteo Consult met zekerheid stelt dat gladheid zal optreden, wordt door de gladheidcoördinator opdrachtgegeven preventief te strooien. In dat geval wordt telefonisch contact gezocht met de personen die deel uitmaken van de strooiploeg. Allen beschikken over een mobiele telefoon die zij, indien zij die week ingeroosterd zijn, te allen tijde bij zich moeten hebben. Op deze wijze is de reactietijd voor uitruk geminimaliseerd naar 2,5 uur.

3.4 Prioriteit in gladheidbestrijding

Wegennetten binnen de bebouwde kom vragen op het punt van gladheidbestrijding een andere benadering dan auto(snel)wegen en regionale verbindingswegen. Hier zijn verschillende oorzaken voor. Zo is de omvang van het wegennet binnen een bebouwde kom bijzonder groot in verhouding tot de oppervlakte van het te verzorgen gebied. Verder vertoont het wegennet een grote verscheidenheid en komen op een relatief klein oppervlak vele typen verhardingen voor. Tot slot stellen de verschillende soorten weggebruikers specifieke en soms tegenstrijdige eisen aan de gladheidbestrijding. Deze factoren maken het de wegbeheerder zowel financieel als organisatorisch onmogelijk om het geheel van wegen, straten en paden bij (naderende)gladheid in een keer te behandelen. Het zal altijd noodzakelijk zijn belangen af te wegen en op grond daarvan prioriteiten te stellen. De prioriteit ligt doorgaans bij gebiedsontsluitingswegen (binnen en buiten de kom), routes van het openbaar vervoer, schoolroutes en de toegankelijkheid voor brandweer, ambulancevervoer en dergelijke. Winkelerven worden bij voorkeur behandeld voordat de winkels opengaan.

Voorts heeft door de politieke en maatschappelijke aandacht voor de fiets als alternatief voor de auto ondermeer tot gevolg dat nadrukkelijk aandacht geschonken wordt aan een tijdige en gedegen gladheidbestrijding op utilitaire fietspaden.

Strooiroutes

De gemeente Uithoorn heeft zes strooiroutes** met verschillende prioriteit.

** De exacte strooiroutes staan vermeld in het operationeel uitvoeringsplan.

De hoogste prioriteit wordt gegeven aan route 1, 2, 3, 5 en 6 zoals weergegeven in tabel 2. Deze routes worden preventief dan wel curatief bij alarmering gestrooid.

De in de tabel 2 genoemde richttijden gelden voor curatieve acties. Bij preventieve strooiacties wordt de minimale tijd voor uitrukken en strooien bepaald door de termijn waarop met een voldoende grote waarschijnlijkheid kan worden voorspeld wanneer het wegdek glad wordt. Bij de huidige stand van de techniek bedraagt deze termijn twee uur. Afhankelijk van het type gladheid kan deze periode langer zijn. Wanneer een gladheidcoördinator dus met vrij grote zekerheid wil beslissen of hij terecht laat strooien moet de bestrijdingstijd bij voorkeur niet langer zijn dan twee uur. De coördinator kan ook besluiten om eerder te gaan strooien maar hij heeft dan mogelijk minder zekerheid over het feit of de strooiactie terecht wordt uitgevoerd.

Route

Kenmerk

prioriteit

methodiek

Gladheid door bevriezing

Gladheid door condensatie

Gladheid door neerslag

Uitruktijd

1

brede doorgaande wegen en busroute

hoog

vrachtwagen met opzet-natzout-strooier

preventief curatief

preventief curatief

preventief curatief

3,5 uur

2

smalle doorgaande wegen en fietspaden

hoog

VW Crafter met opzet-natzout-strooier

preventief curatief

preventief curatief

preventief curatief

3,5 uur

3

fietspaden

hoog

Multifunctioneel voertuig met opzet-natzout-strooier

preventief curatief

preventief curatief

preventief curatief

3,5 uur

4

alle binnenstraten, bushaltes en winkelcentra

middel

VW Crafter met opzet-natzout-strooier & multifunctioneel voertuig met opzet-natzout-strooier

