Treasurystatuut Baanbrekers

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Treasurystatuut Baanbrekers

Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling ‘Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers’;

gelet op:

  • artikel 31 van de Gemeenschappelijke Regeling ‘Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers’ en

  • artikel 11 van de Financiële Verordening Baanbrekers ex artikel 212 Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van Baanbrekers van 6 december 2019;

besluit:

  • 1.

    Het Treasurystatuut Baanbrekers vast te stellen;

  • 2.

    In te trekken het “Treasurystatuut Baanbrekers 2019” zoals vastgesteld op 8 juli 2018.

1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • Financiering: Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar.

  • Geldstromenbeheer: Alle activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten over te brengen. Zowel binnen de organisatie als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

  • Intern liquiditeitsrisico: De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren-investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen.

  • Kasgeldlimiet: Een bedrag op basis van de Wet Financiering Decentrale Overheden (fido), ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van Baanbrekers bij aanvang van het jaar, dat Baanbrekers rood mag staan c.q. vreemd vermogen mag aantrekken.

  • Kredietrisico: De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van faillissement, surseance van betaling en schuldsanering natuurlijke personen of een nadelig saldo met een tijdelijk karakter (het zogenaamde deficit).

  • Liquiditeitsplanning: Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid.

  • Renterisico: Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van

  • Baanbrekers door rentewijzigingen.

  • Renterisiconorm: Een bij de aanvang van het jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van het openbare lichaam.

  • Rentevisie: Toekomstverwachting van de rente ontwikkeling.

  • Ruddo: Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden.

  • Saldobeheer: Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.

  • Schatkistbankieren: Decentrale overheden (provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen in de vorm van een openbaar lichaam) zijn verplicht hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden. Hiervoor heeft iedere decentrale overheid een rekening-courantovereenkomst met de Staat der Nederlanden.

  • Treasuryfunctie: Alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarde, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.

  • Uitzetting: Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen.

  • Wet Fido: Wet financiering decentrale overheden.

Artikel 2. Doelstellingen van de treasuryfunctie

De treasuryfunctie van Baanbrekers dient tot:

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    Het beschermen van vermogens- en (rente-) resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitenrisico’s;

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut.

2. Risicobeheer

Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer

Onder risico’s worden verstaan zowel renterisico’s (vaste schuld en vlottende schuld), als kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s. Met betrekking tot risicobeheer geldt het volgende algemene uitgangspunt:

Bij het uitzetten of aantrekken van middelen worden de bepalingen zoals neergelegd in de Wet fido en de Ruddo in acht genomen.

Artikel 4. Renterisicobeheer

  • 1.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido.

  • 2.

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning.

  • 3.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.

  • 4.

    De rentevisie van Baanbrekers wordt jaarlijks opgenomen in de financieringsparagraaf van de begroting.

  • 5.

    Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en 4 van dit artikel streeft Baanbrekers naar spreiding in de rente typische looptijden van de leningen.

Artikel 5. Kredietrisicobeheer

Met betrekking tot het kredietrisicobeheer geldt het uitgangspunt dat overtollige middelen op voorhand worden aangehouden in de schatkist.

Artikel 6. Intern liquiditeitsrisicobeheer

Baanbrekers beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasury activiteiten te baseren op een adequate liquiditeitsplanning.

Artikel 7. Valutarisicobeheer

Valutarisico’s worden door Baanbrekers uitgesloten. Leningen worden uitsluitend aangegaan of gegarandeerd in euro’s.

3. Financiering

Artikel 8. Financiering

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar of langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken ten einde het renteresultaat te optimaliseren.

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen.

  • 4.

    Voor de afsluiting van een langlopende leningen worden minimaal twee offertes opgevraagd.

Artikel 9. Relatiebeheer

Relatiebeheer omvat het onderhouden van relaties met banken, rijk, provincies en gemeenten die financiële diensten leveren. De treasury van Baanbrekers beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hierbij wordt in acht genomen dat:

  • 1.

    Bankrelaties wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal dienen te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in de Wet fido en de Ruddo.

  • 2.

    Financiële ondernemingen dienen onder Nederlands of Europees toezicht te vallen.

Artikel 10. Geldstromen beheer

Om de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt het betalingsverkeer zoveel mogelijk uitgevoerd binnen één bank.

