Besluit van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland houdende regels omtrent de organisatie en de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur (Organisatie en Mandaatbesluit Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland)

Geldend van 10-03-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van het openbaar lichaam Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland houdende regels omtrent de organisatie en de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur (Organisatie en Mandaatbesluit Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland)

Het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter van Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland, ieder voor zover bevoegd;

gelet op

de afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

afdeling drie van de Wet gemeenschappelijke regelingen (specifiek artikel 33 e.v.);

titel 3 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

de artikelen 20, 21 en 22 van de Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland;

besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Artikel 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 van de Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Riviereland is van toepassing op dit besluit. Daarnaast wordt in dit besluit verstaan onder:

a.

directeur:

De secretaris-directeur van de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland, bedoeld in artikel 38, eerste en tweede lid, van de regeling;

b.

medewerker:

Een ambtenaar in dienst van Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland, waaronder mede verstaan extern personeel dat voor Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk taken verricht, dat niet in dienst is, maar extern is belegd.

Artikel 2: Uitgangspunten organisatie inrichting

De inrichting van de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • a.

    de basisfilosofie van scheiding tussen opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap;

  • b.

    een platte organisatie en integrale verantwoordelijkheid van de directeur;

  • c.

    wendbaarheid en flexibiliteit, waarbij functies ook extern kunnen worden belegd, en

  • d.

    optimalisering van de middelenfuncties.

Artikel 3: Structuur

  • 1. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de organisatie.

  • 2. Het dagelijks bestuur benoemt, schorst en ontslaat, overeenkomstig artikel 38, eerste lid, van de regeling, de directeur.

  • 3. Het dagelijks bestuur benoemt, schorst en ontslaat de controller. Indien het dagelijks bestuur geen controller benoemt is het dagelijks bestuur verantwoordelijk voor de inhuur van een controller dan wel voor het extern beleggen van de werkzaamheden van de controller.

  • 4. De organisatie kent geen afdelingen of leidinggevende functies, behalve de directeur. De medewerkers staan onder directe leiding van de directeur.

Artikel 4: Taken en bevoegdheden directeur

  • 1. De Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland staat overeenkomstig artikel 38, vierde lid, van de regeling, onder leiding van de directeur.

  • 2. De directeur heeft de taken en bevoegdheden, genoemd in artikel 38 van de regeling. De directeur heeft in elk geval de volgende taken:

    • a.

      leidinggeven aan de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland;

    • b.

      zorgdragen voor een voldoende bemensing, zowel in aantal als in kwaliteit, van de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland;

    • c.

      zorgdragen voor het opstellen van jaarplannen met de doelen en de planning voor het komende jaar;

    • d.

      zorgdragen voor de rapportage richting de Europese Commissie eens per twee jaar

    • e.

      beleidslijnen voor de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland uitzetten en de eenheid van beleid bewaken;

    • f.

      zorgdragen voor de inhoudelijke kwaliteit van de taakuitvoering en de dienstverlening;

    • g.

      besluiten over de inzet van en het beheren van middelen;

    • h.

      bijstaan en adviseren van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, en de voorzitter bij de uitoefening van hun taken;

    • i.

      zorgdragen dat de besluitvorming van de algemeen, dagelijks bestuur en voorzitter in een besluitenlijst wordt vastgelegd;

    • j.

      vertalen van vragen en opdrachten van algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter in prestaties, planningen en werkafspraken en bewaken en monitoren van de naleving daarvan;

    • k.

      desgevraagd en uit eigen beweging ervoor zorgdragen dat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter over alle informatie kunnen beschikken die van belang is en die zij nodig hebben om hun functie goed te kunnen uitoefenen;

    • l.

      als intermediair tussen de bestuursorganen en de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland goede contacten onderhouden en zorgen voor een juiste overdracht en voortvarende en correcte uitvoering van besluiten, en

    • m.

      bewaken van de eenduidigheid in het functioneren van Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland als geheel en het borgen van de verbinding met vertegenwoordigers van de betrokken gemeenten.

  • 3. De directeur ontwikkelt in samenwerking met het algemeen bestuur en dagelijks bestuur op voor Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland relevante thema's een visie en strategie en is in het verlengde daarvan belast met de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland- ontwikkeling op langere termijn. Dit behelst onder meer zorgdragen voor:

    • a.

      een geïntegreerde voorbereiding van het strategisch beleid;

    • b.

      de afstemming en coördinatie van beleidszaken die de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland betreffen;

    • c.

      de kaderstelling voor het te voeren middelenbeleid en de zorg voor een goede facilitering aan de organisatie;

    • d.

      het opzetten van een goed werkend systeem van functiescheiding en interne controle;

    • e.

      de organisatie- en managementontwikkeling, en

    • f.

      de kwaliteit van de te leveren producten en een doeltreffende dienstverlening.

  • 4. De directeur is dagelijks bestuurder als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden voor Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland en overlegt met de ondernemingsraad.

Artikel 5: taken en bevoegdheden medewerkers

  • 1. Conform artikel 3, vierde lid, heeft de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland geen afdelingen of leidinggevende functies. Medewerkers van de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland worden direct door de directeur aangestuurd.

  • 2. Medewerkers kunnen in dienst zijn van de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland of de functies en taken kunnen extern worden belegd.

  • 3. De Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland kent in ieder geval de volgende functies:

    • a.

      een managementassistent;

    • b.

      een controller;

    • c.

      een financieel beheerder;

    • d.

      een bestuurlijk juridisch adviseur;

    • e.

      een specialist op het gebied van IT-recht;

    • f.

      een medewerker op het gebied van communicatie, en

    • g.

      een contractbeheerder.