curatief

curatief

curatief

48 uur

5

extreme weers-omstandigheden: brede doorgaande wegen & doorgaande fietspaden

hoog

Alle tractie- middelen en extra sneeuwschuivers

curatief

curatief

Curatief

3,5 uur

6

Noodscenarioroute: Alleen hoofdroute

hoog

vrachtwagen met opzet-natzout-strooier

preventief curatief

preventief curatief

preventief curatief

3,5 uur

Tabel 2: Prioriteitstelling gladheidbestrijding Uithoorn

De routes 1, 2 en 3 zijn de reguliere routes. Dat houdt in dat indien gladheid zich voordoet deze routes standaard gereden worden. Bij langdurige gladheid door bevriezing of sneeuwval is een vierde route aangewezen die curatief wordt gestrooid. Dit geldt voor binnenstraten, bushaltes, winkelcentra en voorzieningen voor oudere en mindervalide mensen. Deze route wordt hoofdzakelijk in eigen beheer – aansluitend op de hoofdroute gestrooid. Route 5 wordt bij extreme weersomstandigheden gereden. Op deze route bevinden zich alleen de belangrijkste doorgaande wegen om aldus enige doorstroom van verkeer te laten plaatsvinden. Route 6 is een noodscenarioroute die gereden wordt bij uitval van machines of een tekort aan strooizout. In deze route worden alleen de hoofdwegen, route openbaarvervoer, rond locaties hulpdiensten en de bevoorradingswegen van de winkelcentra behandeld. Bij sneeuwval zullen in Route 6 de fietspaden wel geborsteld worden.

Voor bedrijven is er de mogelijkheid zout, tegen kostprijs, op de gemeentewerf af te halen voor het bestrijden van de gladheid op de eigen toeritten. Stoepen maken ook onderdeel uit van het begrip ‘weg’, zoals dat in de wetgeving bedoeld wordt en vallen daarmee onder de beheerstaak die de gemeente inzake de openbare weg heeft. Een gemeente heeft echter beleidsvrijheid om prioriteiten te stellen bij de inzet van de beschikbare middelen. Het is fysiek en financieel niet haalbaar om de stoepen in de gemeente sneeuw- en ijsvrij te houden. Stoepen strooien is een zeer arbeidsintensieve klus, omdat strooimachines op de stoep door hun gewicht schade aan de tegels kunnen veroorzaken en daarom niet bruikbaar zijn. Strooien zou daarom handmatig moeten gebeuren. Dit kost veel extra zout. Bovendien is de werking van zout zeer beperkt op het moment dat de stoep weinig belopen wordt. Dit betekent in de praktijk dat stoepen niet gestrooid worden. Voorheen was in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) een verplichting opgenomen om de openbare stoep voor de woning ten behoeve van voetgangers vrij van sneeuw en ijs te houden. Omdat dit in de praktijk niet handhaafbaar is, is deze bepaling geschrapt. Door de bewoners gratis zout beschikbaar te stellen, wordt toch aan de gemeentelijke zorgplicht voldaan. Bewoners worden via een bericht in de Nieuwe Meerbode en op de gemeentelijke website geïnformeerd over de mogelijkheid een emmertje zout bij de werf op te halen.

3.5 Afstemming

Gladheidbestrijding heeft als doel om wegen en bepaalde gebieden in de openbare ruimte veilig en begaanbaar te houden. Met andere beheerders, zoals aangrenzende gemeenten en de provincie, die ook belang hebben bij deze bereikbaarheid en veiligheid in winterse omstandigheden, dient afgestemd te worden op welke wijze zij de gladheidbestrijding invullen. De gemeente Uithoorn voert daarom ook regelmatig gesprekken met de gemeente Amstelveen, de gemeente Aalsmeer en de provincie Noord-Holland. De aanpak van de gladheidbestrijding is in overeenstemming met deze van de gemeente Amstelveen en de gemeente Aalsmeer. Voor deze gemeenten geldt dat zij net als de gemeente Uithoorn preventief strooien. Deze uniforme aanpak vermindert de kans op slechte overgangen tussen gemeentelijke en andere wegen. Toch bestaat hierbij de kans dat er verschillen aanwezig zijn omdat de gladheidbestrijding door diverse instanties wordt uitgevoerd.