Artikel 11. Saldo- en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer gelden de volgende richtlijnen:

  • 1.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat, kan Baanbrekers kortlopende financieringen aantrekken. Hierbij wordt de kasgeldlimiet niet overschreden.

  • 2.

    De toegestane korte termijn financieringsinstrumenten zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant.

  • 3.

    Voor het aantrekken van kortlopende geldleningen worden minimaal 2 offertes opgevraagd.

5. Administratieve organisatie en interne controle

Artikel 12. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasury activiteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd.

  • 2.

    Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd.

  • 3.

    Bij de uit te voeren treasury activiteiten is functiescheiding doorgevoerd bij beslissingen, registratie en controle.

6. Verantwoordelijkheden

Artikel 13. Verantwoordelijkheden

De (functie)verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van Baanbrekers staan in onderstaande tabel gedefinieerd.

Functie / taak

Verantwoordelijkheden

Algemeen bestuur

  • Het vaststellen van treasurydoelstellingen, het treasurybeleid, globale richtlijnen en limieten in het treasurystatuut;

  • Het vaststellen van de treasuryparagraaf in begroting en/of rekening.

Dagelijks bestuur

  • Het (doen) uitvoeren van het treasurybeleid zoals vastgesteld in het treasurystatuut en/of de treasuryparagraaf;

  • Het beheren van de administratieve organisatie van Baanbrekers.

Directeur

  • Het zorgdragen voor de administratieve organisatie van Baanbrekers;

  • Het aanstellen van medewerkers belast met de treasuryfunctie;

  • Het fiatteren van voorstellen van de treasurer;

  • Het controleren en goedkeuren van de liquiditeitsprognose.

Treasurer

  • Het ontwikkelen van het treasurybeleid en het doen van beleidsvoorstellen in het kader van de treasury;

  • Het aangaan van leningen en uitzetten van middelen conform het treasurystatuut en de treasuryparagraaf. De door de treasurer voorgestelde beslissing kan alleen na fiattering/ondertekening door de directeur worden uitgevoerd;

  • Het uitvoeren van de overige activiteiten met betrekking tot de treasuryfunctie zoals:

    • Schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties;

    • Liquiditeitsprognose en rentevisie;

    • Treasuryparagraaf begroting en rekening;

    • Relatiebeheer.

Kassier

  • Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

  • Het afhandelen van alle vormen van het betalingsverkeer.

7. Bevoegdheden

Artikel 14. Bevoegdheden

In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.

Omschrijving bevoegdheden

Uitvoering

Autorisatie

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer

1. Het uitzetten van geld via callgeld of deposito

Treasurer

Manager B&C

2. Het aantrekken van geld via daggeld of kasgeld (kortlopend)

Treasurer

Manager B&C

Bankrelatiebeheer

3. Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

Manager B&C

Directeur

4. Bankcondities en tarieven afspreken

Treasurer

Directeur

Financiering

5. Het afsluiten van kredietfaciliteiten

Treasurer

Directeur

6. Het aantrekken van gelden via vaste of onderhandse leningen (langlopend) zoals vastgelegd in de treasury-paragraaf

Treasurer

Directeur

8. Informatievoorziening

Artikel 15. Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient ten minste de in onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt.

Informatie

Frequentie

Informatieverstrekker

Informatieontvanger

1. Liquiditeitenplanning korte termijn

situationeel

Treasurer

Directeur/ algemeen- en dagelijks bestuur

2. Beleidsplannen treasury in treasury-paragraaf van begroting

jaarlijks

Dagelijks bestuur

Algemeen bestuur

3. Evaluatie treasury-activiteiten in treasury-paragraaf van de jaarrekening en/ of jaarverslag

jaarlijks

Dagelijks bestuur

Algemeen bestuur

4. Informatie aan derden

(IV3 toezichthouder en CBS)

kwartaal

Teamleider FSA

Ministerie van BZK en het CBS

9. Inwerkingtreding

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit treasurystatuut treedt (na bekendmaking) in werking per 1 januari 2020, onder gelijktijdige intrekking van het Treasurystatuut Baanbrekers 2018.

  • 2.

    Dit statuut kan worden aangehaald als ‘Treasurystatuut Baanbrekers’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Baanbrekers van 16 december 2019.

de secretaris ,

Mr. A. H. Kansouh MMI

de voorzitter,

R. Bakker