  • 4. De directeur kan in opdracht van het dagelijks bestuur, de functies, bedoeld in het derde lid, nader bepalen en vastleggen.

Artikel 6: taken en bevoegdheden controller

  • 1. De controller heeft de volgende taken:

    • a.

      coördineren van de eenheid van beleid en de naleving van kaders en richtlijnen op het terrein van de bedrijfsvoering en het beheer;

    • b.

      zorgdragen voor het uitoefenen van de controlfunctie in het kader van de planning- en verantwoordingscyclus, bestaande uit de begroting, rapportages en de jaarrekening;

    • c.

      zorgdragen voor het toezicht op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de aanwending van financiële middelen en de besluitvorming;

    • d.

      zorgdragen voor risicomanagement en kwaliteitszorg van financiële aard;

    • e.

      melden aan de directeur van onrechtmatigheden, risico’s, of andere onvolkomenheden, zo hij deze bij de control-werkzaamheden signaleert, en

    • f.

      indien van toepassing het rechtstreeks verkrijgen van inlichtingen.

  • 2. Indien de controller en de directeur een verschil van mening hebben over een kwestie als bedoeld in het eerste lid, onder c en d, doet de controller hiervan, na overleg met de directeur, mededeling aan het dagelijks bestuur.

Artikel 7: Plaatsvervanging

  • 1. Plaatsvervanging kan geschieden bij afwezigheid van meer dan twee opeenvolgende werkdagen vervangen. De directeur stelt hiervoor een plaatsvervangingsbesluit vast. Het plaatsvervangingsbesluit behoeft de goedkeuring van het dagelijks bestuur.

  • 2. Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de directeur.

  • 3. De plaatsvervanger beschikt over alle taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de medewerker die hij vervangt, tenzij bij de plaatsvervanging of in de instructies, bedoeld in het tweede lid, anders wordt bepaald.

Artikel 8: Mandaat

Aan de directeur wordt, voor de uitoefening van zijn taken, bedoeld in artikel 4, in mandaat verleend de bevoegdheid tot:

  • a.

    het benoemen, schorsen en ontslaan van medewerker;

  • b.

    het leidinggeven aan en aansturen van de medewerkers van de ambtelijke Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland, waaronder ook wordt verstaan het toepassen van de arbeidsvoorwaardenregelingen voor Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland Breedbandnetwerk Rivierenland;

  • c.

    het beslissen tot privaatrechtelijke rechtshandelingen, tot het bedrag genoemd als drempelbedrag Europees aanbesteden voor leveringen en diensten voor decentrale overheden, genoemd in Richtlijn 2014/24/EU. Op datum vaststelling van dit besluit bedraagt dit €221.000,00;

  • d.

    het vertegenwoordigen van Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland in en buiten rechte;

  • e.

    het nemen van besluiten tot het al dan niet verstrekken van informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur. De bevoegdheid, bedoeld in de eerste volzin, behelst niet de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    het horen in het kader van klachten op grond van de Algemene wet bestuursrecht;

  • g.

    het schriftelijk afdoen van klachten op grond van de Algemene wet bestuursrecht; en

  • h.

    het nemen van beslissingen in het kader van de uitvoering van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 9: Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit wordt met mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a.

    volmacht om namens Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten; en

  • b.

    machtiging om namens Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 10: Ondermandaat

  • 1. De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 8, schriftelijk in ondermandaat verlenen aan de medewerkers van de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland gelet op hun taken.

  • 2. De directeur gaat niet over tot het opdragen van ondermandaat dan na verkregen toestemming van het dagelijks bestuur, onderscheidenlijk de voorzitter.

Artikel 11: Kaders mandaat

  • 1. De uitoefening van bevoegdheden in mandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met in achtneming van de:

    • a.

      ter zake geldende instructies per geval of in algemene zin van het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter, en

    • b.

      door het algemeen bestuur vastgestelde begroting en het meerjaren beheersplan en voor zover in die begroting voor de betreffende rechtshandeling financiële middelen zijn opgenomen en deze niet zijn uitgeput.

  • 2. De bevoegdheid om beslissingen in mandaat te nemen bevat niet beslissingen:

    • a.

      waarbij de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid de persoon, de functie of enig ander belang van de directeur zelf betreft;

    • b.

      die een afwijking inhouden van het door de Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland gevoerde beleid;

    • c.

      die de uitoefening van een hardheidsclausule inhouden, en

    • d.

      op bezwaarschriften en beroepschriften.

Artikel 12: Informatieplicht

  • 1. Eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend verschaft het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter gevraagd of ongevraagd informatie over de uitvoering van de aan hem opgedragen taken.

  • 2. Eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend informeert het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

  • 3. De directeur houdt een register bij van krachtens dit besluit genomen besluiten.

Artikel 13: Plaatsvervanging

De plaatsvervanger op grond van artikel 7, beschikt over alle gemandateerde bevoegdheden van de directeur, tenzij bij de plaatsvervanging anders is bepaald.

Artikel 14: Beheer mandaten

De directeur informeert het dagelijks bestuur en de voorzitter tenminste 1x per jaar over de krachtens mandaat genomen beslissingen en over de wijze waarop elk mandaat overigens wordt uitgeoefend.

Artikel 15: Ondertekening

De directeur ondertekent een besluit genomen op basis van artikel 7 namens het bestuursorgaan dat de bevoegdheid heeft verleend.

Artikel 16: Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de dag nadat het is bekendgemaakt.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatie en Mandaatbesluit Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland.

Ondertekening

Aldus besloten door het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland, elk voor zover bevoegd d.d. 6 januari 2020

De secretaris-directeur

C.P.S. Herms

De voorzitter,

C.A.H. Zondag