Er zijn geen afspraken over de overdracht van het strooien van bepaalde wegen aan andere gemeenten. De reden hiervoor is dat indien zich een ongeval voordoet het moeilijk vast te stellen is wie verantwoordelijk is. De gemeente Uithoorn prefereert verantwoordelijkheid voor eigen gebied in plaats van dit aan andere gemeenten over te laten.

De strooimethodiek van de provincie verschilt enigszins van de gemeenten. Op de wegen waarvan de provincie beheerder is, wordt doorgaans harder gereden waardoor het risico op ongevallen groter is. Om die reden begint de provincie met strooien wanneer de weersverwachting onder nul is.

Naast buurtgemeenten en de provincie zijn de brandweer en de politie ook belangrijke partijen in de gladheidbestrijding. Zo kan er een gevaarlijke situatie ontstaan wanneer de brandweer geblust heeft en het bluswater bevriest. Indien de brandweer ergens geblust heeft en er een kans op bevriezing van het bluswater bestaat, meldt de brandweer dit aan de gemeente zodat er maatregelen genomen kunnen worden. Tevens heeft de gemeente concrete afspraken met de politie gemaakt. Dat houdt in dat zij de gemeente te allen tijde zullen inlichten over geconstateerde gladheid.

3.6 Milieukwaliteitsdoelen

Gladheidbestrijding kan nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Het zout is namelijk schadelijk voor de bermvegetatie. Om deze reden maakt de gemeente Uithoorn sinds 2002 gebruik van de natzoutmethodiek. Hierdoor is de kans op verwaaiing van het zout in de berm minimaal waardoor de schade verminderd wordt. Daarnaast worden er meer zoutresistente plantsoorten in de berm geplant.

Een andere maatregel om zoutschade te voorkomen is scherp toezien op een juiste strooibreedte. Met moderne strooiapparatuur en de bijbehorende ict-ondersteuning is het mogelijk de strooibreedte automatisch aan te passen aan de verhardingsbreedte ter plaatse. Hierdoor kan worden voorkomen dat zoutschade wordt toegebracht aan jonge aanplant. In hoofdstuk 4 wordt deze nieuwe ontwikkeling bekend onder de naam Autologic nader toegelicht.

3.7 Risico-inventarisatie

De keuzes die gemaakt worden op het gebied van de gladheidbestrijding zijn afhankelijk van de afweging van de belangen op het gebied van veiligheid (risico), bereikbaarheid, doorstroming, milieu en kosten in de desbetreffende gemeente. In de tabel hieronder worden de verschillende risico’s en maatregelen beschreven om deze risico’s te beperken.

De gemeente Uithoorn formuleert conform de richtlijnen van het CROW een risico-inventarisatie in tabel 3.

Risico Verkeer

Oorzaak

Maatregel

Mogelijk plaatselijk glad wegdek

Overgang gemeentegrens wegvak niet gestrooid

Overleg met aangrenzende wegbeheerders

Mogelijk plaatselijk glad wegdek

Kwelwater dijk

Borden plaatsen die weggebruikers informeren

Mogelijk plaatselijk glad wegdek

Onwetendheid weggebruiker

Voorlichting burgers strooibeleid

Materieel

 

 

Materieel niet inzetbaar

Storing

Preventief onderhoud, tijdige

Zout te kort

Landelijk tekort

Vervanging en overgaan op noodscenarioroute Overgaan op noodscenarioroute en verhoogde communicatie

Personeel

 

 

Gezondheid

Chemische samenstelling dooimiddelen

Voorlichting, beschikbaar stellen persoonlijke beschermingsmiddelen

Uitval

Ongeval

Veiligheidsuitrusting

Uitval

Onbereikbaarheid personeel

Mobiele telefoons

Uitval

Ziekte

Portofoon Vervanging binnen de ploegen extra inhuur derde Autologic routebegeleiding (inzet minder personeel)

