Regeling vervallen per 06-02-2021

Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Laborijn houdende regels omtrent verlof ambtelijk personeel Verlofregeling ambtelijk personeel Laborijn

Geldend van 17-03-2018 t/m 05-02-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Laborijn houdende regels omtrent verlof ambtelijk personeel Verlofregeling ambtelijk personeel Laborijn

Inleiding

In de CAR-UWO zijn onder hoofdstuk 6 Vakantie en verlof bepalingen opgenomen met betrekking tot de verlofregeling.

De Verlofregeling ambtelijk personeel Laborijn is gebaseerd op de bepalingen van dit hoofdstuk en aangevuld met een nadere uitwerking daarvan voor de eigen organisatie.

Artikel 1 Begrippenkader

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: hij die door Laborijn is aangesteld in vaste of tijdelijke dienst;

  • b.

    aanstellingsomvang: de arbeidsduur per week volgens de aanstelling;

  • c.

    feitelijke arbeidsduur: de arbeidsduur per week zoals die voor de ambtenaar is vastgesteld;

  • d.

    regeling: de Verlofregeling ambtelijk personeel Laborijn.

Artikel 2 Wettelijke verlofrechten

  • 1. De ambtenaar met een volledige aanstelling heeft op jaarbasis recht op 144 uren wettelijk verlof.

  • 2. De ambtenaar met een deeltijdaanstelling heeft op jaarbasis recht op het aantal verlofuren naar rato van de aanstellingsomvang.

  • 3. De ambtenaar die gebruikmaakt van de Regeling Generatiepact Laborijn heeft op jaarbasis recht op het aantal verlofuren naar rato van de feitelijke arbeidsduur.

Artikel 3 Extra verlofrechten

  • 1. De ambtenaar met een volledige aanstelling heeft op jaarbasis recht op 14,4 uur verlof (z.g. Doetinchemse dagen).

  • 2. De ambtenaar met een volledige aanstelling, ingedeeld in schaal 9 of hoger, heeft op jaarbasis recht op 7,2 uur extra verlof.

  • 3. De ambtenaar met een deeltijdaanstelling heeft op jaarbasis recht op het aantal verlofuren naar rato van de aanstellingsomvang.

  • 4. De ambtenaar die gebruikmaakt van de Regeling Generatiepact Laborijn heeft op jaarbasis recht op het aantal verlofuren naar rato van de feitelijke arbeidsduur.

Artikel 4 Leeftijdsverlofuren

  • 1. De ambtenaar met een volledige aanstelling heeft recht op leeftijdsverlofuren, als volgt:

    18 jaar 21,6

    19 jaar 14,4

    20 jaar 7,2

    21 t/m 29 jaar 0

    30 t/m 34 jaar 7,2

    35 t/m 39 jaar 14,4

    40 t/m 44 jaar 21,6

    45 t/m 49 jaar 28,8

    50 t/m 54 jaar 36

    vanaf 55 jaar 43,2

  • 2. Bij een deeltijdaanstelling heeft de ambtenaar recht op leeftijdsverlofuren naar rato van de aanstellingsomvang.

  • 3. De ambtenaar die gebruikmaakt van de Regeling Generatiepact Laborijn heeft geen recht op leeftijdsverlofdagen. Tot 1 januari 2021 is sprake van een overgangsregeling, waarbij de ambtenaar die gebruikmaakt van de Regeling Generatiepact Laborijn nog wel recht heeft op leeftijdsverlofdagen naar rato van de feitelijke arbeidsduur.

Artikel 5 Buitengewoon verlof

  • 1. De volgende dagen worden aangemerkt als feestdag, waarop de ambtenaar buitengewoon verlof heeft: Goede Vrijdag Bevrijdingsdag.

  • 2. Voor bezoek aan huisarts, medisch specialist, tandarts of andere medische deskundigen of instanties, anders dan wegens spoedeisend karakter, wordt geen buitengewoon verlof toegekend. Van de ambtenaar wordt verwacht dat hij deze in eigen tijd bezoekt.

    De Werktijdenregeling ambtelijk personeel Laborijn biedt hiervoor voldoende regelruimte.

  • 3. Voor overige vormen van buitengewoon verlof zijn de bepalingen van de Wazo van toepassing. In aanvulling hierop wordt in de volgende situaties aan de ambtenaar buitengewoon verlof toegekend:

    • -

      op de dag van sluiting van zijn huwelijk of geregistreerd partnerschap

    • -

      bij overlijden van echtgenoot, geregistreerd partner, de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont, of bloed- en aanverwanten in de 1e graad: 4 werkdagen; van bloed- en aanverwanten in de 2e graad: 2 werkdagen, tenzij de ambtenaar belast is met de regeling van de begrafenis en/of nalatenschap; in dat geval verlof voor ten hoogste 4 werkdagen. Dit verlof dient binnen een periode van 7 kalenderdagen te worden opgenomen;

    • -

      bij bevalling van de echtgenote, geregistreerd partner of de persoon met wie hij ongehuwd samenwoont: 2 werkdagen.

Artikel 6 Verplicht verlof

Per kalenderjaar kunnen door de directie, na instemming van de Ondernemingsraad, maximaal twee dagen als verplicht verlof worden aangewezen.

Artikel 7 Aanvragen verlof

  • 1. De ambtenaar dient een aanvraag voor verlof tijdig in, behoudens zeer bijzondere omstandigheden of spoedeisende situaties, en stemt de verlofaanvraag vooraf af met zijn team/afdeling.