Gladheidmeldsysteem

 

 

Geen meldingen

Geen internet verbinding

Mogelijkheid tot telefonische inlichting via Meteo Consult

Onjuiste gegevens

Geen accurate berichtgeving van Meteo Consult

Eigen gladheid Meldstation in Uithoorn

Milieu

 

 

Aantasting bermen en begroeiing

Hoge zoutbelasting

Natzoutstrooien

Aanplanten van zouttolerante plantsoorten

 

 

Autologic routebegeleiding

 

 

Tabel 3: Risico-inventarisatie

3.8 Communicatie

Voor zowel betrokkenen binnen de organisatie als weggebruikers is het van belang dat informatie over de gladheidbestrijding tijdig en efficiënt wordt overgebracht. Daarnaast moet het publiek worden gewaarschuwd als er een reële kans op gladheid ontstaat. Dit gebeurt uiteraard middels landelijke informatiebronnen als de website van de ANWB en radio- en televisieberichten.

De coördinator beheer is eindverantwoordelijke voor de communicatie betreffende gladheidbestrijding. Hij spant zich in om de communicatie zo goed mogelijk te laten verlopen. Hij is verantwoordelijk voor de uitvoering en onderhoudt de contacten met zowel de bewoners als met de eigen medewerkers.

Interne communicatie

De gang van zaken is vastgelegd in het operationeel uitvoeringsplan dat op intranet gepubliceerd wordt en aldus voor alle medewerkers toegankelijk is. Hierin is ook opgenomen hoe wegbeheerders in de omgeving en de politie in kennis worden gesteld van de strooiactie. Op deze wijze weet iedereen wat er bij (naderende) gladheid en de bestrijding daarvan van hem wordt verwacht.

Externe communicatie

Het beleidsplan inclusief de strooiroutes en het operationeel uitvoeringsplan worden op de website van de gemeente Uithoorn geplaatst en worden gepubliceerd op de gemeentepagina van de ‘Nieuwe Meerbode’. Daarnaast wordt een exemplaar ter inzage aangeboden in het gemeentehuis van Uithoorn en in de bibliotheek.

Met behulp van deze documenten wordt voor de burgers de volgende cruciale informatie inzichtelijk:

• het strooibeleid in algemene zin (bv. waar preventief dan wel curatief wordt gestrooid en waar in het geheel niet);

• de strooiroutes en hun prioritering;

• de mogelijkheden voor bedrijven, instellingen en bewoners om strooizout aan te vragen;

• de mogelijkheden om vragen te stellen of klachten in te dienen.

3.9 Financiën

Het budget voor de gladheidbestrijding is opgenomen in de exploitatiebegroting en is normaliter toereikend. Om de begroting niet onnodig te belasten is bij de raming enig financieel risico genomen, daar vooraf niet is te voorspellen hoe het gladheidseizoen zal verlopen. In geval van overschrijding van het budget door bv. langdurig gladheidbestrijding, wordt dit in de voorjaarsrapportage of met het opstellen van de jaarrekening vermeld en gecorrigeerd.

4. Verbetervoorstellen gladheidbestrijding

De gemeente Uithoorn formuleert drie toekomstperspectieven aangaande de gladheidbestrijding. Deze hebben betrekking op de volgende onderwerpen:

• Meetstation binnen de gemeente Uithoorn

• GPS-systeem (Autologic routebegeleiding)

• Winterlogic strooimanagementsysteem

Voorgesteld wordt om deze ontwikkelingen nauwkeurig te volgen en te beoordelen bij het vervangen van het gladheidmaterieel wat gepland staat in, respectievelijk na, 2012 afhankelijk van de technische staat op dat moment.