  • 2. De leidinggevende keurt verlofaanvragen goed of af. Bij afkeuren van een verlofaanvraag wordt de reden hiervan aangegeven.

  • 3. Per jaar kan in overleg met de leidinggevende eenmaal een langere periode (maximaal vier weken) aaneengesloten verlof worden opgenomen.

Artikel 8 Verlofopname / voorkomen verlofstuwmeren

  • 1. De ambtenaar heeft een inspanningsverplichting om het hem toegekende verlof over een kalenderjaar zoveel mogelijk in datzelfde kalenderjaar op te nemen.

  • 2. Laborijn heeft een inspanningsverplichting om de ambtenaar in de gelegenheid te stellen het hem toegekende verlof over een kalenderjaar zoveel mogelijk in datzelfde jaar op te nemen.

  • 3. Het in lid 1. en 2. bepaalde hebben enerzijds tot doel om een optimale arbeid-rustverhouding voor de ambtenaar te creëren en anderzijds het ontstaan van verlofstuwmeren te voorkomen.

  • 4. De ambtenaar met een volledige aanstellingsomvang kan aan het eind van het kalenderjaar maximaal 72 verlofuren meenemen naar een volgend kalenderjaar, tenzij sprake is van onvoorziene omstandigheden waardoor het verlof onmogelijk kon worden opgenomen, of een situatie als bedoeld in lid 5. Voor de ambtenaar met een deeltijdaanstelling geldt een maximum naar rato van zijn aanstellingsomvang. Voor de ambtenaar die gebruikmaakt van de Regeling Generatiepact Laborijn geldt een maximum naar rato van zijn feitelijke arbeidsduur.

  • 5. Over de opname van een op de datum van inwerkingtreding van deze regeling bestaand verlofstuwmeer worden met de ambtenaar afspraken gemaakt over terugdringing van dit verlofstuwmeer.

  • 6. De ambtenaar kan eenmaal per vijf jaar een verzoek indienen om zijn wettelijk verlof gedeeltelijk in te zetten voor een langere verlofperiode, b.v. voor een sabbatical of een bijzondere reis. Dit uitgestelde verlof moet vervolgens binnen 3 jaar na aanvraag worden opgenomen.

Artikel 9 Verval-/verjaringstermijn verlof

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 8 vervalt wettelijk verlof 12 maanden na het einde van het kalenderjaar waarin het verlof is toegekend, tenzij de ambtenaar om medische redenen redelijkerwijs niet in staat is geweest om dit vakantieverlof op te nemen, of dit vanwege dienstbelang niet mogelijk is geweest.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 8 verjaart het bovenwettelijk verlof 60 maanden na het einde van het kalenderjaar waarin het verlof is toegekend.

Artikel 10 Verkoop verlofuren

  • 1. De ambtenaar kan vóór 1 november verzoeken om in het daaropvolgende kalenderjaar verlofuren te verkopen.

  • 2. De ambtenaar met een volledige aanstelling kan maximaal 72 verlofuren verkopen.

  • 3. Voor de ambtenaar met een deeltijdaanstelling geldt een maximum naar rato van zijn aanstellingsomvang.

  • 4. Voor de ambtenaar die gebruikmaakt van de Regeling Generatiepact Laborijn geldt een maximum naar rato van zijn feitelijke arbeidsduur.

  • 5. Uitsluitend bovenwettelijke verlofuren komen voor verkoop in aanmerking.

Artikel 11 Extra vakantie-uren

  • 1. De ambtenaar kan vóór 1 november verzoeken om in het daaropvolgende kalenderjaar de arbeidsduur per jaar te mogen overschrijden met maximaal 50,4 uur en deze uren om te zetten in vakantie-uren.

  • 2. Voor de ambtenaar met een deeltijdaanstelling geldt een maximum naar rato van zijn aanstellingsomvang.

  • 3. De ambtenaar die gebruikmaakt van de in artikel 10 geboden mogelijkheid komt niet in aanmerking voor de in lid 1 van dit artikel geboden mogelijkheid.

  • 4. Voor de ambtenaar die gebruikmaakt van de Regeling Generatiepact Laborijn geldt de in lid 1. bedoelde mogelijkheid niet.

Artikel 12 Verlofuren IKB

  • 1. De ambtenaar kan zijn Individueel Keuzebudget inzetten voor het kopen van verlofuren, maximaal viermaal de contracturen per week. Voor de ambtenaar die gebruikmaakt van de Regeling Generatiepact Laborijn geldt als maximum viermaal de feitelijke arbeidsduur per week.

  • 2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde verlofuren dienen in het jaar waarin deze zijn gekocht ook te worden opgenomen, in afstemming met het team/de afdeling.

Artikel 13 Verplichte verlofdagen

  • 1. Laborijn kan jaarlijks dagen, waarop het gezien de kalender voor de hand ligt dat een groot deel van de medewerkers vrij neemt en het uit bedrijfseconomisch oogpunt beter is de organisatie te sluiten, als verplichte verlofdagen aanwijzen.

  • 2. Het aanwijzen van verplichte verlofdagen (maximaal 3) gebeurt in overleg met de Ondernemingsraad.

Artikel 14 Ingangsdatum

De regeling treedt in werking per 1 januari 2018 en kan worden aangehaald als ‘Verlofregeling ambtelijk personeel Laborijn’.

* * * * * *

Ondertekening