Meetstation

De meetstations van het gladheidmeldsysteem (GMS) zijn duidelijk te herkennen aan de naast de weg opgestelde witte, ronde ‘weerhutten’. Hierin worden op 1,5 meter hoogte de luchttemperatuur, de relatieve luchtvochtigheid en de neerslag gemeten. Naast deze weerhutten omvat elk meetstation een aantal sensoren die in de weg zijn aangebracht. Deze meten de temperatuur van het wegdek. Behalve temperatuursensoren zijn er ook sensoren die een indicatie geven van de verdere toestand van het wegdek. Het GMS maakt voortdurend berekeningen aan de hand van de laatste gegevens van de verschillende sensoren. Uit de relatieve luchtvochtigheid en de luchttemperatuur wordt het dauwpunt berekend. Door het dauwpunt te vergelijken met de wegdektemperatuur wordt duidelijk of er vocht op het wegdek zal neerslaan.

Het dichtstbijzijnde meetstation van Meteo Consult staat in de gemeente Ronde Venen; langs de N201 ter hoogte van de Tienboerenweg. Dit houdt in dat de weersverwachtingen niet volledig accuraat zijn aan onze lokale weersomstandigheden. Voor meer accurate weersverwachtingen is het wenselijk dat de gemeente Uithoorn een meetstation binnen de gemeentegrens heeft. Naast het feit dat een eigen GMS meer accurate weersverwachtingen doorgeeft, levert dit uiteindelijk ook een financieel en milieu voordeel op. De kans dat nodeloos gestrooid wordt, waardoor materieel en mankracht onnodig wordt ingezet, wordt zo aanzienlijk verminderd.

GPS (Global Positioning System)

Naast een eigen meetstation is het wenselijk om de strooiwagens uit te rusten met Autologic routebegeleiding (automatisch strooibesturingssysteem inclusief route-informatie op basis van GPS). Dit systeem begeleidt de bestuurder langs de strooiroute en past de strooierinstellingen automatisch aan. Hierdoor kan de chauffeur zich optimaal op het verkeer en de wegsituatie concentreren en is er geen bijrijder nodig voor de bediening van de strooimachine. Verder komt door de automatische strooierinstellingen aanzienlijk minder zout in de berm terecht waardoor het geen schade berokkent aan het milieu.

Door deze aanpassingen hoeven er per dienst i.p.v. 5 nog maar drie personeelsleden ingezet te worden. De laatste jaren is het namelijk zeer moeilijk gebleken geschikt personeel dat woonachtig is in de gemeente te vinden voor het cluster Wijkzaken van de afdeling Leefomgeving. Daardoor komt een deel van het personeel uit de regio. Door het kleiner worden van het personeelsbestand woonachtig in deze gemeente, is de gemeente genoodzaakt mensen aan te trekken buiten de gemeente Uithoorn waardoor de richttijd van 3,5 uur moeilijk haalbaar is. Door over te stappen op GPS is slechts 50% van de huidige bezetting nodig doordat de bijrijder voor de bediening van de handmatige strooierinstellingen niet meer noodzakelijk is. Deze investering resulteert aldus op termijn in een aanzienlijke kostenbesparing. Daarnaast is de gladheidbestrijding op deze wijze ook toekomstbestendig.

Winterlogic strooimanagementsysteem

De administratieve afwikkeling van een gladheidbestrijdingsactie is vrij complex. Het CROW stelt in dit verband dat het raadzaam is om de handelingen zoveel mogelijk via geautomatiseerde systemen te laten verlopen.

Om die reden is het wenselijk gebruik te maken van het strooimanagementsysteem Winterlogic. Dit systeem assisteert de gebruiker in het beheer van personeel, aannemers, materieel en middelen waardoor de administratieve werkzaamheden tot een minimum worden beperkt.

Een goede administratie is ook in juridisch opzicht van groot belang. Hiermee kan de wegbeheerder namelijk aantonen dat hij de gladheidbestrijding goed heeft georganiseerd. Als ter aanvulling van een beleidsplan een uitvoeringsplan een goede administratie van ondernomen acties, gevolgde routes, gestrooide hoeveelheden en dergelijke kan worden overlegd, staat de wegbeheerder bij eventuele schadeclaims aanmerkelijk sterker dan wanneer er slechts globale gegevens beschikbaar zijn.